Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 20 mei 2022
2022D19352
00 000
Dossiertitel
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder andere de Geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking.
De voorzitter van de commissie, Wuite
De griffier van de commissie, Meijers
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng D66-fractie
Inbreng CDA-fractie
Inbreng PvdA-fractie
Inbreng SP-fractie
Inbreng Partij voor de Dieren-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda.
Zij hebben daarover enkele vragen en opmerkingen.
Voedselzekerheid
De Minister schrijft dat de Raad voornamelijk zal spreken over de wereldwijde gevolgen
van de oorlog in Oekraïne, met name de toenemende voedselonzekerheid in derde landen.
De oorlog in Oekraïne toont aan dat een sterke importafhankelijkheid van voedsel,
landen (met name de MENA regio, maar ook overig Afrika), kwetsbaar maakt voor externe
schokken. Ook het recente besluit van India om de export van graan te verbieden zal
hieraan gaan bijdragen. Zeker omdat India na China de grootste producent van graan
ter wereld is. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat Nederland met haar
kennis en kunde op het gebied van landbouw en water, kan bijdragen om de voedselproductie
in Afrika te verhogen en te verduurzamen, om zo het risico op hongersnoden en vluchtelingenstromen
te verminderen. De leden van de VVD-fractie kunnen een structurele verhoging voor
het voedselzekerheidsprogramma steunen, als dit binnen de begroting past. De Minister
schrijft dat dit programma wordt uitgevoerd in samenwerking met het Ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en dat Nederlandse kennis en kunde op het gebied
van agrifood nauw worden betrokken bij de inzet. De leden van de VVD-fractie willen
aan de Minister vragen wat de beoogde effecten van de focus op het voedselzekerheidsprogramma
zijn en aan wat voor een bijdragen (inzet met bijbehorende budgetten) wordt gedacht?
Zij willen ook graag van de Minister weten wat de ministeries verstaan onder kennis
en kunde en hoe er grotere stappen gezet kunnen worden om een daadwerkelijke impact
te maken? Voorts willen de leden van de VVD-fractie graag van het kabinet weten wat
de gevolgen van het exportverbod van graan door India zijn? Hoe gaan de Raad en de
Europese Commissie hier op reageren? Heeft de Minister gesprekken met de WTO en andere
relevante internationale partners over de gevolgen van de nieuwe handelsbeperkende
maatregelen? Wat zijn de uitkomsten van deze gesprekken? En wat zijn volgens de Minister
de gevolgen voor Nederland, de Europese Unie en vooral de lage en middeninkomens landen
in met name Afrika door deze nieuwe handelsbeperkende maatregelen?
Afrika
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het wenselijk is om geschikte gebieden
in Afrika te zoeken voor het bevorderen van duurzame voedselproductie om schaalvoordelen
te behalen. Er kan dan gedacht worden aan nieuwe teeltechnieken (zoals zuinig watergebruik,
zilte teelten, gebruik kassen, slimme genetica, inzet van drones en precisielandbouw)
om op een grotere schaal landbouw te produceren. De leden van de VVD-fractie zijn
van mening dat dit nodig is in het belang van Afrikaanse landen om haar eigen bevolking
goed te kunnen voeden en in het belang van de EU. Zij willen de Minister dan ook vragen
of zij deze mening deelt, en zo ja, hoe zij zich namens het kabinet gaat inzetten
om dit te kunnen bevorderen?
Tot slot zijn de leden van de VVD-fractie van mening dat het zinnig is om binnen de
Europese Unie en met andere gelijkgestemde landen, zoals het Verenigd Koninkrijk,
samen te werken. Ook op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Onlangs heeft de
Britse overheid «The UK Government’s Strategy for International Development» gepresenteerd. Wat is de reactie van de Minister op deze strategie? Ziet de Minister
aanknopingspunten om samen te werken, bijvoorbeeld op het gebied van groen, investeringen
en de koppeling met Britse expertise?
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de fractie van D66 maken zich, net als de Minister, ernstig zorgen over
de wereldwijde voedselonzekerheid als resultaat van de oorlog in Oekraïne. De aan
het woord zijnde leden voorzien hierdoor grote risico’s op humanitair gebied, maar
ook voor de wereldwijde vrede en stabiliteit en spreken dan ook waardering uit voor
het feit dat het onderwerp een prioriteit lijkt te zijn voor de Minister. De leden
hebben eveneens met belangstelling kennisgenomen van het plan van de Europese Commissie
om binnen een tijdsbestek van drie maanden de helft van de nu nog in Oekraïne aanwezige
graan, gerst en zonnebloemolie het land uit te krijgen door alternatieve corridors
op te zetten anders dan de door de oorlog onbruikbare haven. Om dit plan effectief
te kunnen volbrengen zijn treinwagons, graanwagens en schepen benodigd. Daarnaast
is noodzakelijk dat lange inklaringsprocedures in grenslanden worden opgeheven dan
wel verkort. Kan de regering toelichten welke praktische hulp Nederland kan bieden
bij het opzetten van alternatieve corridors voor de export van voedsel uit Oekraïne?
Zijn er Nederlandse bedrijven met geschikt materieel, zoals treinwagons, graanwagens
en schepen, en heeft de regering hen reeds verzocht tot medewerking? Pleit de regering
in multilateraal verband bij grenslanden voor het opheffen van lange inklaringsprocedures?
De leden van de fractie van D66 wijzen daarnaast op het feit dat een groot deel van
de landbouwgrond op de wereld wordt gebruikt voor het verbouwen van veevoer. Ruim
driekwart van de door Europa geïmporteerde granen wordt gebruikt voor veevoer. De
aan het woord zijnde leden wijzen op de voordelen voor de stabiliteit van de wereldvoedselvoorziening
door het reduceren van het gebruik van landbouwgrond voor het telen van veevoer. Kan
de regering toelichten op welke manier de landbouwtransitie op nationaal, maar ook
op Europees niveau wordt ingezet voor het verbeteren van de wereldwijde voedselzekerheid?
De leden van de fractie van D66 zijn daarnaast bezorgd over het feit dat een tekort
aan inzet door Nederland en Europa in de dreigende humanitaire noodsituatie de invloed
van China en Rusland in de grootste risicogebieden kan vergroten. Kan de regering
uiteenzetten welke mogelijke impact op het geopolitieke speelveld zij in dat kader
voorziet? Kan de regering toelichten of er voldoende besef van dit risico in Europees
verband bestaat? Vraagt de regering hiervoor aandacht in Europees verband?
De leden van de fractie van D66 onderstrepen ten zeerste de grote steun en solidariteit
die vanuit de EU en in breder internationaal verband wordt betoond richting Oekraïne,
onder meer via steun op humanitair en economisch terrein en met het oog op de wederopbouw.
De aan het woord zijnde leden spreken hun steun uit voor het oprichten van een solidariteitsfonds
op EU-niveau om wederopbouw van het door de oorlog verwoeste Oekraïne te financieren,
maar benadrukken daarnaast de noodzaak van een integrale aanpak op lokaal, nationaal,
Europees en internationaal niveau. Daarnaast zien de aan het woord zijnde leden schrijnende,
acute problemen waarmee de bevolking van Oekraïne op dit moment kampt. Nu de Europese
inzet op wederopbouw voornamelijk is gericht op de lange termijn en de start ervan
nog in afwachting is van het eindigen van de oorlog, benadrukken de leden van de fractie
van D66 het belang van Nederlandse inspanningen die op dit moment het lijden van de
Oekraïense bevolking kunnen verlichten. De aan het woord zijnde leden benadrukken
bijvoorbeeld het belang van een snel herstel van de infrastructuur zodat hulpgoederen
en wederopbouwmateriaal kunnen worden vervoerd, maar ook van het zo snel mogelijk
herontwerpen van verwoeste steden en dorpen zodat na beëindiging van de oorlog zo
snel mogelijk kan worden herbouwd. Kan de Minister toelichten hoe zij de Nederlandse
gemeenten die reeds hebben uitgesproken partnerschappen aan te willen gaan met Oekraïense
steden en dorpen om hen te ondersteunen bij de wederopbouw gaat faciliteren? Kan de
Minister toelichten welke bilaterale steun Nederland op korte termijn kan leveren
om de meest acute problemen in Oekraïne te bestrijden? Kan de Minister uiteenzetten
op welke manier zij van plan is Nederlandse kennis en expertise in te zetten in dat
kader?
Inbreng leden van de CDA-fractie
De leden van CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad
Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking en hebben hier nog enkele vragen over.
Deze leden zijn blij te lezen dat voedselzekerheid en de secundaire gevolgen van de
oorlog op de agenda staan. In de reportages lezen de leden terug dat er nog veel van
de oogst in Oekraïne opgeslagen is, maar het land niet kan verlaten doordat schepen
bijvoorbeeld Odessa niet kunnen verlaten. De leden van de CDA-fractie vragen zich
af of er met behulp van de Europese Unie alternatieve transportkanalen worden opgezet
en of hier al vooruitgang in zit. Zo nee, waarom niet? Zijn er andere redenen dan
het voortdurende dreigende oorlogsgeweld?
Een belangrijk aspect in het bieden van hulp, is te luisteren naar de wensen van het
ontvangende land. De Oekraïense premier, Denys Shmyhal, heeft in een interview in
The Economist
* zijn ideeën ontvouwd over wat er nodig is om Oekraïne weer op te bouwen. Onderdeel
daarvan is een herstelfonds waarvan hij voorstelt om het deels te vullen door bevroren
tegoeden van de Russen. Deze leden vragen zich af hoe de Minister dit idee beoordeelt
om de bevroren tegoeden van Russen in Nederland hiervoor in te zetten. Is de Minister
van plan om te kijken of ook andere Europese landen hieraan willen meewerken? Daarnaast
vragen deze leden zich af hoe de Minister kijkt tegen het idee van premier Shmyhal
om bij de wederopbouw oude overheidsinstituties te herijken en te komen tot een nieuw
wetgevingsstelsel dat gebaseerd is op Europese principes.
Inbreng leden van de PvdA-Fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van mei 20 2022. Zij
hebben daarbij enkele vragen en opmerkingen.
Wereldwijde gevolgen van de oorlog in Oekraïne
De leden van de PvdA-fractie onderschrijven naast de ongekende humanitaire crisis
in Oekraïne zelf, ook de genoemde zorgen over de forse secundaire impact van de oorlog
in Oekraïne. Armoede en honger zijn toegenomen, tekenen van een mondiale voedselcrisis
zijn reeds te ontdekken. Hierdoor vinden de leden van de PvdA-fractie het van het
grootste belang dat er een integrale en multilaterale aanpak komt om hongersnoden
en tekorten in de voedselvoorziening op te vangen, waarin ontwikkelingspartners allen
hun financiële steentje bijdragen. Gealarmeerd door het bericht dat Zweden heeft besloten
een vijfde van het humanitaire budget toe te wijzen aan de eerstejaars opvang van
vluchtelingen uit Oekraïne, waardoor andere ontwikkelings- en hulpinitiatieven niet
meer op financiering kunnen rekenen, hebben de leden de volgende vragen. Is de Minister
van plan de eerstejaarsopvang van Oekraïners in Nederland te bekostigen uit het ODA-budget?
Zo ja, is er een berekening van hoeveel dit zal kosten? Is de Minister het met de
leden van de PvdA-fractie een dat het onwenselijk is om budget dat gebruikt had kunnen
worden om de voedseltekorten en de voedselzekerheid in de Sahel te verbeteren, uitgegeven
wordt in eigen land? Hoe is de Minister van plan om het budget dat wordt gehaald uit
het ODA-budget ten behoeve van Oekraïense vluchtelingen te compenseren?
Verder zijn de leden van de PvdA-fractie van mening dat het in deze situatie extra
pijnlijk is dat Nederland, net als veel andere Europese lidstaten, niet voldoet aan
de internationaal overeengekomen 0,7% BNP aan ontwikkelingshulp. Is de Minister het
met de PvdA-fractie eens dat het nu meer dan ooit noodzakelijk is om de 0,7% norm
te halen? Wat gaat de Minister doen om deze norm zo snel mogelijk wel te halen? Is
de Minister bereid om in de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking lidstaten
op te roepen om hier aan te voldoen, en om te benadrukken dat dit geld ook daadwerkelijk
besteed dient te worden aan bijvoorbeeld het scheppen van voedselzekerheid, ontwikkelingssamenwerking
en hulp in crisisgebieden in plaats van opvang in eigen land?
Voedselzekerheid
De door de Europese Commissie voorgestelde solidariteitscorridors vormen een belangrijk
kanaal om humanitaire hulp in te voeren en landbouwproducten uit Oekraïne te exporteren.
Wat is nu de stand van zaken van deze corridors? Wat kan Nederland doen om bij te
dragen aan het faciliteren van deze corridors? Ook lezen de leden van de PvdA-fractie
dat door de toenemende voedsel(on)zekerheid, naast de gedwongen exportrestricties
van Oekraïne en Rusland, een aantal voedselproducerende landen al vormen van exportrestricties
hebben ingevoerd om eigen voedselprijzen te drukken. India is hier een voorbeeld van,
als tweede exportland van graan. Deze voedselbron is op dit moment cruciaal, maar
gezien de slechte oogst en de stijgende prijzen zette India de export stil. De landen
die het hardst geraakt worden zijn Indonesië, de Filippijnen en Thailand. Ook binnen
de EU hebben Hongarije en Bulgarije dergelijke exportbeperkingen ingevoerd. Hoe kan
Nederland landen bijstaan die hierdoor in nood verkeren? Gaat de Minister Hongarije
en Bulgarije oproepen om hun exportbeperkingen te beëindigen, en om gezamenlijk andere
landen op te roepen om bij te dragen aan de mondiale voedselzekerheid? Zo nee, waarom
niet?
Bij het rondetafelgesprek van de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over
Mondiale voedselzekerheid in tijden van oorlog van vorige week, werd duidelijk dat
de oorlog nog een tijdje zal duren en voedselprijzen nog jarenlang hoog zullen zijn.
Clingendael waarschuwt dat zomaar ergens de vlam in de pan kan slaan. In de MENA-regio,
in Afrika en zelfs bij ons in Europa in de Westelijke Balkan. Er werd de suggestie
gedaan om vooral lokale voedselproductie, net name door vrouwen, te stimuleren. Is
de Minister het met de leden van de PvdA-fractie eens dat dit een effectieve manier
is om de aanstaande voedselcrisis te bestrijden? Wat kan Nederland doen om dit voor
elkaar te krijgen? Gaat de Minister dit bespreken tijdens de Raad? Cruciaal hierbij
is dat producten uit de lokale voedselproductie niet van de markt worden gedrukt door
(gesubsidieerde) producten uit de EU. Ziet de Minister ook dit gevaar? Is de Minister
bereid hier paal en perk aan te stellen?
Ook werd door meerdere partijen duidelijk benoemd dat meer grond in de EU en de rest
van de wereld ingezet moet worden voor de productie van menselijk voedsel en minder
voor veevoer en brandstof. Dit ligt in lijn met het doel van het kabinet om de stikstofvervuiling
in Nederland te halveren en de landbouw grondgebonden te maken. Door nu aan te sturen
op meer humane voedselproductie voor het volgende zaaiseizoen kunnen we anticiperen
op de verwachte voedselschaarste. Is de Minister bereid dit te bespreken in de Raad
en er gezamenlijk op te sturen dat het volgende zaaiseizoen erop gericht is om meer
menselijk voedsel te produceren en om ervoor te zorgen dat er minder veevoer en brandstof
wordt geïmporteerd zodat landbouwgrond buiten de EU vrijkomt voor voedselproductie?
Inbreng leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de agenda van de aankomende RBZ Ontwikkelingssamenwerking
van 20 mei gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over.
De leden constateren dat de agenda gedomineerd wordt de toenemende voedselonzekerheid
ten gevolge van de oorlog in Oekraïne. Een levensgroot thema dat ook grote effecten
heeft buiten Oekraïne en vooral diegenen raakt die het al moeilijk hadden. De grote
functie die Oekraïne heeft in de productie van voedsel komt met de oorlog bijna volledig
tot stilstand. Dit zorgt helaas ook voor een schokeffect qua voedselzekerheid in verschillende
landen in de wereld. Het kan ook niet onbenoemd blijven dat het aantal mensen dat
in acute hongersnood verkeerd zelfs al voor de oorlog enorm is toegenomen. De leden
van de SP-fractie willen de Minister vragen welke belangrijke conclusies er vrijdag
genomen gaan worden in Brussel? Zitten hier ook conclusies of beslissingen tussen
waarin er nog een spanningsveld is tussen verschillende lidstaten? Op welke manier
kan Nederland vrijdag het verschil maken om voedselgaranties te versnellen en acute
hulp te bieden? Vindt de Minister ook dat de inspanningen omtrent voedselzekerheid
vanuit de internationale gemeenschap, en dus ook Nederland, moet worden verhoogd?
Is de Minister het eens, ook gezien de cijfers van het rapport van het Global Network Against Food Crisis, dat het onderwerp voedselzekerheid de hoogste prioriteit moet hebben als het aankomt
op Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Inbreng leden van de Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen
van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 20 mei 2022. Ze hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
Voedselzekerheid
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich ernstig zorgen over de stijgende
voedselprijzen en groeiende voedselongelijkheid. Net als het kabinet benadrukken de
leden dat de voedselzekerheid ook voor de oorlog al onder druk stond, met name door
de klimaat- en biodiversiteitscrisis. Sinds de oorlog zijn de ontwikkelingen in een
stroomversnelling geraakt en is er een acute noodsituatie ontstaan in veel landen
die om directe actie vraagt, voor zowel de lange als korte termijn.
Op korte termijn is het noodzakelijk dat Nederland, de Europese Commissie en de internationale
gemeenschap voldoende geld beschikbaar stellen voor noodhulp. Is de Minister bereid
de bijdrage van Nederland ten behoeve van voedselzekerheid te verhogen en er bij de
Europese Commissie op aan te dringen hetzelfde te doen? Zoals het kabinet zelf stelt
in de geannoteerde agenda verhoogt de schuldenlast de kwetsbare positie van landen
zoals Soedan en Eritrea. Is de Minister bereid er tijdens de Raad op aan te dringen
om de schulden van deze landen kwijt te schelden en nieuwe leningen tegen gunstige
voorwaarden beschikbaar te stellen zodat er geïnvesteerd kan worden in lokale voedselproductie?
Voorts vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie de Minister of het klopt
dat slechts 9% van het Nederlandse ontwikkelingsgeld voor landbouw- en voedselprojecten
in de afgelopen tien jaar is besteed aan regionale agro-ecologische voedselproductie?
Is de Minister het met deze leden eens dat als al het geld dat Nederland via verschillende
kanalen jaarlijks besteed aan landbouw- en voedselprojecten wereldwijd, wordt ingezet
voor natuur-inclusieve landbouwproductie door lokale boeren, dit de sector een enorme
impuls zou geven? Is de Minister bereid een groter deel van het ontwikkelingsgeld
te besteden aan regionale agro-ecologische voedselproductie? Zo ja, op welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen erop dat om tot een structurele
oplossing te komen voor de mondiale voedseltekorten, een drastische ingreep in de
vorm van de krimp van de veestapel moet plaatsvinden. Rijke landen, voornamelijk in
het westen, leggen teveel beslag op landbouwgronden elders voor de productie van veevoer
in plaats van de productie van voor menselijke consumptie bestemd voedsel. Investeringen
moeten worden verlegd van exportgeoriënteerde, high-input monocultuur landbouw, naar
ecologisch duurzame, diverse en kleinschalige landbouw en de ontwikkeling van lokale
voedselmarkten in lage- en middeninkomenslanden. Is de Minister bereid haar inzet
op bovenstaande punten te intensiveren, en zo ja, op welke manier? Is de Minister
bereid dit in de Raad te agenderen?
Een van de grootste grondoorzaken van de huidige voedselcrisis is de klimaat- en biodiversiteitscrisis.
Elke inzet om de voedselcrisis op te lossen zonder een langetermijnvisie waar klimaat
en biodiversiteit integraal onderdeel van uitmaken zal daarom slechts symptoombestrijding
zijn. Kwetsbare landen die de gevolgen van de klimaatcrisis voor hun voedselzekerheid
en leefomgeving al jaren ondervinden, proberen via internationale fora zoals de VN
het tij te keren. Zo deed de Republiek Palau in 2011 een poging om via de Algemene
Vergadering van de VN (AVVN) een resolutie in te dienen voor het inwinnen van advies
over klimaatverandering en mensenrechten van het Internationaal Gerechtshof (IGH).
Deze missie is opgepakt door de organisatie World’s Youth for Climate Justice en de
Republiek Vanuatu. Is het de Minister bekend dat tijdens de 77ste sessie van de AVVN door Vanuatu een resolutie zal worden ingediend over de aanvraag
van een advies van het IGH ten aanzien van de rechten van huidige en toekomstige generaties
in de context van de mondiale klimaatcrisis? Hoe beziet de Minister het vragen om
een advies van het IGH ten aanzien van mensenrechten en de klimaatcrisis?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich ook zorgen om geluiden dat
de Braziliaanse overheid de oorlog in Oekraïne aangrijpt om plannen voor mijnbouw
erdoor te krijgen in gebieden waar oorspronkelijke bewoners van het land wonen. In
die mijnen zou fosfaat gewonnen kunnen worden, een grondstof die onder meer voor kunstmest
wordt gebruikt. De Russische export daarvan ligt momenteel stil. Tegelijkertijd werd
afgelopen week bekend dat de Amazone het kantelpunt nadert waarop het een savanne
wordt. Wat vindt de Minister van deze pogingen van de Braziliaanse overheid? Is de
Minister het ermee eens dat in deze tijd waarin de zelfredzaamheid, voedselzekerheid
en levenswijze van oorspronkelijke bewoners wereldwijd onder druk staat, het essentieel
is om ons uit te spreken tegen pogingen deze verder in het geding te brengen? Is de
Minister bereid er tijdens de Raad op aan te dringen om in EU-verband de Braziliaanse
overheid op te roepen af te zien van haar plannen? Is de Minister bereid om ook zelfstandig
stelling te nemen tegen de toename van ontbossing in het Amazonewoud en de aanstaande
plannen van de Bolsonaro-regering, alsmede het Nederlandse aandeel hierin door te
import van soja voor veevoer te erkennen?
Tot slot hebben de leden van de Partij voor de Dieren-fractie een aantal vragen over
het aandeel van Nederland en de Europese Commissie zelf aan het in geding brengen
van de voedselzekerheid. Klopt het dat de Europese Unie in de onderhandelingen over
het EU-Indonesië vrijhandelsverdrag druk uitoefent op Indonesië om de «1991 Act of the International Union for the Protection of New Varieties of Plants» op te nemen in het verdrag? Hoe staat de Minister tegenover het feit dat dit de
rechten van (inheemse) boeren om zelf zaden te vermeerderen en/of telen zal beperken?
Hoe rijmt de Europese Commissie volgens de Minister dit verzoek met de inzet voor
voedselveiligheid? Immers neemt dit de mogelijkheid van boeren om zelf zeggenschap
te houden over de zaden die ze produceren weg en werkt het daarmee voedselveiligheid
tegen. Is de Minister het ermee eens dat dit niet in overeenstemming is met de aanbeveling
van de Global Crisis Response Group on Food, Energy and Finance (GCRG) om boeren te helpen met de landbouwcyclus, onder andere door het verschaffen
van toegang tot zaden? Waarom wel of niet? Is de Minister bereid de Europese Commissie
hierop te wijzen en tijdens de Raad een oproep te doen om af te zien van deze eis
aan Indonesië? Is de Minister daarnaast bekend met de aflevering van de Prijsknaller
van 1 april jl.2 waarin te zien is hoe de (voornamelijk) Europese export van goedkoop kippenvlees
naar Ghana ervoor heeft gezorgd dat de lokale markt in Ghana is ingestort? Hoe kijkt
de Minister naar het feit dat een derde van deze export uit Nederland komt? Is de
Minister het met de leden eens dat het schokkend is dat Ghanese boeren in de jaren
negentig 90% van de markt in handen hadden en dat dit vandaag de dag is gekrompen
naar 5%, terwijl de import van kippenvlees door Ghana zes keer groter is geworden?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden dit verontrustend gezien het
feit dat het cruciaal is voor de voedselzekerheid dat lage- en middeninkomenslanden
hun eigen productiepotentieel benutten. Hoe rijmt dit volgens de Minister met de aanbeveling
van de Global Crisis Response Group on Food, Energy and Finance om landen te helpen om voedsel binnenlands in te kopen? Welke actie is zij bereid
hierop te ondernemen?
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 20 mei 2022.
2022Z09407 – Brief regering d.d. 13-05-2022, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Verslag Informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 6-7 maart
2022. 21 501-04-249 – Brief regering d.d. 14-03-2022, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
M. Prenger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.