Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Beleidsartikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringenBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.2 Beleidsartikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaatBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.3 Beleidsartikel 3: Sociale vooruitgangBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.4 Beleidsartikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkelingBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.5 Beleidsartikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzetBudgettaire gevolgen van beleidToelichting
36 120 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII), voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2021‒2022
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,E.N.A.J. Schreinemacher
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2022 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de substantiële verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 233 miljoen en een verhoging van de geraamde ontvangsten met EUR 1,7 miljoen.
Bij het coalitieakkoord Rutte IV is het budget voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) verhoogd met EUR 300 miljoen in 2022 t/m 2024 en vanaf 2025 met structureel EUR 500 miljoen. In dit wetvoorstel worden deze coalitieakkoordmiddelen, minus de aanvulling op de asieltoerekening voor eerstejaarsopvang, toegevoegd aan de BHOS-begroting.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2022
Vastgestelde begroting 2022
3 265 762
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Klimaat
2.3
30 555
2) Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids
3.1
50 000
3) Humanitaire hulp
4.1
81 762
4) Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
4.2
57 000
Overige mutaties
13 782
Stand 1e suppletoire begroting 2022
3 498 861
Toelichting
1) Klimaat
De ophoging van het klimaatbudget betreft enerzijds een positieve bijstelling als gevolg van een meerjarige aanvulling vanuit het verdeelartikel 5.4 in 2023 met EUR 45 miljoen, in 2024 met EUR 44 miljoen en in 2025 en 2026 met EUR 38 miljoen. En daarnaast is vanuit de toegekende middelen van het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8), budget toegekend aan klimaat (EUR 30 miljoen per jaar voor 2022 t/m 2024 en EUR 130 miljoen per jaar vanaf 2025).
2) SRGR
De ophoging van het uitgavenbudget van artikelonderdeel 3.1 betreft de toegekende middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV (EUR 50 miljoen per jaar) voor de COVID-bestrijding via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het versterken van primaire gezondheidssystemen en inzet op SRGR.
3) Humanitaire hulp
De verhoging is gerelateerd aan de crisis in Oekraïne en betreffen uitgaven voor de eerste opvang in de regio van vluchtelingen uit Oekraïne (EUR 20 miljoen), de Giro 555 bijdrage voor de samenwerkende hulporganisaties voor de oorlog in Oekraïne (EUR 15 miljoen) en ten behoeve van de wereldwijde impact van de crisis door toegenomen voedselonzekerheid elders in de wereld (EUR 46,7 miljoen). De laatste twee verhogingen zijn gedaan vanuit het verdeelartikel 5.4. Verder is ten behoeve van opvang in de regio van vluchtelingen uit Oekraïne het budget eenmalig verhoogd met EUR 20 miljoen. Deze uitgaven zijn onderdeel van de toegekende middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV voor opvang in de regio.
4) Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
De verhoging betreft de toegekende coalitieakkoordmiddelen uit het coalitieakkoord Rutte IV voor de opvang en bescherming in de regio (EUR 70 miljoen, waarvan EUR 20 miljoen voor humanitaire hulp in verband met eerste opvang van vluchtelingen). Daarnaast is onder andere het budget extra opgehoogd met EUR 10 miljoen voor opvang van vluchtelingen uit Oekraïne in Moldavië vanuit het verdeelartikel 5.4.
3 Beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2022
2022
2022
2022
2022
2023
2024
2025
2026
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
575 216
0
575 216
49 103
624 319
537
30
22
‒ 213
waarvan garantieverplichtingen
100 000
0
100 000
0
100 000
waarvan overige verplichtingen
475 216
0
475 216
49 103
524 319
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
550 199
0
550 199
5 147
555 346
487
487
487
1 987
waarvan juridisch verplicht
90%
91%
1.1
Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO
31 525
0
31 525
‒ 113
31 412
‒ 13
‒ 13
‒ 13
‒ 13
Subsidies (regelingen)
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
13 575
0
13 575
0
13 575
0
0
0
0
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
2 611
0
2 611
‒ 100
2 511
0
0
0
0
Opdrachten
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
2 294
0
2 294
‒ 13
2 281
‒ 13
‒ 13
‒ 13
‒ 13
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
1 850
0
1 850
0
1 850
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
6 000
0
6 000
0
6 000
0
0
0
0
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA)
5 195
0
5 195
0
5 195
0
0
0
0
1.2
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
86 665
0
86 665
6 760
93 425
2 000
2 000
2 000
2 000
Subsidies (regelingen)
Programma's internationaal ondernemen
10 000
0
10 000
200
10 200
0
0
0
0
Versterking concurrentiepositie Nederland
6 502
0
6 502
0
6 502
0
0
0
0
Invest Internationaal
9 000
0
9 000
0
9 000
0
0
0
0
Dutch Trade and Investment Fund
4 499
0
4 499
0
4 499
0
0
0
0
Garanties
Dutch Trade and Investment Fund
1 500
0
1 500
0
1 500
0
0
0
0
Opdrachten
Programma's internationaal ondernemen
11 566
0
11 566
0
11 566
0
0
0
0
Dutch Trade and Investment Fund
450
0
450
0
450
0
0
0
0
Wereldtentoonstelling Dubaï
0
0
0
3 500
3 500
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
43 148
0
43 148
3 060
46 208
2 000
2 000
2 000
2 000
1.3
Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
432 009
0
432 009
‒ 1 500
430 509
‒ 1 500
‒ 1 500
‒ 1 500
0
Subsidies (regelingen)
Marktontwikkeling en markttoegang
8 450
0
8 450
0
8 450
0
0
0
0
Economic governance and institutions
26 400
0
26 400
‒ 1 500
24 900
‒ 1 500
‒ 1 500
‒ 1 500
0
Financiële sector ontwikkeling
36 810
0
36 810
‒ 2 896
33 914
‒ 3 730
‒ 2 500
‒ 1 500
‒ 1 000
Infrastructuurontwikkeling
36 500
0
36 500
‒ 3 100
33 400
‒ 1 700
‒ 1 800
0
0
Duurzame productie en handel
39 700
0
39 700
0
39 700
0
0
0
0
(Jeugd)werkgelegenheid
6 000
0
6 000
0
6 000
0
0
0
0
Nexus onderwijs en werk
0
0
0
12 350
12 350
9 450
7 579
7 522
7 000
Lokale private sector ontwikkeling
0
0
0
1 470
1 470
1 040
580
500
0
Leningen
Infrastructuurontwikkeling
10 000
0
10 000
0
10 000
0
0
0
0
Financiële sector ontwikkeling
34 000
0
34 000
0
34 000
0
0
0
0
Garanties
Financiële sector ontwikkeling
1 000
0
1 000
1 000
0
0
0
0
Opdrachten
Marktontwikkeling en markttoegang
12 000
0
12 000
0
12 000
0
0
0
0
Economic governance and institutions
18 000
0
18 000
0
18 000
0
0
0
0
Financiële sector ontwikkeling
4 000
0
4 000
0
4 000
0
0
0
0
Infrastructuurontwikkeling
750
0
750
0
750
0
0
0
0
(Jeugd)werkgelegenheid
19 305
0
19 305
0
19 305
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
34 000
0
34 000
0
34 000
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
International Labour Organisation
5 700
0
5 700
0
5 700
0
0
0
0
Lokale private sector ontwikkeling
29 794
0
29 794
1 426
31 220
2 690
1 920
1 000
1 000
Marktontwikkeling en markttoegang
8 500
0
8 500
0
8 500
0
0
0
0
Partnershipprogramma ILO
5 500
0
5 500
0
5 500
0
0
0
0
Economic governance and institutions
10 000
0
10 000
0
10 000
0
0
0
0
Financiële sector ontwikkeling
3 000
0
3 000
0
3 000
0
0
0
0
Infrastructuurontwikkeling
57 000
0
57 000
0
57 000
0
0
0
0
(Jeugd)werkgelegenheid
3 000
0
3 000
0
3 000
0
0
0
0
Nexus onderwijs en werk
22 600
0
22 600
‒ 9 250
13 350
‒ 7 750
‒ 5 779
‒ 7 522
‒ 7 000
Ontvangsten
6 264
0
6 264
0
6 264
0
0
0
0
1.10
Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
3 264
0
3 264
0
3 264
0
0
0
0
1.30
Ontvangsten DGGF
3 000
0
3 000
0
3 000
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 1 neemt in 2022 toe vanwege het aangaan van nieuwe committeringen voor onder andere het Health Innovation Fund, Programma Uitgezonden Managers (PUM-DECP) en Private Infrastructure Development Group (PIDG). In 2023 e.v. neemt het verplichtingenbudget af. De toename in 2022 is in lijn met het uitgavenbudget voor de komende jaren.
Uitgaven
Technische mutaties
BZ werkt in Rijksbreed kader aan een betere aansluiting tussen de financiële systemen enerzijds en de begrotingstabellen anderzijds om zo in het kader van ‘verantwoord begroten’ de financiële inzet op instrumentniveau te presenteren. Dat leidt binnen artikelonderdeel 1.3 tot aanpassingen op instrument- en detailniveau voor de gedecentraliseerde budgetten Nexus onderwijs en werk.
Artikelonderdeel 1.2
Het uitgavenbudget voor artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie neemt per saldo toe doordat de wereldtentoonstelling Expo 2020 Dubai met een jaar is uitgesteld als gevolg van de huidige COVID-pandemie, wat extra kosten met zich meebrengt. De Nederlandse deelname stond in het teken van Uniting Water, Energy and Food. Verder is de bijdrage aan RVO verhoogd ter compensatie van prijsstijgingen.
3.2 Beleidsartikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2022
2022
2022
2022
2022
2023
2024
2025
2026
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
636 000
0
636 000
309 040
945 040
59 730
45 500
118 000
81 500
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
776 880
0
776 880
29 555
806 435
74 445
73 445
167 515
168 000
waarvan juridisch verplicht
95%
91%
2.1
Voedselzekerheid
328 672
0
328 672
0
328 672
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
20 000
0
20 000
‒ 2 000
18 000
0
0
0
0
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.
38 000
0
38 000
‒ 22 500
15 500
‒ 22 500
‒ 22 500
‒ 22 500
‒ 22 500
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
3 000
0
3 000
0
3 000
0
0
0
0
Uitbannen huidige honger en voeding
25 327
0
25 327
0
25 327
0
0
0
0
Voedselzekerheid
0
0
0
62 396
62 396
47 572
40 560
35 865
33 990
Opdrachten
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
33 000
0
33 000
‒ 12 000
21 000
‒ 12 450
‒ 11 970
‒ 10 500
‒ 9 500
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
10 000
0
10 000
0
10 000
0
0
0
0
Voedselzekerheid
0
0
0
2 200
2 200
1 000
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
4 245
0
4 245
‒ 350
3 895
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties
Voedselzekerheid
147 650
0
147 650
‒ 48 796
98 854
‒ 36 122
‒ 28 590
‒ 25 365
‒ 24 490
Realiseren Ecologische Houdbare Voedselsystemen
5 000
0
5 000
0
5 000
0
0
0
0
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.
18 450
0
18 450
21 050
39 500
22 500
22 500
22 500
22 500
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
20 000
0
20 000
0
20 000
0
0
0
0
Uitbannen huidige honger en voeding
4 000
0
4 000
0
4 000
0
0
0
0
2.2
Water
188 619
0
188 619
‒ 1 000
187 619
‒ 1 000
‒ 1 000
‒ 700
0
Subsidies (regelingen)
Waterbeheer
17 045
0
17 045
10 809
27 854
8 250
4 621
2 750
2 000
Drinkwater en sanitatie
24 429
0
24 429
‒ 3 255
21 174
273
‒ 3 500
‒ 3 200
0
Opdrachten
Waterbeheer
0
0
0
7 391
7 391
5 927
4 029
3 000
0
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
2 000
0
2 000
0
2 000
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties
Waterbeheer
95 050
0
95 050
‒ 17 770
77 280
‒ 14 750
‒ 6 150
‒ 3 250
‒ 2 000
Drinkwater en sanitatie
50 095
0
50 095
1 825
51 920
‒ 700
0
0
0
2.3
Klimaat
259 589
0
259 589
30 555
290 144
75 445
74 445
168 215
168 000
Subsidies (regelingen)
Klimaat algemeen
32 400
0
32 400
1 750
34 150
1 100
400
0
0
Hernieuwbare energie
35 000
0
35 000
‒ 9 000
26 000
‒ 9 000
‒ 9 000
‒ 9 000
‒ 9 000
Dutch Fund for Climate and Development
40 000
0
40 000
0
40 000
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
3 000
0
3 000
320
3 320
400
400
400
400
Bijdrage aan (inter) nationale organisaties
Contributie IZA/IZT
357
0
357
0
357
0
0
0
0
Klimaatprogramma's (non-ODA)
1 150
0
1 150
555
1 705
445
445
215
0
Klimaat algemeen
123 540
0
123 540
27 930
151 470
73 500
73 200
167 600
167 600
Hernieuwbare energie
17 000
0
17 000
9 000
26 000
9 000
9 000
9 000
9 000
UNEP
7 142
0
7 142
0
7 142
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 2 neemt toe vanaf 2022. Dit is in lijn met de verhoging van het uitgavenbudget. Dit is mede mogelijk vanwege de middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV die zijn toegekend aan klimaat. Mede daarmee kan gevolg worden gegeven aan de collectieve internationale toezegging om USD 100 miljard per jaar voor klimaatactie in OS-landen beschikbaar te stellen. In 2022 wordt voorts op klimaat non-ODA in 2022 een nieuwe committering aangegaan voor het RVO-programma Klimaat- en Energiediplomatie en een additionele bijdrage gedaan aan de organisatie IRENA. Ook wordt op het thema klimaat een nieuwe verplichting aangegaan op het gebied van hernieuwbare energie in de Sahel en Noord-Afrika.
Op het gebied van de thema’s voedselzekerheid en water worden er voorts in diverse landen verplichtingen aangegaan vanuit het decentrale budget, waaronder in Benin voor een programma van SNV gericht op versterking van voedselzekerheid en agrarische productiviteit in het noorden van dit land, met een focus op klimaatbestendige landbouw en duurzame oogsten. Op het gebied van waterbeheer speelt dit voor diverse verplichtingen waaronder in Bangladesh (UNICEF t.b.v. Rohingya’s), in Egypte (o.a. met de FAO gericht op climate smart agriculture irrigation), in Burkina Faso (een identificatiemissie) en voor programma's in Mali en Niger. Daarnaast worden er ook nieuwe verplichtingen aangegaan op het gebied van integraal waterbeheer voor programma's zoals o.a.: de waterconferentie 2023, het Global Water Security Partnership met de Wereldbank en een bijdrage aan de OMVS (Organisation pour la mise en valeur du fleuve Sénégal).
Uitgaven
Technische mutaties
BZ werkt in Rijksbreed kader aan een betere aansluiting tussen de financiële systemen enerzijds en de begrotingstabellen anderzijds om zo in het kader van ‘verantwoord begroten’ de financiële inzet op instrumentniveau te presenteren. Dat leidt binnen artikelonderdelen 2.1 en 2.2 tot aanpassingen op instrument- en detailniveau voor de gedecentraliseerde budgetten voedselzekerheid en waterbeheer.
Artikelonderdeel 2.2
Het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 2.2 neemt meerjarig af als gevolg van een meerjarige budgetoverheveling naar artikelonderdeel 4.3 Veiligheid en Rechtsstaatontwikkeling bedoeld als bijdrage aan het multi-thematische programma van VNG-International.
Artikelonderdeel 2.3
Het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 2.3 klimaat neemt meerjarig toe. Het budget is meerjarig aangevuld vanuit het verdeelartikel 5.4 in 2023 met EUR 45 miljoen, in 2024 met EUR 44 miljoen en in 2025 en 2026 met EUR 38 miljoen. Daarnaast is vanuit de toegekende middelen van het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8), budget toegekend aan klimaat (EUR 30 miljoen per jaar voor 2022 t/m 2024 en EUR 130 miljoen per jaar vanaf 2025). Hiermee draagt Nederland bij aan de collectieve internationale toezegging om USD 100 miljard per jaar beschikbaar te maken voor klimaatactie in OS-landen. Hiermee dragen we extra bij aan groene-investeringen in Afrika, het tegengaan van ontbossing, versterking van de klimaatweerbaarheid van de meest kwetsbaren en aan multilaterale klimaatfondsen zoals de Global Environment Facility (GEF). Daarnaast wordt er in 2022 op Klimaat non-ODA een nieuwe meerjarige committering aangegaan voor een RVO-programma Klimaat- en Energiediplomatie en wordt een additionele bijdrage gedaan aan de organisatie IRENA.
3.3 Beleidsartikel 3: Sociale vooruitgang
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Sociale vooruitgang (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2022
2022
2022
2022
2022
2023
2024
2025
2026
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
956 568
7 500
964 068
‒ 4 665
959 403
111 572
‒ 51 878
11 162
43 087
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
847 956
7 500
855 456
50 000
905 456
50 000
50 000
50 000
50 000
waarvan juridisch verplicht
95%
86%
3.1
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids
529 119
0
529 119
50 000
579 119
50 000
50 000
50 000
50 000
Subsidies (regelingen)
SRGR en hiv/aids
104 343
0
104 343
51 797
156 140
68 853
61 938
58 747
55 067
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis
0
0
0
52 000
52 000
52 000
52 000
52 000
52 000
Opdrachten
SRGR en hiv/aids
22 000
0
22 000
‒ 7 000
15 000
10 825
10 825
10 975
10 825
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
100
0
100
300
400
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
WHO/PAHO
6 713
0
6 713
0
6 713
0
0
0
0
SRGR en hiv/aids
171 950
0
171 950
21 241
193 191
‒ 20 881
‒ 13 966
‒ 10 925
‒ 7 095
UNFPA
75 000
0
75 000
0
75 000
0
0
0
0
UNAIDS
20 000
0
20 000
0
20 000
0
0
0
0
Partnershipprogramma WHO
12 013
0
12 013
3 203
15 216
3 203
3 203
3 203
3 203
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis
52 000
0
52 000
‒ 52 000
0
‒ 52 000
‒ 52 000
‒ 52 000
‒ 52 000
UNICEF
9 000
0
9 000
0
9 000
‒ 12 000
‒ 12 000
‒ 12 000
‒ 12 000
Vrouwenrechten en keuzevrijheid
56 000
0
56 000
‒ 19 541
36 459
0
0
0
0
3.2
Vrouwenrechten en gendergelijkheid
51 643
0
51 643
0
51 643
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
Vrouwenrechten
36 243
0
36 243
669
36 912
0
0
0
0
Opdrachten
Vrouwenrechten
1 000
0
1 000
0
1 000
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Vrouwenrechten
8 400
0
8 400
‒ 669
7 731
0
0
0
0
UNWOMEN
6 000
0
6 000
0
6 000
0
0
0
0
3.3
Maatschappelijk middenveld
197 644
7 500
205 144
0
205 144
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
Twinningsfaciliteit Suriname
700
0
700
260
960
0
0
0
0
Versterking maatschappelijk middenveld
184 361
7 500
191 861
‒ 9 059
182 802
‒ 3 733
‒ 2 837
‒ 3 637
‒ 2 887
Opdrachten
Versterking maatschappelijk middenveld
4 000
0
4 000
6 000
10 000
2 000
2 000
2 000
2 000
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds
0
0
0
1 000
1 000
1 000
1 000
1 000
1 000
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Versterking maatschappelijk middenveld
8 583
0
8 583
1 799
10 382
733
‒ 163
637
‒ 113
3.4
Onderwijs
69 550
0
69 550
0
69 550
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
Onderzoeksprogramma's
1 500
0
1 500
0
1 500
0
0
0
0
Opdrachten
Onderwijs
0
0
0
200
200
0
0
0
0
Hoger Onderwijs
48 251
0
48 251
0
48 251
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Onderwijs
9 799
0
9 799
‒ 200
9 599
0
0
0
0
Global partnership for education
10 000
0
10 000
0
10 000
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor SRGR wordt verhoogd met EUR 150 miljoen waarvan de belangrijkste mutaties zijn: het budget voor de posten wordt per saldo verhoogd met EUR 73 miljoen voor het aangaan van meerjarige verplichtingen in o.a. Niger (EUR 30 miljoen), Zuidelijk Afrika (EUR 25 miljoen) en Benin (EUR 23,6 miljoen). Daarnaast wordt het verplichtingenbudget verhoogd voor UNAIDS (EUR 20 miljoen omdat voor vier jaar i.p.v. voor drie jaar wordt gecommitteerd) en voor WHO (EUR 20 miljoen i.v.m. verhoging van de jaarlijkse bijdrage met EUR 5 miljoen per jaar). Tenslotte wordt het verplichtingenbudget verhoogd voor de toegekende middelen uit het coalitieakkoord (EUR 50 miljoen) die ingezet zullen worden voor COVID-bestrijding via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het versterken van gezondheidssystemen en SRGR.
Het verplichtingenbudget voor Maatschappelijk middenveld wordt verlaagd omdat meerjarige programma’s al in 2020 en 2021 zijn verplicht.
Het verplichtingenbudget voor Onderwijs wordt verlaagd omdat de huidige fase van het Orange Knowledge Programme is verlengd en de nieuwe fase niet in 2022 maar in 2023 wordt gecommitteerd.
Uitgaven
Technische mutaties
BZ werkt in Rijksbreed kader aan een betere aansluiting tussen de financiële systemen enerzijds en de begrotingstabellen anderzijds om zo in het kader van ‘verantwoord begroten’ de financiële inzet op instrumentniveau te presenteren. Dat leidt binnen artikelonderdelen 3.1 en 3.3 tot aanpassingen op instrument- en detailniveau voor de gedecentraliseerde budgetten SRGR en Versterking maatschappelijk middenveld.
Artikelonderdeel 3.1
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.1 is meerjarig verhoogd. Deze verhoging betreft de toegekende intensiveringsmiddelen uit het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8). Deze intensiveringsmiddelen (EUR 50 miljoen per jaar) zullen worden besteed aan de COVID-bestrijding via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en het versterken van wereldwijde gezondheidssystemen en SRGR.
3.4 Beleidsartikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2022
2022
2022
2022
2022
2023
2024
2025
2026
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
1 000 214
‒ 7 500
992 714
471 362
1 464 076
55 600
‒ 116 000
306 000
83 000
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
815 152
‒ 7 500
807 652
144 262
951 914
72 500
72 500
122 200
120 000
waarvan juridisch verplicht
86%
90%
4.1
Humanitaire hulp
438 017
‒ 7 500
430 517
81 762
512 279
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
Noodhulpprogramma's
107 000
0
107 000
0
107 000
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Noodhulpprogramma's
248 000
‒ 7 500
240 500
73 762
314 262
0
0
0
0
Noodhulpprogramma's non-ODA
1 017
0
1 017
0
1 017
0
0
0
0
UNHCR
33 000
0
33 000
0
33 000
0
0
0
0
UNRWA
13 000
0
13 000
0
13 000
0
0
0
0
Wereldvoedselprogramma
36 000
0
36 000
8 000
44 000
0
0
0
0
4.2
Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
162 000
0
162 000
57 000
219 000
67 000
67 000
117 000
120 000
Subsidies (regelingen)
Opvang in de regio
5 000
0
5 000
0
5 000
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Opvang in de regio
123 000
0
123 000
57 000
180 000
67 000
67 000
117 000
120 000
Migratie en ontwikkeling
34 000
0
34 000
0
34 000
4.3
Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
215 135
0
215 135
5 500
220 635
5 500
5 500
5 200
0
Subsidies (regelingen)
Legitieme stabiliteit
7 000
0
7 000
0
7 000
0
0
0
0
Inclusieve vredes- en politieke processen
8 000
0
8 000
5 500
13 500
5 500
5 500
5 200
0
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen
2 000
0
2 000
0
2 000
0
0
0
0
Functionerende rechtsorde
21 205
0
21 205
12 538
33 743
11 680
6 350
3 338
500
Opdrachten
Inclusieve vredes- en politieke processen
0
0
0
1 500
1 500
1 500
1 500
1 500
1 500
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Legitieme stabiliteit
9 000
0
9 000
0
9 000
0
0
0
0
Functionerende rechtsorde
132 930
0
132 930
‒ 11 788
121 142
‒ 10 930
‒ 5 600
‒ 3 338
‒ 500
Inclusieve vredes- en politieke processen
35 000
0
35 000
‒ 2 250
32 750
‒ 2 250
‒ 2 250
‒ 1 500
‒ 1 500
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 4 neemt in 2022 met EUR 7,5 miljoen af vanwege de verwerking van het amendement van het lid Hammelburg c.s. (vergaderjaar 2021-2022, 35 925 XVII nr. 18) en neemt toe met EUR 471 miljoen. Deze toename in 2022 is toe te schrijven aan de toegekende middelen uit het coalitieakkoord Rutte IV (EUR 70 miljoen voor opvang in de regio waarvan EUR 20 miljoen voor het VN-appeal voor opvang in de regio ten behoeve van vluchtelingen Oekraïne via het beleidsartikel voor humanitaire hulp), verhogingen verband houdende met de crisis in Oekraïne (EUR 15 miljoen Giro 555 actie, EUR 10 miljoen opvang vluchtelingen Moldavië en een verhoging met EUR 47 miljoen voor humanitaire hulp toegenomen honger elders in de wereld). De resterende stijging van EUR 329,6 miljoen in 2022 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan nieuwe verplichtingenbudgetten voor noodhulp. Dit betreffen subsidies (EUR 217 miljoen) vanwege de publicatie van een nieuw meerjarig subsidiebeleidskader en bijdragen (EUR 332 miljoen) voor meerjarige committeringen voor Central Emergency Response Fund (CERF), International Committee of the Red Cross (ICRC), UNICEF en United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA). Daarnaast is er sprake van neerwaartse bijstellingen (EUR 246 miljoen) vanwege de verwachting dat al in 2021 meerjarige verplichtingen konden worden aangegaan met een aantal VN-instellingen met betrekking tot de algemene vrijwillige bijdrage. Tenslotte zijn er meerdere kleinere mutaties van per saldo circa EUR 27 miljoen.
Voor de periode 2023 tot en met 2026 worden de verplichtingenbudgetten verhoogd vanwege de toegekende coalitieakkoordmiddelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking (resp. EUR 70 miljoen voor 2023 en 2024 en EUR 120 miljoen voor 2025 en 2026). In aanvulling daarop zijn er de volgende grote mutaties:
In 2024 is er sprake van een neerwaartse bijstelling van het verplichtingenbudget voor Noodhulp subsidies en bijdragen vanwege de in 2022 aangegane meerjarige verplichtingen. Verder is er een opwaartse bijstelling voor Migratie en ontwikkeling van EUR 34 miljoen, budgetneutraal overgeheveld uit 2025 en 2026 voor het vervolg op het programma COMPASS.
In 2025 is het budget verhoogd voor noodhulp bijdragen en subsidies (samen per saldo EUR 48 miljoen), noodhulp UNHCR (EUR 66 miljoen, budgetneutraal overgeheveld vanuit 2027), UNRWA (EUR 13 miljoen voor nieuwe 4 jarige verplichting) en WFP (EUR 72 miljoen, budgetneutraal overgeheveld vanuit 2027). Daarnaast is er sprake van een verlaging van EUR 17 miljoen voor Migratie en ontwikkeling in 2024, welke budgetneutraal is overgeheveld naar 2024.
Uitgaven
Artikelonderdeel 4.1
Het budget voor humanitaire hulp in 2022 is met EUR 7,5 miljoen verlaagd vanwege de verwerking van het amendement van het lid Hammelburg c.s. (vergaderjaar 2021-2022, 35 925 XVII nr. 18) voor het Civic Space Fund. Aanvullend is het budget voor 2022 met EUR 81,7 miljoen verhoogd. Deze verhoging houdt verband met de oorlog in Oekraïne en betreft het volgende:
– EUR 20 miljoen voor opvang in de regio via het VN-appeal voor hulp aan vluchtelingen gedekt uit de coalitieakkoordmiddelen en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8).
– EUR 15 miljoen voor de Giro 555 actie ten behoeve van de samenwerkende hulporganisaties gedekt vanuit de reserves op het verdeelartikel 5.4
– EUR 46,7 miljoen voor toegenomen honger door voedselonzekerheid elders in de wereld, gedekt vanuit de reserves op het verdeelartikel 5.4.
– Tenslotte is binnen het budget voor noodhulp EUR 8 miljoen overgeheveld naar het budget voor WFP.
Artikelonderdeel 4.2
Het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 4.2 opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking wordt in 2022 opgehoogd met EUR 57 miljoen. Dit betreft EUR 70 miljoen uit de toegekende intensiveringsmiddelen voor opvang in de regio uit het coalitieakkoord van Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4 (zie tabel 8). Hiervan is EUR 20 miljoen overgeheveld naar humanitaire hulp voor de eerste opvang van vluchtelingen uit Oekraïne via het VN-appeal. Aanvullend wordt het budget voor opvang in de regio vanuit de reserves op het verdeelartikel 5.4 opgehoogd met EUR 10 miljoen voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne in Moldavië.
De budgetten voor opvang in de regio voor de jaren 2023 tot en met 2026 worden met EUR 70 miljoen (2023 en 2024) en EUR 120 miljoen (2025 en 2026) opgehoogd vanuit toegekende intensiveringsmiddelen uit het coalitieakkoord Rutte IV en de daaropvolgende aanvulling vanaf het verdeelartikel 5.4.
Tenslotte wordt vanuit artikel 4.2 (Opvang in de regio en migratiesamenwerking) voor de jaren 2022 t/m 2025 jaarlijks EUR 3 miljoen geschoven naar artikel 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling in verband met een bijdrage aan een multi-thematische programma van VNG-International.
Artikelonderdeeldeel 4.3
Vanuit artikel 1.3 Private sector ontwikkeling (2022 t/m 2025 jaarlijks EUR 1,5 miljoen), artikel 2.2 Water (2022 t/m 2024 jaarlijks EUR 1 miljoen, 2025 EUR 0,7 miljoen) en vanuit artikel 4.2 (2022 t/m 2025 jaarlijks EUR 3 miljoen) worden budgetten overgeheveld naar artikel 4.3 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling in verband met een bijdrage aan het multi-thematische programma van VNG-International. De overige mutaties op het artikelonderdeel betreffen de saldi van diverse kleinere verschuivingen tussen de instrumenten voor subsidies en bijdragen binnen het thema functionerende rechtsorde van het artikelonderdeel.
3.5 Beleidsartikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2022
2022
2022
2022
2022
2023
2024
2025
2026
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
502 542
502 542
3 400
505 942
400
200
1 400
2 800
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen
502 542
502 542
505 942
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
275 575
0
275 575
4 135
279 710
5 488
130 801
377 007
389 268
waarvan juridisch verplicht
78%
85%
5.1
Multilaterale samenwerking
151 410
0
151 410
3 680
155 090
180
135
135
135
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
UNIDO
1 950
0
1 950
0
1 950
0
0
0
0
UNDP
28 814
0
28 814
0
28 814
0
0
0
0
UNICEF
31 814
0
31 814
0
31 814
0
0
0
0
Speciale multilaterale activiteiten
4 077
0
4 077
0
4 077
0
0
0
0
Assistent deskundigenprogramma
9 000
0
9 000
0
9 000
0
0
0
0
Internationale Financiële Instellingen
5 490
0
5 490
0
5 490
0
0
0
0
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen
63 789
0
63 789
3 500
67 289
0
0
0
0
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken
6 476
0
6 476
180
6 656
180
135
135
135
5.2
Overig armoedebeleid
107 314
0
107 314
17 306
124 620
3 854
5 235
1 309
‒ 235
Subsidies (regelingen)
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
9 905
0
9 905
‒ 1 580
8 325
200
0
0
0
Nationale SDG Implementatie
0
0
0
650
650
650
650
650
650
Opdrachten
Nationale SDG implementatie
0
0
0
200
200
200
200
200
200
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
UNESCO
4 400
0
4 400
0
4 400
0
0
0
0
Diverse ondersteunende activiteiten
30 041
0
30 041
15 806
45 847
2 287
4 385
459
‒ 1 085
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
410
0
410
2 180
2 590
0
0
0
0
Schuldverlichting
62 308
0
62 308
0
62 308
517
0
0
0
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking
250
0
250
50
300
0
0
0
0
5.4
Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
16 851
0
16 851
‒ 16 851
0
1 454
125 431
375 563
389 368
Ontvangsten
45 310
0
45 310
1 730
47 040
1 730
1 730
1 730
0
5.20
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen
24 134
0
24 134
0
24 134
0
0
0
0
5.21
Ontvangsten OS
21 176
0
21 176
0
21 176
0
0
0
0
5.22
Koersverschillen OS
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.23
Diverse ontvangsten non-ODA
0
0
0
1 730
1 730
1 730
1 730
1 730
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet wordt in 2022 verhoogd. Dit betreft hoofdzakelijk een verhoging van het verplichtingenbudget voor de nationale coördinatietaak van de Sustainable Development Goals (SDG's). Deze nationale coördinatietaak is belegd bij de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en omvat het monitoren, rapporteren en het stimuleren van de samenwerking binnen de overheid intern en tussen overheid en maatschappij.
Uitgaven
Artikelonderdeel 5.1
In 2022 is het uitgavenbudget voor artikelonderdeel 5.1 Multilaterale samenwerking verhoogd. Deze verhoging is toe te schrijven aan een wijziging van het Nederlandse beleid omtrent promesses. Het kabinet heeft in overleg met De Nederlandse Bank (DNB) besloten het beleid omtrent promesses te wijzigen en geen nieuwe promesses uit te geven. Promesses zijn financiële instrumenten die dienen als garanties voor betalingen aan internationale (financiële) instellingen. De Asian Development Bank (AsDB) heeft aangegeven dat door het ontbreken van nieuwe promesses, Nederland over een kortere periode aan haar betalingsverplichting moet voldoen. In 2022 levert dat een budgettaire verhoging op van EUR 3,5 miljoen.
Artikelonderdeel 5.2
Het budget op artikelonderdeel artikel 5.2 Overig armoedebeleid is in 2022 verhoogd. Dit is vooral toe te schrijven aan een overheveling van de Verdragsmiddelen voor Suriname van het verdeelartikel 5.4. De Verdragsmiddelen zijn in 2021 niet meer tot uitputting gekomen en bij de Tweede suppletoire begroting 2021 overgeheveld naar het verdeelartikel 5.4. Deze middelen blijven, conform de uitvoering van het verdrag, de komende jaren wel beschikbaar en zijn hierdoor voor 2022 overgeheveld naar het hiervoor bestemde artikelonderdeel.
Artikelonderdeel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is met ingang van begrotingsjaar 2017 artikel 5.4 gecreëerd, het 'verdeelartikel'. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp in beginsel niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.
Het budget van verdeelartikel 5.4 betreft een saldo van verschillende mutaties die in 2022 op nul uitkomt. In eerste instantie was er sprake van een meerjarige verhoging als gevolg van de meest recente ramingen van het Centraal Planbureau (CEP 2022) over de ontwikkeling van het BNI, en daarmee het ODA-budget. Vervolgens was er sprake van een meerjarige verlaging van het verdeelartikel door een hogere verwachte opvang van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen (naast de hogere uitgaven waarmee in het coalitieakkoord al rekening werd gehouden, zie tabel 8). Hierdoor stijgt de asieltoerekening verder met EUR 89 miljoen in 2022, EUR 113 miljoen in 2023 alsook een verhoging in de jaren daarna. Bovenop deze reguliere asieltoerekening draagt BHOS eenmalig EUR 150 miljoen bij uit het ODA-budget in 2022 voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Deze eenmalige bijdrage wordt gedekt middels een kasschuif van EUR 75 miljoen in zowel 2023 als 2024.
Inmiddels zijn de onderhandelingen over het IDA20 pakket afgerond door donoren en is de financieringshoogte en daarmee de bijdrage van Nederland aan IDA20 bepaald. De opgenomen reservering op de begroting van het Ministerie van Financiën voor de betalingsverplichtingen van IDA20 is hierdoor meerjarig met EUR 94 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit bedrag is meerjarig toegevoegd aan het verdeelartikel 5.4 op de BHOS-begroting.
Het restant van het budget op het verdeelartikel 5.4 is meerjarig herverdeeld over de verschillende beleidsartikelen, waarmee de stand op het verdeelartikel 5.4 in 2022 op nul uitkomt. Het budget op het verdeelartikel is herverdeeld over onder andere de volgende onderwerpen:
– In 2022 is in verband met de huidige oorlog in Oekraïne budget overgeheld naar beleidsartikel 4 voor een eenmalige bijdrage voor Giro555 van EUR 15 miljoen en de bijdrage van EUR 10 miljoen voor de opvang van vluchtelingen in Moldavië. Daarbij is ook EUR 46,7 miljoen overgeheveld naar beleidsartikel 4 ten behoeve van de toegenomen honger door voedselonzekerheid elders in de wereld.
– De reservering van de Verdragsmiddelen voor Suriname.
– Een aanvullende overheveling naar artikelonderdeel 2.3 klimaat in het kader van het voortzetten van de intensivering op klimaat met het oog op de internationale collectieve toezegging van USD 100 miljard per jaar voor klimaatactie in OS-landen.
– Bij het coalitieakkoord van Rutte IV is het ODA-budget verhoogd met EUR 300 miljoen en vanaf 2025 met structureel EUR 500 miljoen. Na de reservering voor de toegenomen asieltoerekening wordt het restant van de intensivering conform het coalitieakkoord ingezet op klimaat, opvang in de regio en aan COVID-bestrijding en het versterken van wereldwijde gezondheidssystemen. Wegens het meerjarige fluctuerende karakter van de intensivering uit het coalitieakkoord (door de reservering asieltoerekening) is deze reeks aangevuld met de middelen op verdeelartikel 5.4. (Zie onderstaande tabel 8.)
Tabel 8 Intensivering coalitieakkoord Rutte IV (EUR x 1 miljoen)
2022
2023
2024
2025
2026
ODA intensivering Rutte IV
300
300
300
500
500
Aanvullende asieltoerekening (JenV)
‒ 154
‒ 177
‒ 213
‒ 220
‒ 221
Subtotaal: Restant middelen coalitieakkoord
146
123
87
280
279
Aanvulling vanaf verdeelartikel 5.4
4
27
63
20
21
Totaal
150
150
150
300
300
Ontvangsten
De verwachte ontvangsten op artikelonderdeel 5.23 worden vanaf 2022 t/m 2025 geraamd op EUR 1,73 miljoen door de rente-ontvangsten vanuit een achtergestelde converteerbare schuldenfaciliteit. Deze faciliteit beoogd op een innovatieve manier valutarisico’s weg te nemen voor lokale leningnemers en financiële instellingen in het kader van een versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.