Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 171 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de strafbaarstelling van het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden (strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het zich verschaffen,
verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens voor intimiderende
doeleinden strafbaar te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Na artikel 285c van het Wetboek van Strafrecht wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 285d
Degene die zich persoonsgegevens van een ander of een derde verschaft, deze gegevens
verspreidt of anderszins ter beschikking stelt met het oogmerk om die ander vrees
aan te jagen dan wel aan te laten jagen, ernstige overlast aan te doen dan wel aan
te laten doen of hem in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig te hinderen
dan wel ernstig te laten hinderen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van de derde categorie.
ARTIKEL II
Na artikel 298a van het Wetboek van Strafrecht BES wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 298b
Degene die zich persoonsgegevens van een ander of een derde verschaft, deze gegevens
verspreidt of anderszins ter beschikking stelt met het oogmerk om die ander vrees
aan te jagen dan wel aan te laten jagen, ernstige overlast aan te doen dan wel aan
te laten doen of hem in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig te hinderen
dan wel ernstig te laten hinderen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van de derde categorie.
ARTIKEL III
In artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt in onderdeel b
na «285c, « ingevoegd «285d, «.
ARTIKEL IV
In artikel 100, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES wordt in onderdeel
b na «298, eerste lid, « ingevoegd «298b, «.
ARTIKEL V
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.