Lijst van vragen : Lijst van vragen over de PwC-rapporten over de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) van de Belastingdienst (Kamerstuk 31066-992)
2022D16608 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft over een brief van de Staatssecretaris van
                  Financiën en Fiscaliteit inzake de PwC-rapporten over de Fraudesignaleringsvoorziening
                  (FSV) van de Belastingdienst (Kamerstuk 31 066, nr. 992) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris voorgelegd.
               
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Lips
1.
Bestaat het risico nog steeds dat aangiften met gelijke fiscale risico’s niet gelijk
                              worden behandeld?
                           
2.
Kan dit risico feitelijk worden gemaakt?
3.
Spelen niet objectief gerechtvaardigde kenmerken bij analyse aan de
poort nog steeds een rol?
4.
Kunnen deze niet objectief gerechtvaardigde kenmerken feitelijk worden gemaakt?
5.
Wat is de feitelijke reden dat de Belastingdienst geen documenten kan aanleveren die
                              het mogelijk maken de werkwijze ten aanzien van de beslisregels bij analyse aan de
                              poort uit het verleden te bevestigen?
                           
6.
Welke aansturing en processen waren niet op orde zodat de medewerkers hun werk niet
                              professioneel konden uitvoeren?
                           
7.
Zijn er feiten bekend over deze aansturing en processen?
8.
Kunnen deze feiten worden opgestuurd?
9.
Wat kan een burger die het stempel «fraudeur» kreeg, zonder dat dit volgde uit een
                              gedegen onderzoek, concreet doen?
                           
10.
Zal de Belastingdienst aan het eind van dit jaar de meest risicovolle processen voor
                              de burger op orde hebben?
                           
11.
Kunnen bij de technische briefing die verzorgd wordt door PwC ook Vaktechniek-medewerkers
                              van het Ministerie van Financiën aanwezig zijn om uit te leggen hoe tot de huidige
                              werkwijze met betrekking tot de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) is gekomen? Gaat
                              de Belastingdienst, gelet op artikel 8:43 van de Algemene wet bestuursrecht, nu eigener
                              beweging FSV-stukken overleggen als belanghebbende stelt dat die er zijn?
                           
12.
Welke andere databases en/of systemen en/of applicaties zijn er buiten de FSV die
                              informatie en signalen over burgers bevatten? Heeft PwC gesproken met signaallijstbeheerders
                              of inzage gehad in de risicodatabase/rood en blauw? Waren signaallijsten voor iedereen
                              raadpleegbaar? Heeft PwC inzage gekregen in TRS?
                           
13.
Gaat de Belastingdienst, gelet op artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht,
                              nu eigener beweging ten aanzien van Tips en Kliks stukken overleggen als deze aanwezig
                              zijn?
                           
14.
Gaat de Belastingdienst ten aanzien van de Tips en Kliks de wet volgen ten aanzien
                              van het lakken en overhandigen van de stukken ten aanzien van Tips en Kliks?
                           
15.
Bent u van mening dat het motiveren van beslissingen ten aanzien van de FSV voldoen
                              aan de wet? Gaat u dat heroverwegen?
                           
16.
Is het (ten onrechte) geregistreerd staan een onrechtmatige daad?
17.
Hoe verhoudt zich het feit dat het kabinet ook hier een compensatieregeling aan het
                              maken is tot een onrechtmatige daad?
                           
18.
Zullen de burgers die voor de regeling door de procedure heen gegaan zijn, achteraf
                              alsnog met terugwerkende kracht schadeloos worden gesteld?
                           
19.
Hoeveel procedures lopen nu bij de rechtbanken ten aanzien van de FSV-afwijzingen
                              of onvoldoende gemotiveerde beslissingen als het gaat om de inzage in eigen informatie?
                           
20.
Heeft PwC, gelet op het feit dat wordt geconstateerd dat beslisregels en de handelingswijze
                              van de Belastingdienst niet vastgelegd, niet gearchiveerd, niet herleidbaar en niet
                              reproduceerbaar is, het vermoeden dat informatie is vernietigd? Of is de constatering
                              dat het er nooit geweest is?
                           
21.
Welke werkinstructies zijn er betreffende de FSV die ingaan op hoe om te gaan met
                              inzageverzoeken voor en tijdens procedures? Kunt u die overleggen?
                           
22.
Kunt u navragen waarom PwC de software van de applicatie Detectie aan de Poort (ook
                              wel Query’s aan de Poort) niet aan onderzoek heeft onderworpen?
                           
23.
Beschikt de software applicatie Detectie aan de Poort (ook wel Query’s aan de Poort)
                              over een logging-functie waarmee de wijzigingen door de tijd kunnen worden vastgesteld?
                           
24.
Kan een chronologisch overzicht van de jaren 2014 tot en met 2022 van de query’s uit
                              de applicatie Detectie aan de Poort die niet zuiver financieel van aard waren, ter
                              beschikking worden gesteld?
                           
25.
Welke query’s die niet van zuiver financiële aard zijn – bijvoorbeeld de aard van
                              de organisatie waaraan een schenking wordt verricht – zijn in het vernieuwde Detectie
                              aan de Poort systeem opgenomen?
                           
26.
Welke vragen en criteria voor selectie aan de poort die niet zuiver financieel van
                              aard zijn werden in de jaren 2014 tot en met 2022 gehanteerd bij papieren-aangiften?
                           
27.
Is de FSV (informatie) definitief niet meer te benaderen door ambtenaren van de Belastingdienst
                              of derden?
                           
28.
Bevindt zich nog informatie uit de FSV op de Q-schijf?
29.
In welke systemen van de overheid bevindt zich nog informatie afkomstig uit de FSV?
30.
Deelt u het standpunt van de Belastingdienst ter zake van het recht op inzage op grond
                              van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) als verwoord in de gegevensbeschermingseffectbeoordeling
                              over de FSV, versie november 2019, dat als volgt luidt:
                           
«Het karakter van de verwerkingsgrondslagen voor opname van (persoons)gegevens in
                              FSV zal er in veel gevallen toe leiden dat bij een eventueel inzageverzoek betrokkene
                              geen specifieke informatie, zoals verwerkt in en vanuit FSV, zal ontvangen. Een wettelijke
                              geheimhoudingsplicht (bijvoorbeeld voortvloeiend uit art. 126nd SV maar ook specifieke
                              signalen zoals MeldMisdaadAnoniem) kan hieraan in de weg staan maar ook de voorlopige
                              geheimhouding corresponderend met de wettelijke taken van de (rijks)Belastingdienst.
                              Art. 23 AVG, in het bijzonder letter d en h AVG geldt hier als beperking op de rechten
                              van betrokkene. Wel informeert de Belastingdienst de ontvanger (betrokkene) in zijn
                              algemeenheid met betrekking tot in FSV registreerde persoonsgegevens door middel van
                              het privacystatement en de brochure «Overzicht verwerkingen van persoonsgegevens door
                              de Belastingdienst»?
                           
31.
Op welke wijze gaat de Belastingdienst uitvoering geven aan de uitspraak van de rechtbank
                              Den Haag van 22 maart 2022 die luidt:
                           
«De rechtbank overweegt dat uit het inzageverzoek van eiser blijkt dat hij vermoedt
                              dat zijn naam op een lijst van de Belastingdienst is terechtgekomen en dat de Belastingdienst
                              daarom een woonplaatsonderzoek is gestart. Met zijn verzoek wil eiser te weten komen
                              in welke applicaties en systemen zijn gegevens zijn verwerkt. De rechtbank is, anders
                              dan verweerder, van oordeel dat het gegeven dat iemand op een lijst of in een systeem
                              voorkomt onder omstandigheden is aan te merken als een persoonsgegeven. Gelet op wat
                              bekend is over het gebruik van de lijsten en systemen door de Belastingdienst kan
                              het opnemen van eiser op een lijst een waardering van zijn eigenschappen of gedragingen
                              betekenen. Verweerder kan dan ook niet volstaan met de verwijzing naar de persoonsgegevens
                              zoals weergegeven in «Mijn Belastingdienst»/ «Mijn Toeslagen», maar moet ook onderzoeken
                              of eiser in de door de Belastingdienst gebruikte systemen of applicaties is opgenomen.
                              Dat de Belastingdienst in een groot aantal applicaties en systemen gegevens verwerkt,
                              betekent niet dat van verweerder niet mag worden verwacht dat hij in ieder geval probeert
                              te achterhalen in welke applicaties en systemen gegevens van eiser zijn verwerkt.
                              Zonder nadere motivering bestaat er geen grond voor het oordeel dat dit een onevenredige
                              inspanning vraagt van de Belastingdienst en dat eiser zijn verzoek nader zou moeten
                              specificeren.1 Het bestreden besluit komt daarom wegens strijd met het motiveringsbeginsel
                              voor vernietiging in aanmerking. Verweerder dient alsnog een zoekslag te verrichten
                              naar de aanwezigheid van persoonsgegevens van eiser in de applicaties en systemen
                              die de Belastingdienst gebruikt of alsnog voldoende te motiveren waarom dit een onevenredige
                              inspanning vraagt. Daarbij merkt de rechtbank op dat de omstandigheid dat er een onderzoek
                              gaande is naar een aantal van de door de Belastingdienst gebruikte systemen zonder
                              nadere motivering onvoldoende is om deze systemen uit te sluiten van de zoekslag.»?
                           
32.
Deelt u de mening dat het inzagerecht van betrokkenen ter zake van in de FSV opgenomen
                              gegevens en de verplichting van de verwerkingsverantwoordelijke om in applicaties
                              te zoeken naar uit de FSV afkomstige data, zoals bepaald door de rechtbank Den Haag
                              in haar uitspraak van 21 maart 2022, ook geldt ten aanzien van applicaties en/of bestanden
                              binnen de overheid die zich niet bij de Belastingdienst bevinden en hoe gaat u daaraan
                              uitvoering geven?
                           
33.
Bevat de FSV applicatie een logging-functie, waardoor is geregistreerd welke informatie
                              uit de FSV binnen de Belastingdienst of met derden is gedeeld?
                           
34.
Bestaan er applicaties en/of databestanden van de Belastingdienst die informatie bevatten
                              over etniciteit, afkomst, religie, overtuiging, seksuele geaardheid of lichaamskenmerken
                              van betrokkenen en zo ja, welke applicaties en wat voor informatie betreft het?
                           
35.
Blijven in de FSV verwerkte bestanden bewaard, zodat de mogelijkheid tot inzageverzoeken
                              op grond van de AVG, Algemene wet bestuursrecht (AWB) en/of het Europees Handvest
                              gewaarborgd blijft?
                           
36.
Op welke wijze blijven de binnen de FSV verwerkte bestanden bewaard, zodat de mogelijkheid
                              tot inzageverzoeken op grond van de AVG, AWB en/of het Europees Handvest gewaarborgd
                              blijft?
                           
37.
Verstrekt de Belastingdienst in geval van inzageverzoeken van betrokkenen kopieën
                              van de gegevens?
                           
38.
Welke informatie wordt aan betrokkenen, over wie informatie in de FSV is opgenomen,
                              verstrekt en ter zake van welke informatie is een uitzondering als bedoeld in artikel
                              23 van de AVG van toepassing?
                           
39.
Deelt u de mening, dat een inzageverzoek op grond van de AVG niet op grond van artikel
                              23 van de AVG mag worden geweigerd indien het informatie in de FSV betreft die door
                              de applicatie Detectie aan de Poort aan de FSV is aangeleverd?
                           
40.
Deelt u de mening, dat een inzageverzoek op grond van de AVG niet op grond van artikel
                              23 van de AVG mag worden geweigerd indien het informatie in de FSV betreft die betrokkene
                              in staat moet stellen te controleren of discriminerende criteria of query’s zijn gehanteerd
                              ten aanzien van betrokkene?
                           
41.
Worden betrokkenen over wie informatie in de FSV is opgenomen actief door de Belastingdienst
                              benaderd en op de hoogte gesteld van hun inzagerecht?
                           
42.
Welke maatregelen heeft de directie van de Belastingdienst genomen, teneinde PwC van
                              de door haar gevraagde informatie te voorzien?
                           
43.
Op welk moment heeft de directie van de Belastingdiensten of de Staatssecretaris voor
                              het eerst informatie ontvangen, dat de verwerking in de FSV onrechtmatig of discriminerend
                              zou kunnen zijn?
                           
44.
Op welk moment heeft de directie van de Belastingdienst en/of de Staatssecretaris
                              voor het eerst informatie ontvangen dat query’s van Detectie aan de Poort onrechtmatig
                              of discriminerend zouden kunnen zijn?
                           
45.
Kan de gegevensbeschermingseffectbeoordeling betreffende de hernieuwde Detectie aan
                              de Poort ter beschikking worden gesteld?
                           
46.
Hoe zag de nadere beoordeling van aanvragen voor een OB-nummer eruit ten opzichte
                              van de eerste aanvraag?
                           
47.
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de ingebruikneming van de tijdelijke
                              signaliseringsvoorziening (TSV) (opvolger van de FSV)?
                           
48.
Kunt u een overzicht verstrekken van de eventueel aanvullende kosten van de onderzoeken
                              die door KPMG en PwC zijn gedaan ten opzichte van de vorige feitelijke vragen (beantwoording
                              15 april 2022)?
                           
49.
Kunt u de werkinstructies over het inbrengen van FSV-stukken bij rechtszaken (spontaan
                              en op verzoek) die nu gelden in de afgelopen drie jaar gegolden hebben aan de Kamer
                              doen toekomen?
                           
50.
Heeft PwC inzage gekregen in TRS?
51.
Klopt de observatie volgens het kabinet dat wordt geconstateerd dat beslisregels en
                              de handelingswijze van de Belastingdienst niet vastgelegd, niet gearchiveerd, niet
                              herleidbaar en niet reproduceerbaar zijn?
                           
Zo nee, hoe komt het dat PwC die dan heeft en zo ja, waarom is de organisatie dan
                              zo'n janboel?
                           
52.
Hoeveel mensen hebben inzage gevraagd in hun FSV-dossier?
Hoeveel mensen hebben complete inzage gekregen, hoeveel mensen hebben gedeeltelijk
                              inzage gekregen en hoe vaak is inzage geweigerd?
                           
53.
Kunt u de standaardbrief waarmee inzage in het FSV-dossier wordt geweigerd, aan de
                              Kamer doen toekomen? Klopt het dat de reden van weigering niet wordt aangegeven?
                           
54.
Klopt het dat de Belastingdienst voor fraudeonderzoek selecteerde op afkomst, leeftijd
                              en geloof en dat dit niet alleen gebleken is uit recente PwC-onderzoeken, maar dat
                              dit al veel eerder bekend was?
                           
55.
Waarom wordt een kunstmatig onderscheid gemaakt tussen de begrippen discriminatie
                              en racisme? Kan de algemeen geldende definitie gehanteerd worden van racisme, in plaats
                              van een zelf verzonnen definitie van racisme («stelselmatige vernedering van een bevolkingsgroep»)?
                           
56.
Bent u bereid ervoor te zorgen dat alle rechtspersonen die in de FSV zijn opgenomen
                              (geweest) worden geïnformeerd, zoals bedoeld in de motie-Marijnissen (Kamerstuk 35 510, nr. 21)?
                           
57.
Waarom ontbraken kwaliteitscontroles en waarborgen bij het proces «Detectie aan de
                              Poort»?
                           
58.
Bestaat volgens PwC het risico dat aangiften met gelijke fiscale risico’s ongelijk
                              zijn behandeld? Of is er daadwerkelijke sprake van ongelijke behandeling? Klopt het
                              dat PwC genoeg tijd heeft gehad om tot duidelijke onderzoekconclusies te komen in
                              plaats van tot dit soort voorwaardelijke conclusies?
                           
59.
Welke niet objectief gerechtvaardigde kenmerken hebben een rol gespeeld bij de analyse
                              aan de poort?
                           
60.
Waarom werd het proces niet goed gedocumenteerd?
61.
Waarom is er geen goede reconstructie mogelijk van het proces en het gebruik van query’s?
62.
Kan een aantal concrete voorbeelden gegeven worden van gebruikte query’s?
63.
Welke query’s waren/zijn het meest problematisch, en/of leiden tot discriminatie in
                              de selectie en/of beoordeling van belastingaangiften?
                           
64.
Wat konden de gevolgen zijn van een uitworp voor nadere beoordeling van aanvragen
                              omzetbelastingnummer?
                           
65.
Welke vermeldingen van nationaliteit heeft PwC gevonden in handleidingen en het daderprofiel?
                              Om welke nationaliteiten ging het?
                           
66.
Welke acties hebben er inmiddels plaatsgevonden om onacceptabele en verwerpelijke
                              zaken tegen te gaan in de toekomst en te herstellen vanuit het verleden?
                           
67.
Op welke niet relevante karakteristieken heeft selectie plaats gevonden?
68.
Waarom heeft PwC niet daadwerkelijk kunnen herleiden of het verkeerde gebruik van
                              nationaliteit daadwerkelijk is toegepast in de selectie? Worden van deze selectieprocessen
                              dan geen verslagen of aantekeningen gemaakt? Wordt dit dan voortaan wél gedaan?
                           
69.
Hoe zal de beoogde cultuurverandering in zijn werk gaan? Kan hierover naar de Kamer
                              gerapporteerd worden buiten de onleesbare HVB-rapportages om, zodat dit belangrijke
                              aspect niet ondersneeuwt?
                           
70.
Krijgen (kregen) aangiften met AKI-code1 1043 en 1044 automatisch een vermelding in de FSV of was het andersom? Leidde de
                              AKI-code tot een intensieve behandeling van een aangifte of de FSV-aantekening of
                              beide? Hoe zat dit selectieproces chronologisch in elkaar?
                           
71.
Klopt het dat er intern bij de Belastingdienst verbaasd wordt gereageerd op de conclusie
                              van PwC dat een reconstructie van de selectiegronden niet mogelijk zou zijn?
                           
Klopt het dat een dergelijke reconstructie wel degelijk te maken is? En dat verschillende
                              directies betrokken waren en dat dit dus «organisatorisch» was?
                           
72.
Wanneer is de tegemoetkoming voor de FSV te verwachten? Waarom duurt dit zo lang?
                              Is de torenhoge boete van de Autoriteit persoonsgegevens (AP) van 3,7 miljoen euro
                              op te vatten als een indicatie van een ernstige privacy-schending die de FSV behelsde?
                           
73.
Kunnen de handleidingen van 2014–2019, die niet formeel zijn goedgekeurd, aan de Kamer
                              worden gezonden?
                           
74.
Klopt het dat de AKI-code 1043 altijd door een persoon (een analist) werd toegekend?
75.
Klopt het dat vervolgens een weegmodule Aanslag Belastingen Systeem (ABS) deze aangiftes
                              nogmaals beoordeelt en dan eventueel doorgeleid naar Intensief Toezicht? Of worden
                              alle aangiftes met het stempel AKI-1043 doorgeleid naar Intensief Toezicht? Welke
                              weging maakt ABS dan nog?
                           
76.
Wie heeft de query’s ontworpen? Waren dit belastingambtenaren zelf of waren dit externen?
                              Wie heeft hierover beslist? Hebben ambtenaren mandaat om eigen selectieregels op te
                              stellen en te hanteren zonder instemming op politiek niveau? Is hier een analogie
                              te trekken met de vervroegde uittredingsregeling die in 2017 aan het licht kwam en
                              waarover ook niet op politiek niveau was besloten?
                           
77.
Bestaat de «Poort» uit mensen (analisten)? Is (door PwC of anderen) aan deze mensen
                              gevraagd hoe zij tot hun selecties zijn gekomen?
                           
78.
Klopt het dat er geselecteerd is op «uiterlijk en voorkomen», «een niet-westers voorkomen»,
                              «geslacht (man)», «leeftijd (18–35)» en «materieel bezit», al dan niet in combinaties
                              met elkaar? Zo ja, waarom werd hierop geselecteerd? Klopt het dat dit discriminerend
                              en racistisch is?
                           
79.
Klopt het er bij onderzoek naar het aftrekken van giften in het bijzonder gekeken
                              werd naar burgers met een Turkse of Marokkaanse (tweede) nationaliteit?
                           
80.
Klopt het dat er extra controle was op aftrek van zorgkosten bij achternamen die eindigen
                              op -ic?
                           
81.
Klopt het dat vooral «allochtonen, meestal met partner» als risico werden gezien?
82.
Klopt het dat belastingadviseurs onder de loep werden genomen, als zij veel «allochtone»
                              klanten hadden?
                           
83.
Klopt het dat er extra controles waren bij startende ondernemers, maar dan alleen
                              met «allochtone» achtergrond?
                           
84.
Klopt het dat er werd gekeken naar «allochtone» familienamen?
Klopt het dat dit discriminerend en racistisch is?
85.
Welke 71 andere bronnen gebruikte het Risico Analyse Model (RAM), behalve de FSV?
86.
Klopt het dat een onderzoek naar een MKB-bedrijf gemiddeld 31.000 euro aan te weinig
                              betaalde belasting oplevert?
                           
87.
Welk regionaal MKB-informatieloket deelde in februari 2022 nog steeds risicosignalen
                              die in de FSV stonden? Kan uitgesloten worden dat nog steeds dit soort risicosignalen
                              circuleren binnen de Belastingdienst?
                           
88.
Wanneer kan het advies van de Landsadvocaat worden verwacht over eventuele vervolghandelingen,
                              die voortvloeien uit fouten in de selectie?
                           
89.
Klopt het dat FSV-noteringen hebben doorgewerkt in het Individueel Keuzebudget (IKB)
                              en Kosteloze Rechtskundige Bijstand (KRB)? In welke andere bestanden met belastingplichtigen
                              heeft de FSV nog meer doorgewerkt?
                           
90.
Wie of welke dienst wordt verantwoordelijk voor het interne toezicht binnen de Belastingdienst?
91.
Is er ook onderzocht in welke mate het vinkje «fraude» aanzetten ook gevolgen had
                              voor ondernemers bij het door gemeenten hanteren van de Bibob-procedure?
                           
92.
Wordt, gelet op het feit dat onderdeel van de Bibob-procedure bij bijvoorbeeld de
                              aanvraag van een horecavergunning ook een check bij de Belastingdienst is, gelogd
                              in de systemen van de Belastingdienst hoe vaak en door welke gemeente een dergelijk
                              verzoek wordt gedaan en voor welke vergunning dit geldt?
                           
93.
Bij hoeveel procent van de aanvragen in het kader van de Bibob werd, gelet op het
                              feit dat onderdeel van de Bibob-procedure bij bijvoorbeeld de aanvraag van een horecavergunning
                              ook een check bij de Belastingdienst is, door de aanvrager het aangezette vinkje «fraude»
                              aangetroffen sinds 2008? Bij hoeveel procent hiervan was dat onterecht?
                           
94.
In hoeverre was er in de periode 2014–2019 sprake van onderbezetting bij het team
                              analisten bij Detectie aan de Poort?
                           
95.
Was er tijdens de aangifteperiode extra capaciteit voor de analyse bij detectie aan
                              de Poort?
                           
96.
Waarom waren er geen beschrijvingen van (werk)processen, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
                              bij detectie aan de Poort en/of waarom zijn deze niet formeel vastgesteld?
                           
97.
Wat zijn de achterliggende afwegingen binnen de Belastingdienst op basis waarvan de
                              criteria en parameters in de query’s tot stand zijn gekomen?
                           
98.
Hoe werden actuele ontwikkelingen en risico’s met betrekking tot de fraudebestrijding
                              meegenomen in de query’s en de detectie aan de Poort? Waren hier werkprocessen voor
                              ingericht?
                           
99.
Wat zijn de achterliggende afwegingen binnen de Belastingdienst op basis waarvan de
                              criteria en parameters in de query’s tot stand zijn gekomen?
                           
100.
Waarom zijn er geen query’s meer terug te vinden dan wel te reconstrueren van de periode
                              voor 2017?
                           
101.
Hoe werd het financiële belang van aangiften met een frauderisico berekend door de
                              analisten en welke invloed had dit op de verdere behandeling van de aangifte?
                           
102.
Hoe wogen de resultaten van de beoordeling door Intensief Toezicht van de aangifte
                              van het voorgaande jaar mee in de risicobeoordeling van de nieuwe aangifte?
                           
103.
Waarom beschrijft de handleiding voor analisten in de jaren 2015–2018 dat in de zorgkosten-query
                              in de eerste query de verhouding fraude tot regulier toezicht zeven staat tot één
                              was en hoe werd dit in de risicobeoordeling meegewogen?
                           
104.
Wat is de reden dat in de handleidingen is opgenomen dat giften aan moskeeën aangemerkt
                              moeten worden als frauderisico?
                           
105.
In welke documentatie zijn daderprofielen opgenomen en hoe is deze documentatie binnen
                              de Belastingdienst gebruikt?
                           
106.
Waarom is het proces van detectie aan de Poort niet systematisch geëvalueerd?
107.
Is er wet- en regelgeving overtreden door het niet archiveren van databestanden van
                              het proces detectie aan de Poort?
                           
108.
In hoeverre was er bij de registratie van frauderisico’s sprake van een cirkelredenering?
109.
Hoe kan het dat een FSV-signaal een sterk verschillend effect had per regio (Belastingkantoor)?
                              In hoeverre werden de processen binnen de verschillende Belastingkantoren gestroomlijnd?
                           
110.
In hoeverre is uit te sluiten of een FSV-registratie van een ondernemer uiteindelijk
                              heeft geleid tot faillissement?
                           
111.
Kon een FSV-registratie van een ondernemer er automatisch toe leiden dat ook een (fiscaal)
                              partner, ouder of kind een FSV-registratie kreeg?
                           
112.
Kon een FSV-registratie van een ondernemer ertoe leiden dat een (fiscaal) partner,
                              ouder of kind een FSV-registratie kreeg te maken kreeg met stopzetting van toeslagen
                              of afwijzing van de aanvraag van een toeslag?
                           
113.
In hoeverre kon een FSV-registratie automatisch leiden tot een stapeling van frauderisico-indicatoren
                              in andere systemen zoals RAM?
                           
X Noot
                     
1
AKI staat voor ABS Klant Informatie. ABS staat voor Aanslag Belastingen Systeem.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
