Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili; Santiago, 24 mei 2021 (kamerstuk 36070-1)
2022D19263 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Republiek Chili (Kamerstuk 36 070, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot
Adjunct-griffier van de commissie, Van der Zande
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
VVD-fractie
GroenLinks-fractie
Partij voor de Dieren-fractie
BBB-fractie
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verdrag inzake
luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili. Deze leden
hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het verdrag inzake luchtdiensten
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili. Deze leden hebben geen
verdere vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben enkele algemene vragen die ook betrekking
hebben op het voorliggende luchtvaartverdrag met Chili.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van het luchtvaartverdrag
dat Nederland en Chili hebben gesloten. Het stimuleren van meer luchtvaart tijdens
een volkomen geëscaleerde klimaatcrisis vinden zij een onverantwoorde en onwenselijke
situatie en daarom hebben deze leden een aantal vragen over dit verdrag en de totstandkoming
ervan.
Het lid van de BBB-fractie heeft met interesse kennisgenomen van het verdrag inzake
luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het belangrijk is goede afspraken
te maken over oneerlijke concurrentie. Deze leden stellen dat het belangrijk is een
zo gelijk mogelijk speelveld te creëren, ook op het gebied van duurzaamheidseisen.
Deze leden constateren dat Chili pas in 2027 op de planning staat om deelnemer te
worden van CORSIA, het mondiale CO2-reductie en compensatiesysteem. Nederland is wel al deelnemer. Deze leden willen
weten welke financiële gevolgen of anderszins beperkingen dit heeft voor Nederlandse
luchtvaartmaatschappijen in vergelijking met Chileense luchtvaartmaatschappijen
De leden van de VVD-fractie constateren dat er geen artikel is over sociale aspecten.
Deze leden willen weten op welke wijze oneerlijke concurrentie wordt tegengegaan,
indien andere landen over lagere arbeidskosten beschikken of lagere sociale normen
hebben. Deze leden willen ook weten op welke wijze de Nederlandse arbeidsmarkt hiervoor
wordt beschermd.
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen om de grote klimaatgevolgen van
een groeiende luchtvaart. Technische mogelijkheden voor een klimaatneutrale luchtvaart
zijn nog zeer ver weg en daarom zal de luchtvaart fors moeten krimpen. Initiatieven
die mogelijk leiden tot een groei van de luchtvaart zijn om die reden vrijwel altijd
onwenselijk. Deze leden vragen de Minister daarom hoe voorkomen wordt dat dit verdrag
leidt tot een toename van het aantal verkeersbewegingen en een toename of uitblijvende
afname van de CO2-emissies in de luchtvaart van en naar Nederland.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn ook van mening dat Nederland veel meer sturingsmogelijkheden
zou moeten hebben wat het netwerk betreft. De verdeling van zeer schaarse slots op
basis van vooral oude rechten of open access leidt niet noodzakelijk tot het beste
netwerk voor Nederland. Deze leden zijn ervan overtuigd dat dit systeem snel grondig
moet worden herzien. In hoeverre werkt dit luchtvaartverdrag drempels op voor een
toekomstige meer gereguleerde slotverdeling op basis van nationale behoefte? Dient
dit verdrag primair commerciële luchtvaartpartijen of primair de Nederlandse behoefte
voor goede bereikbaarheid en connectiviteit, bij een minimaal aantal vluchten?
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Minister kan aangeven waarom
Nederland een verdrag opstelt waarin expliciet verwoord is dat men geleid is door
de wens bij te dragen aan «the progress and expansion of international civil aviation».
Acht de Minister het, gegeven de huidige klimaatcrisis, nog wenselijk het internationale
luchtverkeer verder uit te breiden? Zo ja, waarom?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Minister ervan op de hoogte
is dat zijn voorganger (mevrouw Visser) in het debat op 4 november 2021 aangaf de
groeibepaling niet uit het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (ICAO-verdrag)
te willen halen, omdat dit met 190 leden en een veto (dat overigens niet bestaat)
te ingewikkeld was. Was dit naar de mening van de Minister een waarachtige redenering,
nu blijkt dat Nederland zelfs bij een nieuw bilateraal verdrag dit soort teksten over
de groei van de luchtvaart opneemt in de verdragstekst? Is de Minister bereid in overleg
te treden met Chili om het uitbreiden van de internationale luchtvaart als expliciete
wens uit het verdrag te halen? Kan hij aangeven hoeveel bilaterale luchtvaartverdragen
Nederland heeft afgesloten? Bevatten die allemaal soortgelijke teksten over groei?
Moeten die verdragen allemaal herzien worden of denkt de Minister, net als deze leden,
dat het makkelijker zou zijn om het ICAO-verdrag te wijzigen, zodat de groeidoelstelling
daaruit verdwijnt? Zo nee, waarom niet?
De leden van Partij voor de Dieren-fractie merken op dat in de bijgevoegde beslisnota
is verwoord dat dit verdrag tot stand is gekomen om meer commerciële mogelijkheden
te creëren voor de aangewezen luchtvaartmaatschappijen. Zijn er al luchtvaartmaatschappijen
aangewezen? Zo ja, welke? Zo nee, welke zullen naar verwachting aangewezen worden?
Kan de Minister aangeven welke, en op welke wijze, luchtvaartmaatschappijen gelobbyd
hebben voor dit verdrag? Kan hij aangeven in wiens belang dit verdrag is en welke
belangen dat zijn? Is dit in het (financiële) belang van de luchtvaartsector of in
het belang van de omwonende, het milieu, het klimaat, de veiligheid en de biodiversiteit?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Minister verder op wiens verzoek
artikel 7 van het verdrag, dat de hubfunctie van Schiphol versterkt, is toegevoegd.
Deze leden ontvangen graag een gedetailleerd relaas over de totstandkoming van dit
artikel. Kan de Minister aangeven waarom hij, op het moment dat de KLM-staatsagent
aandringt op het heroverwegen van een bedrijfsmodel gebaseerd op de hubfunctie, een
verdrag afsluit dat die hubfunctie zou moeten versterken?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen verder waarom is besloten in
artikel 11 vast te leggen dat inkomsten onbelast mogen worden uitgevoerd van het ene
land naar het andere land. Loopt de Nederlandse overheid hier naar verwachting inkomsten
mee mis? Zo ja, hoeveel? Deelt de Minister de mening van deze leden dat de luchtvaartsector
al veel te veel financiële voordeeltjes heeft?
Tot slot vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie wat de implicaties zijn
van artikel 16 (milieu). Hierin erkennen de beide lidstaten dat a) er een noodzaak
bestaat om maatregelen te nemen op het gebied van milieu en b) dit in lijn moet zijn
met rechten en verplichtingen op basis van het internationale recht. Wat betreft deze
leden kan hier niets anders uit volgen dan dat dit betekent dat de luchtvaart moet
worden teruggebracht tot een sector wiens uitstoot, fair-share naar rato, in lijn
is met de noodzakelijke inspanningen om de klimaatcrisis tot maximaal 1,5 graad opwarming
te bedwingen! Kan de Minister, indien hij dit anders ziet, onderbouwen waarom dit
niet het geval zou zijn? Als hij die mening wel deelt, kan hij dan aangeven hoe hij
de krimp van de luchtvaart vorm gaat geven?
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie vraagt waarom Bonaire (dat in het bezit is van een internationale
luchthaven) niet geconsulteerd is over dit verdrag. Daarnaast heeft dit lid de vraag
waarom de Caribische landen in ons Koninkrijk niet geconsulteerd zijn over dit verdrag.
Als landen actief aanwezig in de Caribische en Zuid-Amerikaanse regio, zijn zij wellicht
op de hoogte van zaken waar Nederland minder van op de hoogte is. Het lid van de BBB-fractie
begrijpt dat zij geen deel uitmaken van de overeenkomst, maar had graag gezien dat
in voorbereiding op dit verdrag partners van Nederland in het Caribisch gebied (Bonaire,
Caribische landen in het Koninkrijk) werden geraadpleegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
L. van der Zande, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.