Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 267 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen (PbEU 2019, L 321/1) (Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees
Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132
met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen (PbEU 2019,
L 321/1) implementatie behoeft.
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan artikel 308 wordt het volgende lid toegevoegd:
4. Deze titel is voorts van toepassing op een splitsende naamloze vennootschap of besloten
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid indien bij de splitsing een of meer kapitaalvennootschappen
worden opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de
Europese Economische Ruimte. Deze titel is eveneens van toepassing op een naamloze
vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die als verkrijgende
vennootschap wordt opgericht bij splitsing van een kapitaalvennootschap naar het recht
van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte.
B
In artikel 311 lid 2 wordt «333h lid 3» vervangen door «333h lid 2».
C
Artikel 317 lid 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «beleggingsinstelling is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht
waarvan het doel is de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken kapitaal
met toepassing van het beginsel van risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming
ten laste van de activa van de beleggingsinstelling op verzoek van de houders direct
of indirect worden ingekocht of terugbetaald» wordt vervangen door «icbe is als bedoeld
in de Wet op het financieel toezicht».
2. De tweede zin komt te vervallen.
D
In artikel 328 lid 1 tweede zin wordt na «Hij moet tevens verklaren» ingevoegd «, indien
de verkrijgende vennootschap een naamloze vennootschap is,».
E
Artikel 330 lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «beleggingsinstelling is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht
waarvan het doel is de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken kapitaal
met toepassing van het beginsel van risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming
ten laste van de activa van de vennootschap op verzoek van de houders direct of indirect
worden ingekocht of terugbetaald» wordt vervangen door «icbe is als bedoeld in de
Wet op het financieel toezicht».
2. De derde zin komt te vervallen.
F
In artikel 333 lid 2 wordt na «Indien iemand» ingevoegd «rechtstreeks of indirect».
G
In artikel 333b lid 2 wordt «beleggingsinstelling is als bedoeld in de Wet op het
financieel toezicht waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de deelnemers
direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald ten laste van de activa van de
instelling» vervangen door «icbe is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht».
H
Artikel 333c wordt als volgt gewijzigd:
1. Lid 4 komt te luiden:
4. Een icbe als bedoeld in artikel 333b lid 2 kan fuseren met een vennootschap opgericht
naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische
Ruimte die een icbe is.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie
of de Europese Economische Ruimte kan niet fuseren met een naamloze of besloten vennootschap
wanneer deze kapitaalvennootschap naar het recht van de andere lidstaat zich bevindt
in een insolventieprocedure in de zin van de verordening (EU) 2015/848 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU 2015,
L 141). Een naamloze of besloten vennootschap kan voorts geen verkrijgende vennootschap
zijn bij een fusie tussen kapitaalvennootschappen die zijn opgericht naar het recht
van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wanneer
een of meer van deze vennootschappen zich bevinden in een insolventieprocedure in
de zin van de verordening, genoemd in de vorige zin.
I
Artikel 333d wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel f komt te luiden:
f. een nadere omschrijving van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing
van artikel 333h;
2. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
g. de aan schuldeisers geboden waarborgen, zoals garanties of pandrechten; en
h. het voorgestelde indicatieve tijdschema voor de fusie.
J
Artikel 333e komt te luiden:
Artikel 333e
1. Het bestuur van elke te fuseren vennootschap stelt een kennisgeving op gericht aan
de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de
vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, aan de
werknemers van de fuserende vennootschap, dat zij uiterlijk vijf werkdagen voor de
datum waarop de algemene vergadering of het bestuur een besluit neemt over de fusie
overeenkomstig artikel 317 lid 1 respectievelijk artikel 331 lid 1, bij hun respectieve
vennootschap opmerkingen kunnen indienen betreffende het fusievoorstel. Deze opmerkingen
worden onmiddellijk na ontvangst neergelegd op het adres, bedoeld in artikel 314 lid
2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 van artikel 314 zijn van overeenkomstige
toepassing.
2. Tegelijkertijd met de neerlegging of openbaarmaking van het fusievoorstel bij het
handelsregister bedoeld in artikel 314 lid 1, legt elke te fuseren vennootschap ten
kantore van het handelsregister de kennisgeving neer, of maakt deze langs elektronische
weg bij het handelsregister openbaar. Lid 2 van artikel 314 is van overeenkomstige
toepassing.
3. In afwijking van artikel 314 lid 3 en 328 lid 5 kondigen de te fuseren vennootschappen
in de Staatscourant aan dat de in die leden bedoelde stukken en de kennisgeving zijn neergelegd of raadpleegbaar
zijn, met opgave van de openbare registers waar zij liggen of elektronisch toegankelijk
zijn en van het adres waar zij krachtens artikel 314 lid 2 ter inzage liggen of elektronisch
toegankelijk zijn.
K
Artikel 333f komt te luiden:
Artikel 333f
1. De schriftelijke toelichting, bedoeld in artikel 313 lid 1, bevat een deel voor de
aandeelhouders en een deel voor de werknemers. Het bestuur van de fuserende vennootschap
kan er ook voor kiezen om twee separate schriftelijke toelichtingen op te stellen
voor de aandeelhouders en de werknemers.
2. In aanvulling op artikel 327 wordt voor de aandeelhouders een schriftelijke toelichting
gegeven over:
a) de methode of methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel
bij toepassing van artikel 333h;
b) of deze methode of methoden in het gegeven geval passen;
c) tot welke waardering elke gebruikte methode leidt;
d) indien meer dan een methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke
gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden
beschouwd;
e) welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij
de bepaling van de methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een
aandeel;
f) de gevolgen van de fusie voor de aandeelhouders; en
g) de rechten en de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de aandeelhouders op
grond van artikel 333h.
3. De toelichting voor de aandeelhouders, bedoeld in lid 2 en in artikel 327, is niet
vereist indien de aandeelhouders van de fuserende vennootschap daarmee instemmen of
indien alle aandelen in het kapitaal van de fuserende vennootschap, uitgezonderd de
aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden
door één aandeelhouder.
4. Voor de werknemers wordt een schriftelijke toelichting gegeven over:
a) de gevolgen van de fusie voor de arbeidsrelaties en, in voorkomend geval, alle maatregelen
om die arbeidsrelaties te borgen;
b) materiële wijzigingen van de toepasselijke arbeidsvoorwaarden of van vestigingsplaatsen
van de vennootschap; en
c) de vraag hoe de in de onderdelen a en b bedoelde factoren van invloed zijn op dochtermaatschappijen
van de fuserende vennootschap.
5. De toelichting voor de werknemers, bedoeld in lid 4, hoeft niet te worden gegeven
indien alle werknemers van de fuserende vennootschap en, in voorkomend geval, van
haar dochtermaatschappijen tot het bestuur behoren of indien de fuserende vennootschap
en, in voorkomend geval, haar dochtermaatschappijen geen werknemers hebben.
6. Onverminderd het bepaalde in artikel 314 lid 2 zijn uiterlijk zes weken voor de datum
waarop de algemene vergadering of het bestuur een besluit neemt over de fusie overeenkomstig
artikel 317 lid 1 respectievelijk artikel 331 lid 1, de schriftelijke toelichting
en, indien beschikbaar, het fusievoorstel minstens elektronisch toegankelijk voor
de aandeelhouders en voor de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap
in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, voor werknemers van
elke te fuseren vennootschap.
7. Indien de ondernemingsraad van de fuserende vennootschap of een vereniging van werknemers
die werknemers van de vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden
telt, schriftelijk een advies of opmerkingen heeft ingediend overeenkomstig artikel
314 lid 4 of artikel 333e lid 1, wordt het advies of de opmerkingen aan de schriftelijke
toelichting gehecht.
8. Een schriftelijke toelichting is niet vereist indien overeenkomstig de leden 3 en
5 zowel de toelichting voor de aandeelhouders als de toelichting voor de werknemers
niet hoeft te worden gegeven.
L
Artikel 333g wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In artikel 333g lid 1 (nieuw) wordt na «het totaal bedrag van schadeloosstellingen
waarop aandeelhouders op grond van artikel 333h recht kunnen doen gelden» ingevoegd
«en geldelijke vergoedingen waarop aandeelhouders van een kapitaalvennootschap naar
het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische
Ruimte recht kunnen doen gelden overeenkomstig de nationale wetgeving van toepassing
op die kapitaalvennootschap ter uitvoering van artikel 126bis lid 1 van richtlijn
(EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde
aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169/46), zoals laatstelijk gewijzigd
bij richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november
2019 (PbEU 2019, L 321/1)».
3. Aan artikel 333g lid 1 (nieuw) wordt de volgende zin toegevoegd: Deze verklaring
is alleen vereist indien de verkrijgende vennootschap een naamloze vennootschap is
met haar statutaire zetel in Nederland.
4. De volgende leden worden toegevoegd:
2. In aanvulling op artikel 328 lid 1, eerste zin, moet de accountant verklaren of de
voorgestelde schadeloosstelling bij toepassing van artikel 333h naar zijn oordeel
redelijk is. Bij de beoordeling van de schadeloosstelling houdt de accountant rekening
met de eventuele marktprijs van de aandelen in de verdwijnende vennootschappen vóór
de aankondiging van het fusievoorstel, of met de waarde van de vennootschappen, exclusief
de gevolgen van de voorgestelde fusie, zoals bepaald volgens algemeen aanvaarde waarderingsmethoden.
Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap
en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van
de waarde van de aandelen, de vaststelling van de schadeloosstelling of de vaststelling
van de ruilverhouding gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de
vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf
bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen, de schadeloosstelling of de
ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stelt de acccountant zijn verklaring
als bedoeld in artikel 328 lid 1, eerste zin en dit lid op met inachtneming daarvan.
3. In het verslag als bedoeld in artikel 328 lid 2 vermeldt de accountant zijn oordeel
over de mededelingen, bedoeld in artikel 333f lid 2, onderdelen a tot en met e.
4. De leden 2 en 3 van dit artikel en artikel 328 lid 1, eerste zin, en lid 2 blijven
buiten toepassing indien alle aandelen in het kapitaal van de vennootschap, uitgezonderd
de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden
door één aandeelhouder. De leden 2 en 3 van dit artikel blijven voorts buiten toepassing
indien de aandeelhouders van de fuserende vennootschappen daarmee instemmen overeenkomstig
artikel 328 lid 6.
M
Na artikel 333g worden de volgende artikelen ingevoegd:
Artikel 333ga
1. In het geval van artikel 333 lid 2 kunnen de verdwijnende vennootschappen bij bestuursbesluit
tot fusie besluiten, tenzij de statuten anders bepalen.
2. In de gevallen van artikel 333 leden 1 en 2 zijn de artikelen 333d, onder f, 333f
en 333g niet van toepassing.
Artikel 333gb
1. In afwijking van artikel 330 lid 1, eerste zin, is voor het besluit tot fusie van
de algemene vergadering een meerderheid van ten minste twee derden vereist van de
uitgebrachte stemmen.
2. In het geval uit het bepaalde in de leden 3 en 4 van artikel 317 voortvloeit dat
de vereiste meerderheid voor het besluit tot fusie meer bedraagt dan 90% van de uitgebrachte
stemmen of vereist wordt dat in de vergadering meer dan 90% van het geplaatste kapitaal
is vertegenwoordigd, wordt het besluit tot fusie genomen met 90% van de uitgebrachte
stemmen of in een vergadering waar 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd.
N
Artikel 333h wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na de eerste zin toegevoegd: De verdwijnende vennootschap
geeft een elektronisch adres op waarop dit verzoek kan worden ontvangen.
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede
en derde lid.
3. De volgende leden worden toegevoegd:
4. De aandeelhouder die een verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel
is dat de voorgestelde schadeloosstelling niet redelijk is, kan een aanvullende schadeloosstelling
verzoeken, te bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door
de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Indien tussen
partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de
desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de
waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien
de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders
partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de
aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen
hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing.
Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de
datum van het besluit tot fusie als bedoeld in artikel 317 lid 1. De vennootschap
waarop het verzoek betrekking heeft en de verkrijgende vennootschap worden opgeroepen
in het geding.
5. De bepaling van de hoogte van de schadeloosstelling door de onafhankelijke deskundigen
als bedoeld in het vorige lid is bindend voor alle houders van aandelen van dezelfde
soort of aanduiding die een verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien
de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst
waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de
bepaling van de hoogte van de schadevergoeding alleen bindend voor de partijen bij
die overeenkomst.
6. De aandeelhouder van de fuserende vennootschap die niet over de mogelijkheid beschikt
om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of die geen verzoek als bedoeld in
lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde ruilverhouding van de
aandelen niet redelijk is, kan verzoeken om de ruilverhouding opnieuw te laten bepalen
door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de
ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Dit verzoek kan niet leiden tot een
aanpassing van de ruilverhouding ten nadele van de verzoekende aandeelhouder. Indien
tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap
en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van
de waarde van de aandelen of de vaststelling van de ruilverhouding gelden, of indien
de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders
partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de
aandelen of de ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen
hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing.
Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de
datum van het besluit tot fusie als bedoeld in artikel 317 lid 1. De verdwijnende
en verkrijgende vennootschappen worden opgeroepen in het geding. Het verzoek staat
niet in de weg aan het afgeven van de verklaring, bedoeld in artikel 333i lid 3, door
de notaris, respectievelijk het verlijden van de akte, bedoeld in artikel 318 lid
1.
7. De bepaling van de ruilverhouding van de aandelen door de onafhankelijke deskundigen
als bedoeld in het vorige lid is bindend voor de verkrijgende vennootschap en voor
alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die niet over de mogelijkheid
beschikken om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of geen verzoek als bedoeld
in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met
inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders
partij zijn, dan is de bepaling van de ruilverhouding van de aandelen alleen bindend
voor de partijen bij die overeenkomst. Overeenkomstig de ruilverhouding van de aandelen
zoals bepaald door de deskundigen wordt de aandeelhouder gecompenseerd door bijbetaling
van een bedrag in geld.
O
Na artikel 333h wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 333ha
1. In afwijking van artikel 316 lid 2, eerste zin, kan iedere schuldeiser tot drie maanden
nadat alle te fuseren vennootschappen de nederlegging of openbaarmaking van het fusievoorstel
hebben aangekondigd door het indienen van een verzoek bij de rechtbank tegen dit voorstel
in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd.
2. De op grond van artikel 316 aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn afhankelijk
van de voorwaarde dat de fusie van kracht wordt.
3. In afwijking van artikel 316 leden 4 en 5 mag, indien tijdig verzet is gedaan, de
verklaring in de zin van artikel 333i lid 3 door de notaris eerst worden afgegeven,
zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet uitvoerbaar is. Indien
de verklaring al is afgegeven, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen
van een door hem omschreven waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden.
P
Artikel 333i wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «artikel 318 lid 1» ingevoegd «, eerste zin,».
2. Aan het slot van het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd: Artikel 318 lid
1, tweede zin, is niet van toepassing.
3. Lid 3 komt te luiden:
3. De notaris verklaart op aanvraag van de fuserende vennootschap naar Nederlands recht
dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten die de afdelingen
2, 3 en 3a van deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap
aan de grensoverschrijdende fusie en dat voor het overige de daarvoor in deze afdelingen
en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd. De notaris onderzoekt daartoe
de door de fuserende vennootschap bij de aanvraag ingediende documenten en informatie,
bedoeld in het volgende lid, en, indien van toepassing, de vermelding door de fuserende
vennootschappen dat de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking
tot medezeggenschap overeenkomstig artikel 333k lid 3 van start is gegaan.
4. Onder het vervallen van het vijfde lid en het vernummeren van het vierde tot vijfde
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Bij de aanvraag van de verklaring van de notaris worden door de fuserende vennootschap
ten minste de volgende stukken overgelegd:
a) het fusievoorstel;
b) de schriftelijke toelichting en in voorkomend geval het advies of opmerkingen, genoemd
in artikel 314 lid 4, alsmede de verklaringen en het verslag van de accountant, genoemd
in artikel 333g, indien zij beschikbaar zijn;
c) alle overeenkomstig artikel 333e lid 1 ingediende opmerkingen van de aandeelhouders,
de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand
gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, de werknemers van de fuserende
vennootschap;
d) informatie over het besluit tot fusie genomen door de algemene vergadering overeenkomstig
artikel 317 lid 1;
e) informatie over het aantal werknemers ten tijde van het opstellen van het fusievoorstel;
f) informatie over het bestaan van dochtermaatschappijen en hun respectieve woonplaats;
en
g) informatie over de nakoming van verbintenissen van de fuserende vennootschap ten aanzien
van overheidsinstanties.
De aanvraag van de verklaring, waaronder de indiening van documenten en informatie,
door de fuserende vennootschappen kan langs elektronische weg worden verricht.
5. In het vijfde lid (nieuw) wordt «of de schadeloosstelling is betaald» vervangen door
«, indien de schadeloosstelling is betaald of, indien een verzoek als bedoeld in artikel
333h lid 4 is ingediend, nadat de onafhankelijke deskundigen over het verzoek hebben
beslist en de door deze deskundigen bepaalde schadeloosstelling is betaald,».
6. In het vijfde lid (nieuw) wordt «dat het verzoek is ingediend» vervangen door «dat
een verzoek als bedoeld in artikel 333h lid 1 en, indien van toepassing, een verzoek
als bedoeld in artikel 333h lid 4 is ingediend en dient de verkrijgende vennootschap
binnen twee maanden na het van kracht worden van de fusie de schadeloosstelling te
voldoen».
7. Aan het slot van het vijfde lid (nieuw) wordt de volgende zin toegevoegd: De notaris
vermeldt tevens waneer de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel 333ha lid 1,
is verstreken of zal verstrijken en, indien van toepassing, dat een verzoek als bedoeld
in artikel 333h lid 6 is ingediend.
8. De volgende leden worden toegevoegd:
6. De notaris geeft de verklaring, bedoeld in lid 3, af binnen drie maanden nadat hij
de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen. De notaris geeft
de verklaring niet af, indien hij vaststelt dat de vormvoorschriften of de overige
voor de grensoverschrijdende fusie gegeven voorschriften als bedoeld in lid 3 niet
zijn nageleefd. De notaris stelt de fuserende vennootschap in kennis van de redenen
voor zijn besluit. De notaris kan de vennootschap de mogelijkheid bieden om binnen
een passende termijn aan de relevante vormvoorschriften of overige voor de grensoverschrijdende
fusie gegeven voorschriften te voldoen. Deze termijn eindigt in ieder geval maximaal
acht maanden nadat de notaris de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4 heeft
ontvangen.
7. Onverminderd artikel 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt, geeft de notaris de
verklaring,bedoeld in lid 3, niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende
fusie is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of gericht
zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden.
8. Indien de notaris bij de beoordeling van de afgifte van de verklaring ernstige twijfels
heeft of de grensoverschrijdende fusie is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze
doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of
nationaal recht, of voor criminele doeleinden neemt hij de relevante feiten en omstandigheden
in aanmerking, waarvan hij in het kader van de beoordeling van de afgifte van de verklaring
kennis heeft genomen. De notaris kan ten behoeve van zijn beoordeling, in voorkomend
geval:
a) de fuserende vennootschap of de relevante instanties met bevoegdheid op de verschillende
gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende fusie van een lidstaat of lidstaten
van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte om informatie en documenten
vragen; en
b) een beroep doen op één of meer onafhankelijke deskundigen.
De kosten die verband houden met deze beoordeling door de notaris worden gedragen
door de aanvrager van de verklaring.
9. Wanneer het voor de beoordeling, bedoeld in het vorige lid, noodzakelijk is om rekening
te houden met aanvullende informatie of om aanvullende onderzoeksactiviteiten te verrichten,
kan de notaris de termijn van drie maanden, bedoeld in lid 6, voor drie maanden verlengen.
Wanneer het vanwege de complexiteit van de grensoverschrijdende fusie niet mogelijk
is de beoordeling uit te voeren binnen zes maanden nadat de notaris de documenten
en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen, stelt de notaris de aanvrager
van de verklaring voor het verstrijken van deze termijn in kennis van de redenen voor
de vertraging. De notaris geeft de verklaring niet af indien zijn ernstige twijfels
als bedoeld in lid 8 niet zijn weggenomen binnen een termijn van maximaal negen maanden
nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen.
10. De notaris legt de verklaring, bedoeld in lid 3, neer ten kantore van het handelsregister.
De beheerder van het handelsregister deelt de verklaring met het register van de lidstaat
waar de verkrijgende vennootschap wordt ingeschreven.
Q
Na artikel 333i wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 333ia
1. Indien de verkrijgende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, verklaart
de notaris op aanvraag van de fuserende vennootschappen aan de voet van de akte, bedoeld
in artikel 318 lid 1, dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen
voor alle besluiten die de afdelingen 2, 3 en 3a van deze titel en de statuten vereisen
voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende fusie en dat voor
het overige de daarvoor in deze afdelingen en in de statuten gegeven voorschriften
zijn nageleefd, dat, in voorkomend geval een nieuwe verkrijgende vennootschap bij
de fusie door de verdwijnende vennootschappen wordt opgericht, deze vennootschap voldoet
aan de voorschriften voor oprichting van een vennootschap naar Nederlands recht en,
indien van toepassing, dat de regelingen met betrekking tot medezeggenschap zijn vastgesteld
overeenkomstig artikel 333k. Daartoe vraagt de notaris bij het handelsregister het
aan de fusie voorafgaand attest op dat door de bevoegde instantie of instanties van
een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is afgegeven aan
een verdwijnende vennootschap. Daarbij aanvaardt hij dit aan de fusie voorafgaande
attest als afdoend bewijs dat de toepasselijke aan de fusie voorafgaande procedures
en formaliteiten correct zijn verricht naar het recht van die lidstaat.
2. Voor de aanvraag van de verklaring als bedoeld in lid 1 deelt elke fuserende vennootschap
met de notaris het besluit tot fusie van de algemene vergadering, of, indien het besluit
tot fusie niet door de algemene vergadering hoeft te worden genomen, het door elke
fuserende vennootschap overeenkomstig de nationale wetgeving goedgekeurde fusievoorstel.
De aanvraag van de verklaring als bedoeld in de eerste zin en de indiening van informatie
en documenten door de fuserende vennootschappen kan langs elektronische weg bij de
notaris geschieden.
3. In aanvulling op artikel 318 lid 3 doet de verkrijgende vennootschap binnen acht
dagen na het verlijden van de akte aan het handelsregister opgave van de registers
waar de verdwijnende vennootschappen staan ingeschreven, tezamen met het inschrijvingsnummer
bij de registers waarin de gegevens betreffende de verdwijnende vennootschappen zijn
ingeschreven.
R
Artikel 333j wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In 333j lid 1 (nieuw) wordt «verkrijgende rechtspersoon» vervangen door «verkrijgende
vennootschap».
3. In artikel 333j lid 1 (nieuw) vervalt «bedoeld in artikel 333e».
4. Aan artikel 333j lid 1 (nieuw) wordt de volgende zin toegevoegd: De beheerder van
het handelsregister waar de verdwijnende vennootschappen staan ingeschreven, haalt
de inschrijving door van de verdwijnende vennootschappen onverwijld na ontvangst van
een mededeling als bedoeld in de vorige zin.
5. De volgende leden worden toegevoegd:
2. De beheerder van het handelsregister waar de verkrijgende vennootschap is ingeschreven,
schrijft in het register in dat de registratie van de verkrijgende vennootschap het
gevolg is van een grensoverschrijdende fusie, tezamen met de datum van deze registratie
en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de verdwijnende en verkrijgende
vennootschappen.
3. De beheerder van het handelsregister waar de verdwijnende vennootschappen stonden
ingeschreven, schrijft in het register in dat de doorhaling van de verdwijnende vennootschappen
uit het register het gevolg is van een grensoverschrijdende fusie, tezamen met de
datum van de doorhaling en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de
verdwijnende en verkrijgende vennootschappen.
S
Artikel 333k wordt als volgt gewijzigd:
1. In lid 3, aanhef, wordt na «de leden vier tot en met veertien» ingevoegd «en lid
zestien».
2. In lid 3, onderdeel a, wordt «gemiddeld meer dan 500 werknemers werkzaam zijn en
op deze fuserende vennootschap regelingen met betrekking tot medezeggenschap van toepassing
zijn» vervangen door «een gemiddeld aantal werknemers werkzaam is van vier vijfde
van de toepasselijke drempel inzake werknemersmedezeggenschap als neergelegd in de
nationale wetgeving van toepassing op deze fuserende vennootschap».
3. In lid 7 vervalt de derde zin.
4. In lid 12 wordt na «De algemene vergadering van elke fuserende vennootschap kan besluiten
af te zien van het openen van onderhandelingen over regelingen met betrekking tot
medezeggenschap» ingevoegd «, indien op ten minste één van de fuserende vennootschappen
regelingen met betrekking tot medezeggenschap van toepassing zijn».
5. In lid 13 wordt na «indien er vóór de inschrijving van de verkrijgende vennootschap
in een of meer van de fuserende vennootschappen een of meer vormen van medezeggenschap
van toepassing waren die ten minste 33 1/3% van het totale aantal werknemers van de
fuserende vennootschappen bestreken» ingevoegd «, dan wel indien minder dan 33 1/3%
van het totale aantal werknemers van die vennootschappen worden bestreken en de bijzondere
onderhandelingsgroep daartoe besluit».
6. Lid 15 komt te luiden:
15. Indien de verkrijgende vennootschap binnen vier jaar na het van kracht worden van
de fusie deelneemt aan een binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of
splitsing als bedoeld in deze of de volgende titel, zijn de leden een tot en met veertien
van overeenkomstige toepassing.
7. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
16. Een vennootschap deelt aan de vertegenwoordigers van haar werknemers, dan wel, bij
het ontbreken daarvan, aan haar werknemers mee of ervoor wordt gekozen om de referentievoorschriften
toe te passen, dan wel of ervoor wordt gekozen om een bijzondere onderhandelingsgroep
in te stellen overeenkomstig de artikelen 1:7 tot en met 1:10 van de Wet rol werknemers
bij Europese rechtspersonen. In laatstgenoemd geval stelt de vennootschap de vertegenwoordigers
van de werknemers, dan wel, bij het ontbreken daarvan, de werknemers onverwijld in
kennis van de resultaten van de onderhandelingen.
T
In artikel 334e lid 3 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. artikel 334qq lid 1 van toepassing is.
U
In de artikelen 334w en 334aa lid 2 wordt «splitsende vennootschap» vervangen door
«splitsende naamloze vennootschap».
V
Na artikel 334ii wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 6. BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR GRENSOVERSCHRIJDENDE SPLITSINGEN
Artikel 334jj
1. Deze afdeling is van toepassing indien bij splitsing van een naamloze vennootschap
of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid een of meer kapitaalvennootschappen
worden opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de
Europese Economische Ruimte of indien een of meer naamloze vennootschappen of besloten
vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid als verkrijgende vennootschappen worden
opgericht bij splitsing van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere
lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte.
2. Deze afdeling is niet van toepassing op een vennootschap die een icbe is als bedoeld
in de Wet op het financieel toezicht.
3. Deze afdeling is niet van toepassing bij een splitsing naar bestaande vennootschappen.
Artikel 334kk
1. De artikelen 334s, 334u, 334bb, 334cc, 334ee leden 1 en 2, 334ee1, 334ff, 334hh lid
2 en 334ii zijn niet van toepassing bij een grensoverschrijdende splitsing.
2. Indien de splitsende vennootschap bij de splitsing enig aandeelhouder van de verkrijgende
vennootschappen wordt, zijn de artikelen 334f lid 2, onderdelen f en j, 334g lid 1,
334ll, onderdelen g en h, 334nn, 334oo en 334qq niet van toepassing.
3. Bij splitsing van een naamloze of besloten vennootschap in faillissement of surséance
van betaling kunnen met toepassing van artikel 334b lid 7 een of meer kapitaalvennootschappen
worden opgericht naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de
Europese Economische Ruimte. Bij splitsing van een kapitaalvennootschap naar het recht
van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, die
zich bevindt in een insolventieprocedure in de zin van de verordening (EU) 2015/848
van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures
(PbEU 2015, L 141), kan voorts slechts een naamloze of besloten vennootschap als verkrijgende
vennootschap worden opgericht indien de splitsende kapitaalvennootschap bij de splitsing
enig aandeelhouder van deze verkrijgende vennootschap wordt.
Artikel 334ll
Het voorstel tot splitsing vermeldt naast de in artikel 334f en 334y genoemde gegevens:
a. het voorgestelde indicatieve tijdschema voor de splitsing;
b. de waarschijnlijke gevolgen van de splitsing voor de werkgelegenheid;
c. indien van toepassing, informatie over de procedure voor de vaststelling van regelingen
met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 334xx in de verkrijgende
vennootschappen;
d. hoe vermogensbestanddelen worden behandeld die niet expliciet zijn opgenomen in de
in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving, zoals activa en passiva die onbekend
zijn op de datum waarop het voorstel tot splitsing wordt opgesteld;
e. informatie over de waardering van de activa en passiva die worden toegewezen aan elke
bij de splitsing betrokken vennootschap;
f. de datum van de laatst vastgestelde of krachtens artikel 334g opgemaakte jaarrekening
of tussentijdse vermogensopstelling die is gebruikt om de voorwaarden voor de splitsing
vast te stellen;
g. in voorkomend geval, de verdeling onder de aandeelhouders van de splitsende vennootschap
van aandelen in de verkrijgende vennootschappen, in de voortbestaande gesplitste vennootschap
of in beide, alsmede volgens welke criteria deze verdeling is vastgesteld;
h. een nadere omschrijving van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing
van artikel 334qq; en
i. de aan schuldeisers geboden waarborgen, zoals garanties of pandrechten.
Artikel 334mm
1. Het bestuur van de splitsende vennootschap stelt een kennisgeving op gericht aan
de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de
vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, aan de
werknemers van de splitsende vennootschap, dat zij uiterlijk vijf werkdagen voor de
datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de splitsing overeenkomstig
artikel 334m lid 1, bij de vennootschap opmerkingen kunnen indienen betreffende het
splitsingsvoorstel. Deze opmerkingen worden onmiddellijk na ontvangst neergelegd op
het adres, bedoeld in artikel 334h lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid
2 van artikel 334h zijn van overeenkomstige toepassing.
2. Tegelijkertijd met de neerlegging of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel bij
het handelsregister bedoeld in artikel 334h lid 1, legt de splitsende vennootschap
ten kantore van het handelsregister de kennisgeving neer, of maakt deze langs elektronische
weg bij het handelsregister openbaar. Lid 2 van artikel 334h is van overeenkomstige
toepassing.
3. In afwijking van artikel 334h lid 3 en 334aa lid 6 kondigt de splitsende vennootschap
in de Staatscourant aan dat de in die leden bedoelde stukken en de kennisgeving zijn neergelegd of raadpleegbaar
zijn, met opgave van de openbare registers waar zij liggen of elektronisch toegankelijk
zijn en van het adres waar zij krachtens artikel 334h lid 2 ter inzage liggen of elektronisch
toegankelijk zijn.
Artikel 334nn
1. De schriftelijke toelichting, bedoeld in artikel 334g lid 1, bevat een deel voor
de aandeelhouders en een deel voor de werknemers. Het bestuur van de splitsende vennootschap
kan er ook voor kiezen om twee separate schriftelijke toelichtingen op te stellen
voor de aandeelhouders en de werknemers.
2. In aanvulling op artikel 334z wordt voor de aandeelhouders een schriftelijke toelichting
gegeven over:
a) de methode of methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel
bij toepassing van artikel 334qq;
b) of deze methode of methoden in het gegeven geval passen;
c) tot welke waardering elke gebruikte methode leidt;
d) indien meer dan een methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke
gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden
beschouwd;
e) welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij
de bepaling van de methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een
aandeel;
f) de gevolgen van de splitsing voor de aandeelhouders; en
g) de rechten en de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de aandeelhouders op
grond van artikel 334qq.
3. De toelichting voor de aandeelhouders, bedoeld in lid 2 en in artikel 334z, is niet
vereist indien de aandeelhouders van de splitsende vennootschap daarmee instemmen
of indien alle aandelen in het kapitaal van de splitsende vennootschap, uitgezonderd
de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden
door één aandeelhouder.
4. Voor de werknemers wordt een schriftelijke toelichting gegeven over:
a) de gevolgen van de splitsing voor de arbeidsrelaties en, in voorkomend geval, alle
maatregelen om die arbeidsrelaties te borgen;
b) materiële wijzigingen van de toepasselijke arbeidsvoorwaarden of van vestigingsplaatsen
van de vennootschap; en
c) de vraag hoe de in de onderdelen a en b bedoelde factoren van invloed zijn op dochtermaatschappijen
van de splitsende vennootschap.
5. De toelichting voor de werknemers, bedoeld in lid 4, hoeft niet te worden gegeven
indien alle werknemers van de splitsende vennootschap en, in voorkomend geval, van
haar dochtermaatschappijen tot het bestuur behoren of indien de splitsende vennootschap
en, in voorkomend geval, haar dochtermaatschappijen geen werknemers hebben.
6. Onverminderd het bepaalde in artikel 334h lid 2 zijn uiterlijk zes weken voor de
datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de splitsing overeenkomstig
artikel 334m lid 1, de schriftelijke toelichting en, indien beschikbaar, het splitsingsvoorstel
minstens elektronisch toegankelijk voor de aandeelhouders en voor de ondernemingsraad
of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad
ontbreekt, voor werknemers van de splitsende vennootschap.
7. Indien de ondernemingsraad van de splitsende vennootschap of een vereniging van werknemers
die werknemers van de vennootschap of van een dochtermaatschappij onder haar leden
telt, schriftelijk een advies of opmerkingen heeft ingediend overeenkomstig artikel
334h lid 4 of artikel 334mm lid 1, wordt het advies of de opmerkingen aan de schriftelijke
toelichting gehecht.
8. Een schriftelijke toelichting is niet vereist indien overeenkomstig de leden 3 en
5 zowel de toelichting voor de aandeelhouders als de toelichting voor de werknemers
niet hoeft te worden gegeven.
Artikel 334oo
1. Een verklaring als bedoeld in artikel 334aa lid 2 is alleen vereist indien een splitsende
naamloze vennootschap met haar statutaire zetel in Nederland na de splitsing voortbestaat.
In dat geval moet in deze verklaring het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal,
vermeerderd met de reserves die de vennootschap onmiddellijk na de splitsing krachtens
de wet of de statuten moet aanhouden, voorts worden vermeerderd met het totaal bedrag
van schadeloosstellingen waarop aandeelhouders op grond van artikel 334qq recht kunnen
doen gelden.
2. In aanvulling op artikel 334aa lid 1 moet de accountant verklaren of de voorgestelde
schadeloosstelling bij toepassing van artikel 334qq naar zijn oordeel redelijk is.
Bij de beoordeling van de schadeloosstelling houdt de accountant rekening met de eventuele
marktprijs van de aandelen in de splitsende vennootschap vóór de aankondiging van
het splitsingsvoorstel, of met de waarde van de vennootschap, exclusief de gevolgen
van de voorgestelde splitsing, zoals bepaald volgens algemeen aanvaarde waarderingsmethoden.
Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap
en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van
de waarde van de aandelen, de vaststelling van de schadeloosstelling of de vaststelling
van de ruilverhouding gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de
vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf
bevatten aan de hand waarvan de waarde van de aandelen, de schadeloosstelling of de
ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stelt de acccountant zijn verklaring
als bedoeld in artikel 334aa lid 1 en dit lid op met inachtneming daarvan.
3. In het verslag als bedoeld in artikel 334aa lid 3 vermeldt de accountant zijn oordeel
over de mededelingen, bedoeld in artikel 334nn lid 2, onderdelen a tot en met e.
4. De leden 2 en 3 van dit artikel en artikel 334aa leden 1 en 3 blijven buiten toepassing
indien alle aandelen in het kapitaal van de splitsende vennootschap, uitgezonderd
de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden
door één aandeelhouder. De leden 2 en 3 van dit artikel blijven voorts buiten toepassing
indien de aandeelhouders van de splitsende vennootschap daarmee instemmen overeenkomstig
artikel 334aa lid 7.
Artikel 334pp
1. Voor het besluit tot splitsing van de algemene vergadering is een meerderheid van
ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen vereist.
2. In het geval uit het bepaalde in de leden 3 en 4 van artikel 334m voortvloeit dat
de vereiste meerderheid voor het besluit tot splitsing meer bedraagt dan 90% van de
uitgebrachte stemmen of vereist wordt dat in de vergadering meer dan 90% van het geplaatste
kapitaal is vertegenwoordigd, wordt het besluit tot splitsing genomen met 90% van
de uitgebrachte stemmen of in een vergadering waar 90% van het geplaatste kapitaal
is vertegenwoordigd.
3. Artikel 231 lid 4 is niet van toepassing ten aanzien van een besluit tot splitsing.
Artikel 334qq
1. Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar het recht van een andere
lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is, kan de aandeelhouder
van de splitsende vennootschap die tegen het splitsingsvoorstel heeft gestemd, alsmede
iedere houder van aandelen zonder stemrecht, die krachtens de ruilverhouding recht
heeft op aandelen van die verkrijgende vennootschap een verzoek tot schadeloosstelling
indienen. De houder van aandelen die dit verzoek indient, krijgt geen aandelen toegekend
van de verkrijgende vennootschap naar het recht van de andere lidstaat van de Europese
Unie of de Europese Economische Ruimte. Een verzoek tot schadeloosstelling wordt ingediend
bij de splitsende vennootschap binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing
als bedoeld in artikel 334m lid 1. De splitsende vennootschap geeft een elektronisch
adres op waarop dit verzoek kan worden ontvangen.
2. Voor de toepassing van dit artikel worden met aandeelhouders gelijkgesteld de houders
van certificaten van aandelen als bedoeld in artikel 118a.
3. De aandeelhouder die een verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel
is dat de voorgestelde schadeloosstelling niet redelijk is, kan een aanvullende schadeloosstelling
verzoeken, te bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door
de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Indien tussen
partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de splitsende vennootschap
en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van
de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of
indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende
aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de
waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld,
stellen de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en
352 zijn van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan
binnen een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel
334m lid 1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen
in het geding.
4. De bepaling van de hoogte van de schadeloosstelling door de onafhankelijke deskundigen
als bedoeld in het vorige lid is bindend voor alle houders van aandelen van dezelfde
soort of aanduiding die een verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien
de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst
waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de
bepaling van de hoogte van de schadevergoeding alleen bindend voor de partijen bij
die overeenkomst.
5. De aandeelhouder van de splitsende vennootschap die niet over de mogelijkheid beschikt
om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of die geen verzoek als bedoeld in
lid 1 heeft ingediend en van oordeel is dat de voorgestelde ruilverhouding van de
aandelen niet redelijk is, kan verzoeken om de ruilverhouding opnieuw te laten bepalen
door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door de voorzitter van de
ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Dit verzoek kan niet leiden tot een
aanpassing van de ruilverhouding ten nadele van de verzoekende aandeelhouder. Indien
tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de splitsende
vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling
van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de ruilverhouding gelden, of
indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende
aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de
waarde van de aandelen of de ruilverhouding zonder meer kan worden vastgesteld, stellen
de deskundigen hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn
van toepassing. Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen
een maand na de datum van het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel 334m lid
1. De vennootschap waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding.
Het verzoek staat niet in de weg aan het afgeven van de verklaring, bedoeld in artikel
334uu lid 3, door de notaris, respectievelijk het verlijden van de akte, bedoeld in
artikel 334n lid 1.
6. De bepaling van de ruilverhouding van de aandelen door de onafhankelijke deskundigen
als bedoeld in het vorige lid is bindend voor de verkrijgende vennootschappen, voor
de splitsende vennootschap indien deze vennootschap na de splitsing voortbestaat en
voor alle houders van aandelen van dezelfde soort of aanduiding die niet over de mogelijkheid
beschikken om een verzoek als bedoeld in lid 1 in te dienen of geen verzoek als bedoeld
in lid 1 hebben ingediend. Indien de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met
inachtneming van een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders
partij zijn, dan is de bepaling van de ruilverhouding van de aandelen alleen bindend
voor de partijen bij die overeenkomst. Overeenkomstig de ruilverhouding van de aandelen
zoals bepaald door de deskundigen wordt de aandeelhouder gecompenseerd door bijbetaling
van een bedrag in geld.
Artikel 334rr
1. In afwijking van artikel 334l lid 1, eerste zin, kan iedere schuldeiser tot drie
maanden nadat de splitsende vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het
splitsingsvoorstel heeft aangekondigd door het indienen van een verzoek bij de rechtbank
tegen dit voorstel in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd.
2. De op grond van artikel 334k of 334l aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn
afhankelijk van de voorwaarde dat de splitsing van kracht wordt.
Artikel 334ss
1. De leden 2 tot en met 4 zijn van toepassing indien van vermogensbestanddelen aan
de hand van de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving niet kan worden
bepaald welke vennootschap daarop na de splitsing rechthebbende is en de in artikel
334ll onder d bedoelde beschrijving van de behandeling van vermogensbestanddelen die
niet zijn opgenomen in de in artikel 334f lid 2 onder d bedoelde beschrijving en een
interpretatie van het voorstel tot splitsing geen uitsluitsel geeft over de toewijzing
daarvan.
2. Indien de gesplitste vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan, zijn de verkrijgende
vennootschappen gezamenlijk rechthebbende. Elke verkrijgende vennootschap deelt in
het vermogensbestanddeel naar evenredigheid van de waarde van het deel van het vermogen
van de gesplitste vennootschap dat zij verkrijgt.
3. Indien de gesplitste vennootschap na de splitsing voortbestaat, zijn de verkrijgende
vennootschappen en de gesplitste vennootschap gezamenlijk rechthebbende. Elke vennootschap
deelt in het vermogensbestanddeel naar evenredigheid van de waarde van het deel van
het vermogen dat zij verkrijgt.
4. Voor zover verkrijgende vennootschappen uit hoofde van de leden 2 en 3 aansprakelijk
zijn voor schulden, zijn zij hoofdelijk verbonden.
Artikel 334tt
In afwijking van artikel 334t lid 2 is voor ondeelbare verbintenissen van de gesplitste
vennootschap de verkrijgende vennootschap waarop de verbintenis is overgegaan of,
zo de verbintenis niet op een verkrijgende vennootschap is overgegaan, de voortbestaande
gesplitste vennootschap voor het geheel aansprakelijk. De aansprakelijkheid voor ondeelbare
verbintenissen van de gesplitste vennootschap is voor elke andere vennootschap beperkt
tot de waarde van het vermogen dat zij bij de splitsing heeft verkregen of behouden.
Artikel 334uu
1. Indien de splitsende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, is artikel
334n lid 1, eerste zin, van toepassing met dien verstande dat de grensoverschrijdende
splitsing van kracht wordt met ingang van de dag na die waarop aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
a) de akte, bedoeld in artikel 334n lid 1, is verleden;
b) de verklaring, bedoeld in lid 3 van dit artikel, is afgegeven;
c) het toezicht op de grensoverschrijdende splitsing is voltooid door de bevoegde instantie
van de lidstaat of lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte
waar de verkrijgende vennootschappen opgericht worden, bedoeld in artikel 160sexdecies
lid 1 van richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni
2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169/46),
zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement
en de Raad van 27 november 2019 (PbEU 2019, L 321/1); en
d) de beheerder van het handelsregister de mededelingen, bedoeld in artikel 334ww lid
1, tweede zin, heeft ontvangen.
2. De leden 1, tweede zin, 2, eerste zin, en 3 van artikel 334n zijn niet van toepassing.
3. De notaris verklaart op aanvraag van de splitsende vennootschap naar Nederlands recht
dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle besluiten
die de afdelingen 4, 5 en 6 van deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming
van de vennootschap aan de grensoverschrijdende splitsing en dat voor het overige
de daarvoor in deze afdelingen en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd.
De notaris onderzoekt daartoe de door de splitsende vennootschap bij de aanvraag ingediende
documenten en informatie, bedoeld in het volgende lid, en, indien van toepassing,
de vermelding door de splitsende vennootschappen dat de procedure voor de vaststelling
van regelingen met betrekking tot medezeggenschap overeenkomstig artikel 334xx lid
3 van start is gegaan.
4.Bij de aanvraag van de verklaring van de notaris worden door de splitsende vennootschap
ten minste de volgende stukken overlegd:
a) het splitsingsvoorstel;
b) de schriftelijke toelichting en in voorkomend geval het advies of opmerkingen, genoemd
in artikel 334h lid 4, alsmede de verklaringen en het verslag van de accountant, genoemd
in artikel 334oo, indien zij beschikbaar zijn;
c) alle overeenkomstig artikel 334mm lid 1 ingediende opmerkingen van de aandeelhouders,
de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand
gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, de werknemers van de splitsende
vennootschap;
d) informatie over het besluit tot splitsing genomen door de algemene vergadering overeenkomstig
artikel 334m lid 1;
e) informatie over het aantal werknemers ten tijde van het opstellen van het splitsingsvoorstel;
f) informatie over het bestaan van dochtermaatschappijen en hun respectieve woonplaats;
en
g) informatie over de nakoming van verbintenissen van de splitsende vennootschap ten
aanzien van overheidsinstanties.
De aanvraag van de verklaring, waaronder de indiening van documenten en informatie,
door de splitsende vennootschap kan langs elektronische weg worden verricht.
5. De notaris kan de verklaring, bedoeld in lid 3, eerst afgeven indien geen verzoek
tot schadeloosstelling als bedoeld in artikel 334qq lid 1 is ingediend, indien de
schadeloosstelling is betaald of, indien een verzoek als bedoeld in artikel 334qq
lid 3 is ingediend, nadat de onafhankelijke deskundigen over het verzoek hebben beslist
en de door deze deskundigen bepaalde schadeloosstelling is betaald. De vorige zin
is niet van toepassing in het geval de splitsende vennootschap heeft besloten dat
een of meer verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling moeten voldoen. De
verplichting tot betaling van de schadeloosstelling is hoofdelijk. Indien de splitsende
vennootschap heeft besloten dat een of meer verkrijgende vennootschappen de schadeloosstelling
moeten voldoen, vermeldt de notaris in de verklaring dat een verzoek als bedoeld in
artikel 334qq lid 1 en, indien van toepassing, een verzoek als bedoeld in artikel
334qq lid 3 is ingediend en voldoet de verkrijgende vennootschap binnen twee maanden
na het van kracht worden van de splitsing de schadeloosstelling. De notaris vermeldt
tevens waneer de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel 334rr lid 1, is verstreken
of zal verstrijken en, indien van toepassing, dat een verzoek als bedoeld in artikel
334qq lid 5 is ingediend.
6. De notaris geeft de verklaring, bedoeld in lid 3, af binnen drie maanden nadat hij
de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen. De notaris geeft
de verklaring niet af, indien hij vaststelt dat de vormvoorschriften of de overige
voor de grensoverschrijdende splitsing gegeven voorschriften als bedoeld in lid 3
niet zijn nageleefd. De notaris stelt de splitsende vennootschap in kennis van de
redenen voor zijn besluit. De notaris kan de vennootschap de mogelijkheid bieden om
binnen een passende termijn aan de relevante vormvoorschriften of overige voor de
grensoverschrijdende splitsing gegeven voorschriften te voldoen. Deze termijn eindigt
in ieder geval maximaal acht maanden nadat de notaris de documenten en de informatie,
bedoeld in lid 4, heeft ontvangen.
7. Onverminderd artikel 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt, geeft de notaris de
verklaring, bedoeld in lid 3, niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende
splitsing is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of
gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele
doeleinden.
8. Indien de notaris bij de beoordeling van de afgifte van de verklaring ernstige twijfels
heeft of de grensoverschrijdende splitsing is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze
doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of
nationaal recht, of voor criminele doeleinden neemt hij de relevante feiten en omstandigheden
in aanmerking, waarvan hij in het kader van de beoordeling van de afgifte van de verklaring
kennis heeft genomen. De notaris kan ten behoeve van zijn beoordeling, in voorkomend
geval:
a) de splitsende vennootschap of de relevante instanties met bevoegdheid op de verschillende
gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende splitsing van een lidstaat of
lidstaten van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte om informatie en
documenten vragen; en
b) een beroep doen op één of meer onafhankelijke deskundigen.
De kosten die verband houden met deze beoordeling door de notaris worden gedragen
door de aanvrager van de verklaring.
9. Wanneer het voor de beoordeling, bedoeld in het vorige lid, noodzakelijk is om rekening
te houden met aanvullende informatie of om aanvullende onderzoeksactiviteiten te verrichten,
kan de notaris de termijn van drie maanden, bedoeld in lid 6, voor drie maanden verlengen.
Wanneer het vanwege de complexiteit van de grensoverschrijdende splitsing niet mogelijk
is de beoordeling uit te voeren binnen zes maanden nadat de notaris de documenten
en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen, stelt de notaris de aanvrager
van de verklaring voor het verstrijken van deze termijn in kennis van de redenen voor
de vertraging. De notaris geeft de verklaring niet af indien zijn ernstige twijfels
als bedoeld in lid 8 niet zijn weggenomen binnen een termijn van maximaal negen maanden
nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 4, heeft ontvangen.
10. De notaris legt de verklaring, bedoeld in lid 3, neer ten kantore van het handelsregister.
De beheerder van het handelsregister deelt de verklaring met het register van de lidstaat
of lidstaten waar de verkrijgende vennootschappen worden ingeschreven.
Artikel 334vv
1. Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, verklaart
de notaris op aanvraag van de splitsende vennootschap dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften
in acht zijn genomen voor alle besluiten die de afdelingen 4, 5 en 6 van deze titel
en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap aan de grensoverschrijdende
splitsing en dat voor het overige de daarvoor in deze afdelingen en in de statuten
gegeven voorschriften zijn nageleefd, dat de verkrijgende vennootschap voldoet aan
de voorschriften voor oprichting van een vennootschap naar Nederlands recht en, indien
van toepassing, dat de regelingen met betrekking tot medezeggenschap zijn vastgesteld
overeenkomstig artikel 334xx. Daartoe vraagt de notaris bij het handelsregister het
aan de splitsing voorafgaand attest op dat door de bevoegde instantie of instanties
van een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is afgegeven
aan de splitsende vennootschap. Daarbij aanvaardt hij dit aan de splitsing voorafgaande
attest als afdoend bewijs dat de toepasselijke aan de splitsing voorafgaande procedures
en formaliteiten correct zijn verricht naar het recht van die lidstaat.
2. Voor de aanvraag van de verklaring als bedoeld in lid 1 deelt de splitsende vennootschap
met de notaris het besluit tot splitsing van de algemene vergadering. De aanvraag
van de verklaring als bedoeld in de eerste zin en de indiening van informatie en documenten
door de splitsende vennootschap kan langs elektronische weg bij de notaris geschieden.
3. Ten aanzien van de door een verkrijgende naamloze vennootschap toegekende aandelen
is artikel 94a leden 1, 2, 6, 7 en 8 van overeenkomstige toepassing. Een ingevolge
artikel 94a vereiste verklaring van een accountant wordt gehecht aan de verklaring
als bedoeld in lid 1.
4. De splitsende vennootschap doet een verkrijgende vennootschap binnen acht dagen na
de afgifte van de verklaring als bedoeld in lid 1 inschrijven in het handelsregister.
De splitsende vennootschap doet aan het handelsregister opgave van het register waar
die vennootschap staat ingeschreven, tezamen met het inschrijvingsnummer bij het register
waarin de gegevens betreffende die vennootschap zijn ingeschreven. Bij elke inschrijving
van een verkrijgende vennootschap wordt een afschrift van de verklaring als bedoeld
in lid 1 ten kantore van het handelsregister neergelegd.
5. Indien de splitsende vennootschap een kapitaalvennootschap is naar het recht van
een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte en bij
de grensoverschrijdende splitsing een of meer vennootschappen naar Nederlands recht
worden opgericht, wordt in afwijking van artikel 334n lid 1 de splitsing van kracht
op de wijze en de datum bepaald door het recht van het land waar de splitsende vennootschap
haar statutaire zetel heeft, met dien verstande dat deze datum in ieder geval niet
eerder kan zijn dan de datum waarop de notaris een verklaring als bedoeld in lid 1
heeft afgegeven en de beheerder van het handelsregister de mededeling, bedoeld in
artikel 334ww lid 1, eerste zin, heeft gedaan.
Artikel 334ww
1. De beheerder van het handelsregister waar een verkrijgende vennootschap is ingeschreven,
doet onverwijld na deze inschrijving mededeling daarvan aan het register waar de gesplitste
vennootschap staat ingeschreven. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste
vennootschap staat ingeschreven, haalt onverwijld na ontvangst van al de mededelingen
van de registers waar de verkrijgende vennootschappen staan ingeschreven de inschrijving
door van de gesplitste vennootschap, indien die vennootschap bij de splitsing ophoudt
te bestaan. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap staat
ingeschreven, doet na het van kracht worden van de splitsing als bedoeld in artikel
334uu lid 1, eerste zin, mededeling daarvan aan de registers waar de verkrijgende
vennootschappen staan ingeschreven.
2. De beheerder van het handelsregister waar een verkrijgende vennootschap staat ingeschreven,
schrijft in het register in dat de registratie van de verkrijgende vennootschap het
gevolg is van een grensoverschrijdende splitsing, tezamen met de data van deze registratie
en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende
vennootschappen.
3. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschap stond ingeschreven,
schrijft, indien die vennootschap bij de splitsing ophoudt te bestaan, in het register
in dat de doorhaling van de gesplitste vennootschap uit het register het gevolg is
van een grensoverschrijdende splitsing, tezamen met de datum van de doorhaling en
het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende
vennootschappen.
4. De beheerder van het handelsregister waar de gesplitste vennootschappen staat ingeschreven,
schrijft, indien die vennootschap na de splitsing voortbestaat, in het register het
inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de gesplitste en verkrijgende vennootschappen
in.
Artikel 334xx
1. In dit artikel wordt onder regelingen met betrekking tot medezeggenschap verstaan
regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 van
de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
2. Een verkrijgende vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot
medezeggenschap die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waar zij
haar statutaire zetel heeft.
3. In afwijking van lid 2 wordt de medezeggenschap bij een verkrijgende vennootschap
geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12 leden twee en vier
van Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober
2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) en de leden vier tot
en met veertien en lid zestien, indien:
a. bij de splitsende vennootschap in de zes maanden voorafgaand aan de datum van neerlegging
of openbaarmaking van het splitsingsvoorstel bedoeld in artikel 334h een gemiddeld
aantal werknemers werkzaam is van vier vijfde van de toepasselijke drempel inzake
werknemersmedezeggenschap als neergelegd in de nationale wetgeving van toepassing
op de splitsende vennootschap, of
b. indien de nationale wetgeving van toepassing op een verkrijgende vennootschap niet
voorziet in ten minste hetzelfde niveau van medezeggenschap dat van toepassing is
op de splitsende vennootschap vóór de grensoverschrijdende splitsing, gemeten naar
het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies
van die organen of in het leidinggevende orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende
entiteiten van de vennootschap, of
c. indien de nationale wetgeving van toepassing op een verkrijgende vennootschap niet
voorschrijft dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de verkrijgende
vennootschap hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als
de werknemers in de lidstaat waar de verkrijgende vennootschap haar statutaire zetel
heeft.
4. De splitsende vennootschap stelt zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het
splitsingsvoorstel een bijzondere onderhandelingsgroep in voor elke verkrijgende vennootschap
overeenkomstig de artikelen 1:7, 1:8, 1:9 leden 1, 7 en 8 en 1:10 van de Wet rol werknemers
bij Europese rechtspersonen. De artikelen 1:4, 1:16 en 1:26 lid 3 van de Wet rol werknemers
bij Europese rechtspersonen zijn van overeenkomstige toepassing.
5. De splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep stellen in een schriftelijke
overeenkomst regelingen met betrekking tot de medezeggenschap vast met inachtneming
van de artikelen 1:11 en 1:12 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
6. De overeenkomst regelt ten minste de aangelegenheden, bedoeld in artikelen 1:18 lid
1, onderdelen a, h, i en j, en lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
Artikel 1:18 lid 6 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen is van overeenkomstige
toepassing. De overeenkomst voorziet ten minste in dezelfde mate in elk aspect van
de rol van de werknemers als bij de splitsende vennootschap het geval is.
7. De onderhandelingen beginnen op het tijdstip waarop de eerste vergadering van de
bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden en kunnen worden voortgezet gedurende
een periode van zes maanden. De splitsende vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep
kunnen in gezamenlijk overleg besluiten de onderhandelingsperiode te verlengen tot
ten hoogste één jaar, te rekenen vanaf het tijdstip in de vorige zin.
8. De besluitvorming van de bijzondere onderhandelingsgroep vindt plaats overeenkomstig
artikel 1:14 leden 1 en 2 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
9. Indien er in de splitsende vennootschap geen regelingen met betrekking tot medezeggenschap
van toepassing zijn, kan de bijzondere onderhandelingsgroep besluiten om af te zien
van het openen van onderhandelingen of tot het beëindigen van reeds geopende onderhandelingen.
Een zodanig besluit van de bijzondere onderhandelingsgroep behoeft een meerderheid
van twee derde van haar aantal leden, tevens vertegenwoordigende twee derde van de
werknemers. Dit besluit heeft tot gevolg dat een verkrijgende vennootschap is onderworpen
aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die van toepassing zijn in de
lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft.
10. Indien een verkrijgende vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, wordt
de uitwerking van de medezeggenschap in de statuten vastgelegd.
11. De algemene vergadering kan aan het besluit tot splitsing als bedoeld in artikel
334m de voorwaarde verbinden dat zij de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap
goedkeurt. De algemene vergadering kan bij het besluit tot goedkeuring machtiging
verlenen in de statuten de veranderingen aan te brengen die nodig zijn voor het vastleggen
van de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap.
12. Indien er binnen de in lid 7 bedoelde termijn geen overeenkomst is gesloten, de splitsende
vennootschap ermee besluit in te stemmen dat de referentievoorschriften worden toegepast
en de bijzondere onderhandelingsgroep geen besluit heeft genomen als bedoeld in lid
9, heeft dat tot gevolg dat de referentievoorschriften voor regelingen met betrekking
tot medezeggenschap, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers bij Europese
rechtspersonen, vanaf de datum dat de splitsing van kracht wordt, van overeenkomstige
toepassing zijn op een verkrijgende vennootschap.
13. De referentievoorschriften, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers
bij Europese rechtspersonen, zijn vanaf de datum dat de splitsing van kracht wordt,
van overeenkomstige toepassing op een verkrijgende vennootschap indien de splitsende
vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep dit overeenkomen.
14. Artikel 1:5 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen en artikel 670
leden 4, 10 onderdeel a en 12 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige
toepassing.
15. Indien een verkrijgende vennootschap binnen vier jaar na het van kracht worden van
de splitsing deelneemt aan een binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie
of splitsing als bedoeld in deze of de volgende titel, zijn de leden een tot en met
veertien van overeenkomstige toepassing.
16. De splitsende vennootschap stelt de vertegenwoordigers van haar werknemers, dan wel,
bij het ontbreken daarvan, de werknemers onverwijld in kennis van de resultaten van
de onderhandelingen.
Artikel 334yy
De nietigheid of vernietiging van een splitsing op grond van deze afdeling kan niet
worden uitgesproken.
W
Onder vernummering van artikel 335 tot artikel 335q wordt na titel 7 een titel 7A
ingevoegd, luidende:
TITEL 7A BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR GRENSOVERSCHRIJDENDE OMZETTINGEN
Artikel 335
1. Deze titel is van toepassing indien een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid wordt omgezet in een kapitaalvennootschap naar het
recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte
of indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese
Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een naamloze vennootschap
of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
2. De grensoverschrijdende omzetting beëindigt het bestaan van de vennootschap niet.
3. Deze titel is niet van toepassing op een vennootschap die een icbe is als bedoeld
in de Wet op het financieel toezicht.
Artikel 335a
1. De artikelen 18, 71, 72, 181, 182 en 183 zijn niet van toepassing bij een grensoverschrijdende
omzetting.
2. Een ontbonden naamloze of besloten vennootschap mag niet grensoverschrijdend worden
omgezet, indien reeds uit hoofde van de vereffening een uitkering is gedaan.
3. De grensoverschrijdende omzetting van een naamloze of besloten vennootschap is uitgesloten
gedurende faillissement of surséance van betaling. De grensoverschrijdende omzetting
van een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese
Unie of de Europese Economische Ruimte in een naamloze of besloten vennootschap is
uitgesloten wanneer deze kapitaalvennootschap naar het recht van de andere lidstaat
zich bevindt in een insolventieprocedure in de zin van de verordening (EU) 2015/848
van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures
(PbEU 2015, L 141).
Artikel 335b
1. Het bestuur van de om te zetten vennootschap stelt een voorstel tot omzetting op.
2. Dit voorstel vermeldt ten minste:
a. de rechtsvorm, naam en statutaire zetel van de om te zetten vennootschap;
b. de rechtsvorm, naam en statutaire zetel die voor de omgezette vennootschap worden
voorgesteld;
c. de statuten van de vennootschap zoals die zullen luiden na de omzetting;
d. het voorgestelde indicatieve tijdschema voor de omzetting;
e. welke rechten of vergoedingen ten laste van de omgezette vennootschap worden toegekend
aan degenen die anders dan als aandeelhouder bijzondere rechten hebben jegens de om
te zetten vennootschap, zoals rechten op een uitkering van winst of tot het nemen
van aandelen, en met ingang van welk tijdstip de toekenning geschiedt;
f. welke voordelen in verband met de omzetting worden toegekend aan een bestuurder of
commissaris van de om te zetten vennootschap of aan een ander die bij de omzetting
is betrokken;
g. of de om te zetten vennootschap in Nederland gedurende de voorafgaande vijf jaar stimulansen
of subsidies heeft ontvangen;
h. de waarschijnlijke gevolgen van de omzetting voor de werkgelegenheid;
i. indien van toepassing informatie over de procedure voor de vaststelling van regelingen
met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 335o in de omgezette vennootschap;
j. een nadere omschrijving van de schadeloosstelling voor een aandeel bij toepassing
van artikel 335i; en
k. de aan schuldeisers geboden waarborgen, zoals garanties of pandrechten.
3. Het voorstel tot omzetting wordt ondertekend door de bestuurders van de om te zetten
vennootschap; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan
onder opgave van redenen melding gemaakt.
4. Het voorstel tot omzetting moet worden goedgekeurd door de raad van commissarissen
van de om te zetten vennootschap en wordt door de commissarissen mede ondertekend;
ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van
redenen melding gemaakt.
Artikel 335c
Het bestuur van de om te zetten vennootschap stelt een kennisgeving op gericht aan
de aandeelhouders, de schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de
vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, aan de
werknemers van de om te zetten vennootschap, dat zij uiterlijk vijf werkdagen voor
de datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de omzetting overeenkomstig
artikel 335h lid 1, bij de vennootschap opmerkingen kunnen indienen betreffende het
omzettingsvoorstel. Deze opmerkingen worden onmiddellijk na ontvangst neergelegd op
het adres, bedoeld in artikel 335f lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid
2 van artikel 335f zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 335d
1. In een schriftelijke toelichting geeft het bestuur van de om te zetten vennootschap
de redenen voor de omzetting met een uiteenzetting over de verwachte gevolgen voor
de werkzaamheden en een toelichting uit juridisch, economisch en sociaal oogpunt.
De schriftelijke toelichting bevat een deel voor de aandeelhouders en een deel voor
de werknemers. Het bestuur kan er ook voor kiezen om twee schriftelijke toelichtingen
op te stellen voor de aandeelhouders en de werknemers.
2. Voor de aandeelhouders wordt een schriftelijke toelichting gegeven over:
a) de methode of methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een aandeel
bij toepassing van artikel 335i;
b) of deze methode of methoden in het gegeven geval passen;
c) tot welke waardering elke gebruikte methode leidt;
d) indien meer dan een methode is gebruikt, of het bij de waardering aangenomen betrekkelijke
gewicht van de methoden in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar kan worden
beschouwd;
e) welke bijzondere moeilijkheden er eventueel zijn geweest bij de waardering en bij
de bepaling van de methoden voor de vaststelling van de schadeloosstelling voor een
aandeel;
f) de gevolgen van de omzetting voor de aandeelhouders; en
g) de rechten en de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de aandeelhouders op
grond van artikel 335i.
3. De toelichting voor de aandeelhouders, bedoeld in lid 2, is niet vereist indien de
aandeelhouders van de om te zetten vennootschap daarmee instemmen of indien alle aandelen
in het kapitaal van de om te zetten vennootschap, uitgezonderd de aandelen gehouden
door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen, worden gehouden door één aandeelhouder.
4. Voor de werknemers wordt een schriftelijke toelichting gegeven over:
a) de gevolgen van de omzetting voor de arbeidsrelaties en, in voorkomend geval, alle
maatregelen om die arbeidsrelaties te borgen;
b) materiële wijzigingen van de toepasselijke arbeidsvoorwaarden of van vestigingsplaatsen
van de vennootschap; en
c) de vraag hoe de in de onderdelen a en b bedoelde factoren van invloed zijn op dochtermaatschappijen
van de om te zetten vennootschap.
5. De toelichting voor de werknemers, bedoeld in lid 4, hoeft niet te worden gegeven
indien alle werknemers van de om te zetten vennootschap en, in voorkomend geval, van
haar dochtermaatschappijen tot het bestuur behoren of indien de om te zetten vennootschap
en, in voorkomend geval, haar dochtermaatschappijen geen werknemers hebben.
6. Onverminderd het bepaalde in artikel 335f lid 2 zijn uiterlijk zes weken voor de
datum waarop de algemene vergadering een besluit neemt over de omzetting overeenkomstig
artikel 335h lid 1, de schriftelijke toelichting en, indien beschikbaar, het omzettingsvoorstel
minstens elektronisch toegankelijk voor de aandeelhouders en voor de ondernemingsraad
of, indien bij de door de vennootschap in stand gehouden onderneming een ondernemingsraad
ontbreekt, voor werknemers van de om te zetten vennootschap.
7. Indien de ondernemingsraad van de om te zetten vennootschap of een vereniging van
werknemers die werknemers van de vennootschap of van een dochtermaatschappij onder
haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen heeft ingediend overeenkomstig
artikel 335c of artikel 335f lid 4, wordt het advies of de opmerkingen aan de schriftelijke
toelichting gehecht.
8. Een schriftelijke toelichting is niet vereist indien overeenkomstig de leden 3 en
5 zowel de toelichting voor de aandeelhouders als de toelichting voor de werknemers
niet hoeft te worden gegeven.
Artikel 335e
1. Een door het bestuur aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393 moet het voorstel
tot omzetting onderzoeken en moet verklaren of de voorgestelde schadeloosstelling
bij toepassing van artikel 335i, mede gelet op de bijgevoegde stukken, naar zijn oordeel
redelijk is. Bij de beoordeling van de schadeloosstelling houdt de accountant rekening
met de eventuele marktprijs van de aandelen in de om te zetten vennootschap vóór de
aankondiging van het omzettingsvoorstel, of met de waarde van de vennootschap, exclusief
de gevolgen van de voorgestelde omzetting, zoals bepaald volgens algemeen aanvaarde
waarderingsmethoden. Indien tussen partijen op grond van de statuten of een overeenkomst
waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen
over de vaststelling van de waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling
gelden, of indien de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende
aandeelhouders partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de
waarde van de aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld,
stelt de acccountant zijn verklaring op met inachtneming daarvan.
2. De accountant moet tevens een verslag opstellen, waarin hij zijn oordeel geeft over
de mededelingen, bedoeld in artikel 335d lid 2, onderdelen a tot en met e.
3. De leden 1 en 2 van dit artikel blijven buiten toepassing indien de aandeelhouders
van een om te zetten vennootschap daarmee instemmen. De leden 1 en 2 blijven voorts
buiten toepassing indien alle aandelen in het kapitaal van een om te zetten vennootschap,
uitgezonderd de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen,
worden gehouden door één aandeelhouder.
Artikel 335f
1. De om te zetten vennootschap legt ten kantore van het handelsregister neer of maakt
langs elektronische weg bij het handelsregister openbaar:
a) het voorstel tot omzetting;
b) de kennisgeving, bedoeld in artikel 335c; en
c) de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 335e lid 1.
2. Tegelijkertijd legt het bestuur de stukken samen met de schriftelijke toelichting
van het bestuur op het voorstel en het verslag van de accountant, bedoeld in artikel
335e lid 2, neer ten kantore van de om te zetten vennootschap of, bij gebreke van
een kantoor, aan de woonplaats van een bestuurder, of maakt deze langs elektronische
weg toegankelijk. De stukken liggen tot het tijdstip van de omzetting, ter inzage
of zijn elektronisch toegankelijk, voor de aandeelhouders en voor hen die een bijzonder
recht jegens de vennootschap hebben, zoals een recht op een uitkering van winst of
tot het nemen van aandelen. In dit tijdvak kunnen zij kosteloos een afschrift daarvan
verkrijgen. Een afschrift mag elektronisch worden verstrekt als zij daarmee hebben
ingestemd. De vennootschap is niet gehouden om afschriften te verstrekken in het geval
de aandeelhouders en degene die een bijzonder recht jegens de vennootschap hebben
de mogelijkheid hebben om een elektronisch afschrift van de stukken op te slaan.
3. De om te zetten vennootschap kondigt in de Staatscourant aan dat de stukken zijn neergelegd of raadpleegbaar zijn, met opgave van de openbare
registers waar zij liggen of elektronisch toegankelijk zijn en van het adres waar
zij krachtens lid 2 ter inzage liggen of elektronisch toegankelijk zijn.
4. Indien de ondernemingsraad of medezeggenschapsraad van de om te zetten vennootschap
of een vereniging van werknemers die werknemers van die vennootschap of van een dochtermaatschappij
onder haar leden telt, schriftelijk een advies of opmerkingen indient, worden deze
tegelijk met het voorstel tot omzetting of onmiddellijk na ontvangst neergelegd op
het adres, bedoeld in lid 2. De tweede tot en met de vijfde zin van lid 2 zijn van
overeenkomstige toepassing.
5. Indien het bestuur het voorstel tot omzetting wijzigt, zijn de leden 1 tot en met
4 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 335g
Artikel 335f lid 2 geldt ook ten behoeve van houders van met medewerking van een naamloze
vennootschap uitgegeven certificaten van haar aandelen en ten behoeve van degenen
aan wie op grond van artikel 227 lid 2 het vergaderrecht toekomt in een besloten vennootschap.
Artikel 335h
1. Het besluit tot omzetting wordt genomen door de algemene vergadering. Het besluit
mag niet afwijken van het voorstel tot omzetting.
2. Een besluit tot omzetting kan eerst worden genomen na verloop van een maand na de
dag waarop de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking van het
voorstel tot omzetting heeft aangekondigd.
3. Voor het besluit tot omzetting van de algemene vergadering is een meerderheid van
ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen vereist.
4. In de statuten kan een meerderheid van meer dan twee derden van de uitgebrachte stemmen
worden vereist of worden vereist dat in de vergadering meer dan twee derden van het
geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd, met dien verstande dat deze in de statuten
vereiste meerderheid niet meer mag bedragen dan 90% en dat in de statuten niet mag
worden vereist dat in de vergadering meer dan 90% van het geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd.
5. Artikelen 226 lid 2 en 231 lid 4 zijn niet van toepassing ten aanzien van een besluit
tot omzetting.
6. De notulen van de algemene vergadering waarin tot omzetting wordt besloten, worden
opgemaakt bij notariële akte.
Artikel 335i
1. De aandeelhouder van de om te zetten vennootschap die tegen het omzettingsvoorstel
heeft gestemd, alsmede iedere houder van aandelen zonder stemrecht, kan een verzoek
bij deze vennootschap indienen tot schadeloosstelling binnen een maand na de datum
van het besluit tot omzetting als bedoeld in artikel 335h lid 1. De vennootschap geeft
een elektronisch adres op waarop dit verzoek kan worden ontvangen.
2. De aandelen waarop het verzoek betrekking heeft, vervallen op het moment dat de omzetting
van kracht wordt.
3. Voor de toepassing van dit artikel worden met aandeelhouders gelijkgesteld de houders
van certificaten van aandelen als bedoeld in artikel 118a.
4. De aandeelhouder die een verzoek als bedoeld in lid 1 heeft ingediend en van oordeel
is dat de voorgestelde schadeloosstelling niet redelijk is, kan een aanvullende schadeloosstelling
verzoeken, te bepalen door een of meer onafhankelijke deskundigen te benoemen door
de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Indien tussen
partijen op grond van de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de
desbetreffende aandeelhouders partij zijn, bepalingen over de vaststelling van de
waarde van de aandelen of de vaststelling van de schadeloosstelling gelden, of indien
de statuten of een overeenkomst waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders
partij zijn een duidelijke maatstaf bevatten aan de hand waarvan de waarde van de
aandelen of de schadeloosstelling zonder meer kan worden vastgesteld, stellen de deskundigen
hun bericht op met inachtneming daarvan. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing.
Het verzoek tot benoeming van deskundigen kan worden gedaan binnen een maand na de
datum van het besluit tot omzetting als bedoeld in artikel 335h lid 1. De vennootschap
waarop het verzoek betrekking heeft, wordt opgeroepen in het geding.
5. De bepaling van de hoogte van de schadeloosstelling door de onafhankelijke deskundigen
als bedoeld in het vorige lid is bindend voor alle houders van aandelen van dezelfde
soort of aanduiding die een verzoek als bedoeld in lid 1 hebben ingediend. Indien
de deskundigen hun bericht hebben opgesteld met inachtneming van een overeenkomst
waarbij de vennootschap en de desbetreffende aandeelhouders partij zijn, dan is de
bepaling van de hoogte van de schadevergoeding alleen bindend voor de partijen bij
die overeenkomst.
Artikel 335j
1. De om te zetten vennootschap moet, op straffe van gegrondverklaring van een verzet
als bedoeld in het volgende lid, voor iedere schuldeiser van deze vennootschap die
dit verlangt zekerheid stellen of hem een andere waarborg geven voor de voldoening
van zijn vordering. Dit geldt niet, indien de schuldeiser voldoende waarborgen heeft
of de vermogenstoestand van de vennootschap na de omzetting niet minder waarborg zal
bieden dat de vordering zal worden voldaan, dan er voordien is.
2. Tot drie maanden nadat de om te zetten vennootschap de nederlegging of openbaarmaking
van het voorstel tot omzetting heeft aangekondigd, kan iedere schuldeiser door het
indienen van een verzoek bij de rechtbank tegen het voorstel tot omzetting in verzet
komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd. De rechtbank wijst het verzoek
af, indien de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vermogenstoestand van
de vennootschap na de omzetting minder waarborg zal bieden dat de vordering zal worden
voldaan, en dat van de vennootschap niet voldoende waarborgen zijn verkregen.
3. Voordat de rechter beslist, kan hij de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen
een door hem gestelde termijn een door hem omschreven waarborg te geven.
4. Indien tijdig verzet is gedaan, mag de verklaring in de zin van artikel 335l lid
2 door de notaris eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing
van het verzet uitvoerbaar is.
5. Indien de verklaring in de zin van artikel 335l lid 2 al door de notaris is afgegeven,
kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen van een door hem omschreven
waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden.
6. De op grond van dit artikel aan de schuldeiser toegekende waarborgen zijn afhankelijk
van de voorwaarde dat de omzetting van kracht wordt.
Artikel 335k
De vennootschap waarvan de statutaire zetel is verplaatst van Nederland naar een andere
lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte ten gevolge van een
grensoverschrijdende omzetting, wordt met betrekking tot vorderingen van schuldeisers
van de vennootschap die zijn ontstaan voor de dag waarop de om te zetten vennootschap
de nederlegging of openbaarmaking van het omzettingsvoorstel heeft aangekondigd, geacht
haar statutaire zetel in Nederland te hebben indien de vordering tegen de vennootschap
wordt ingeleid binnen twee jaar nadat de omzetting van kracht is geworden.
Artikel 335l
1. Indien de om te zetten vennootschap een vennootschap naar Nederlands recht is, wordt
de grensoverschrijdende omzetting van kracht op de wijze en de datum bepaald door
het recht van de lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte waar
de omgezette vennootschap haar statutaire zetel zal hebben.
2. De notaris verklaart op aanvraag van de om te zetten vennootschap naar Nederlands
recht dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle
besluiten die deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap
aan de grensoverschrijdende omzetting en dat voor het overige de daarvoor in deze
titel en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd. De notaris onderzoekt
daartoe de door de vennootschap bij de aanvraag ingediende documenten en informatie,
bedoeld in het volgende lid, en, indien van toepassing, de vermelding door de vennootschap
dat de procedure voor de vaststelling van regelingen met betrekking tot medezeggenschap
overeenkomstig artikel 335o lid 3 van start is gegaan.
3.Bij de aanvraag van de verklaring van de notaris worden door de om te zetten vennootschap
ten minste de volgende stukken overlegd:
a) het omzettingsvoorstel;
b) de schriftelijke toelichting en in voorkomend geval het advies of opmerkingen, genoemd
in artikel 335f lid 4, alsmede de verklaring en het verslag van de accountant, genoemd
in artikel 335e, indien zij beschikbaar zijn;
c) alle overeenkomstig artikel 335c ingediende opmerkingen van de aandeelhouders, de
schuldeisers en de ondernemingsraad of, indien bij de door de vennootschap in stand
gehouden onderneming een ondernemingsraad ontbreekt, de werknemers van de om te zetten
vennootschap;
d) informatie over het besluit tot omzetting genomen door de algemene vergadering overeenkomstig
artikel 335h lid 1;
e) informatie over het aantal werknemers ten tijde van het opstellen van het omzettingsvoorstel;
f) informatie over het bestaan van dochtermaatschappijen en hun respectieve woonplaats;
en
g) informatie over de nakoming van verbintenissen van de vennootschap ten aanzien van
overheidsinstanties.
De aanvraag van de verklaring, waaronder de indiening van documenten en informatie,
door de om te zetten vennootschap kan langs elektronische weg worden verricht.
4. De notaris kan de verklaring, bedoeld in lid 2, eerst afgeven indien geen verzoek
tot schadeloosstelling als bedoeld in artikel 335i lid 1 is ingediend, indien de schadeloosstelling
is betaald of, indien een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 4 is ingediend,
nadat de onafhankelijke deskundigen over het verzoek hebben beslist en de door dezedeskundigen
bepaalde schadeloosstelling is betaald. De vorige zin is niet van toepassing in het
geval de vennootschap heeft besloten dat zij de schadeloosstelling zal voldoen na
het van kracht worden van de omzetting. In dat geval vermeldt de notaris in de verklaring
dat een verzoek als bedoeld in artikel 335i lid 1 en, indien van toepassing, een verzoek
als bedoeld in artikel 335i lid 4 is ingediend en voldoet de omgezette vennootschap
binnen twee maanden na het van kracht worden van de omzetting de schadeloosstelling.
De notaris vermeldt tevens waneer de termijn van drie maanden, bedoeld in artikel
335j lid 2, is verstreken of zal verstrijken.
5. De notaris geeft de verklaring, bedoeld in lid 2, af binnen drie maanden nadat hij
de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen. De notaris geeft
de verklaring niet af, indien hij vaststelt dat de vormvoorschriften of de overige
voor de grensoverschrijdende omzetting gegeven voorschriften als bedoeld in lid 2
niet zijn nageleefd. De notaris stelt de om te zetten vennootschap in kennis van de
redenen voor zijn besluit. De notaris kan de vennootschap de mogelijkheid bieden om
binnen een passende termijn aan de relevante vormvoorschriften of overige voor de
grensoverschrijdende omzetting gegeven voorschriften te voldoen. Deze termijn eindigt
in ieder geval maximaal acht maanden nadat de notaris de documenten en de informatie,
bedoeld in lid 3, heeft ontvangen.
6. Onverminderd artikel 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt, geeft de notaris de
verklaring, bedoeld in lid 2, niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende
omzetting is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot of
gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele
doeleinden.
7. Indien de notaris bij de beoordeling van de afgifte van de verklaring ernstige twijfels
heeft of de grensoverschrijdende omzetting is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze
doeleinden die leiden tot of gericht zijn op ontduiking of omzeiling van Unie- of
nationaal recht, of voor criminele doeleinden neemt hij de relevante feiten en omstandigheden
in aanmerking, waarvan hij in het kader van de beoordeling van de afgifte van de verklaring
kennis heeft genomen. De notaris kan ten behoeve van zijn beoordeling, in voorkomend
geval:
a) de vennootschap of de relevante instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden
met betrekking tot de grensoverschrijdende omzetting van een lidstaat of lidstaten
van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte om informatie en documenten
vragen; en
b) een beroep doen op één of meer onafhankelijke deskundigen.
De kosten die verband houden met deze beoordeling door de notaris worden gedragen
door de aanvrager van de verklaring.
8. Wanneer het voor de beoordeling, bedoeld in het vorige lid, noodzakelijk is om rekening
te houden met aanvullende informatie of om aanvullende onderzoeksactiviteiten te verrichten,
kan de notaris de termijn van drie maanden, bedoeld in lid 5, voor drie maanden verlengen.
Wanneer het vanwege de complexiteit van de grensoverschrijdende omzetting niet mogelijk
is de beoordeling uit te voeren binnen zes maanden nadat de notaris de documenten
en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen, stelt de notaris de aanvrager
van de verklaring voor het verstrijken van deze termijn in kennis van de redenen voor
de vertraging. De notaris geeft de verklaring niet af indien zijn ernstige twijfels
als bedoeld in lid 7 niet zijn weggenomen binnen een termijn van maximaal negen maanden
nadat hij de documenten en de informatie, bedoeld in lid 3, heeft ontvangen.
9. De notaris legt de verklaring, bedoeld in lid 2, neer ten kantore van het handelsregister.
De beheerder van het handelsregister deelt de verklaring met het register van de lidstaat
waar de omgezette vennootschap wordt ingeschreven.
Artikel 335m
1. Indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese
Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een vennootschap naar Nederlands
recht is een notariële akte van omzetting vereist en wordt deze omzetting van kracht
met ingang van de dag na die waarop de notaris deze akte heeft verleden. De notaris
verklaart op aanvraag van de om te zetten vennootschap aan de voet van de akte van
omzetting dat hem is gebleken dat de vormvoorschriften in acht zijn genomen voor alle
besluiten die deze titel en de statuten vereisen voor de deelneming van de vennootschap
aan de grensoverschrijdende omzetting, dat voor het overige de daarvoor in deze titel
en in de statuten gegeven voorschriften zijn nageleefd, en, indien van toepassing,
dat de regelingen met betrekking tot medezeggenschap zijn vastgesteld overeenkomstig
artikel 335o. Daartoe vraagt de notaris bij het handelsregister het aan de omzetting
voorafgaand attest op dat door de bevoegde instantie of instanties van een lidstaat
van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte is afgegeven aan de om te zetten
vennootschap. Daarbij aanvaardt hij dit aan de omzetting voorafgaande attest als afdoend
bewijs dat de toepasselijke aan de omzetting voorafgaande procedures en formaliteiten
correct zijn verricht naar het recht van die lidstaat. Artikel 66 onderscheidenlijk
177 is van overeenkomstige toepassing.
2. Voor de aanvraag van de verklaring als bedoeld in lid 1 deelt de om te zetten vennootschap
met de notaris het besluit tot omzetting van de algemene vergadering. De aanvraag
van de verklaring als bedoeld in de eerste zin en de indiening van informatie en documenten
door de vennootschap kan langs elektronische weg bij de notaris geschieden.
3. In geval van omzetting in een naamloze vennootschap wordt aan de akte van omzetting
een verklaring gehecht van een accountant als bedoeld in artikel 393, waaruit blijkt
dat het eigen vermogen van de vennootschap op een dag binnen zes maanden voor de omzetting
ten minste het bedrag beloopt van het gestorte deel van het geplaatste kapitaal volgens
de akte van omzetting; bij het eigen vermogen mag de waarde worden geteld van hetgeen
na die dag uiterlijk onverwijld na de omzetting op aandelen zal worden gestort.
4. De omgezette vennootschap doet de omzetting binnen acht dagen na het verlijden van
de akte van omzetting inschrijven in het handelsregister. De omgezette vennootschap
doet aan het handelsregister opgave van het register van de lidstaat waar de vennootschap
haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting en staat ingeschreven,
tezamen met het inschrijvingsnummer van de vennootschap. Daarbij wordt een afschrift
van de akte van omzetting met de notariële verklaring aan de voet daarvan ten kantore
van het handelsregister neergelegd.
5. De omgezette vennootschap doet binnen een maand opgave van de omzetting ter inschrijving
in de registers waarin zij moet zijn en moet worden ingeschreven.
Artikel 335n
1. De beheerder van het handelsregister waar de omgezette vennootschap is ingeschreven,
doet onverwijld na de inschrijving van de omzetting mededeling aan het register van
de lidstaat waar de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden
van de omzetting en staat ingeschreven. De beheerder van het handelsregister waar
de vennootschap haar statutaire zetel had voor het van kracht worden van de omzetting
en staat ingeschreven, haalt deze inschrijving door onverwijld na ontvangst van een
mededeling als bedoeld in de vorige zin.
2. De beheerder van het handelsregister waar de omgezette vennootschap staat ingeschreven,
schrijft in het register in dat de registratie van de omgezette vennootschap het gevolg
is van een grensoverschrijdende omzetting, tezamen met de datum van deze registratie
en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de omgezette vennootschap
respectievelijk van de om te zetten vennootschap.
3. De beheerder van het handelsregister waar de om te zetten vennootschap stond ingeschreven,
schrijft in het register in dat de doorhaling van de om te zetten vennootschap uit
het register het gevolg is van een grensoverschrijdende omzetting, tezamen met de
datum van de doorhaling en het inschrijvingsnummer, de naam en de rechtsvorm van de
om te zetten vennootschap respectievelijk de omgezette vennootschap.
Artikel 335o
1. In dit artikel wordt onder regelingen met betrekking tot medezeggenschap verstaan
regelingen met betrekking tot medezeggenschap als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 van
de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
2. De omgezette vennootschap is onderworpen aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap
die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire
zetel heeft overgebracht.
3. In afwijking van lid 2 wordt de medezeggenschap bij een omgezette vennootschap geregeld
volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12 leden twee en vier van Verordening
(EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende
het statuut van de Europese vennootschap (SE) en de leden vier tot en met veertien
en lid zestien, indien:
a. bij de om te zetten vennootschap in de zes maanden voorafgaand aan de datum van neerlegging
of openbaarmaking van het omzettingsvoorstel bedoeld in artikel 335f een gemiddeld
aantal werknemers werkzaam is van vier vijfde van de toepasselijke drempel inzake
werknemersmedezeggenschap als neergelegd in de nationale wetgeving van toepassing
op de om te zetten vennootschap, of
b. indien de nationale wetgeving van toepassing op een omgezette vennootschap niet voorziet
in ten minste hetzelfde niveau van medezeggenschap dat van toepassing is op de vennootschap
vóór de grensoverschrijdende omzetting, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend
of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevende orgaan
dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, of
c. indien de nationale wetgeving van toepassing op de omgezette vennootschap niet voorschrijft
dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de omgezette vennootschap
hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als de werknemers
in de lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht.
4. De om te zetten vennootschap stelt zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het
omzettingsvoorstel een bijzondere onderhandelingsgroep in overeenkomstig de artikelen
1:7, 1:8, 1:9 leden 1, 7 en 8 en 1:10 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
De artikelen 1:4, 1:16 en 1:26 lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen
zijn van overeenkomstige toepassing.
5. De om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep stellen in een
schriftelijke overeenkomst regelingen met betrekking tot de medezeggenschap vast met
inachtneming van de artikelen 1:11 en 1:12 van de Wet rol werknemers bij Europese
rechtspersonen.
6. De overeenkomst regelt ten minste de aangelegenheden, bedoeld in artikelen 1:18 lid
1, onderdelen a, h, i en j, en lid 3 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
Artikel 1:18 lid 6 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen is van overeenkomstige
toepassing. De overeenkomst voorziet ten minste in dezelfde mate in elk aspect van
de rol van de werknemers als bij de om te zetten vennootschap het geval is.
7. De onderhandelingen beginnen op het tijdstip waarop de eerste vergadering van de
bijzondere onderhandelingsgroep wordt gehouden en kunnen worden voortgezet gedurende
een periode van zes maanden. De om te zetten vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep
kunnen in gezamenlijk overleg besluiten de onderhandelingsperiode te verlengen tot
ten hoogste één jaar, te rekenen vanaf het tijdstip in de vorige zin.
8. De besluitvorming van de bijzondere onderhandelingsgroep vindt plaats overeenkomstig
artikel 1:14 leden 1 en 2 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen.
9. Indien er in de om te zetten vennootschap geen regelingen met betrekking tot medezeggenschap
van toepassing zijn, kan de bijzondere onderhandelingsgroep besluiten om af te zien
van het openen van onderhandelingen of tot het beëindigen van reeds geopende onderhandelingen.
Een zodanig besluit van de bijzondere onderhandelingsgroep behoeft een meerderheid
van twee derde van haar aantal leden, tevens vertegenwoordigende twee derde van de
werknemers. Dit besluit heeft tot gevolg dat de omgezette vennootschap is onderworpen
aan de regelingen met betrekking tot medezeggenschap die van toepassing zijn in de
lidstaat waarnaar zij haar statutaire zetel heeft overgebracht.
10. Indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese
Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een vennootschap naar Nederlands
recht, wordt de uitwerking van de medezeggenschap in de statuten vastgelegd.
11. De algemene vergadering kan aan het besluit tot omzetting als bedoeld in artikel
335h de voorwaarde verbinden dat zij de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap
goedkeurt. De algemene vergadering kan bij het besluit tot goedkeuring machtiging
verlenen in de statuten de veranderingen aan te brengen die nodig zijn voor het vastleggen
van de regelingen met betrekking tot de medezeggenschap.
12. Indien er binnen de in lid 7 bedoelde termijn geen overeenkomst is gesloten, de om
te zetten vennootschap ermee besluit in te stemmen dat de referentievoorschriften
worden toegepast en de bijzondere onderhandelingsgroep geen besluit heeft genomen
als bedoeld in lid 9, heeft dat tot gevolg dat de referentievoorschriften voor regelingen
met betrekking tot medezeggenschap, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers
bij Europese rechtspersonen, vanaf de datum dat de omzetting van kracht wordt, van
overeenkomstige toepassing zijn op de omgezette vennootschap.
13. De referentievoorschriften, bedoeld in artikel 1:31 lid 1 van de Wet rol werknemers
bij Europese rechtspersonen, zijn vanaf de datum dat de omzetting van kracht wordt,
van overeenkomstige toepassing op de omgezette vennootschap indien de om te zetten
vennootschap en de bijzondere onderhandelingsgroep dit overeenkomen.
14. Artikel 1:5 van de Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen en artikel 670
leden 4, 10 onderdeel a en 12 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige
toepassing.
15. Indien een omgezette vennootschap binnen vier jaar na het van kracht worden van de
omzetting deelneemt aan een binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie
of splitsing als bedoeld in deze of de volgende titel, zijn de leden een tot en met
veertien van overeenkomstige toepassing.
16. De om te zetten vennootschap stelt de vertegenwoordigers van haar werknemers, dan
wel, bij het ontbreken daarvan, de werknemers onverwijld in kennis van de resultaten
van de onderhandelingen.
Artikel 335p
De nietigheid of vernietiging van een omzetting op grond van deze titel kan niet worden
uitgesproken.
ARTIKEL II
Aan artikel 21 van de Wet op het notarisambt wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Bij verordening kunnen tevens nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing
van de artikelen 333i, achtste lid, 334uu, achtste lid, en 335l, zevende lid, van
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
ARTIKEL III
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
ARTIKEL IV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen,
fusies en splitsingen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.