Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Fiche: Verordening EU Drugsagentschap
2022D11850 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de brief
BNC-fiche: Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad betreffende
het Drugsagentschap van de Europese Unie d.d. 25 februari 2022.
De voorzitter van de commissie, Smals
De adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
VVD-fractie
2
D66-fractie
2
SP-fractie
5
SGP-fractie
6
BBB-fractie
7
II.
Reactie van het kabinet
7
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche: voorstel voor
een verordening EU Drugsagentschap. Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
Kan het kabinet aangeven wat wordt bedoeld met de zinsnede dat de Europese Commissie
een sterkere internationale rol voor het agentschap (Europees Waarnemingscentrum voor
drugs en drugsverslaving (EWDD)) voorziet? Hoe moet deze sterkere rol vorm krijgen
en welke instrumenten zijn daarin voor het agentschap voorzien?
Voorts lezen deze leden dat het kabinet erop zal toezien dat de inhoudelijke uitbreiding
van het mandaat van het EWDD niet verder gaat dan nodig is, en niet ten koste zal
gaan van de huidige taken. Kan worden aangegeven waar de grenzen voor het kabinet
hierbij liggen?
Aangaande de budgettering lezen de leden van de VVD-fractie dat het kabinet voorstander
is van een verhoging van het budget en van uitbreiding van het personeel, maar dat
hij betwijfelt of de voorgestelde versterking en uitbreiding van het mandaat de hoogte
van het bedrag (een verdubbeling ten opzichte van het huidige budget) en de extra
fte (van rond de honderd naar 140) rechtvaardigen. Waar liggen de twijfels bij het
kabinet?
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie in het BNC-fiche dat het kabinet kritisch
is over de EU-brede waarschuwingen voor gevaarlijke stoffen die het agentschap zelfstandig
uitgeeft. Zij lezen dat het kabinet niet gelijk de toegevoegde waarde hiervan ziet.
Het zou volgens het kabinet ook negatieve effecten kunnen hebben. Kunnen deze negatieve
effecten in kaart worden gebracht? Kan daarbij tevens het krachtenveld geschetst worden?
Het kabinet is volgens het fiche kritisch over brede campagnes omtrent drugsgebruik
op EU-niveau, omdat dit onbedoeld negatieve effecten kan hebben. Op welke effecten
doelt het kabinet?
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie onderstrepen om te beginnen graag het belang van een realistisch
drugsbeleid en dat begint met de erkenning dat de war on drugs een heilloze weg is gebleken. Deze leden hebben daarom met gemengde gevoelens kennisgenomen
van het voorliggende voorstel en willen het kabinet nog enkele vragen stellen.
Essentie voorstel
Inhoud voorstel
De leden van de D66-fractie hebben uit de evaluatie van het EWDD uit 2019 opgemaakt,
dat dit agentschap goed functioneert als zijnde een excellentiecentrum. Daarnaast
worden in de evaluatie aanbevelingen gedaan die onder andere betrekking hebben op
de verbetering van de instrumenten die worden gebruikt voor informatievergaring en
onderzoek. Door het mandaat te verbreden naar taken op het gebied van aan veiligheid
gerelateerde zaken, wordt het doel van een excellentiecentrum verbreed naar een veiligheidsinstituut.
Kan het kabinet toelichten waarom deze verbreding van het mandaat naar veiligheid
noodzakelijk is en wat hierin het kabinetsstandpunt is? Genoemde leden zijn van mening
dat het veiligheidsperspectief juist (veel) te dominant is geworden in het drugsbeleid
en dat deze repressieve aanpak zowel voor de volksgezondheid als voor de veiligheid
vaak averechts uitpakt.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Europese Commissie polysubstantiegebruik
aan het mandaat wil toevoegen. Deze leden vragen met welk doel dit mandaat wordt uitgebreid.
In hoeverre is er in de onderzoeken naar het gebruik van polysubstantiegebruik voldoende
waarborging van het gezondheidsperspectief?
De leden van de D66-fractie vragen wat de implicaties zijn voor de nationale forensische
en toxicologische laboratoria als er een Europees netwerk voor deze laboratoria wordt
opgericht. Kan het kabinet dit toelichten?
De leden van de D66-fractie vernemen ook uit de plannen dat de Europese Commissie
wil inzetten op «versterkte monitoring» en dat er «dreigingsevaluaties» gemaakt moeten
worden voor nieuwe ontwikkelingen rondom drugs die mogelijk bedreigend zijn voor de
volksgezondheid. Waarom wordt bij het verbreden van het mandaat niet gekeken naar
de ontwikkelingen met betrekking tot drugs die bevorderlijk zijn voor de volksgezondheid?
Kan het kabinet deze plannen concretiseren en uitleggen wat dit zal betekenen voor
het landelijke beleid van de lidstaten? Deze leden juichen het toe dat bijvoorbeeld
in Malta, Luxemburg en Duitsland een beweging naar een realistischer cannabisbeleid
is ingezet en krijgen graag de bevestiging dat de onderhavige plannen met betrekking
tot de verordening betreffende het Drugsagentschap van de Europese Unie geen ombuiging
van deze trend tot gevolg zal hebben. In een breder perspectief maken genoemde leden
zich zorgen over soms achterhaalde en starre (interpretatie van) internationale en
Europese afspraken op dit gebied.
De leden van de D66-fractie zijn ook uiterst kritisch over het ontwikkelen van Europees
brede preventie- en bewustwordingscampagnes op EU-niveau. Deze leden zijn gerustgesteld
om te lezen dat het kabinet hier ook kritische kanttekeningen bij heeft gezet. Kan
het kabinet toezeggen dat EU-brede preventie- en bewustwordingscampagnes niet aan
het takenpakket van het agentschap zullen worden toegevoegd?
De leden van de D66-fractie delen voorts de zorgen van het kabinet dat door het krappe
budget de kwaliteit van het EWDD mogelijk in het gedrag is gekomen en dat het instituut
hierdoor niet toekomstbestendig is. Waarom moet de hele organisatie worden aangepast
als uiteindelijk het krappe budget de hoofdoorzaak was van twijfels aan de toekomstbestendigheid?
Kan het kabinet dit toelichten?
Impact assessment Europese Commissie
De leden van de D66-fractie onderschrijven het kabinetsstandpunt in het BNC-fiche
dat de kern van het mandaat bij monitoring en ondersteuning van de EU en de lidstaten
moet blijven liggen. Daarnaast wijzen deze leden erop dat het mandaat van de monitoring
en ondersteuning niet alleen betrekking moet hebben op toekomstige bedreigingen. Het
Drugsagentschap van de Europese Unie zou ook de toekomstige voordelen, zowel vanuit
gezondheids- als vanuit veiligheidsperspectief, moeten kunnen monitoren en daarmee
de lidstaten van de EU moeten kunnen ondersteunen in een evenwichtig nationaal drugsbeleid.
Deze leden wijzen op de diversiteit van het beleid binnen de EU. Zij voorzien problemen
als het Drugsagentschap een te sterke beleid makende rol op zich zal nemen waarin
teveel de nadruk gelegd wordt op het veiligheidsperspectief. Kan het kabinet hierop
reflecteren?
Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De leden van de D66-fractie delen het standpunt van het kabinet dat het belangrijk
is dat het drugsbeleid wetenschappelijk onderbouwd wordt en gebaseerd is op een effectief
bewezen beleidsinzet. Deze leden vragen echter of het Nederlandse liberale beleid
niet in het gedrang komt in een Europese Unie waarin een groot aantal andere culturele,
sociale en politieke opvattingen rondom het drugsbeleid bestaan. Kan het kabinet zijn
zienswijze hierop toelichten?
Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
De leden van de D66-fractie zijn, net als het kabinet, bang voor overlapping en onduidelijkheden met de andere EU-agentschappen zoals Europol, Eurojust,
Frontex en het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA). Kan het kabinet toelichten
welke meerwaarde het mandaat heeft in het licht van het al bestaande EWDD en in het
licht van een mogelijk nauwere samenwerking met de bovengenoemde EU-agentschappen?
De leden van de D66-fractie zijn met het kabinet van mening dat operationele criminaliteitsbestrijding
een nationale competentie is, en dat de rol van de EU op dat terrein ondersteunend
is. Zou het kabinet een concrete toelichting kunnen geven op zijn plan van aanpak
hierover?
De leden van de D66-fractie zijn evenals het kabinet voorstander van een verhoging
van het budget en de uitbreiding van het personeel, maar betwijfelen of de voorgestelde
versterking en uitbreiding van het mandaat de hoogte van het bedrag (een verdubbeling
ten opzichte van het huidige budget) en de extra fte (van rond de honderd naar 140)
rechtvaardigen. Kan het kabinet in de toelichting bij de al bestaande EU-agentschappen,
meenemen hoe dit zich verhoudt tot de verhoging van het budget en de personeelsuitbreiding?
Kan het kabinet daarbij aangeven of dit ook nodig is?
De leden van de D66-fractie zijn voorts, evenals het kabinet, voorstander van het
ontvangen van een verduidelijking over de bovenmatige aandacht in het EU-voorstel
voor dreigingsevaluaties van nieuwe ontwikkelingen. Zij vernemen graag wat het kader
hiervoor is. Zoals het kabinet uitlegt, wordt in het EU-voorstel bovenmatig veel aandacht
geschonken aan nieuwe psychoactieve stoffen. Deze leden vragen wat het effect is van
het gebruik van psychoactieve stoffen ter bevordering van de geestelijke gezondheid.
Kan het kabinet uitleggen of met deze uitbreiding geen overlapping plaatsvindt met
de overige EU- agentschappen, aangezien de overige EU-agentschappen al onderzoek doen
naar de gezondheidsincidenten en fatale overdoses?
Eerste inschatting van het krachtenveld
De leden van de D66-fractie hebben met name vragen over de inhoudelijke uitbreiding
van het agentschap. Deze leden vragen welke consequenties de voorgestelde wijzigingen
hebben op het nationaal drugsbeleid van de EU-lidstaten. Kan het kabinet toelichten
wat de effecten van deze inhoudelijke wijzigingen op het Nederlands drugsbeleid zijn?
Genoemde leden zouden tevens graag een uitgebreidere toelichting krijgen van de manier
waarop Nederland met gelijkgezinde landen gezamenlijk optrekt in dit dossier, en op
welke wijze de zogenaamde Belvédère-groep hierin functioneert.
Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
Subsidiariteit
De leden van de D66-fractie zijn voorstander van kennisuitwisseling en internationale
samenwerking op Europees niveau. Deze leden onderstrepen het standpunt van het kabinet
dat elk land een eigen drugscultuur kent en dat het formuleren van een generiek EU-standpunt
lastig is. Kan het kabinet toelichten wat de gevolgen zijn indien het EU-standpunt
averechts werkt ten opzichte van het nationale beleid?
Proportionaliteit
De leden van de D66-fractie delen de zorgen van het kabinet over de uitbreiding van
het mandaat op de dreigingsevaluaties van nieuwe ontwikkelingen en willen dit punt
graag onderstrepen.
Financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke
aspecten
Consequenties EU-begroting
De leden van de D66-fractie achten het niet wenselijk om extra middelen voor de uitbreiding
van het EWDD uit het budget te halen van Heading 4 (migratie en grensbeheer) binnen
het Meerjarig Financieel Kader. Deze leden vragen het kabinet om een toelichting te
geven op de mogelijkheid om eventuele extra financiering vanuit de lidstaten zelf
te laten komen.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche Verordening EU Drugsagentschap
en hebben daarbij nog een aantal vragen.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet puntsgewijs aan te geven wat voor nieuwe
of gewijzigde bevoegdheden het nieuwe Drugsagentschap van de Europese Unie (EUDA)
gaat krijgen. Zij vragen daarbij of, in de gevallen waarin het om gewijzigde bevoegdheden
gaat, het kabinet een zogeheten «was – wordt» lijst kan maken en naar de Kamer kan
sturen.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet tevens, naast de vraag om duidelijk
te maken welke bevoegdheden met deze verordening van Nederland overgeheveld worden
naar de EU, om aan te geven waarom dit nodig is en waarom dit niet op nationaal niveau
geregeld kan worden.
De leden van de SP-fractie onderschrijven het feit dat drugshandel een grensoverschrijdende
activiteit is, en dat vanuit dat perspectief goede internationale samenwerking nodig
is. Kan het kabinet toelichten in hoeverre deze verordening daaraan zal bijdragen?
Tegelijkertijd zien genoemde leden dat de verschillen ten aanzien van drugsgebruik
per lidstaat flink uiteenlopen. In hoeverre is dan een lidstaat overstijgende aanpak,
alsmede lidstaat overstijgend(e) voorlichting en onderzoek wenselijk of zelfs functioneel?
De leden van de SP-fractie vragen tenslotte aan het kabinet om toe te lichten welk
onderzoek vanuit de EU zal moeten plaatsvinden en wat precies het doel daarvan is.
Wat is de meerwaarde van deze kennis op Europees niveau, aangezien het de lidstaten
zijn die met de gevolgen van drugsgebruik, -handel et cetera worden geconfronteerd
en die belast zijn met de aanpak van drugsoverlast- en criminaliteit?
Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche met betrekking
tot de Verordening EU Drugsagentschap. Zij maken graag van de gelegenheid gebruik
hierover enkele vragen te stellen.
Essentie voorstel
De leden van de SGP-fractie merken op dat drugsbeleid primair een verantwoordelijkheid
is van de lidstaten. Zij vragen het kabinet te bevestigen dat het Drugsagentschap
van de Europese Unie geen vehikel is of wordt om EU-breed een liberaal drugsbeleid
te bevorderen. Welke positie neemt Nederland bij de discussie over dit Europese Drugsagentschap
in? Wat wordt de Nederlandse bijdrage en/of betrokkenheid?
De leden van de SGP-fractie menen dat de toegevoegde waarde van een Drugsagentschap
van de Europese Unie ligt in het aanpakken van drugsproblematiek en -criminaliteit
met een grensoverschrijdend karakter. Kan het kabinet verduidelijken in hoeverre de
(nieuwe) taken van het Drugsagentschap daarop gericht zijn? Meent het kabinet dat
de taken van het agentschap dusdanig worden versterkt dat het Drugsagentschap beter
in staat zal zijn om grensoverschrijdende drugsproblematiek aan te pakken?
De leden van de SGP-fractie vragen voorts aan het kabinet of voldoende duidelijk is
wat de taakverdeling is tussen dit Drugsagentschap en andere EU-agentschappen. Kan
het kabinet toelichten wat de specifieke taken van het Drugsagentschap (zullen) zijn
in relatie tot bijvoorbeeld Europol of het EMA?
De leden van de SGP-fractie kunnen zich voorstellen dat EU-brede preventie- en bewustmakingscampagnes
op EU-niveau gezien de verschillen tussen de lidstaten niet bijster effectief zullen
zijn. Tegelijkertijd menen genoemde leden dat Nederland wel zou kunnen leren van anti-drugscampagnes
in andere EU-lidstaten. Kan het Drugsagentschap van de Europese Unie daaraan bijdragen?
Financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke
aspecten
De leden van de SGP-fractie delen de kritiek van het kabinet over de verdubbeling
van het budget en de personeelsuitbreiding met 40 fte. Kan worden aangegeven welke
budgetverhoging voor het kabinet wel acceptabel zou zijn? Ook vragen zij of het kabinet
tegen het onderhavige voorstel zal stemmen indien het bedrag en/of de voorgenomen
personeelsuitbreiding niet verlaagd worden.
Vragen en opmerkingen van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van het BNC-fiche Verordening EU Drugsagentschap.
Het lid van de BBB-fractie ondersteunt de inzet van het kabinet op dit onderwerp en
waardeert de kritische blik ter zake.
Het lid van de BBB-fractie kan zich erin vinden dat het mandaat beperkt blijft tot
monitoring en ondersteuning van de EU en de lidstaten. Genoemd lid waardeert de toezegging
van het kabinet om erop toe te zien dat de inhoudelijke uitbreiding van het mandaat
niet verder gaat dan nodig is. Dit lid vindt dit van groot belang. Het kabinet geeft
aan dat het onduidelijk is wat de uitbreiding van het mandaat precies inhoudt, omdat
het EWDD ook nu al monitort. Het lid van de BBB-fractie vraagt het kabinet om hierover
zo spoedig mogelijk duidelijkheid te krijgen en hierover de Kamer te informeren.
Het lid van de BBB-fractie is net als het kabinet kritisch over de hoogte van het
gevraagde budget. Genoemd lid ondersteunt dan ook de vraag van het kabinet naar een
onderbouwing hiervan. Een verdubbeling van het budget lijkt echter op voorhand onredelijk.
Dit lid vraagt daarbij aandacht voor de doelmatigheid: welke doelen worden behaald
met het verhogen van dit budget? Welke meerwaarde heeft dit voor Nederland? Aangezien
op dit moment niet duidelijk is wat de uitbreiding van het mandaat precies inhoudt,
is het onmogelijk om een oordeel te kunnen geven over de gevraagde budgetverhoging.
Het lid van de BBB-fractie maakt zich zorgen over de enorme budgetten waarmee de EU
werkt en het gemak waarmee om meer budget gevraagd wordt. Genoemd lid heeft ernstige
twijfels over de doelmatigheid. Wat is het standpunt van het kabinet hierin?
Het lid van de BBB-fractie ziet ook geen meerwaarde in publiekscampagnes op Europees
niveau door het Drugsagentschap. Dit soort campagnes zullen op nationaal niveau veel
zinvoller (effectiever) zijn. Ook hierin ondersteunt de BBB-fractie dus de visie van
het kabinet.
II. Reactie van het kabinet
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.