Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de zichtbaarheidsakkoord Friese taal (Kamerstuk 35925-VII-163)
2022D30630 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
                  de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Binnenlandse
                  Zaken en Koninkrijksrelaties over de Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK)
                  (o.a. Kamerstuk 35 925 VII, nr. 163).
               
De voorzitter van de commissie, Hagen
De adjunct-griffier van de commissie, Honsbeek
Inhoudsopgave
Blz.
                         
                         
                         
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
8
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
9
                         
                         
                         
II
Antwoord/ reactie van de Minister
9
                         
                         
                         
III
Volledige agenda
9
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de agenda en de
                  stukken met betrekking tot Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK). Naar
                  aanleiding van de verschillende stukken hebben deze leden de volgende vragen en opmerkingen.
               
Onderwijs
Scholen in Fryslân zijn wettelijk verplicht een extra leergebied aan te bieden volgens
                  de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs. Die scholen
                  ontvangen daarvoor geen extra tijd of financiering. Volgens de leden van de VVD-fractie
                  is het duidelijk dat het vak Friese taal en cultuur niet op het vereiste wettelijk
                  niveau wordt aangeboden. In de BFTK zijn afspraken gemaakt om dat op het gewenste
                  niveau te brengen in 2030. In haar laatste inspectierapport over het Fries in het
                  primair en voortgezet onderwijs (zie: Inspectie van het onderwijs, «Sizzen is neat,
                  mar dwaan is in ding: Fries in het primair en voortgezet onderwijs, juli 2019) merkte
                  de inspectie een aantal belangrijke zaken op over de bekostiging:
               
• De rijksoverheid zou bovendien inzichtelijk moeten maken hoeveel geld er nodig is
                        zodat besturen het Fries goed kunnen aanbieden (p. 2);
                     
• De rijksbekostiging voor scholen in Fryslân wijkt niet af van die in andere provincies.
                        Wel financiert de provincie een deel van de kosten die besturen maken voor het aanstellen
                        van een leraar Fries. In 2010 adviseerde de stuurgroep Decentralisatie Friese taal
                        naar de provincie Fryslân over de decentralisatie van bevoegdheden van het Rijk naar
                        de provincie (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2010). Een
                        van de adviezen van de stuurgroep was om de kosten van het onderwijs Fries beter in
                        beeld te brengen, zodat ook de bekostiging geëvalueerd kon worden. In de recente herziening
                        (vereenvoudiging) van de onderwijsbekostiging (die ingaat in 2021) is dit advies echter
                        niet betrokken. Wel wordt in 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de toereikendheid
                        van de bekostiging van het vo in het algemeen (4.1.2.1)
                     
• Er is geen actueel beeld over de mate waarin de bekostiging voor het vak Fries toereikend
                        is in zowel het primair als het voortgezet onderwijs. Duidelijk is wel dat de Friese
                        scholen niet meer lumpsum-bekostiging krijgen dan scholen in andere provincies, terwijl
                        zij wel een extra verplicht vak geven (8.1)
                     
In de BFTK zijn langjarige onderwijsambities vastgelegd, die gefinancierd worden vanuit
                  tijdelijke extra financiële middelen van de provincie. De leden van de VVD-fractie
                  zijn benieuwd op wat voor manier het Rijk invulling geeft aan haar wettelijke én financiële
                  verantwoordelijkheid, en het extra vak dat de scholen in Fryslân geven? Is de Minister
                  bereid de conclusies van de onderwijsinspectie op te pakken en hierover nieuwe afspraken
                  met de provincie te maken in de BFTK 2024–2028?
               
Rechtspraak
Ten aanzien van het Fries in de rechtspraak is het conflict over de bekostiging van
                     de tolken een belemmering om dat wettelijke recht uit te kunnen oefenen (zie: Omrop
                     Fryslân, «Fedde Dijkstra legt kwestie Friese rechtbanktolken voor aan Raad van Europa»,
                     29 juni 2022). Het inzetten van tolken is belangrijk hulpmiddel om Fries te kunnen
                     spreken in de rechtbank, maar uiteindelijk een «next best» oplossing. In Fryslân is
                     er volgens de Wet gebruik Friese taal sprake van twee officiële talen: het Nederlands
                     en het Fries. In de BFTK staat opgenomen: Gelet op de staatsrechtelijke positie van
                     de rechtspraak, en de ondertekenende partijen, kan deze bestuursafspraak geen afspraken
                     inhouden ten aanzien van de rechtspraak. De provincie treedt met de Rechtbank Noord-Nederland
                     en het Hof Arnhem-Leeuwarden in overleg. Tussen de provincie en de rechtspraak te
                     maken afspraken worden afzonderlijk vastgelegd.
                  
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hierin een actieve rol aan te nemen,
                     om te bewerkstelligen dat het rechtbankpersoneel zelf het Fries in elk geval passief,
                     het liefst actief kan beheersen (zie: DINGtiid, «Advies: «Friese taal draagt bij aan
                     kwaliteit van de rechtspraak», 5 februari 2020).
                  
Zichtbaarheidsakkoord
In de huidige BFTK is in paragraaf 1.5 een bepaling opgenomen ten aanzien van de rijksverantwoordelijkheid
                     over de zichtbaarheid van het Fries. Rijk en provincie hebben in april van 2022 tevens
                     een zichtbaarheidsakkoord ondertekend om de zichtbaarheid van het Fries in de provincie
                     Fryslân te vergroten.
                  
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of dit betekent dat de Minister hiermee
                     het Fries als officiële taal in al haar facetten ook daadwerkelijk als officiële taal
                     zal implementeren? En niet dat het Fries wettelijk de officiële status heeft, maar
                     in de toepassing door Rijk en provincie niet gelijkwaardig is aan het Nederlands op
                     een enkele sporadische toepassing van het Fries na. Hoe wil de Minister daar verandering
                     in aanbrengen?
                  
Treasoar
De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat het niet goed gaat met het Fries historisch
                  en letterkundig centrum Tresoar. Deze leden hebben begrepen dat het Rijk van plan
                  is zich terug te trekken uit de organisatiestructuur. In 2019 is er, in de BFTK 2019–2023,
                  afgesproken dat het Rijk daar juist deel van uit zou maken vanwege de bijzonder status
                  van het Fries. Zij vragen zich af of de Minister inderdaad voornemens is zich uit
                  de organisatiestructuur terug te trekken. Schend de Minister daarmee niet de gemaakt
                  afspraken in het BFTK?
               
Nieuwe BFTK
De huidige BFTK loopt tot en met 2023. De BFTK heeft veel impact op het Friese taalbeleid.
                  Er is afgesproken dat de ambitie in opvolgende BFTK’s steeds hoger zou moeten komen
                  te liggen. Deelt de Minister de mening dat het ambitieniveau op het ministerie en
                  van de Minister omhoog moet? Waarom worden de aanbevelingen van het Europese Committee
                  of Experts niet meegenomen in de BFTK-structuur? Is de Minister voornemens daar verandering
                  in aan te brengen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden fan de D66-fraksje hawwe mei ynteresse kennis nommen fan de ûnderlizzende
                  stikken foar it skriftlik oerlis Bestjoersoerienkomst Fryske taal en kultuer (hjirnei
                  BFTK). Dizze leden binne de Minister erkentlik foar it ta útfiering bringen fan de
                  moasje (Keamerstik 35 570 VII, nr. 75), om te kommen ta in Sichtberensakkoart mei de provinsje Fryslân.
               
Dy leden konstatearje lykwols dat yn de praktyk de útfiering en finansiering benammen
                  ta lêste fan de provinsje komt. Dizze leden miene dat dat yn in soad gefallen eksemplarysk
                  is foar hoe ’t omgien wurdt mei Frysk taalbelied, en dêrom wolle dizze leden de Minister
                  noch in pear krityske fragen foarlizze.
               
Eftergrûn
De leden fan de D66-fraksje hawwe mei mingde gefoelens kennis nommen fan it Sichtberensakkoart
                  Frysk / Fryske Taal (Keamerstik 35 924 VII, nr. 163). Dizze leden binne oan ’e iene kant bliid dat it Ryk dat akkoart sletten hat en
                  ûnderstreekje dat it Ryk him kommittearre hat oan ynternasjonale ferdragen en tegearre
                  mei de provinsje Fryslân ferantwurdlik is foar de Fryske taal. Dy leden konstatearje
                  oan ’e oare kant dat de gearwurking benammen yn wurd bekrêftige wurdt, mar noch net
                  genôch yn ’e praktyk. Dy leden konstatearje dat it Ryk faak gjin of net folle ferantwurdlikheid
                  nimt oangeande de útfiering en bekostiging.
               
De leden fan de D66-fraksje wolle graach dat dêr feroaring yn komt mei de nije Bestjoersôfspraak
                  Fryske Taal en Kultuer (BFTK). Dizze leden fine it ûnterjochte dat allinnich de provinsje
                  Fryslân as Taalskipper achte wurdt om út besteande middels projekten te finansieren,
                  om de mei troch it Ryk winske koers te farren en resultaten te heljen. Kin de Minister
                  neier taljochtsje oft sy ree is it ambysjenivo yn de nije BFTK yn brede sin te ferheegjen
                  yn gearwurking mei de provinsje en maatskiplike organisaasjes?
               
De leden fan de D66-fraksje hawwe mei grutte ynteresse kennis nommen fan it fuortsetten
                  fan de wurksumheden fan de ekspertkommisje fan it Europeesk Hânfest foar Regionale
                  Talen Of Minderheidstalen en harren besite oan de provinsje Fryslân. Dizze leden freegje
                  de Minister neier ta te ljochtsjen, hoe 't hja de wikselwurking tusken oan de iene
                  kant de oanbefellings en rapportaazje fan de ekspertkommisje en oan de oare kant it
                  opstellen fan in nije BFTK sjocht? Dizze leden freegje oft de Minister de fyzje dielt
                  dat dy twa saken mei-inoar ferbûn wêze moatte soene?
               
Frysk taalûnderwiis
De leden fan de D66-fraksje hechtsje in grutte wearde oan ûnderwiis en yndividuele
                  ûntjouwing, wêrûnder op it mêd fan kultureel ferskaat en taalûntwikkeling. Yn Fryslân
                  is it Frysk njonken it Nederlânsk in lykweardige, offisjele taal. Skoallen binne yn
                  Fryslân ferplichte in fak mear te jaan, it Frysk. Dy leden konstatearje dat dy skoallen
                  dêrfoar amper finansjele stipe krije fan it Ryk, op syn meast € 10,20 de learling
                  (Undersyksrapport Bekostiging fan it fak Fryske taal en kultuer yn it fundearjend
                  ûnderwiis).
               
De leden fan de D66-fraksje fine dat bedrach net genôch en konkludearje dat dêrmei
                  amper les jûn wurde kin. Dizze leden binne fan betinken dat in gebrek oan bekostiging
                  laat ta kwalitatyf minder goed ûnderwiis, in gebrek oan dosinten Frysk en lege taalprofilen.
                  Dizze leden fine it teloarstellend dat omtinken yn in earder Skriftlik Oerlis (Keamerstik
                  35 300 VII, nr. 114) mei de Minister net ta in ferbettering fan de situaasje laat hat. De leden fan de
                  D66-fraksje freegje oft de Minister taljochtsje kin oft se ree is de bekostiging fan
                  it Fryske taalûnderwiis op »e nij yn oerwaging te nimmen by it opstellen fan de nije
                  BFTK?
               
Digitalisearring en ynnovaasje
De leden fan de D66-fraksje ûnderskriuwe it belang fan ynnovaasje en technologyske
                  foarútgong. De provinsje Fryslân draacht by oan it mooglik meitsjen fan Fryske spraaktechnology
                  troch de Ryksuniversiteit Grins (RUG). Der binne mear gefallen bekend wêryn 't it
                  brûken fan de Fryske taal beheind wurdt troch technologyske obstakels. Sa kinne advertinsjes
                  yn it Frysk yn in soad gefallen net pleatst wurde en fine sykmasines dreech Fryske
                  websiden.
               
Yn de tiid fan de ûndertekening fan it Ramtferdrach en it Hânfêst, dêr 't de Ekspertkomitees
                  Nederlân op beoardielje (Keamerstik 35 300 VII, nr. 134) waard ynternet lykwols yn folle mindere mjitte brûkt. De leden fan de D66-fraksje
                  freegje oan de Minister oft sy fan miening is dat it Fryske taalbelied fan Ryk en
                  provinsje mei de tiid meigean moat? Dy leden freegje oan de Minister, hokker rol is
                  weilein foar it Ryk yn it stimulearjen fan ynnovaasjes oangeande it (digitale) gebrûk
                  fan de Fryske taal? Dizze leden freegje oft de Minister yn har taljochting yn te gean
                  op it brûken fan sosjale media, digitalisearring en ynnovaasje yn de nije BFTK?
               
Frysk yn de media
De leden fan de D66-fraksje sprekke harren soargen út oer it gebrek oan sjoernalisten
                  dy 't de Fryske taal yn brede sin behearskje. Dat jildt foar sawol de skreaune media
                  as Omrop Fryslân. Dizze leden binne fan betinken dat dit in bedriging foarmet foar
                  de takomst fan de Fryske sjoernalistyk. Dêrneist binne dizze leden fan miening dat
                  dit liedt ta hege oersetkosten. Op dit stuit binne der bepalingen opnaam oer Omrop
                  Fryslân yn de BFTK fanwege de rol as regionale stjoerder.
               
Dizze leden freegje oft de Minister it belang fan Fryske skreaune media foar it befoarderjen
                  fan de sichtberens en it brûken fan de Fryske taal ûnderskriuwt? Dêrneist freegje
                  dizze leden oft de Minister ree is om yn petear te gean mei oare skreaune Fryske media
                  yn de oanrin nei de nije BFTK? Ta beslút freegje dizze leden oft de Minister yn de
                  besprekkingen foar in nije BFTK, it petear oangean wolle soe mei fertsjintwurdigers
                  fan de ferskate opliedingen Sjoernalistyk, wêrûnder Hogeschool Windesheim en de RUG,
                  oer it opnimmen fan Frysk (taallessen en eventueel ek kultuer) yn it ûnderwiisoanbod?
               
Frysk yn de rjochtspraak
De leden fan de D66-fraksje ûnderskriuwe it swierbefochten rjocht fan Friezen om it
                  Frysk yn de rjochtspraak te brûken. Dizze leden ûnderstreekje dat dat net allinnich
                  yn it belang fan rjochtsbeskerming is, mar ek yn it belang fan de kwaliteit fan de
                  rjochtspraak. It belang fan Frysk yn de rjochtspraak is ek geregeld troch de Minister
                  erkent (Keamerstik 35 300 VII, nr. 114).
               
De leden fan de D66-fraksje hawwe dan ek mei teloarstelling kennis nommen fan de gefolgen
                  fan de wiziging fan de minimumtariven foar tolken dy 't foar de oerheid wurkje, wêrtroch
                  't sy it wurk dellein hawwe. Dizze leden konstatearje dat yn de praktyk de tolken
                  troch de wiziging in heger oerelean kriger, mar dochs in tredde minder betelle wurde
                  foar in saak. Fanwege de ympasse kinne Friezen op dit stuit net gebrûk meitsje fan
                  it Frysk yn de rjochtspraak, in wetlik ferankere rjocht (Wet gebrûk Fryske taal, kêst
                  11). De leden fan de D66-fraksje freegje oan de Minister op hokker wize it rjocht
                  fan de Friezen op it brûken fan Frysk yn de rjochtspraak garandearre wurdt mei in
                  effektive ferleging fan de tariven foar tolken? Dizze leden freegje oft de Minister
                  de miening dielt dat it tekoart oan Fryske rjochtbanktolken effektyf liedt ta in ynbrek
                  op dit rjocht?
               
Tresoar
De leden fan de D66-fraksje misse omtinken foar de posysje fan it Frysk Letterkundich
                  Museum en Dokumintaasjesintrum Tresoar. Dizze leden ferwize nei de BFTK 2019 -2023
                  dêr ’t yn opnaam is dat it Ryk, de provinsje Fryslân en it Frysk Letterkundich Museum
                  en Dokumintaasjesintrum mei-inoar yn it algemien bestjoer fan Tresoar fertsjintwurdige
                  binne, fanwegen de bysûndere rol fan Tresoar foar de Fryske taal en kultuer. De leden
                  freegje oft de Minister neier taljochtsje kin oft sy fan betinken is dat it Ryk net
                  sûnder wjersidige ynstimming fan dizze ôfspraak ôfstappe kin yn de nije BFTK?
               
Taalbelied Ryksoerheid en Ryksútfieringsorganisaasjes
De leden fan de D66-fraksje binne de Minister tige erkenlik foar it opnimmen fan de
                  ynwenners fan de provinsje Fryslân as aparte kommunikaasjedoelgroep yn it Oersetbelied
                  Ryksoerheid. (Keamerstik 35 925 VII, nr. 163). De leden fan de D66-fraksje sprekke de winsk út dat wêr ’t it de kommunikaasjedoelgroep
                  oanbelanget de kommunikaasje standert yn it Frysk en Nederlânsk dien wurdt. Dizze
                  leden freegje oft de Minister ree is de rjochtline Oersetbelied Ryksoerheid yn gearwurking
                  mei de provinsje Fryslân wêr nedich oan te skerpjen? Dizze leden freechje oft de Minister
                  ree is om de antwurden yn dit skriftlik oerlis yn sawol it Frysk as it Nederlânsk
                  te jaan.
               
Ta beslút wolle de leden fan de D66-fraksje noch ûnderstreekje dat it belizzen fan
                  de ferantwurdlikheid by de provinsje Fryslân om bestjoersorganen en Ryksútfieringsorganisaasjes
                  yn it taalgebiet te wizen op it brûken fan de Fryske taal derta liedt dat Frysk taalbelied
                  sterk organisaasje – en persoansafhinklik is en mei de tiid ferwetteret. Dizze leden
                  binne kritysk op it gebrek oan ynset fan de Minister om opfolging te jaan oan de oanbefellings
                  yn it rapport «casestudy Het Gebruik van Fries bij Rijksuitvoeringsorganisaties» fan
                  Dingtiid (Keamerstik 35 300 VII, nr. 119). Dy leden freegje oft de Minister ree is om yn de nije BFTK in sterkere rol foar
                  it Ryk op te nimmen yn it oanmoedigjen fan it opstellen fan Frysk taalbelied troch
                  lanlike útfieringsorganisaasjes dy 't aktyf binne yn it taalgebiet?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie willen in de eerste plaats hun waardering uitspreken voor
                  de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die ook zelf de zichtbaarheid
                  van de Friese taal bevordert in haar brieven aan de Kamer. Deze leden danken de Minister
                  voor het uitvoeren van de motie-Van der Molen/Aukje de Vries (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 75) inzake de zichtbaarheid van het Fries, dat geleid heeft tot het afsluiten van het
                  Zichtbaarheidsakkoord tussen het Rijk en de provincie Fryslân. Zij vertrouwen op een
                  snelle en gedegen uitvoering van de afspraken en vragen de Minister welke concrete
                  afspraken daarover inmiddels met de uitvoerende organisaties zijn gemaakt.
               
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister naar de stand van zaken met betrekking
                  tot de uitvoering van de motie-Van der Molen/ Aukje de Vries over het voortzetten
                  van de deelname aan de Regeling Letterhoeke (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 76). Kan de Minister ingaan op de aard en inhoud van het besluit dat de Kamer ontving
                  (Kamerstuk 35 750, nr. 1) tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling tot de instelling van een openbaar
                  lichaam dat de archiefbescheiden en collecties beheert die berusten in de rijksarchiefbewaarplaats
                  in de provincie Fryslân, de Provinciale en Buma Bibliotheek te Leeuwarden en het Frysk
                  Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum te Leeuwarden? Heeft dit besluit op enigerlei
                  wijze verband met de aangenomen motie?
               
Op 15 juni 2022 hebben provinciale staten van Fryslân het Comité van Experts van de
                  Raad van Europa per brief te kennen gegeven dat het aanbieden van het vak Fries op
                  scholen in de provincie Fryslân gepaard zou moeten gaan met (rijks)financiering. Net
                  zoals scholen in Fryslân financiering ontvangen voor het aanbieden van het vak Nederlands.
                  De grond daarvoor is de gedeelde verantwoordelijkheid tussen de rijksoverheid en de
                  provincie Fryslân voor het Fries, zoals vastgelegd in de Wet gebruik Friese taal,
                  artikel 2a.
               
De leden van de CDA-fractie vragen wat het standpunt van de Minister is inzake de
                  financiering van het vak Fries op scholen voor basis- en voortgezet onderwijs. Erkent
                  de Minister dat het aanbieden van een extra schoolvak zonder aanvullende bijdrage
                  voor scholen financiële consequenties heeft en dat dit ontmoedigend kan werken, terwijl
                  het doel van de Wet gebruik Friese taal juist is: het bevorderen van de beheersing
                  en het gebruik van de Friese taal? Heeft de provincie Fryslân aangegeven welk bedrag
                  benodigd zou zijn? Zo nee, is de Minister bereid dit bij de provincie Fryslân na te
                  vragen? Ziet de Minister aanknopingspunten in de ruim beschikbare aanvullende middelen
                  voor de kwaliteit van het onderwijs om iets aan de concrete situatie te doen? Wat
                  is het actuele standpunt van de Minister aangaande de wens van de provincie Fryslân
                  om het toezicht op de kwaliteit van het aanbod van het schoolvak Fries uit te voeren,
                  in plaats van de Onderwijsinspectie?
               
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op basis van het regeerakkoord
                  de opdracht op zich genomen om de onderlinge samenwerking en afstemming tussen kleinere
                  opleidingen, meer specifiek ook de opleidingen Nederlandse taal en cultuur, te verbeteren
                  om het aanbod te handhaven. Kan de Minister in dat kader ingaan op de positie van
                  de studie naar de Friese taal en cultuur? Welke plaats hebben deze in de lopende gesprekken?
               
Het orgaan voor de Friese Taal, DINGtiid, geeft in zijn tussenrapportage van het BFTK
                  (2019–2023) aan dat het verstandig zou zijn om de bestuursafspraken meer te benaderen
                  als een uitdrukking van een ambitie, dan uitsluitend als een reeks afspraken waarvan
                  de naleving kan worden vastgesteld. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister
                  bereid is de Kamer voorafgaande aan de bestuurlijke gesprekken over een nieuw BFTK
                  per brief te informeren over haar ambities (inzet) inzake de Friese taal? Is de Minister
                  bereid daarbij de aanbevelingen van het Europese Committee of Experts te betrekken?
               
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister iets ziet in de suggestie van DINGtiid
                  om in het komende BFTK ook maatschappelijke partners en hun ambities te betrekken.
                  Deze leden vragen de Minister in haar beantwoording per punt in te gaan op de domeinspecifieke
                  aanbevelingen van DINGtiid in de tussenrapportage.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie danken de Minister voor de toegezonden stukken
                  en de inzet. Tegelijkertijd zien deze leden dat er ook zorgen zijn over de uitvoering
                  van de Friese taal en cultuur. Deze zorgen zijn onder meer geuit richting The Committee
                  of Experts of the European Charter for Regional or Minority Languages. Zij roepen
                  de Minister op werk te maken van deze zorgen en de aanbevelingen die ook vanuit de
                  Raad van Europa worden gedaan.
               
Rechtspraak
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben eerder in schriftelijke vragen al hun
                     zorgen geuit over de beschikbaarheid van beëdigde tolken Fries in de rechtspraak.
                     Deze leden vragen hoe artikel 11 van de Wet gebruik Friese taal momenteel wordt uitgevoerd,
                     ook wanneer geen Friessprekende rechters of raadsheren beschikbaar zijn.
                  
Zij merken op dat het afschaffen van de voorrijdkosten heeft geleid tot een de facto
                     verlaging van het tarief voor tolken, gezien de vaak korte duur van een zitting. Zij
                     zijn bekend met de bredere discussie rondom dit punt maar vragen de Minister hoe zij
                     deze zorgen weegt specifiek voor de Friese tolken, gezien de bijzondere wettelijke
                     borging van de Friese taal in de rechtspraak.
                  
Tresoar
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Minister vasthoudt aan de eerder
                  gemaakte afspraak om het Rijk onderdeel te laten blijven van de organisatiestructuur
                  van het Fries historisch en letterkundig centrum Tresoar. Deze leden vragen ook naar
                  het bredere toekomstperspectief voor Tresoar. Zij uiten hun zorgen over de geluiden
                  dat de Minister mogelijk voornemens is zich terug te trekken uit de organisatiestructuur.
               
Nieuwe BFTK
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe de Minister de afspraken rondom de
                  Friese taal en cultuur voor zich ziet ná 2023. Voorts vragen deze leden hoe, beter
                  dan nu, de aanbevelingen die vanuit Europa worden gedaan een plek kunnen krijgen binnen
                  de huidige dan wel toekomstige BFTK-structuur.
               
Fries bij rijksdiensten
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het van belang dat de overheid ook aan
                  de wet voldoet in de communicatie met burgers. Deze leden constateren dat dit niet
                  het geval is in communicatie met bijvoorbeeld de belastingdienst door Friese verenigingen.
                  Wanneer zal dit wel het geval zijn? Voorts vragen zij of, meer nog dan nu, bij meertalig
                  aanbieden van informatie van het Rijk ook het Fries als taaloptie kan worden meegenomen.
                  Zij betreuren het feit dat dit nu vaak vergeten lijkt te worden.
               
Fries in het onderwijs
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het klopt dat scholen geen middelen
                  krijgen voor het aanbieden van het Fries, terwijl dit wel een verplichting is. Voorts
                  vragen deze leden naar het tekort aan docenten. Welke maatregelen kan de Minister
                  nemen om dit tekort op te lossen, juist vanwege het belang van goed taalonderwijs
                  voor de toekomstbestendigheid van het Fries.
               
Vragen en opmerkingen van het lid van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het zichtbaarheidsakkoord
                  Friese taal en de bredere voortgang van het bestuursakkoord. Deze leden hebben enkele
                  vragen.
               
De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister kan toelichten waarom de keuze voor
                  tweetalige bewegwijzering en informatievoorziening langs rijkswegen in de vorm van
                  een pilot plaatsvindt. Welke onduidelijkheden of onzekerheden zijn er die ertoe nopen
                  eerst een proef te doen? Waarom kan deze maatregel niet meteen definitief worden ingevoerd?
               
De leden van de SGP-fractie constateren dat het zichtbaarheidsakkoord zich specifiek
                  richt op bewegwijzering in openbare ruimte in Rijksgebouwen. Deze leden vragen in
                  hoeverre ook ambities of verplichtingen bestaan ten aanzien van gebouwen van instellingen
                  die in de semipublieke sector opereren.
               
De leden van de SGP-fractie vragen waarom de herziening van het curriculum inzake
                  de Friese taal afhankelijk zou zijn van het landelijke proces van curriculumherziening.
                  Is de Friese taal niet een dermate specifieke en exclusieve aangelegenheid dat deze
                  ook afzonderlijk kan worden doorgezet?
               
De leden van de SGP-fractie lezen dat de Minister voor Rechtsbescherming zal ingaan
                  op het borgen van het Fries in het rechtsverkeer. Deze leden vragen of daarbij ook
                  specifiek de tolkenvergoeding wordt betrokken? Is de Minister van mening dat de vergoeding
                  niet een sta-in-de-weg mag zijn voor het verhogen van de beschikbaarheid van tolken?
               
II Antwoord/ Reactie van de Minister
               
III Volledige agenda
               
Zichtbaarheidsakkoord Friese taal
Kamerstuk 35 925 VII, nr. 163 – Brief d.d. 17 mei 2022, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  H.G.J. Bruins Slot
               
Stand van zaken Friese taal
Kamerstuk 35 925 VII, nr. 146 – Brief d.d. 25 april 2022, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  H.G.J. Bruins Slot
               
Werkprogramma DINGtiid 2022–2023
Kamerstuk 33 335, nr. 19 – Brief d.d. 21 september 2021, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  K.H. Ollongren
               
Zevende rapportage en reactie Nederland Europees Handvest voor regionale talen of
                     talen van minderheden en het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden
Kamerstuk 35 570 VII, nr. 100 – Brief d.d. 31 mei 2021, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  K.H. Ollongren
               
Reactie op verzoek commissie inzake de brief van Provincie Fryslân te Leeuwarden d.d.
                     3 februari over «Aangenomen motie van treurnis aan de Europese Commissie over het
                     afwijzen van het «Minority Safepack Initiative»
Kamerstuk 22 112, nr. 3102 – Brief d.d. 7 mei 2021, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  K.H. Ollongren
               
Toezegging bescherming Papiaments en moties inzake Friese taal
Kamerstuk 35 570 VII, nr. 96 – Brief d.d. 23 maart 2021, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  K.H. Ollongren
               
Fiche: Mededeling over Europees burgerinitiatief «Minority SafePack»
Kamerstuk 22 112, nr. 3056 – Brief d.d. 26 februari 2021, Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Zesde evaluatie en reactie Nederland inzake Europees Handvest voor regionale talen
                     of talen van minderheden
Kamerstuk 35 300 VII, nr. 134 – Brief d.d. 21 juli 2020, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  K.H. Ollongren
               
Reactie op de casestudy «Het Gebruik van het Fries bij Rijksuitvoeringsorganisaties»
Kamerstuk 35 300 VII, nr. 119 – Brief d.d. 11 mei 2020, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  K.H. Ollongren
               
Antwoorden op vragen commissie over o.a. toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen
                     Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019 (Kamerstuk
                     35 300 VII, nr. 94)
Kamerstuk 35 300 VII, nr. 114 – Brief d.d. 7 april 2020, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  R.W. Knops
               
Reactie op de zelfevaluatie adviesorgaan DINGtiid 2014–2018
Kamerstuk 35 300 VII, nr. 96 – Brief d.d. 30 januari 2020, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  R.W. Knops
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken - 
              
                  Mede ondertekenaar
G.C. Honsbeek, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.