Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 168 Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met een informatieplicht voor luchthavenexploitanten en enkele technische verbeteringen
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat er een informatieplicht
is voor luchthavenexploitanten ten behoeve van de taakuitvoering van de minister als
vastgelegd in de Wet luchtvaart; alsmede dat het wenselijk is enkele technische verbeteringen
aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5.10, vierde lid, wordt «artikel 5.23, eerste lid, onderdeel d» vervangen
door «artikel 5.23, eerste lid, onderdeel c».
B
In artikel 5.11, eerste lid, onderdeel c, wordt «bijzondere luchtverkeersgebieden»
vervangen door «tijdelijke gebieden met beperkingen».
C
Aan artikel 8.45, derde lid, wordt toegevoegd «, indien deze overschrijding het gevolg
is van uitzonderlijke omstandigheden.»
D
Aan artikel 8a.48, eerste lid, tweede zin, wordt toegevoegd «, met dien verstande
dat de heroverweging en eventuele aanpassingen die in 2023 moeten plaatsvinden, kunnen
worden uitgesteld naar uiterlijk 18 juli 2024».
E
Aan Titel 8A.5 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 8a.53a
1. De exploitant van de luchthaven Schiphol en de exploitant van een luchthaven van
nationale betekenis verstrekken Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat op
diens verzoek alle bij hen berustende gegevens met betrekking tot de exploitatie,
de veiligheid, het milieu of het gebruik van de luchthaven voor zover dit noodzakelijk
is voor de vervulling van de taken en bevoegdheden van Onze Minister van Infrastructuur
en Waterstaat bij of krachtens deze wet.
2. De exploitant is verplicht de in het eerste lid bedoelde gegevens op de door Onze
Minister van Infrastructuur en Waterstaat aan te geven wijze en binnen de door laatstgenoemde
te bepalen redelijke termijn te verstrekken. De exploitant geeft bij het verstrekken
van de gevraagde informatie zo nodig aan welke informatie als bedrijfsvertrouwelijk
moet worden aangemerkt.
3. Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat gebruikt de gegevens uitsluitend voor
de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden bij of krachtens deze wet.
F
Aan § 10.3.3.6 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 10.36a
Artikel 8a.53a is van toepassing op de burgerexploitant.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.