Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 150 Wijziging van de Kieswet, houdende vaststelling van regels over de programmatuur die bij verkiezingen wordt gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de verkiezingsuitslag (Wet programmatuur verkiezingsuitslagen)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 20 september 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit
wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
A.
Algemeen deel
2
1.
Inleiding
2
1.1.
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
2
1.2.
Verhouding tot andere voorstellen verkiezingsproces
3
1.3.
Het verkiezingsproces en het gebruik van programmatuur voor de berekening en vaststelling
verkiezingsuitslag
3
2.
Bevoegdheden, verantwoordelijkheden en de (beveiligings)eisen omtrent het digitaal
hulpmiddel verkiezingen
3
2.1.
Het digitaal hulpmiddel verkiezingen (DHV)
3
2.2.
Het beheer en de beschikbaarstelling van de uitslagprogrammatuur
3
2.3.
Het geven van instructies, aanwijzingen en het (doen) onderbreken van het gebruik
4
2.4.
Rapportage van bevindingen
4
3.
Wetgevingsaspecten
4
3.1.
Het niveau van de regelgeving
4
4.
Bestuurslasten, financiële gevolgen en administratieve lasten
4
4.1.
Gevolgen voor de Kiesraad
4
5.
Advies en consultatie
5
B.
Artikelsgewijs deel
5
Artikel I
5
B
5
Artikel Ea 1
5
Artikel Ea 1
5
A Algemeen deel
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
tot Wijziging van de Kieswet, houdende vaststelling van regels over de programmatuur
die bij verkiezingen wordt gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de verkiezingsuitslagen.
Graag willen zij de regering een paar vragen stellen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel
tot wijziging van de Kieswet, houdende vaststelling van regels over de programmatuur
die bij verkiezingen wordt gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de verkiezingsuitslag.
Deze leden hechten eraan dat de efficiëntievoordelen van digitale hulpmiddelen behouden
blijven, terwijl de specifieke eisen worden vastgelegd die nodig zijn om een betrouwbare
vaststelling van de verkiezingsuitslag te waarborgen.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de «Wijziging van de Kieswet, houdende
vaststelling van regels over de programmatuur die bij verkiezingen wordt gebruikt
ten behoeve van de vaststelling van de verkiezingsuitslag (Wet programmatuur verkiezingsuitslagen)»
en heeft hier geen verder aanvullende vragen over.
1.1. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
De leden van de D66-fractie willen graag een nadere toelichting van de regering over
hoe zij de publicatie van uitslagen in het wetsvoorstel beoordelen, met het oog op
de Open Data Directive (EU) 2019/1024 waarvan het te verwachten is dat verkiezingsuitslagen
als High Value Dataset aangemerkt zullen gaan worden.
De leden van de D66-fractie vragen de regering om een toelichting te geven over de
uitvoerbaarheid van deze wet. Vooral of de regering de Kiesraad in staat acht om deze
taak te vervullen en of daar uitvoeringstijd of kosten van toepassing zullen zijn.
De leden van de fractie van de SP hebben het wetsvoorstel met betrekking tot de apparatuur
voor het optellen van de verkiezingsuitslag gelezen en hebben hierover nog een enkele
opmerking en vraag. Genoemde leden begrijpen de wens om het verkiezingsproces deels
te automatiseren zodat het proces minder belastend is voor de uitvoering. Tegelijkertijd
vinden zij dat digitalisering van het verkiezingsproces ook risico’s en vraagstukken
met zich mee brengt. Zij vragen daarom of de regering duidelijk kan aangeven dat het
proces of onderdelen daarvan nooit geheel geautomatiseerd zullen plaatsvinden zodat
er altijd menselijk toezicht is en controle kan plaatsvinden. Verder vragen de genoemde
leden in hoeverre de gebruikte apparatuur moet voldoen aan opensource standaarden
en in hoeverre dit verschilt met de huidige praktijk.
1.2. Verhouding tot andere voorstellen verkiezingsproces
Om nieuwe uitslagprogrammatuur tijdig te kunnen gebruiken, kan niet langer worden
gewacht op verdere ontwikkelingen. Verschillende wijzigingen die zijn voorzien in
de Verkiezingsagenda 2030 – zoals de versterking van de kandidaatstellingsprocedure
– zijn mede afhankelijk van de voortgang van de vernieuwing van de uitslagprogrammatuur.
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of er een tijdpad is voor het vervolg dat
aan deze ontwikkelingen wordt gegeven. Is er bijvoorbeeld een optimalisatieproces
voor de huidige kandidaatstellingsprocedure of is het digitaliseren van het proces
om te komen tot het indienen van kandidatenlijsten door politieke partijen ook onderdeel
van deze ontwikkelingen? Tot slot vragen deze leden zich af op welke manier degenen,
die de documenten en andere stukken ten behoeve van de kandidaatstellingsprocedure
indienen, bij deze ontwikkelingen worden betrokken.
1.3. Het verkiezingsproces en het gebruik van programmatuur voor de berekening en
vaststelling verkiezingsuitslag
De leden van de D66-fractie vragen of de regering het eens is met de constatering
dat de uitslagprogrammatuur een kans biedt voor een real-time weergave van de getelde
stemmen en kan de regering toelichten waarom er geen publiek toegankelijke application
programming interface (API), die een real-time datastroom geeft, als vereiste bij
de programmatuur is opgenomen?
2. Bevoegdheden, verantwoordelijkheden en de (beveiligings)eisen omtrent het digitaal hulpmiddel verkiezingen
2.1. Het digitaal hulpmiddel verkiezingen (DHV)
Het is de leden van de VVD-fractie bekend dat bij de laatst gehouden verkiezingen
een verbeterd systeem van de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV) is gebruikt.
Begrijpen deze leden het goed dat het digitaal hulpmiddel verkiezingen (DHV), dat
in de toelichting bij het wetsvoorstel wordt genoemd, een geheel nieuw systeem is,
ter vervanging van het huidige OSV? Hoe staat het met de voorbereidingen voor dat
geheel vernieuwde systeem? In hoeverre is het Bureau ICT-toetsing (BIT) daar ook bij
betrokken? Graag krijgen deze leden een reactie van de regering.
De leden van de CDA-fractie vragen of er bij de Provinciale Statenverkiezingen en
de waterschapsverkiezingen in 2023 nog gebruik zal worden gemaakt van OSV2020. Ook
willen deze leden weten of de technische kwetsbaarheden voldoende zijn ondervangen.
Dit willen zij weten omdat de Kiesraad de opdracht voor ontwikkeling, beheer en hosting
van het digitaal hulpmiddel verkiezingen op 2 mei 2022 is gegund en dat het streven
is dat de nieuwe uitslagprogrammatuur medio 2023 opgeleverd wordt, waarna dit de programmatuur
OSV vervangt.
2.2. Het beheer en de beschikbaarstelling van de uitslagprogrammatuur
In de toelichting wordt ingegaan op de inzet van centraal en decentraal te ontsluiten
uitslagprogrammatuur. Beide opties moeten voorafgaand aan elke verkiezing beschikbaar
zijn. De VNG en De Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) wijzen erop, zo
valt te lezen in de toelichting, dat de decentrale variant altijd moet worden ingezet
als de centraal ontsloten programmatuur niet kan worden ingezet. In het uiterste geval
kan de Kiesraad besluiten om ook de inzet van decentraal ontsloten uitslagprogrammatuur
niet te gebruiken. Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een nadere verduidelijking
van hoe het een en ander gaat. Deze leden vragen de regering toe te lichten wanneer
sprake is van «in het uiterste geval».
2.3. Het geven van instructies, aanwijzingen en het (doen) onderbreken van het gebruik
De Kiesraad krijgt als beheerder van de uitslagprogrammatuur de mogelijkheid van het
geven van een dwingende beheersaanwijzing aan onder andere gemeenten en dagelijks
besturen van waterschappen. De leden van de VVD-fractie vragen of deze mogelijkheid
zowel bij centraal als decentraal te ontsluiten uitslagprogrammatuur bestaat. Kan
de regering nader duiden wat wordt bedoeld met «ernstige risico’s? Graag krijgen deze
leden een reactie van de regering.
2.4. Rapportage van bevindingen
In het wetsvoorstel wordt bepaald dat de Kiesraad na afloop van een verkiezing een
rapportage van bevindingen kan opstellen. Het gaat hier niet om een verplichting,
maar om een mogelijkheid. De leden van de VVD-fractie vragen waarom er is gekozen
voor een «kan»-bepaling. Zou het, gelet op het belang van een goed verloop van de
verkiezingen en het leren van zaken die niet goed zijn gegaan, niet voor de hand liggen
dat de Kiesraad na elke verkiezing een rapportage over de gang van zaken opstelt,
dus verplicht? Denkbaar zou zijn om ten behoeve van het geloofsbrievenonderzoek eerst
een voorlopige rapportage op te stellen en daarna een uitgebreide rapportage. Graag
krijgen zij hierop een reactie van de regering.
3. Wetgevingsaspecten
3.1. Het niveau van de regelgeving
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de redenering dat de «reden om
in dit wetsvoorstel onderdelen op een lager niveau dan de formele wet te regelen in
de eerste plaats is omdat het de regeling van technische voorschriften betreft, die
naar hun aard geen parlementaire betrokkenheid vergen en zich dus goed lenen voor
een regeling op het niveau van een algemene maatregel van bestuur». Deze leden vragen
aan de regering of in het kader van de digitale veiligheid het juist wenselijk is
om het fundament van de technische voorschriften te waarborgen in het wetsvoorstel
in plaats van in een algemene maatregel van bestuur.
4. Bestuurslasten, financiële gevolgen en administratieve lasten
4.1. Gevolgen voor de kiesraad
De leden van de VVD-fractie achten het belangrijk dat, in het kader van de verschillende
werkzaamheden van de Kiesraad, de Kiesraad zorg zal dragen voor een functiescheiding
in de organisatie, zodat medewerkers niet hoeven toe te zien op de eigen werkzaamheden.
Deze leden vragen hoe deze functiescheiding wordt geregeld. Wordt deze functiescheiding
wettelijk vastgelegd of gebeurt dat in het wetsvoorstel dat de verdere transitie van
de Kiesraad regelt? Gaarne krijgen zij hierop een reactie van de regering.
5. Advies en consultatie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de conclusies dat de uitvoeringstoets
geen concrete inschatting van de kosten kan maken wanneer dit wetsvoorstel wordt uitgevoerd.
Deze leden vragen aan de regering of een pilot of experiment niet wenselijker is,
om zo beter in kaart te brengen wat de daadwerkelijke kosten voor de gemeenten worden
bij de uitvoering van het wetsvoorstel.
B. Artikelsgewijs deel
Artikel I
B
Artikel Ea 1
Als een API als vereiste toegevoegd wordt dan zijn burgers (kiezers) met real-time
toegang tot de uitslagen ook gebruikers. De leden van de D66-fractie vragen aan de
regering of zij hen dan ook ziet als vallend onder de categorie gebruikers zoals genoemd
in het voorgestelde artikel Ea 1 lid d.
Artikel Ea 2
De leden van de D66-fractie vragen aan de regering of, gezien bijvoorbeeld de diverse
samenstelling van stembureauleden, waaronder ook leden met beperkingen, toegankelijkheid
ook opgenomen dient te worden in artikel Ea 2 als vereiste aan de programmatuur.
De voorzitter van de commissie, Hagen
Adjunct-griffier van de commissie, Verhoev
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
M. Verhoev, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.