Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de gasopslag Bergermeer (Kamerstuk 33529-1056)
2022D31264 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Economische Zaken
en Klimaat voorgelegd over hun brief van 5 juli 2022 over de gasopslag Bergermeer
(Kamerstuk 33 529, nr. 1056).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
Blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister/Staatssecretaris
8
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de trage vulling van onze enige
hoogcalorische gasopslag, Bergermeer. Deze leden zijn van mening dat het kabinet onvoldoende
actie onderneemt om de gasopslag Bergermeer tijdig te vullen. Ondanks de adviezen
van de Mijnraad en Gasunie Transport Services (GTS) heeft het kabinet besloten om
enkel te sturen op een vulgraad van 68 procent voor gasopslag Bergermeer. Doordat
het kabinet ervoor kiest om de andere gasopslagen te vullen met laagcalorisch gas
wordt de kans op grootschalige uitschakeling van de industrie fors vergroot. Waarom
heeft het kabinet dit risico bewust genomen door te sturen op een vulgraad van 68
procent? Welke afwegingen liggen onder de keuze om slechts te streven naar 68 procent?
Is het kabinet het eens met de leden van de VVD-fractie dat zij hierbij een extra
risico hebben genomen met de leveringszekerheid van hoogcalorisch gas deze winter?
De leden van de VVD-fractie willen graag weten hoe het kabinet uitvoering gaat geven
aan de unaniem aangenomen motie van de leden Erkens en Kröger om te komen tot een
vulgraad van tenminste 90% voor Bergermeer (Kamerstuk 29 023, nr. 317). Wanneer gaat het kabinet het aanwijzingsbesluit voor Energie Beheer Nederland (EBN)
aanpassen om te komen tot een vulgraad van 90 procent? Gaat het kabinet op zeer korte
termijn de Kamer informeren met het aangepaste beleid om dit nieuwe beleidsdoel te
bereiken? Deelt het kabinet de mening dat er urgente stappen gezet moeten worden,
gezien de eensgezinde oproep van de Kamer hiertoe? De leden van de VVD-fractie zijn
in ieder geval van mening dat de Minister voor deze additionele stappen moet kijken
naar een grotere rol van de overheid in het vullen van de gasopslag Bergermeer.
De leden van de VVD-fractie zijn daarnaast van mening dat Gazprom uit de gasopslag
Bergermeer moet worden geweerd. Welke opties ziet de Minister daartoe? Deelt de Minister
de mening dat de juridische context dusdanig is veranderd dat er nu meer mogelijk
is om Gazprom uit de gasopslag Bergermeer te krijgen? Gazprom komt immers zelf niet
al haar contractuele afspraken aan Europese lidstaten na. Daarnaast lijkt ook de Europese
verordening omtrent de gasopslagen meer ruimte te bieden om de rol van Gazprom in
de gasopslag Bergermeer te verminderen. De leden van de VVD-fractie zijn van mening
dat de Minister meer actie mag ondernemen op dit vlak. Wanneer gaat de Minister de
Kamer hierover informeren?
De leden van de VVD-fractie zijn daarnaast erg geschrokken van het bericht dat EBN
van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) geen meerderheidspositie
mocht verkrijgen in de gasopslag Bergermeer. Kan de Minister toelichten waarom deze
overname geblokkeerd is? Welke analyses lagen onder de besluitvorming van de Minister?
Welke voordelen zouden er hebben gezeten aan de nationalisatie van de gasopslag Bergermeer
door EBN? Zouden de risico’s voor de leveringszekerheid zijn beperkt als de gasopslag
in overheidshanden zou zijn? Wat zou de overname van de gasopslag Bergermeer hebben
gekost ten opzichte van de huidige maatregelen die genomen worden? Is de Minister
bereid om opnieuw te overwegen of het voordelen biedt om de gasopslag te nationaliseren,
gezien de toenemende risico’s op een gastekort en slecht gevulde bergingen? Zo ja,
op welke termijn?
De leden van de VVD-fractie willen graag weten welke sectoren en bedrijven nu ruimte
hebben gereserveerd in de gasopslag Bergermeer. Zijn al deze bedrijven actief op de
Nederlandse markt? Kan de Minister deze cijfers zoveel mogelijk uitsplitsen? Welke
borging heeft de Minister dat bedrijven die gebruik maken van de gasopslag niet met
overwinsten uiteindelijk dit gas verkopen in de winter? Hoe werkt dit voor bedrijven
die subsidie van de overheid ontvangen voor het vullen van de gasopslagen? Hoe werkt
dit voor bedrijven die geen gebruik maken van subsidies? Heeft de Minister hiervoor
maatregelen getroffen? Als er overwinsten geboekt worden op het gas wat geserveerd
wordt door EBN, wat gebeurt er dan met die middelen?
De leden van de VVD-fractie willen tot slot nogmaals benadrukken dat zij zich ernstig
zorgen maken over een mogelijk gastekort deze winter. Na het debacle van de slecht
gevulde gasopslagen van vorig jaar vinden deze leden dat er een sterkere rol voor
de overheid nodig is in het vullen van de gasopslagen. Welke lessen heeft de Minister
getrokken uit de slecht gevulde gasopslagen van vorig jaar? Waarom is er nog geen
werk gemaakt van de verplichte nationale vulgraden conform de afspraken in het coalitieakkoord?
Zou een genationaliseerde gasopslag het makkelijker maken om in tijden van een gastekort
vanuit de overheid te besluiten waar het schaarse gas aan gealloceerd zou worden?
Kiest de Minister er nu niet simpelweg voor om die allocatie bij schaarste aan de
markt over te laten? Vindt de Minister daarmee dat hij voldoende beleidsvrijheid heeft
om kritieke sectoren alsnog te voorzien met hoogcalorisch gas, mocht dat nodig zijn?
Hoe wordt nu het schaarse gas in de gasopslag Bergermeer ingezet bij een tekort? De
leden van de VVD-fractie willen voorkomen dat er volgend jaar weer eenzelfde probleem
ontstaat. Daarom horen zij graag van de Minister hoe hij het proces van het vullen
van de gasopslagen structureel gaat verbeteren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de onderhavige
brief en van de verdere uitwerking van de maatregelen om de gasopslagen te vullen.
Zij hebben over de onderhavig brief en de verdere uitwerking nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie merken op dat de maatregelen om de gasopslagen te vullener
per 1 november 2022 voor moeten zorgen dat de gasopslagen voor 80 procent zijn gevuld.
In latere jaren zal een verplicht vulpercentage gaan gelden van 90 procent. Gezien
de huidige situatie is het moeilijk te zeggen of de situatie op de internationale
gasmarkt volgend opslagjaar (2023) al zal zijn verbeterd. Is er al zicht op hoe dit
verplichte vulpercentage van 90 procent in 2023 zal worden gehaald? Welke plannen
voor voldoende gasreserves liggen er voor de komende jaren en voor de langere termijn?
De leden van de D66-fractie lezen in de verdere uitwerking van de maatregelen voor
het vullen van de gasopslagen dat een Europees mechanisme om de kosten voor de vulling
van de gasopslagen te verdelen over de lidstaten nog even op zich laat wachten. In
eerdere communicatie stond dat lidstaten zonder opslagcapaciteit worden geacht een
deel van de kosten te dragen, maar dat nog niet duidelijk was volgens welk mechanisme.
Welke ideeën liggen nu op tafel? Wat zal hierin de inzet zijn vanuit Nederland? Is
het kabinet het met de leden van de D66-fractie eens dat Nederland (met relatief veel
opslagcapaciteit) moet kunnen rekenen op compensatie vanuit andere lidstaten van de
Europese Unie (EU)? In de uitwerking wordt daarnaast gesproken over een mogelijk «weglekeffect»
richting het Verenigd Koninkrijk, dat geen EU-lidstaat is. Wat houdt dit effect precies
in? Wat zal de inzet van Nederland zijn om dit te voorkomen?
De leden van de D66-fractie lezen in de onderhavige brief dat een verkenning heeft
aangetoond dat voor het opslagjaar 2022 (ten behoeve van de winter 2022–2023) een
vulverplichting als te riskant en niet voldoende kansrijk wordt beoordeeld, met name
vanwege de grote en onevenredige financiële risico’s voor marktpartijen en het risico
dat deze alternatieven niet het gewenste effect sorteren. Kan het kabinet aangeven
of dit ook geldt voor latere opslagjaren, te weten 2023 en verder? Gelden in deze
jaren dezelfde bezwaren?
De leden van de D66-fractie lezen dat in het geval van een zeer gunstige spread van
meer dan 40 euro, 50 procent van de winst daarboven in mindering wordt gebracht op
de subsidie. Waarom is er gekozen om dit te doen vanaf een positieve spread van meer
dan 40 euro en waarom is ervoor gekozen om in dat geval slechts 50 procent van de
winst in mindering te brengen op de subsidie? Kan het kabinet een inschatting geven
van de kans dat de spread inderdaad zo positief zal uitvallen?
De leden van de D66-fractie lezen dat, als gevolg van bedrijven die zeer voordelige
afslagen hebben geboden in de eerste tender (wat wijst op veel interesse in het verkrijgen
van extra opslagcapaciteit middels de subsidieregeling), de kosten voor de subsidieregeling
maximaal zullen uitkomen op 164 miljoen euro. Dat is fors minder dan de begrote 366»miljoen
euro. Is het, gezien de aanwezige interesse in het verkrijgen van extra opslagcapaciteit
middels de subsidieregeling en de fors lagere kosten dan eerder begroot, (juridisch
gezien) mogelijk om reeds verhuurde capaciteit ook middels een subsidieregeling aan
te bieden aan andere marktpartijen?
De leden van de D66-fractie blijven aandacht vragen voor de rol die Gazprom speelt
in de Nederlandse en Europese gasmarkt. Volgt er op zeer korte termijn een (Europese)
strategie met betrekking tot deelnemingen van Gazprom in Nederland/Europa? Is er daarnaast
op dit moment contact met Gazprom over hun vulplicht en over de situatie in Bergermeer?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief en hebben
daarover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie achten het gezien de huidige situatie op de gasmarkt en
de kans dat Rusland ook de gaslevering via Nord Stream 1 nog deze zomer zal afsluiten
van groot belang om de Nederlandse gasopslagen zo snel mogelijk en zoveel mogelijk
te vullen om voorbereid te zijn op de komende winter. Deze leden verwachten dat het
kabinet er dan ook alles aan doet om dat voor elkaar te krijgen. Het bevreemdt deze
leden daarom dat, toen de mogelijkheid zich voordeed om de gasopslag Bergermeer in
handen van EBN en daarmee de Nederlandse staat te laten komen, dit door de Minister
is geblokkeerd, zoals blijkt uit verslaggeving van het Financieele Dagblad. De leden
van de CDA-fractie vragen de Minister of het juist is dat de nationalisatie van de
gasopslag Bergermeer niet is doorgegaan omdat EBN daarvoor geen toestemming kreeg
van het Ministerie van EZK. Zo ja, wat waren de redenen die de Minister had om niet
tot het opkopen van de gasopslag over te gaan? Tevens vragen deze leden de Minister
te reageren op de uitspraak van EBN dat het nog steeds wenselijk is dat de gasopslag
Bergermeer volledig in publieke handen terechtkomt. In hoeverre deelt de Minister
deze mening en welke mogelijkheden ziet hij om dat te bewerkstelligen? Acht de Minister
het mogelijk om ook zonder de gasopslag Bergermeer in publieke handen te brengen een
minimale vulgraad van 90 procent voor deze gasopslag te bereiken (Kamerstuk 29 023, nr. 317)? Zo ja, op welke wijze denkt de Minister dat te kunnen bereiken en welke rol zie
hij daarbij voor zowel marktpartijen als voor EBN?
De leden van de CDA-fractie lezen in de onderhavige brief dat er momenteel 13 marktpartijen
zijn die tezamen 26 Terawattuur (TWh) (56 procent van de gasopslag Bergermeer) aan
gasopslagcapaciteit hebben gehuurd bij de gasopslag Bergermeer en dat er daarbij acht
partijen zijn die gebruik hebben gemaakt van de subsidieregeling om in totaal 12,58 TWh
(27 procent van de gasopslag Bergermeer) gas op te slaan. Deze leden vragen de Minister
welke garantie dit geeft dat de gasopslag Bergermeer ook daadwerkelijk tot dat niveau
wordt gevuld door deze marktpartijen. Tevens vragen zij de Minister om aan te geven
wat er nog meer nodig is om tot een vullingsgraad van ten minste 90 procent te komen.
De leden van de CDA-fractie lezen tevens dat er een «second opinion» door de landsadvocaat
komt met betrekking tot de mogelijkheden om Gazprom te weren uit het Nederlands energiesysteem
en dat de Minister afhankelijk van de uitkomsten daarvan en de ontwikkelingen rond
de leveringszekerheid van gas het instemmingsbesluit voor EBN zal aanpassen om te
bewerkstelligen dat Bergermeer maximaal gevuld wordt. Zij vragen de Minister op welke
termijn hij verwacht hierover duidelijkheid te kunnen scheppen, welke opties hij met
EBN zal bespreken om het maximum van 11 TWh aan gas wat door EBN wordt aangekocht
eventueel te verhogen en welke criteria er zullen worden gehanteerd om te bepalen
of een dergelijke verhoging verantwoord is.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister er tevens naar streeft om de
gasopslag Grijpskerk volledig te vullen en de gasopslag Norg tot minimaal 80 procent
van de opslagcapaciteit. Daarmee en met de andere genoemde maatregelen zou Nederland
ruimschoots voldoen aan de Europese verplichtingen en boven de 80 procent uitkomen
voor het vullen van de gasopslagen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister
om preciezer aan te geven op welk percentage Nederland zou uitkomen en hoe groot de
onzekerheden zijn die daarbij spelen. Acht de Minister het bijvoorbeeld nog steeds
haalbaar om deze vuldoelen te halen als Rusland ook de levering van gas via Nord Stream
1 op relatief korte termijn staakt? Indien dat zou gebeuren, wat zou daarvan het effect
zijn op een realistisch haalbare gemiddelde vulgraad van de Nederlands gasopslagen
en welke maatregelen zijn er dan nog mogelijk om tot een zo hoog mogelijke vulgraad
van de gasopslagen te komen?
De leden van de CDA-fractie constateren ten slotte dat Gazprom gebruiksrechten van
40 procent in de gasopslag Bergermeer heeft, mede omdat Gazprom het kussengas heeft
geleverd. Het openbreken van het contract met Gazprom zou tot hoge kosten leiden,
schrijft de Minister (Kamerstuk 29 023, nr. 309). Ook moeten er voldoende juridische gronden zijn om tot onteigening over te kunnen
gaan. Vindt de Minister het niet zeer ongemakkelijk dat Gazprom als verlengstuk van
Poetin de Europese gasvoorziening heel bewust ontregelt en haar contractverplichtingen
niet nakomt, maar dat Nederland en Europa zich gehinderd voelen hard in te grijpen
omdat de eigen wetgeving dat niet toestaat? Is het feit dat Gazprom zich laat inzetten
als politiek wapen niet meer dan voldoende grond om over te gaan tot onteigening?
Is het feit dat de leveringszekerheid van gas niet gegarandeerd is in de komende winter,
met alle desastreuze gevolgen van dien, niet voldoende reden om Gazprom per direct
uit onze energievoorziening te weren? Wat zou er concreet gebeuren als de Minister
besluit de gasopslag Bergermeer te kopen en per direct alle contracten met Gazprom
te ontbinden, met behoud van het kussengas?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de maatregelen die de Minister
treft om de gasopslagen voldoende gevuld te krijgen voor de komende winter. Deze leden
willen weten welke bedrijven op dit moment voor welk percentage verantwoordelijk zijn
voor het vullen van de gasopslagen, welke van hen daarvoor subsidie krijgen en hoeveel
dat dan is. Hoe is gewaarborgd dat het gas dat via de subsidieregeling is gekocht
niet straks met winst wordt verkocht? Is het gas dat gekocht wordt met de subsidieregeling
van de Nederlandse Staat? Zo nee, waarom niet? De leden van de SP-fractie willen niet
dat er belastinggeld van alle Nederlanders via de subsidieregeling naar extra winsten
van gas- en oliemaatschappijen gaat. Kan de Minister duidelijk uiteenzetten hoe zeggenschap
(via eigendom) en financiering nu precies is geregeld? Kan de Minister toezeggen dat
deze winsten niet in de zakken van aandeelhouders verdwijnen, maar ten goede komen
aan de samenleving, aangezien zij met publiek geld tot stand zijn gekomen?
De leden van de SP-fractie vinden het erg onverstandig dat de wens van EBN om de gasopslag
te nationaliseren eind 2021 is geblokkeerd. Kan de Minister toelichten wat hij bedoelt
met de «onvoldoende toegevoegde waarde» die nationalisering zou hebben? Kan de Minister
de Kamer ook de overwegingen van EBN om te nationaliseren sturen en de reactie daarop
van het ministerie? De leden van de SP-fractie wijzen erop dat het verkopen van onze
gasopslagen eind jaren »90 een strategische fout is geweest waardoor we in deze tijden
van geopolitieke hoogspanning extra kwetsbaar zijn geworden. Deelt de Minister deze
analyse? Hoe gaat de Minister voorkomen dat we opnieuw afhankelijk worden van andere
internationale spelers? Is het nationaliseren nog altijd een taboe? Hoe verklaart
de Minister die politieke stellingname?
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat zeggenschap over de gasopslag voorop
moet staan, aangezien gasvoorziening een publiek belang is. Zij zien veel voordelen
in eigendom van de gasopslag, zoals het beheersen van de gevolgen van de activiteit
voor de grond. De leden vragen of de Minister bereid is, mocht EBN wederom een voorstel
tot nationalisering doen, om hier dan niet voor te gaan liggen. Zij vragen een uitgebreide
reactie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse het artikel «Staatsbedrijf
EBN deed bod om gasopslag Bergermeer te nationaliseren» uit het Financieele Dagblad
van 11 juli 2022 gelezen, waarin staat dat er plannen waren van EBN om gasopslag Bergermeer
te nationaliseren. Wat is de motivatie achter het besluit van het ministerie om hiervoor
geen toestemming te verlenen? Welke bedragen zouden hiermee gemoeid zijn? Wat zijn
de voor- en nadelen van het nationaliseren van gasopslag Bergemeer? Zou dit alsnog
mogelijk zijn? In de MR-beslisnotitie over het subsidie-instrument Bergermeer wordt
gesproken over nader onderzoek door het Ministerie van EZK en het Ministerie van Financiën
naar een overname door EBN van het Gazpromaandeel in de gasopslag. Kunnen alle analyses
en onderliggende documenten die hier betrekking op hebben met de Kamer gedeeld worden?
Waarom heeft het kabinet gekozen om bij de brief van 5 juli 2022 alleen passages uit
de beslisnotitie bij te voegen, terwijl de Kamer om alle onderliggende informatie
had verzocht? Zijn er juridische instrumenten om niet met geld maar met dwangmiddelen
de gasopslag te nationaliseren, gezien de nijpende crisissituatie? Is de Minister
bereid een analyse te doen naar het nationaliseren van de gasopslag (middels verschillende
varianten) en deze te delen met de Kamer?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben van het kabinet vernomen dat zij een juridische
verplichting tot het vullen van de gasopslag in Bergermeer niet wenselijk acht vanwege
mogelijke marktverstoring en vanwege het risico dat Gazprom hier niet aan zou meewerken.
Deze leden vinden het feit dat er marktverstoring optreedt geen reden om af te zien
van een juridische verplichting. Een subsidie, waar nu voor is gekozen, is immers
ook een marktverstorende maatregel. Waarom is de Minister van mening dat deze marktverstorende
maatregel te verkiezen is boven een juridische verplichting, zeker aangezien de belastingbetaler
uiteindelijk moet betalen voor deze maatregel?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister wat de financiële risico’s zijn
van het opvullen van gasopslag Bergermeer voor de betreffende bedrijven. Klopt het
dat deze risico’s in feite beperkt zijn? Kan de Minister deze financiële risico’s
staven met cijfers? Deze leden vinden ook dat financiële risico’s bij uitstek iets
zijn waar de betreffende bedrijven mee moeten kunnen omgaan. Het kan niet zo zijn
dat bedrijven alleen de vruchten plukken van de huidige crisissituatie, terwijl ze
worden afgeschermd van alle mogelijke bedrijfsrisico’s. Deelt de Minister deze mening?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet ook waarom bij voorbaat al wordt
afgezien van een juridische verplichting vanwege de inschatting dat Gazprom hier niet
aan zou meewerken. Wanneer Gazprom niet meewerkt aan deze verplichting kan er toch
gehandhaafd worden met als uiterste consequentie dat Gazprom geen zeggenschap meer
heeft over gasopslag Bergermeer? Is de landsadvocaat al gevraagd om een «second opinion»
over de juridische stappen om Gazprom uit de Nederlandse energie-infrastructuur te
zetten? Wat is de analyse van de landsadvocaat? Kan deze zo snel mogelijk met de Kamer
gedeeld worden? De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat er meer staatscontrole
had moeten plaatsvinden op de gasopslag Bergermeer, waardoor er geen afhankelijkheid
van de markt was gecreëerd in crisissituaties zoals deze. Deelt de Minister deze analyse?
Wordt hier in de toekomst op gestuurd? Welke instrumenten zijn hiervoor beschikbaar?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister hoeveel de gasopslagen per week
gevuld moeten worden als het kabinet nu aanstuurt op een vulgraad van 90 procent.
Welke instrumenten heeft de Minister om te zorgen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
Wat zijn de scenario’s die klaar liggen op het moment dat Rusland er na de onderhoudsonderbreking
voor kiest om geen gas meer te leveren via Nord Stream 1? Bij welke prijsstijging
schakelt Nederland naar de tweede fase (alarm) van het Bescherm- en Herstelplan Gas?
Voor de maatregelen uit de afschakelladder in de derde fase is wetgeving nodig. Is
deze wetgeving in voorbereiding? Wanneer kan de Kamer deze wetsvoorstellen verwachten?
Is er een scenario mogelijk waarbij we, als de gasleveringen via Nord Stream 1 niet
worden hervat, op korte termijn in de derde fase terechtkomen en deze wetgeving dus
op zeer korte termijn al nodig is? Is de Minister het met deze leden eens dat er nu
met de hoge prijzen sprake is van vraaguitval en dus een vorm van economisch afschakelen?
Bij welk prijsniveau grijpt de Minister in om gebruikers te beschermen en ervoor te
zorgen dat gas niet simpelweg naar de hoogste bieder gaat? Welke wet- en regelgeving
is hiervoor nodig? Zijn er in Europa gesprekken over welke industrie systeemkritisch
is en dus voorrang moet krijgen? Zo ja, wat is hierbij de inzet van Nederland?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief
van de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatsecretaris van Economische Zaken
en Klimaat. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de recente analyse van
GTS, welke stelt dat een gastekort vermeden kan worden bij het volledig afsluiten
van Russisch gas deze winter. Hiervoor moet wel aan een aantal voorwaarden worden
voldaan. Kan de Minister een reactie geven op deze analyse en hierbij ingaan op de
relatie tussen de situatie in Duitsland en Nederland, zoals het op korte termijn moeten
vergroten van de importcapaciteit van liquid natural gas (lng) in Duitsland? Wil hij
tevens ingaan op de daling van de vraag waarvan GTS uitgaat, terwijl er zeer extreme
weeromstandigheden op komst zijn die wellicht juist extra elektriciteit voor koelsystemen
gaat vragen? Zijn daar aanvullende energiebesparende maatregelen voor nodig? Wil hij
daarbij ook ingaan op de recent aangescherpte vereisten voor regelvermogen (aFRR),
waardoor extra gas verbruikt wordt?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister in het kader van de actualiteit
tevens om een reactie op de oproep van Duitsland aan Nederland, zoals op 14 juli 2022
in de media te lezen is, om het Groningenveld te heropenen, terwijl de export niet
hoger kan worden dan 35 miljard kuub omdat de gasleidingen dat niet aankunnen en we
dat volgens de berekening van GTS zonder grote problemen aan zouden moeten kunnen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister tot slot waarom hij heeft
afgezien van het bod van EBN om de gasopslag Bergermeer over te nemen. De leden wijzen
de Minister erop dat Nederland in een andere situatie zit ten opzichte van Gazprom
dan enkele maanden terug, wat succesvolle claims minder waarschijnlijk maakt. Heeft
de Minister voldoende vertrouwen in de huidige tendersystematiek wat betreft het vullen
van gasopslag Bergermeer?
II Antwoord / Reactie van de Minister/Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.