Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 198 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022 (Achtste incidentele suppletoire begroting)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport;
Normaliter wordt beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Omdat het hier lopend beleid betreft, zal op basis van artikel 2.27
eerste lid Comptabiliteitswet 2016 alleen waar nodig, vooruitlopend op de parlementaire
instemming, over worden gegaan tot verlenging van een of meer van de genoemde contracten.
Voor de indiening van deze incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd
via de brief Lange termijn aanpak COVID-19 (Kamerstukken II, 2021/22, 25 295, nr. 1834) en de brief Nadere uitwerking lange termijn aanpak COVID-19 (Kamerstukken II, 2021/22,
25 295, nr. 1883).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze
memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
B Artikelgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
1. Leeswijzer
Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige-
en technische mutaties toegelicht worden vanaf € 2,5 miljoen of wanneer deze politiek
relevant zijn.
2. Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 1 Totaal COVID-19 gerelateerde uitgaven- en ontvangsten (bedragen x € 1 mln.)
Maatregel
Bedrag 20221
Bedrag 2023
Bedrag 2024
Bedrag 2025
A. Begrotingsgefinancierd
1) Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelen
79
34
2
2
2) GGD'en en veiligheidsregio's
1.934
1.265
3) IC-capaciteit
162
4) Ondersteuning sportsector
158
5) Ondersteuning zorgpersoneel
6) Onderzoek inzake COVID-19
121
84
6
2
7) Testcapaciteit
2.189
912
8) Vaccin ontwikkeling, implementatie en medicatie
1.643
523
9) Zorgbonus
19
1
10) Omscholen personeel voor arbeidsmarkt zorg
53
11) Zorgkosten en bijstand Caribisch Nederland
53
13
12) Overige maatregelen (plafond Rijksbegroting)
250
75
4
0
13) Garanties
112
Totaal A
6.773
2.907
12
4
B. Premiegefinancierd
14) Meerkosten COVID-19 Wlz (plafond Zorg)
200
15) Overige maatregelen (plafond Zorg)
74
43
Totaal B
274
43
0
0
Totaal A+B=C
7.047
2.950
12
4
X Noot
1
Stand op basis van ISB12 Kamerstukken 2020/21, 35 944, nr. 1 aangevuld met NvW 1 Kamerstukken 2021/22, 35 925 XVI, nr. 10 en NvW 2 Kamerstukken 2021/22, 39 925 XVI, nr. 106, ISB1 Kamerstukken II 2021/22, 35 989, nr. 1, ISB2 Kamerstukken II 2021/22, 35 994, nr. 1, ISB3 Kamerstukken II 2021/22, 36 010, nr. 1, ISB4 Kamerstukken II 2021/22, 36 025, nr. 1, ISB6 Kamerstukken II 2021/22, 36 086, nr. 1, ISB7 Kamerstukken II 2021/22, 36 156, nr. 1. De vijfde incidentele suppletoire begroting betreft een bijstelling inzake zorg
en ondersteuning voor vluchtelingen uit Oekraïne. Derhalve heeft deze vijfde incidentele
suppletoire begroting geen invloed op de corona gerelateerde uitgaven op de VWS-begroting.
Bovenstaand overzicht geeft het totaal van alle corona gerelateerde uitgaven en ontvangsten
op de VWS-begroting weer, zoals verwerkt in de relevante begrotingsstukken. Het betreft
de corona gerelateerde mutaties zoals opgenomen in de eerste, tweede, derde, vierde,
zesde en zevende incidentele suppletoire begroting 2022. Er is voor gekozen om een
uitsplitsing te maken in begrotingsgefinancierde uitgaven en premiegefinancierde uitgaven
en een totaaltelling.
Deze achtste incidentele suppletoire begroting 2022 betreft een bijstelling van de
verplichtingenruimte voor analysecapaciteit. Derhalve heeft deze achtste incidentele
suppletoire begroting geen invloed op het uitgaven overzicht van tabel 1.
Tabel 2 Overzicht verstrekte garanties t.b.v. COVID-19 maatregelen (bedragen x € 1.000)
Artikel
Omschrijving
Uitstaande garanties 2021
Verleend/vervallen 2022
Uitstaande garanties 2022
Vervalt per datum
Totaal plafond
Totaalstand risico voorziening
Artikel 1. Volksgezondheid
Bestuurders-aansprakelijkheid SON
2.500
0
2.500
30 september 2023
2.500
–
Totaal
2.500
0
2.500
2.500
–
In de bijlage van deze achtste incidentele suppletoire begroting is het toetsingskader
van bovenstaande garantie opgenomen.
3. Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1 Volksgezondheid
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB's
Mutaties 8e ISB
Stand 8e ISB
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Verplichtingen
4.837.371
473.500
5.310.871
0
0
0
0
0
Uitgaven
7.617.833
0
7.617.833
0
0
0
0
0
1. Gezondheidsbeleid
548.841
0
548.841
0
0
0
0
0
Subsidies
23.256
0
23.256
0
0
0
0
0
(Lokaal) gezondheidsbeleid
22.990
0
22.990
0
0
0
0
0
Overige
266
0
266
0
0
0
0
0
Opdrachten
12.073
0
12.073
0
0
0
0
0
(Lokaal) gezondheidsbeleid
12.073
0
12.073
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
139.884
0
139.884
0
0
0
0
0
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
114.813
0
114.813
0
0
0
0
0
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
24.596
0
24.596
0
0
0
0
0
Overige
475
0
475
0
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
354.113
0
354.113
0
0
0
0
0
ZonMw: programmering
354.113
0
354.113
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
19.515
0
19.515
0
0
0
0
0
Aanpak Gezondheidsachterstanden
19.379
0
19.379
0
0
0
0
0
Overige
136
0
136
0
0
0
0
0
2. Ziektepreventie
6.882.165
0
6.882.165
0
0
0
0
0
Subsidies
477.847
0
477.847
0
0
0
0
0
Ziektepreventie
213.100
0
213.100
0
0
0
0
0
Bevolkingsonderzoeken
163.330
0
163.330
0
0
0
0
0
Vaccinaties
101.417
0
101.417
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
Opdrachten
3.619.488
0
3.619.488
0
0
0
0
0
Ziektepreventie
3.600.690
0
3.600.690
0
0
0
0
Pandemische paraatheid
18.798
0
18.798
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
591.964
0
591.964
0
0
0
0
0
RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra
360.522
0
360.522
0
0
0
0
0
RIVM: Bevolkingsonderzoeken
45.411
0
45.411
0
0
0
0
0
RIVM: Vaccinaties
165.618
0
165.618
0
0
0
0
0
Pandemische paraatheid
20.400
0
20.400
0
0
0
0
0
Overige
13
0
13
0
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's en RWT's
680.656
0
680.656
0
0
0
0
0
Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding
680.656
0
680.656
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
1.400.371
0
1.400.371
0
0
0
0
0
Pandemische paraatheid
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
1.400.371
0
1.400.371
0
0
0
0
0
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
Garanties
111.839
0
111.839
0
0
0
0
0
Overige
111.839
0
111.839
0
0
0
0
0
3. Gezondheidsbevordering
154.680
0
154.680
0
0
0
0
0
Subsidies
84.241
0
84.241
0
0
0
0
0
Preventie van schadelijk middelengebruik
28.517
0
28.517
0
0
0
0
0
Gezonde leefstijl en gezond gewicht
28.377
0
28.377
0
0
0
0
0
Letselpreventie
5.578
0
5.578
0
0
0
0
0
Bevordering van seksuele gezondheid
20.567
0
20.567
0
0
0
0
0
Overige
1.202
0
1.202
0
0
0
0
0
Opdrachten
10.338
0
10.338
0
0
0
0
0
Gezondheidsbevordering
10.338
0
10.338
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
3.279
0
3.279
0
0
0
0
0
Overige
3.279
0
3.279
0
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
147
0
147
0
0
0
0
0
Overige
147
0
147
0
0
0
0
0
Bijdragen aan medeoverheden
56.675
0
56.675
0
0
0
0
0
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift
56.675
0
56.675
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
4. Ethiek
32.147
0
32.147
0
0
0
0
0
Subsidies
28.451
0
28.451
0
0
0
0
0
Abortusklinieken
18.021
0
18.021
0
0
0
0
0
Medische Ethiek
10.430
0
10.430
0
0
0
0
0
Opdrachten
456
0
456
0
0
0
0
0
Medische Ethiek
456
0
456
0
0
0
0
0
Bijdragen aan agentschappen
3.240
0
3.240
0
0
0
0
0
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek
3.240
0
3.240
0
0
0
0
0
Ontvangsten
101.068
0
101.068
0
0
0
0
0
Overige
101.068
0
101.068
0
0
0
0
0
Uitgaven
2. Ziektepreventie
Opdrachten
Ziektepreventie
Analysecapaciteit (NAAT (PCR)-testen)
Het verplichtingenbudget voor analysecapaciteit van het testbeleid wordt bijgesteld
met € 473,5 miljoen om aanvullende contracten rechtmatig te kunnen sluiten. Met deze
aanvullende contracten wordt het, indien nodig, mogelijk gemaakt om in het najaar
de analysecapaciteit van 100.000 testen per dag op te kunnen schalen naar 175.000
testen per dag. Dit om rechtmatig in het geval van een grootschalige uitbraak, waarbij
het gebruik van PCR- testen weer de norm wordt, voldoende analysecapaciteit beschikbaar
te hebben.
Bijlage Garantieregeling toetsingskaders
Verlenging garantie bestuurlijke aansprakelijkheid Stichting open Nederland
Probleemstelling en rol van de overheid
1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?
Het kabinet werkt sinds het begin van de coronacrisis aan de bestrijding en beheersing
van het Coronavirus, en tegelijkertijd aan mogelijkheden om de samenleving open te
houden en de economie te ondersteunen. Het inzetten van toegangstesten is een instrument
dat kan worden gebruikt om de samenleving op een verantwoorde wijze open te houden.
Het Kabinet heeft daartoe een opdracht verleend aan de Stichting Open Nederland (SON;
hierna: «de Stichting» of «SON») om de testcapaciteit voor toegangs-testen te organiseren
(Commissiebrief inzake Verzoek om informatie over de overeenkomst van het ministerie
inzake sneltesten bij evenementen d.d. 14 april 2021). Op dit moment is de inzet van
toegangstesten niet noodzakelijk. Het coronatoegangsbewijs (CTB) is immers niet meer
verplicht. Desondanks acht het kabinet het gewenst om een basis-infrastructuur voor
Testen voor Toegang (TvT) beschikbaar te hebben, voor het geval de epidemiologische situatie zodanig wijzigt
dat de druk op de maatschappij, en met name op de zorg, in grote mate toeneemt. In
deze situatie kan het opnieuw inzetten van het CTB mogelijk bijdragen aan het verkleinen
en spreiden van de druk op de zorg met ruimte voor het open houden van de samenleving.
Mocht de inzet van TvT opnieuw nodig zijn, dan moet er opnieuw een wettelijke grondslag
komen.
Om meerdere redenen was de verlenging van de opdracht aan SON voor het in stand houden
van de basis-infrastructuur voor TvT ongewenst. Daarom is besloten dat SON al haar
taken en verantwoordelijkheden (nu in slapende stand) overdraagt aan de Dienst Testen
(DT); een onderdeel van het Ministerie van VWS. De werkzaamheden van SON worden afgebouwd
en per 1 september 2022 overgenomen door DT. Met de overdracht van taken en verantwoordelijkheden
moet ook de IT ondersteuning worden voorzien. Deze IT ondersteuning moet worden uitbesteed
vanwege de beperkingen die de AVG oplegt. De IT ondersteuning is nodig voor (het in
stand houden van de basis-infrastructuur voor) de uitvoering van TvT. Namelijk voor
het maken van een testafspraak door burgers voor een corona-toegangstest (afsprakenportaal)
en de koppeling tussen de systemen van de testaanbieder die aangesloten is bij TvT
en de CoronaCheck-app (teststraatapplicatie). Omdat op korte termijn geen alternatief
kon worden gevonden voor de IT ondersteuning is er een vervolgopdracht gegeven aan
SON voor specifiek de IT ondersteuning1. De nog af te sluiten dienstverleningsovereenkomst (DVO IT) tussen DT en SON voor
het voortzetten van de IT-taken door SON heeft als einddatum 31 maart 2023 met de
mogelijkheid tot verlenging van twee keer drie maanden mocht dat vanwege het verloop
van de aanbestedingsprocedure nodig zijn. De einddatum incl. twee keer drie maanden
verlenging komt daarmee op 30 september 2023. Mocht de aanbestedingsprocedure volgens
plan verlopen, dan kan de garantie eerder dan 30 september 2023 vervallen. Ten behoeve
van de (vervolg)opdracht voor uitvoer van de IT-taken wil VWS (opnieuw) de bestuurders
van SON een garantie bieden voor mogelijke kosten in verband met claims aan het adres
van de individuele bestuurders en mogelijke juridische kosten die niet gedekt worden
door de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, met uitzondering van opzet, grove
schuld of roekeloosheid. Als de garantie niet aan SON wordt afgegeven komt de vervolgopdracht
aan SON niet tot stand. SON acht deze garantstelling noodzakelijk om hun werkzaamheden
uit te voeren. ndien deze garantie niet opnieuw wordt afgegeven heeft SON laten weten
de werkzaamheden onder het nieuwe DVO niet te willen uitvoeren. Omdat het niet lukt
om voor het aflopen van het contract een nieuwe externe partij te vinden, zou dit
betekenen dat TvT van 1 november tot en met maart 2023, het moment waarop Dienst Testen
op zijn vroegst de aanbesteding kan gunnen, niet mogelijk is. Hoewel er geen juridische
basis is voor TvT is het de wens van verschillende sectoren om dit eventueel weer
in te zetten mocht dit in geval van een zware opleving nodig zijn.
2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem
op te lossen?
De Staat rekent het tot haar verantwoordelijkheid omdat het eerder openen dan wel
voorkomen/uitstellen van sluiting invloed heeft op de gehele samenleving. Het inzetten
van TvT is een instrument om onderdelen van de samenleving op een verantwoorde wijze
eerder te openen en open te houden. Bij de eerdere uitvoering heeft SON geen volledige
dekking van de verzekeraar kunnen krijgen voor de bestuurlijke aansprakelijkheid.
De verzekeraars die bereid waren de bestuurdersaansprakelijkheid voor SON te onderschrijven
waren niet bereid om een volledige dekking te bieden, omdat er sprake was van een
onzekere crisisperiode, SON toentertijd recent was opgericht met een unieke opdracht
en er diverse juridische procedures in Nederland liepen tegen het coronabeleid van
de overheid, waaronder (toegang)testen. VWS vond dat het onwenselijk was dat bestuursleden
het risico lopen om persoonlijk schade te ondervinden van mogelijke claims die buiten
hun schuld, zonder dat er sprake is van grove schuld, opzet of roekeloosheid, zijn
ontstaan. Ook omdat dit mogelijk invloed kon hebben op de uitvoering van de opdracht.
VWS heeft daarom een garantie verstrekt. Deze garantie hield in dat VWS eventuele
juridische kosten (verweerskosten en toegewezen vorderingen) in verband met claims
aan het adres van bestuurders die niet gedekt worden door hun bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering
betaalt tot een maximum van EUR 2,5 mln. voor rekening van de Staat zou komen. Omdat
claims mogelijk ook na het aflopen van de opdracht kunnen worden ingediend geldt de
huidige garantstelling tot 5 jaar na het aflopen van de opdracht, mits de claims toezien
op de periode waarin de opdracht geldig was. Het maximum van EUR 2,5 mln. is gebaseerd
op de hoogte van het eigen risico van de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.
De Stichting had, én heeft, dit comfort nodig om de leden van de RvT en de leden van
het bestuur de zekerheid te kunnen bieden dat zij geen persoonlijke schade kunnen
ondervinden aan de invulling van hun functie. SON is nog steeds onder de toenmalige
voorwaarden verzekerd en deze verzekering is begin 2022 verlengd door SON in afstemming
met de verzekeraar tot april 2023. Het gewijzigde takenpakket van SON is voor de verzekeraar
geen reden om de voorwaarden en dekking van de lopende verzekering te wijzigen. Het
is voor SON niet mogelijk om een andere, nieuwe, verzekering te sluiten tegen andere
voorwaarden voor de bestuurders. SON heeft met de huidige verzekeraar gesproken over
de wijziging van haar activiteiten onder de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) IT
met DT, maar ook dat geeft geen aanleiding tot andere verzekeringsvoorwaarden. Begin
2023 zal de verzekering, in afstemming, weer worden verlengd. Deze verlenging (voor
na 1 april 2023) heeft SON met de verzekeraar besproken. De verzekeraar heeft bevestigd
dat de verzekering jaarlijks verlengd kan worden. De verlenging van de verzekering
van SON is voorwaardelijk voor de verlening van het DVO IT (van maximaal twee keer
drie maanden tot september 2023). Het is belangrijk dat SON voor de gehele periode
verzekerd is en dat bij geen gelijkwaardige dekking vanuit de verzekering van SON
(met uitzondering van grove schuld, opzet en roekeloosheid) de Staat niet voor 2,5 miljoen
euro garant staat.
Ook bij de nieuwe opdracht voor de IT ondersteuning komt het bovenstaande risico op
juridische kosten en claims voort uit de opdracht die de Staat aan de Stichting zal
geven. Daarom rekent VWS het nog steeds tot haar verantwoordelijkheid om de ontstane
situatie op te lossen. VWS acht het nog steeds onwenselijk dat de (individuele) bestuursleden
(waarbij tevens de leden van de RvT worden bedoeld) het risico lopen om persoonlijk
schade te ondervinden van mogelijke claims die buiten hun schuld, zonder dat sprake
is van grove schuld of opzet, zijn ontstaan, omdat dit mogelijk invloed kan hebben
op de doelmatige uitvoering van de opdracht. Daarom wil VWS het bestuur en de RvT
ook bij deze IT opdracht comfort bieden en deze garantie verstrekken voor de looptijd
van deze opdracht. Het betreft voortzetting van de garantie t/m de looptijd van het
DVO IT (t/m maart 2023), inclusief de mogelijkheid tot twee keer drie maanden verlenging
in het geval de aanbesteding met een nieuwe IT partij niet is afgerond op de voorziene
datum van 1 april 2023 (t/m september 2023). Omdat claims mogelijk ook na het aflopen
van de opdracht kunnen worden ingediend geldt de nieuwe garantstelling tot 5 jaar
na het aflopen van de IT opdracht, mits de claims toezien op de periode waarin de
opdracht geldig was.
De IT-activiteiten bestaan uit het beheer, ontwikkeling, onderhoud en toegang tot
het afsprakenportaal en de teststraatapplicatie voor TvT en diverse ondersteunende
diensten die SON levert aan testaanbieders en aan de testoperatie voor TvT. De IT-activiteiten
beslaan ten minste 50% van de totale activiteiten van SON. De huidige contracten met
testaanbieders zijn per 1 september 2022 door SON overgedragen aan DT. Deze contracten
lopen af per 31 december 2022. Onderdeel van deze contracten is de toegang tot het
afsprakenportaal en de aansluiting tot de teststraatapplicatie, beide ontwikkeld door
SON voor TvT. Hoewel er juridisch sprake is van een nieuw contract, betekent dit voor
SON dat de bestaande activiteiten op het gebied van de IT de facto doorlopen.
In het geval dat een claim wordt ingesteld tegen zowel de overheid als tegen een bestuurder
van SON, die persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld, dan zal de overheid de verweer
kosten die gerelateerd zijn aan deze claim vergoeden voor zover deze niet of onvoldoende
door de verzekering worden vergoed. De garantie ziet er dan alleen op situaties waarin
bestuursaansprakelijkheid is aangenomen en de verzekering onvoldoende of geen dekking
biedt, met uitzondering van opzet, grove schuld of roekeloosheid. Het garantieplafond
bedraagt € 2,5 miljoen. Dit bedrag blijft gelijk ten opzichte van de vorige garantstelling
omdat het risico en omvang gelijk wordt geschaard en verzekeraar geen reden ziet om
de dekking aan te passen.
3. Is het voorstel voor de risicoregeling:
a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of b)
het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd
ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve
beleidsinstrumenten.
De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering die is afgesloten door SON t.b.v. de bestuurders
van SON kent een eigen risico. Dat eigen risico kon toentertijd, maar ook nu nog steeds
niet worden gedekt door de markt, zie ook de algemene toelichting hierboven. SON is
nog steeds onder de toenmalige voorwaarden verzekerd en deze verzekering is begin
2022 verlengd door SON in afstemming met de verzekeringsmakelaar. Het is voor SON
niet mogelijk om een andere, nieuwe, verzekering te sluiten tegen betere voorwaarden
voor de bestuurders. SON heeft met de verzekeringsmakelaar gesproken over de wijziging
van haar activiteiten onder de DVO met DT maar ook dat geeft geen aanleiding tot andere
verzekeringsvoorwaarden.
Het afgeven van deze garantie ziet VWS als noodzakelijk – en het enige geschikte instrument
– om het bestuur en de RvT het gewenste comfort te bieden voor het uitvoeren van haar
werkzaamheden.
4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit
andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?
Het nieuwe aan te gane risico (het niet gereed hebben staan van de basis-infrastructuur
voor TvT) wordt niet gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen
de begroting te verminderen, omdat geen sprake is van een gerelateerd risico binnen
de begroting.
Risico’s en risicobeheersing
5. Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk?
a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de regeling een totaalplafond?
Voor het afdekken van het risico staat VWS garant voor maximaal € 2,5 miljoen als
de verzekering geheel of gedeeltelijk een claim aan SON niet zou dekken. Dit is gelijk
aan de gemiddelde dekking van een verzekering voor bestuurlijke aansprakelijkheid.
b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in verhouding?
Het betalen van een rendement in termen van een risicopremie door de ontvanger is
in dit geval niet van toepassing.
Het kabinet wenst de basis-infrastructuur voor TvT beschikbaar te hebben, voor het
geval de epidemiologische situatie zodanig wijzigt dat de druk op de maatschappij,
en met name op de zorg, in grote mate toeneemt. Het rendement in termen van «winst
voor de samenleving» is in dit geval dat we de druk op de zorg mogelijk verkleinen
en spreiden en we hopelijk sectoren langer kunnen open houden of eerder kunnen openen,
wat een bijdrage heeft levert aan bijvoorbeeld de economie en de (mentale) gezondheid
van de samenleving.
c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen van waarschijnlijkheid,
impact, blootstellingduur en beheersingsmate?
Ondanks dat er op dit moment geen juridische grondslag is voor TvT is het niet onmogelijk
dat dit instrument in de toekomst, en dan met name in de winterperiode («het snotterseizoen»),
ingezet kan worden om de samenleving op een verantwoorde wijze open te houden. Mocht
dit het geval zijn, dan is de impact van het niet afgeven van een garantie aan SON,
en daarmee geen partij te hebben die de IT-taken kan uitvoeren t/m in ieder geval
maart 2023, dat we als Staat niet volledig zijn voorbereid op het zoveel mogelijk
openhouden van de samenleving door middel van TvT. De blootstellingsduur is relatief
beperkt, omdat een Europese aanbesteding voor het vinden van een derde partij voor
de IT-taken is gestart en naar verwachting in maart 2023 afgerond zal zijn.
VWS heeft met de SON afspraken gemaakt dat zij conform wet- en regelgeving moeten
handelen. Daarnaast vindt frequent overleg plaats over de voortgang van de activiteiten
van SON en belangrijke besluiten, die direct verband houden met de dagelijkse activiteiten,
worden tevoren afgestemd met VWS (Dienst Testen) als opdrachtgever.
De garantie is bedoeld om de bestuurlijke aansprakelijkheid voor SON te mitigeren.
De mogelijke risico’s die SON bij het aangaan van de DVO met DT voorziet zijn: risico’s
wanneer er na 1 november 2022 toegangstesten dienen te worden uitgevoerd, risico’s
n.a.v. de aanstaande aanbesteding voor de IT-activiteiten, zoals bijv. de overdracht
van IT-activiteiten aan de nieuwe IT partij, of een nieuwe marktuitvraag bij testaanbieders
voor toegangstesten (bijv. afspraken met testaanbieders over aansluiting teststraatapplicatie
en afsprakenportaal) en/of mogelijke geschillen of «discussies» in het kader van een
(Parlementair) onderzoek.
In de nieuwe situatie is DT de organiserende partij en DT organiseert, als onderdeel
van het ministerie, ook zelf de aanbesteding. Daarmee zijn de risico’s dat SON aansprakelijk
zal worden gesteld door marktpartijen aanzienlijk verminderd, maar niet uit te sluiten
(zie voorbeelden hierboven).
6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen worden getroffen om
het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke Minister
voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand
van het Rijk wordt uitgevoerd?
Er is een intensief contact tussen SON en DT bij de overdracht van de taken en dit
zal worden voortgezet in de nieuwe situatie waarbij DT de organiserende partij is
van de coördinerende taken t.b.v. TvT en SON zich alleen bezighoudt met de IT-ondersteuning.
Daarnaast heeft de Stichting ook interne procedures vastgelegd in haar statuten en
er is een RvT ingesteld. Voorbeelden van interne procedures zijn dat de IT van SON
conform NEN 7510/7512/7513 is ingericht en de IT ondersteuning ook conform deze NEN-normen
plaatsvindt, SON wordt daarnaast door CMS geadviseerd over de juridische governance,
besluitvorming wordt aan de hand van bijv. afwegingskaders voorbereid en afgestemd
en het volledige besluitvormingsproces wordt vastgelegd. De besluitvorming binnen
SON en door het bestuur vindt plaats nadat een daartoe ingericht proces is doorlopen.
Dat proces is een combinatie van binnen SON overeengekomen processtappen die borgen
dat voorgenomen besluiten zijn voorbereid, een afwegingskader kennen waarbij risico’s
worden afgewogen en alternatieve opties worden onderzocht. Binnen dit proces wordt
documentatie en besluitvorming voorbereid door teamleads, wat wordt voorgelegd aan
de programma directie en vervolgens aan het bestuur. Het volledige besluitvormingsproces
wordt vastgelegd. Het bestuur handelt met inachtneming van het (interne) directiereglement
en conform de statutaire bevoegdheden wat betekent dat de RvT bij daartoe aangewezen
besluiten betrokken is. Ook deze processen worden vastgelegd. SON heeft nimmer belangrijke
besluiten genomen over de operationele kant van de testoperatie zonder deze tevoren
met VWS af te stemmen en te bespreken. Een voorbeeld daarvan is de besluitvorming
over de marktuitvraag die nu bekend is als Open House 3 en die een belangrijke wijziging
was in de systematiek van vergoedingen aan testaanbieders (van het betalen voor testcapaciteit,
betalen per afgenomen test). Met deze risico mitigerende processen en werkwijzen zorgde
en zorgt SON voor een zorgvuldige en weloverwogen wijze van besluitvorming.
De claims die door de verzekering worden uitgesloten, behalve die door schade opzettelijk,
grove schuld of t roekeloos handelen zijn veroorzaakt, worden door de (verlenging
van de) garantie gedekt.
7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van
het voorstel en de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?
De Stichting heeft voor de eerste en huidige garantie een verzekeringsmakelaar in
de hand genomen om de verzekeringsdekking te regelen. Daaruit is uiteindelijk de genoemde
dekking uit voortgekomen. De € 2,5 miljoen dekking waarvoor VWS zijnde de Staat garant
wil staan, voor het geval een claim onder de uitsluitingscriteria valt, m.u.v. de
schade die door opzet, grove schuld of roekeloosheid is veroorzaakt, is vergelijkbaar
met een gemiddelde dekking voor een bestuursaansprakelijkheidsverzekering. Het feit
dat het takenpakket deels over is genomen door DT heeft geen impact op de lopende
aansprakelijkheidsverzekering.
Vormgeving
8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker?
Is deze premie kostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt
het door het vakdepartement specifiek ingezet?
VWS vraagt geen premie gezien de aard van de garantieregeling. Het geven van een premie
heeft in dit geval geen toegevoegde waarde, omdat de huidige taken en verwachte IT-taken
van SON volledig door de overheid gefinancierd worden. De Stichting heeft geen andere
financieringsbronnen om een eventuele premie mee te betalen.
9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?
De huidige garantie wordt op artikel 1 van de begroting van VWS opgenomen.
10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?
Omdat claims mogelijk nog na het aflopen van de opdracht kunnen worden ingediend en
het onduidelijk is op welke termijn dat zal gebeuren, wil VWS de leden van het bestuur
en de RvT het comfort bieden ook na het aflopen van de opdracht. Conform de vorige
keer wordt hier 5 jaar voor genomen, mits de periode waarop de claim betrekking op
heeft binnen de looptijd van de opdracht viel.
11. Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling?
Er zijn geen uitvoeringskosten.
12. Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is daarvoor relevant evaluatie
en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?
De garantie is nodig om het DVO IT met SON te kunnen sluiten, zodat we voor de periode
september 2022 t/m maart 2023 een basis-infrastructuur gereed hebben staan voor de
uitvoer van TvT. Onzeker is of we TvT in deze periode nodig hebben. Achteraf/tussentijds
evalueren in hoeverre het afgeven van de garantie heeft bijgedragen aan het beleid
is naar ons idee niet op die manier mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.