Overig : Aangenomen gewijzigd voorstel
36 111 Voorstel van de commissie voor de Werkwijze tot vaststelling van de Regeling bezwaaradviescommissie Tweede Kamer
Nr. 6 AANGENOMEN GEWIJZIGD VOORSTEL1
De regeling, bedoeld in artikel 7.10a van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, wordt als volgt vastgesteld:
REGELING BEZWAARADVIESCOMMISSIE TWEEDE KAMER
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. de Kamer: de Tweede Kamer der Staten-Generaal;
b. de bezwaarmaker: degene die tegen een namens de Kamer genomen besluit als bedoeld
in artikel 6.2, onder c, van het Reglement een bezwaarschrift heeft ingediend;
c. de commissie: de bezwaaradviescommissie, bedoeld in artikel 2;
d. het Reglement: het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;
e. de vertegenwoordiger van de Kamer: de vertegenwoordiger van het onderdeel van de
Kamer dat het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht heeft genomen;
f. de wet: de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 2. Taak en samenstelling commissie
Artikel 2. Adviestaak commissie
1. Er is een bezwaaradviescommissie die de Voorzitter of de Griffier van de Kamer
adviseert over de door hem namens Kamer de te nemen beslissingen op bezwaar, bedoeld
in de artikelen 3.2, onder e, onderscheidenlijk 6.2, tweede lid, onder d, van het
Reglement.
2. Bij de toepassing van artikel 10:7 van de wet, kan de commissie advies uitbrengen
aan de Kamer.
Artikel 3. Samenstelling commissie
1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee overige leden. Er kunnen plaatsvervangende
leden worden benoemd.
2. Bij afwezigheid van de voorzitter zal deze vervangen worden door een van de andere
twee leden.
3. De leden van de commissie zijn geen lid van de Staten-Generaal en niet werkzaam
onder verantwoordelijkheid van een fractie, groep of de ambtelijke organisatie van
de Staten-Generaal, en zijn dit in de vijf jaar onmiddellijk voorafgaand aan het commissielidmaatschap
ook niet geweest.
4. De voorzitter en de overige leden van de commissie worden benoemd en, in geval
van zwaarwegende gronden, geschorst of ontslagen door de Voorzitter van de Kamer.
Deze besluiten worden ter kennis gebracht aan het Presidium van de Kamer.
Artikel 4. Zittingsduur
1. De leden van de commissie worden benoemd voor de duur van vier jaar en kunnen worden
herbenoemd.
2. Het lidmaatschap van de commissie eindigt zodra artikel 3, derde lid, op het betrokken
lid van toepassing wordt. Het lid meldt dit onverwijld aan de voorzitter van de commissie
en de Voorzitter van de Kamer.
3. De leden van de commissie kunnen op ieder moment schriftelijk ontslag nemen. Het
ontslag gaat in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop het ontslag
is genomen of zoveel eerder als in de opvolging is voorzien.
Artikel 5. Niet deelnemen bij persoonlijk belang
1. Een lid dat, direct of indirect, een persoonlijk belang heeft bij een te nemen
besluit op een bezwaarschrift, wordt tijdens de behandeling van en de besluitvorming
over het bezwaarschrift vervangen door een plaatsvervangend lid.
2. Zodra een lid bekend wordt met een persoonlijk belang als bedoeld in het eerste
lid, meldt hij dit aan de voorzitter van de commissie. Indien het lid de voorzitter
zelf is, meldt hij dit aan de overige leden.
Artikel 6. Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 mei aan de Voorzitter van de Kamer verslag uit
van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
Artikel 7. Vergoedingen leden en voorzitter
1. De leden van de commissie ontvangen voor een hoorzitting en hiermee samenhangende
werkzaamheden een vergoeding per vergadering ter hoogte van de maximaal toegestane
vergoeding per vergadering als bedoeld in artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges
en commissies. Aan de voorzitter wordt een vergoeding per vergadering toegekend van
130% van de hoogte van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden wordt
toegekend.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als een hoorzitting tevens beschouwd
een hoorzitting waarin meerdere bezwaarschriften worden behandeld.
3. De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de hoorzitting
van de commissie en overige bijeenkomsten een vergoeding voor de volgende reiskosten:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de
in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten, waarbij zoveel mogelijk de ter zake
voor de ambtenaren in dienst van de Staat der Nederlanden vastgestelde regels worden
gehanteerd;
b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in
redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen zoals die
gehanteerd worden voor ambtenaren in dienst van de Staat der Nederlanden.
4. Indien geen hoorzitting plaatsvindt, ontvangen de leden van de commissie de helft
van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, indien de commissie inhoudelijk advies
uitbrengt over het te nemen besluit en daarover heeft beraadslaagd.
Artikel 8. Secretariaat
1. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris.
2. De secretaris wordt aangewezen door de Griffier van de Kamer. De aanwijzing wordt
ter kennis gebracht van het Presidium van de Kamer.
3. De secretaris heeft tot taak de commissie te ondersteunen in haar werkzaamheden.
Hoofdstuk 3. Behandeling bezwaarschrift
Artikel 9. Ontvangst bezwaarschrift en toezending aan commissie
1. De Kamer bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift aan de bezwaarmaker en deelt,
indien dit van toepassing is, mede dat de commissie over het bezwaar zal adviseren.
2. Indien de commissie gevraagd wordt over het bezwaarschift te adviseren, wordt het
bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken door de Kamer onverwijld in handen
van de commissie gesteld.
Artikel 10. Onderzoek
1. De commissie draagt er zorg voor dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling
van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden. De commissie kan in verband met
de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen inwinnen of doen inwinnen. De gevraagde inlichtingen worden onverwijld
verstrekt door de bezwaarmaker en de Kamer.
2. Indien de bezwaarmaker en de Kamer daarmee instemmen, kan de commissie een externe
deskundige inschakelen. De kosten hiervoor worden gedragen door de Kamer.
Artikel 11. Hoorzitting
1. Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat minimaal één lid aanwezig is.
2. Indien de commissie besluit af te zien van het horen, doet de commissie daarvan
mededeling aan de bezwaarmaker, de Kamer en belanghebbenden.
3. Een verzoek om uitstel van de hoorzitting wordt gemotiveerd ingediend bij de commissie.
De voorzitter beslist of aan het verzoek tegemoet wordt gekomen.
Artikel 12. Openbaarheid van de zitting
1. De hoorzitting is openbaar.
2. De commissie kan uit eigener beweging dan wel op verzoek van de vertegenwoordiger
van de Kamer, de bezwaarmaker of een belanghebbende besluiten om de hoorzitting, of
een deel daarvan, met gesloten deuren te laten plaatsvinden.
3. Indien de hoorzitting met gesloten deuren plaatsvindt, nemen de aanwezigen geheimhouding
in acht voor hetgeen is gewisseld tijdens de hoorzitting en niet is opgenomen in het
openbare verslag.
Artikel 13. Beraadslaging
1. De voltallige commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
advies.
2. De beslissing over het advies wordt genomen door de voorzitter en de twee overige
leden.
3. Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.A. Bergkamp, voorzitter van de commissie voor de Werkwijze
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.