Lijst van vragen : 36213 Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2022 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake uitvoeringskosten Transitiefonds landelijk gebied en natuur)
2022D39196 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet heeft de eer als volgt verslag uit te brengen in
de vorm van een lijst van (feitelijke) vragen.
De voorzitter van de commissie, Geurts
De griffier van de commissie, Jansma
Nr
Vraag
1
Waarom wordt de pilot van het Investeringsfonds duurzame landbouw verlengd en wordt
er niet overgegaan tot een structureel/langjarig investeringsfonds (dus opheffen van
de pilot-status)?
2
Kan de regering uitleggen waarom het faciliteren van de Regieorganisatie drie maal
zo veel geld kost als het instellen van de Ecologische Autoriteit?
3
Voor welke doeleinden waren de middelen van artikel 51 origineel bestemd, zoals voorzien
bij de originele LNV-begroting voor 2022?
4
Welke personen komen aan het hoofd te staan van de Regieorganisatie (RTLG) en van
welke organisaties zijn deze personen afkomstig?
5
Bestaat er ook een plan van aanpak voor de RTLG, zoals die ook is opgesteld voor de
Ecologische Autoriteit? Zo ja, kan de regering deze met de Kamer delen?
6
Waarom is er aanvullende personele capaciteit nodig bij de Ministeries van Infrastructuur
en Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het Nationaal Programma
Landelijk Gebied (NPLG)? Wat is de rol van deze ministeries bij de aanpak?
7
Waaraan wordt het voorschot van 14,4 miljoen euro voor de provincies besteed? Is dit
voor organisatiekosten of voor de kosten van daadwerkelijke maatregelen?
8
Hoeveel budget heeft de regering vrijgemaakt voor het Convenant dierwaardige veehouderij?
9
Kan de regering de onderwerpen weergeven die zij aan de orde wilt stellen tijdens
de onderhandelingen over het Convenant dierwaardige veehouderij?
10
Hoeveel budget voorziet de regering voor de komende tien jaar om het Convenant dierwaardige
veehouderij uit te werken?
11
Wat is de tijdsplanning voor de wettelijke verankering van het Convenant dierwaardige
veehouderij?
12
Worden in de plan-mer voor het NPLG de sociaaleconomische effecten van het NPLG ook
meegenomen?
13
Wat worden de voorwaarden voor de uitgifte van gelden uit het Stikstoffonds?
14
Is het een optie om, indien de belangstelling voor het investeringsfonds duurzame
landbouw nog groter blijkt dan de huidige uitbreiding kan honoreren, middelen vanuit
het Stikstoffonds over te hevelen als dat bijdraagt aan stikstofreductie?
15
Als de juridische status van het NPLG nog niet is vastgesteld, waarom wordt er dan
vooruitlopend daarop wel al budget voorschot richting de provincies gereserveerd op
de begroting voor de uitvoering er van?
16
Wordt het budget voor de provincies voor de uitvoering van het NPLG pas beschikbaar
gesteld op het moment dat het NPLG is vastgesteld door de Kamers?
17
Hoe veel geld is in 2021 en in 2022 uitgegeven aan de bestrijding van vogelgriep en
specifiek het ruimen van bedrijven? Hoe verhoudt dit zich tot het Diergezondheidsfonds?
18
Welke verschillende opkoopregelingen is de regering voornemens in te stellen, aanvullend
op de bestaande regelingen, en kan de regering per regeling aangeven welk type agrarisch
bedrijf bij welke regeling past, hoe het tijdpad eruit ziet tot aan het moment van
openstelling, welke belemmeringen in wet- en regelgeving (zowel nationaal als Europees)
voorzien zijn en wat bij deelname de gevolgen zijn voor de betreffende dierrechten,
per categorie?
19
Wat is ten aanzien van de reeds opengestelde/bestaande opkoopregelingen de meest actuele
stand van zaken op het gebied van deelname/intekening? Kan de regering dit, indien
van toepassing, uitsplitsen per provincie?
20
Is al meer duidelijk over de bestrijding van zoönosen in de gebiedsgerichte aanpak?
21
Zien de bezwaren van de Europese Commissie op de nieuwe uitkoopregeling enkel toe
op het voornemen om het stoppersverbod uit de regelingen te schrappen, of ook op andere
onderdelen van de regeling? Indien dit laatste het geval is, op welke onderdelen zien
de bezwaren van de Europese Commissie nog meer toe?
22
Welke stappen heeft de regering reeds ondernomen en is de regering voornemens te zetten
richting de Europese Commissie om zo spoedig mogelijk toestemming te krijgen voor
het openstellen van vrijwillige opkoopregelingen?
23
Hoeveel boeren hebben in het eerste jaar gebruik gemaakt van de pilot Investeringsfonds
duurzame landbouw en wat is de verwachte deelname voor het aankomende jaar?
24
Kan de regering concreet aangeven wat wordt bedoeld met het opzetten en in kaart brengen
van de informatiehuishouding en wat moet hier precies in kaart voor worden gebracht?
25
Waar moet precies aan voldaan worden om aanspraak te kunnen maken op de specifieke
uitkering ter bevordering van het realiseren van het NPLG door provincies en kan de
regering concreet per provincie aangeven waar de provincie specifiek aan moet voldoen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.L. Geurts, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.