Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voorhang Ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB, houdende maatstaven voor studiesucces in het mbo (Kamerstuk 31524-505)
2022D15736 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 1 april 2022 inzake de voorhang van het
ontwerpbesluit tot wijziging van het uitvoeringsbesluit WEB1, houdende maatstaven voor studiesucces in het mbo2 (Kamerstuk 31 524, nr. 505).
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie, Arends
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
2
II
Reactie van Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
3
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorhang inzake het ontwerpbesluit
tot Wijziging van het uitvoeringsbesluit WEB, houdende maatstaven voor studiesucces
in het mbo. Zij hebben nog enkele vragen die zij willen voorleggen aan de Minister.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het zeer belangrijk is dat alle studenten
kwalitatief goed onderwijs ontvangen. Kan de Minister toelichten welke extra stappen
hij gaat zetten om studiesucces voor elke student te bewerkstelligen? Op welke wijze
draagt dit ontwerpbesluit daaraan bij? Tot slot vragen zij welke implicaties dit wetsvoorstel
heeft voor niet-bekostigde opleidingen.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende
ontwerpbesluit. Deze leden steunen de voorgenomen wijzigingen van het uitvoeringsbesluit
WEB, naar aanleiding van het amendement Bisschop, Van Meenen en Rog, waarin regels
opgesteld worden hoe studiesucces gemeten en beoordeeld kan worden. Tevens hebben
deze leden nog een enkele vraag.
Maatwerksituaties, entree- en niet-bekostigde opleidingen
De leden van de CDA-fractie willen graag weten hoe vaak het voorkomt dat studenten
die zich in willen schrijven voor een entreeopleiding geweerd worden omdat ze al een
schooldiploma bezitten. Tevens vragen zij om welke diploma’s dit dan met name gaat.
Hoe vaak gaan studenten en/of ouders in bezwaar vanwege het genoemde tweede lid waardoor
studenten wel toelaatbaar zijn, zo vragen de voornoemde leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige
ontwerpbesluit. Zij onderschrijven het grote belang dat de Minister hecht aan kwalitatief
goed onderwijs voor iedere student en voor de samenleving als geheel en onderkennen
dat in dit verband het laagste inspectie-oordeel over de kwaliteit van middelbaar
beroepsonderwijs als «zeer zwak» goed moet worden geborgd. Een bekostigde beroepsopleiding
wordt voortaan zeer zwak genoemd indien niet alleen het studiesucces daar onvoldoende
is, maar ook de zorgplicht inzake het onderwijsprogramma en de examinering, de beroepspraktijkvorming
of de regels op het gebied van veiligheid daar onvoldoende worden uitgevoerd. De leden
vragen wat de consequenties worden wanneer het beroepsopleidingen betreft die niet
bekostigd worden. Vindt de Minister het in zulke gevallen acceptabel dat jongeren
zonder startkwalificatie hun opleiding afsluiten? De Minister vermeldt ook dat dit
besluit geen gevolgen heeft voor Caribisch Nederland, omdat de Wet educatie en beroepsonderwijs
BES geen wettelijke opdracht kent om normen voor studiesucces vast te stellen in de
regelgeving. Kan de Minister nader toelichten welke overwegingen hieraan ten grondslag
liggen? Geeft de Minister op enige andere wijze gestalte aan het grote belang dat
toch ook hij zal hechten aan kwalitatief goed beroepsonderwijs op Caribisch Nederland?
Tot slot vragen zij welke waarborgen hij daartoe in bouwt.
II Reactie van Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.