Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 051 Voorstel van het Presidium tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met de verplichte publicatie van arbeidsomstandighedenbeleid door fracties en groepen
Nr. 3
VERSLAG
36 051
Nr. Verslag
Vastgesteld 4 april 2022
De commissie voor de Werkwijze, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend
voorstel van het Presidium, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar
bevindingen.
Onder het voorbehoud dat het Presidium op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit
voorstel voldoende voorbereid.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel van
het Presidium tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met de verplichte
publicatie van arbeidsomstandighedenbeleid door fracties en groepen. Deze leden hebben
enkele verduidelijkende vragen betreffende het voorstel.
De leden van de VVD-fractie lezen dat fracties en groepen verplicht worden om het
door hen gevoerde arbeidsomstandighedenbeleid openbaar te maken op een website en
de vindplaats hiervan te delen met de Griffier, waarmee het vervolgens centraal toegankelijk
gemaakt kan worden via de website van de Tweede Kamer. Deze leden vragen voorts waarom
fracties en groepen zelf eerst hiervoor een site dienen op te richten en waarom er
niet gekozen is voor een directe centralisatie van beleid, net zoals al gehanteerd
wordt voor het reeds bestaande geschenkenregister.
Verder vragen de leden van de VVD-fractie het Presidium meer duidelijkheid te geven
over eventuele consequenties voor fracties of groepen die hun arbeidsomstandighedenbeleid
niet openbaar maken. In het voorliggende voorstel staat enkel dat fracties en groepen
hierop zullen worden aangesproken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel van
het Presidium tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met de verplichte
publicatie van arbeidsomstandighedenbeleid door fracties en groepen. Deze leden hebben
hierover nog een aantal vragen.
De leden van de D66-fractie onderschrijven het doel van deze wijziging, namelijk het
creëren van een veilige werkplek voor iedereen in het Tweede Kamergebouw. Recente
ontwikkelingen hebben eens te meer aangetoond dat dit onderwerp onverlet onze aandacht
behoeft.
De leden van de D66-fractie merken op dat het voorstel van het Presidium zich richt
op het tweede deel van de motie van het lid Leijten van 29 juni 2021 (Kamerstuk 35 752, nr. 9), namelijk de openbaarmaking van het betreffende arbeidsomstandighedenbeleid waartoe
fracties en groepen worden verplicht. Het Presidium geeft aan dat er al een wettelijke
verplichting bestaat voor groepen en fracties om een algemeen arbeidsomstandighedenbeleid
te voeren, onder de Arbeidsomstandighedenwet. Deze leden vragen zich af wat dit in
de praktijk betekent. Als bij een fractie of groep een arbeidsomstandighedenbeleid
ontbreekt, kan dit dan alleen bij de rechter afgedwongen worden indien een fractie
of groep weigert? Zou het meerwaarde hebben om dit ook in het Reglement van Orde op
te nemen, zodat leden van een fractie of groep, of medewerkers van een fractie of
groep, ook een beroep kunnen doen op het Presidium of het College van onderzoek integriteit?
Is dit door het Presidium overwogen? Zo ja, waarom is anders besloten?
Is er vanuit het Presidium contact geweest met de fracties en groepen over hun arbeidsomstandighedenbeleid?
Is bij het Presidium bekend of er fracties of groepen zijn die nog niet dit soort
beleid hebben? Indien dit het geval is, welke stappen zet het Presidium om ervoor
te zorgen dat de betreffende fracties en groepen dit wel krijgen?
Over de openbaarmaking van het beleid lezen de leden van de D66-fractie dat het beleid
op een openbare website geplaatst moet worden en met de Griffier gedeeld. Deze leden
merken op dat de reikwijdte van ongewenst gedrag en de manier waarop daarmee omgegaan
dient te worden tot op zekere hoogte aan verandering onderhevig is. Zal het Presidium
de fracties en groepen ook periodiek verzoeken te controleren of het beleid nog volstaat?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met afkeuring kennis genomen van bovengenoemd voorstel
van het Presidium. Deze leden hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.
Kan de Voorzitter aangeven waar precies in de Arbeidsomstandighedenwet staat dat stichtingen
van de fracties en/of fracties verplicht zijn een algemeen arbeidsomstandighedenbeleid
te voeren? Kan de Voorzitter aangeven waar de wet zegt dat het verplicht is dit arbeidsomstandighedenbeleid
te openbaren? Of hebben de leden van de PVV- fractie gelijk als zij zeggen dat het
openbaren van zo’n arbeidsomstandighedenbeleid geen wettelijke basis heeft en dat
de Voorzitter, net als het Presidium, slechts op grond van een Kameruitspraak dit
voorstel doet?
Is de Voorzitter zich bewust van het feit dat fracties autonome politieke verbanden
zijn die geen rechtspersoonlijkheid bezitten, en dat er om die reden geen enkele verplichting
rust om het arbeidsomstandighedenbeleid openbaar te maken? Zo nee, waarom niet? Kan
worden aangegeven hoe bovengenoemd voorstel moet worden bezien in het licht van het
artikel van Douwe Jan Elzinga, emeritus hoogleraar staatsrecht (RU Groningen), waarin
hij stelt dat «politieke fracties geheel autonoom oordelen over hun organisatie, werkwijze
en over het lidmaatschap van de fractie»?1
Is de Voorzitter het met de leden van de PVV-fractie eens dat zij als Voorzitter,
net als het Presidium, geen enkele bevoegdheid heeft in de wijze waarop fracties zelf
veilige en gezonde arbeidsomstandigheden creëren conform de Arbeidsomstandighedenwet?
Zo nee, waarom niet? Waar is die bevoegdheid volgens haar op gebaseerd?
Kan de Voorzitter aangeven welke wet autonome entiteiten zoals bv’s, stichtingen of
verenigingen verplicht zaken als het arbeidsomstandighedenbeleid openbaar te maken
voor niet-belanghebbenden?
Is de Voorzitter het met de leden van de PVV-fractie eens dat de Voorzitter met dit
voorstel een nieuw machtsmiddel voor haar positie introduceert en daarmee haar eigen
gebrek aan gezag maskeert?
De leden van de PVV-fractie delen tot slot mede dat, mocht dit voorstel door de Kamer
worden aangenomen, zij hier niet aan meewerken en wijzen erop dat indien de Voorzitter
en/of het Presidium openbaring van het arbeidsomstandighedenbeleid van (de stichting
van) de fractie wensen, niet het Reglement van Orde gewijzigd dient te worden maar
een wijziging van de wet noodzakelijk is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel
van het Presidium tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met de verplichte
publicatie van arbeidsomstandighedenbeleid door fracties en groepen. Deze leden constateren
dat fracties en groepen als werkgever van de fractiemedewerkers op grond van de Arbeidsomstandighedenwet
al verplicht zijn om algemeen arbeidsomstandighedenbeleid te voeren dat is gericht
op de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers. Het voorliggende voorstel voegt
daaraan de verplichting toe om het betreffende beleid openbaar te maken door het voor
een ieder beschikbaar te stellen op een openbare website. Daarnaast verplicht het
artikel de fracties en groepen de vindplaats van de betrokken website mee te delen
aan de Griffier. De leden van de CDA-fractie lezen dat er op deze wijze binnen de
Kamer een centraal overzicht is van dit beleid. Is het Presidium bereid dat centrale
overzicht via de website van de Tweede Kamer centraal toegankelijk te maken?
De leden van de CDA-fractie vragen welke mogelijkheden het Presidium heeft om de naleving
van de voorgestelde bepaling te bevorderen. Kan een fractie of groep erop worden aangesproken
als zij geen arbeidsomstandighedenbeleid heeft of als zij dat niet heeft gepubliceerd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van het Presidium
en hebben daar nog enkele vragen en opmerkingen bij.
Allereerst begrijpen de leden van de SP-fractie dat het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden
door fracties en groepen al wettelijk verplicht is, volgend uit de Arbeidsomstandighedenwet.
Deze leden vragen het Presidium uit te leggen hoe de handhaving van artikel 3 precies
is geregeld. Zij zouden het een goed idee vinden om zo veel mogelijk aan te sluiten
bij de handhaving en het toezicht dat nu bestaat.
Ten tweede willen de leden van de SP-fractie dat het transparant kenbaar maken van
het arbeidsomstandighedenbeleid geen dode letter wordt. Deze leden vragen het Presidium
waarom niet gekozen is voor een sanctieregime bij overtreding van het beleid. Nu staat
vermeld dat indien fracties en groepen het beleid niet openbaar maken, zij erop aangesproken
kunnen worden door anderen bij bijvoorbeeld het debat over de Raming van de Tweede
Kamer. Is het Presidium het met deze leden eens dat dit kan leiden tot politieke discussie,
terwijl het hebben van goed arbeidsomstandighedenbeleid de normaalste zaak van de
wereld behoort te zijn?
De leden van de SP-fractie wijzen op de context waarin het voorstel is gedaan, namelijk
naar aanleiding van aanhoudende berichten dat verschillende fracties zich aanhoudend
en willens en wetens niet aan afspraken houden, wat afstraalt op de gehele Tweede
Kamer. Deze leden vinden het ongewenst dat er geen mogelijkheden zijn om uiteindelijk
– na waarschuwingen en berispingen – op te kunnen treden in het belang van het aanzien
van de Tweede Kamer. Zij vinden dat volksvertegenwoordigers hun werk moeten kunnen
doen door toegang te hebben tot debatten, tegelijkertijd is het gebruik van algemene
voorzieningen (huisvesting, ruimtes in het Kamergebouw) daaraan niet voorwaardelijk.
Kan het Presidium eens reflecteren op het opstellen van bepaalde huisregels waarmee
stelselmatige overtreding uiteindelijk kan worden bestraft? Deze leden hopen dat het
uiteindelijk nooit nodig hoeft te zijn om dergelijke sancties op te leggen, maar vinden
het wel verstandig om hiervoor beleid te hebben.
De voorzitter van de commissie, Bergkamp
De griffier van de commissie, Goorden
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.A. Bergkamp, voorzitter van de commissie voor de Werkwijze -
Mede ondertekenaar
F.C.G. Goorden, griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 24 | Voor | |
PVV | 17 | Tegen | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Tegen | |
DENK | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 3 | Tegen | |
JA21 | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Voor | |
Volt | 2 | Voor | |
BBB | 1 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.