Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda JBZ-Raad 3-4 maart 2022 (onderdeel vreemdelingen en asiel)
2022D07939 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de geannoteerde
agenda voor de formele JBZ-Raad van 3 en 4 maart 2021 (Kamerstuk 32 317, nr. 747), over het fiche Herziening van de Schengengrenscode (Kamerstuk 22 112, nr. 3298) en het fiche Verordening aanpak instrumentalisering op het gebied van migratie en
asiel.
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
1.
Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
2
2.
Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
6
3.
Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
7
4.
Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks SP-fractie
9
5.
Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie
10
6.
Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie
11
7.
Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
14
II.
Reactie van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
14
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
1. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben de stukken gelezen en hebben daar nog een aantal
vragen over.
Fiche: Herziening van de Schengengrenscode
De leden van de D66-fractie hebben de inzet van de Staatssecretaris gelezen op het
gebied van de herziening van de Schengengrenscode. Zij zijn positief over de toevoeging
in artikel 28 van het voorstel waarin de mogelijkheid gecreëerd wordt dat voortaan
alleen op voorstel van de Europese Commissie (EC) binnengrenscontroles ingesteld kunnen
worden als naar aanleiding van een bepaalde dreiging/crisis een gevaar is voor de
openbare orde en nationale veiligheid van meerdere lidstaten. Zij lezen dat het aan
lidstaten zelf blijft om dit besluit te nemen. Is de Staatssecretaris het met deze
leden eens dat het beter is dit via de EC te coördineren, in plaats van dat lidstaten
eigenstandig en mogelijk onnodig en/of onterecht hun grenzen eigenstandig sluiten?
Zo nee, waarom niet?
De Staatssecretaris schrijft voorts dat hij al enige tijd met gelijkgezinde landen
aan een sterker, toekomst- en crisisbestendiger Schengengebied werkt om de bestaande
ruimte van vrij verkeer te behouden. Welke landen zijn dit en over welke zaken wordt
met hen gesproken? Welke maatregelen worden overwogen en in hoeverre wil de Staatssecretaris
enkel met deze landen op deze punten samenwerken of is het zijn bedoeling dit in de
JBZ-raad naar voren te brengen om gezamenlijk beleid te creëren? Met welke gelijkgezinde
landen heeft de Staatssecretaris verder uitgedragen dat binnengrenscontroles een uiterste
redmiddel moeten blijven? Wat is het krachtenveld op dit punt? Deze leden zijn het
eens dat er altijd voldoende waarborgen moeten zijn voor mensen die zoeken naar bescherming.
Op welke manier wil de Staatssecretaris dat dit in het voorstel wordt gewaarborgd?
Hoe gaat hij zich daarvoor inzetten? De Staatssecretaris stelt verder dat het instellen
van binnengrenscontroles slechts als uiterste redmiddel mag worden ingezet. Aan welke
situaties denkt de Staatssecretaris dat het proportioneel is een dergelijk middel
in te zetten? In hoeverre wordt in de procedure om hiertoe te komen, ook een expliciete
proportionaliteitstoets opgenomen? Zo nee, is de Staatssecretaris bereid zich hiervoor
in te spannen? Deze leden zijn van mening dat fysieke binnengrenscontroles zeer onwenselijk
zijn en deze zoveel mogelijk moeten worden voorkomen en dat strengere procedures moeten
toezien op naleving van afspraken dat dit echt enkel als uiterste redmiddel wordt
ingezet. Deze leden steunen dan ook de inzet van de EC dat een besluit dit te doen
beter gemotiveerd moet worden.
De leden van de D66-fractie vragen hoe de Staatssecretaris aankijkt tegen het opnemen
in de tekst van de mogelijkheid tot het bouwen van hekken. Deze leden zijn van mening
dat dit niet expliciet in de tekst thuishoort. Lidstaten hebben al de bevoegdheid
zelf te bepalen hoe zij hun grenzen beschermen. Deze leden zijn geen voorstander van
het bekostigen van hekken en muren met Europees geld. Bovendien wijzen zij erop dat
juist bij grensbewaking aandacht moet zijn voor het respecteren van mensenrechtenverdragen
en internationale wet- en regelgeving, en dat dit in ieder geval gemarkeerd moet worden,
ook in de tekst. Hoe kijkt de Staatssecretaris daarnaar?
Wat betreft de reisbeperkingen in het geval van een gezondheidscrises zijn deze leden
van mening dat geliefden en familieleden altijd vrij moeten kunnen blijven reizen
binnen de EU en naar de EU. Is de Staatssecretaris dit met deze leden eens en bereid
zich hiervoor in te spannen? Wat vindt de Staatssecretaris van een uniform EU-uitvoeringsbesluit
wat betreft reisbeperkingen bij gezondheidscrises? De leden van de D66-fractie zijn
voorstander van zoveel mogelijk Europese uniformiteit, en dat zoveel mogelijk eenheid
bijdraagt aan duidelijkheid, om de chaos op het gebied van grensbeperkingen gedurende
de COVID-19 crisis in de toekomst te voorkomen.
Fiche: Verordening aanpak instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel
De leden van de D66-fractie constateren dat, nadat de EC eerst een tijdelijk voorstel
had gedaan voor noodsituaties, dit nu is omgezet naar een permanente noodprocedure.
Deze leden hadden al eerder hun twijfels geuit over de verkondigde tijdelijkheid van
de voorgestelde noodvoorstellen, en zien met dit permanente voorstel hun twijfels
op dit punt bevestigd. Zij vragen de Staatssecretaris wat hij van deze werkwijze vindt.
Voorts vragen zij zijn inschatting wat betreft de haalbaarheid van dit voorstel, gelet
op het feit dat de noodvoorstellen het in CORPERER ook niet hebben gehaald. Het verschil
met toen was dat het nu gaat om permanente voorstellen, maar deze leden zijn van mening
dat dat niet het heikele punt was waarop destijds kritiek was van sommige lidstaten.
De leden van de D66-fractie lezen dat de terugkeerrichtlijn in voorliggend voorstel
buitenwerking kan worden gesteld. Wel zijn lidstaten alsnog gebonden aan internationale
verdragen en wet- en regelgeving. Het is bovengenoemde leden niet duidelijk wat daardoor
de concrete betekenis is van het tijdelijk buitenwerking laten treden van de terugkeerrichtlijn.
Wat zijn daarvan de precieze consequenties, in het geval hier gebruik van wordt gemaakt?
Voorts vragen deze leden of zij goed begrijpen dat er geen democratische controle
meer aan te pas komt als een lidstaat een beroep wil doen deze noodprocedure in werking
te laten treden, aangezien zij lezen in het BNC-fiche dat hiervoor alleen goedkeuring
nodig is vanuit de Europese Commissie en de Europese Raad. Ook vragen deze leden waarom
de EC er niet voor heeft gekozen een impact assessment te doen op deze voorstellen.
De voornoemde leden vragen tot slot op dit punt wat de Staatssecretaris bedoelt met
de passage onder het kopje «inzet en beoordeling kabinet»: «Het kabinet merkt op dat
oog moet worden gehouden voor mogelijke samenloop met solidariteitsmechanismen uit
andere ontwerpverordeningen op het gebied van migratie, zoals de verordening inzake
asiel- en migratiebeheer?».
Migratiepact
De leden van de D66-fractie constateren dat verder gesproken zal worden over de voortgang
van het migratiepact. Deze leden blijven dit aanmoedigen en benadrukken dat dit van
alle lidstaten wat zal vragen, en dat ook van alle lidstaten verwacht mag worden dat
zij water bij de wijn doen, zeker als het gaat om kwesties als grensbewaking en relocatie.
Is de Staatssecretaris dit met deze leden eens? Begrijpt de Staatssecretaris dat als
lidstaten geen politieke toezegging willen doen om in geval van nood mee te helpen
met relocatie, lidstaten die hier door getroffen zouden worden dan ook niet erg genegen
zijn mee te werken als het bijvoorbeeld gaat om betere registratie aan de grens? Kunnen
de leden van de D66-fractie ervanuit gaan dat de Staatssecretaris een open en constructieve
houding op deze punten aan zal nemen in de komende JBZ-Raad? In hoeverre is de Staatssecretaris
bereid een politieke toezegging te doen op het punt van relocatie, als daarvoor in
ruil een goede grensregistratie tegenover staat? Is de Staatssecretaris voorts bereid
op dit punt achteraf expliciet toe te lichten op welke wijze hij hier uitvoering aan
heeft gegeven? Tot slot op dit punt constateren deze leden dat de recente zeer zorgelijke
ontwikkelingen in Oekraïne, waarbij mogelijk vier miljoen Oekraïners hun land moeten
ontvluchten, de noodzaak snel tot overeenstemming te komen over een gezamenlijk solidair
en eerlijk Europees asielbeleid meer dan ooit onderstrepen. Deze leden zien de mogelijkheid
dit momentum aan te grijpen om een doorbraak te forceren. Is de Staatssecretaris bereid
zich hiervoor maximaal in te spannen om op een zo kort als mogelijke termijn overeenstemming
te realiseren over de voorstellen die voorliggen op het gebied van gezamenlijk Europees
asielbeleid?
De leden van de D66-fractie hebben vragen bij de voorstellen die door het Franse voorzitterschap
worden gedaan op het punt van grensdetentie. Zij lezen dat iemand gedurende de screening
maximaal vijf dagen in detentie mag worden geplaatst (10 dagen bij uitzondering).
Alternatieven voor detentie (bv. huisarrest) hebben de voorkeur. Deze leden vragen
toelichting op wat de mogelijke alternatieven zijn, en wat zij moeten voorstellen
bij huisarrest voor een migrant die juist zijn thuis is ontvlucht. Deze leden willen
erop aandringen dat er sprake is van daadwerkelijke alternatieven en willen weten
op welke wijze de «voorkeur» voor deze alternatieven wordt geborgd. Wat betekent deze
stap concreet voor het bestaan van kampen zoals Moria? Blijven deze nog mogelijk onder
deze nieuwe voorstellen? Wat moeten de leden van de D66-fractie verstaan onder «voldoende
lidstaten» als het gaat om solidariteit op het gebied van relocatie? Deze leden lezen
dat Nederland nog niet haar standpunt heeft bepaald als het gaat om deelname aan een
vrijwillig relocatiemechanisme. Deze leden gaan ervanuit dat de Staatssecretaris het
voorstel van de EC op dit punt zal steunen, aangezien in het coalitieakkoord staat
dat «in het geval van een humanitaire crisis of een fors hogere instroom van mensen (..),
we samen [werken] met gelijkgezinde en ons omringende landen op het gebied van bewaken
van de grenzen, relocatie en verdere operationele samenwerking». Deze leden vragen de Staatssecretaris dit te bevestigen.
Situatie Oekraïne
De leden van de D66-fractie kijken met afschuw naar de ontwikkelingen in Oekraïne
en zijn in gedachten bij de Oekraïners. Zij verwerpen de agressie van de Russische
president Poetin ten zeerste. Deze acties zorgen ervoor dat honderdduizenden Oekraïners
op de vlucht moeten slaan. Deze leden steunen de regeringsleiders die zeggen dat we
solidair moeten zijn met Oekraïne. Dit betekent wat deze leden betreft ook dat we
solidair moeten zijn met Oekraïners die een vluchthaven zoeken in Europa en zij bepleiten
dat Nederland hierbij een voortrekkersrol moet spelen. Want Nederland staat altijd
open voor mensen die vluchten voor oorlog en geweld. Is de Staatssecretaris bereid
deze voortrekkersrol op te pakken en zich ervoor in te spannen dat alle lidstaten
Oekraïne gezamenlijk verwijderen van de lijst met veilige landen van herkomst? Deze
leden zijn van mening dat juist nu Europese solidariteit essentieel is, en zien graag
dat de EU gezamenlijk deze vluchtelingeninstroom gaat opvangen. Zij horen graag of
de Staatssecretaris dit met hen eens is. Dit kabinet staat voor samenwerking met gelijkgezinde
landen zoals Duitsland om tot oplossingen te komen op belangrijke thema’s zoals deze.
Heeft de Staatssecretaris al contact met deze gelijkgezinde en omringende landen samen
op te trekken als het gaat om het bepleiten van solidariteit, ook richting de JBZ-raad?
Zo ja, wat is daarop de inzet? In dit kader verwijzen deze leden tevens naar het bestaan
van de «Temporary Protection Directive» (TPD), die ingeroepen kan worden bij onverwachte vluchtelingenstromen en kan bijdragen
aan herverdeling van vluchtelingen tussen de lidstaten. Deze leden hebben gelezen
dat hierover gesproken is bij de spoed JBZ-raad van 27 februari jl. Kan de Staatssecretaris
op dit punt het krachtenveld schetsen? Kan de Staatssecretaris voorts aangeven of
hij bereid is bij de JBZ-raad van 3 en 4 maart ervoor te pleiten deze directive te activeren, zodat de lidstaten gezamenlijk een krachtig signaal kunnen geven en
direct over kunnen gaan tot solidaire herverdeling op het moment dat dit noodzakelijk
is? De implementatie van de TPD heeft veel voordelen om de druk op asielsystemen te
verlichten en in de onderlinge samenwerking en solidariteit tussen lidstaten, maar
deze leden hebben begrepen dat de procedure ook gecompliceerd is om te activeren.
Deze leden vragen daarom of de Staatssecretaris alles wil doen om vanuit de Nederlandse
zijde een snelle implementatie mogelijk te maken. Daarnaast hebben deze leden vernomen
dat er verschillende voorstellen voorliggen om visavereisten voor Oekraïners te verlengen
naar een tot maximaal drie jaar. Kan de Staatssecretaris hierop ingaan, wat ligt er
precies voor, wat is de inzet van Nederland en wat is het krachtenveld?1 Is de Staatssecretaris bereid te pleiten voor een verlenging naar drie jaar?
Voorts zijn deze leden van mening dat solidariteit naast opvang in de lidstaten, ook
kan bestaan uit financiële en operationele steun aan lidstaten die grenzen aan Oekraïne.
Onder andere Duitsland en Finland hebben bijvoorbeeld al hulp toegezegd aan opvang
aldaar. Is Nederland bereid zich hierbij aan te sluiten? Daarnaast vragen deze leden
de Staatssecretaris toe te lichten welke voorbereidingen hij verder treft, zowel in
Europees als in nationaal verband, om te reageren op de ontstane vluchtelingenstroom
en humanitaire noodsituatie in Oekraïne. Kan hij tot slot ingaan hoe Frontex en het
EU-Asielagentschap zich voorbereiden en welke rol zij gelet op de recente ontwikkelingen
precies zullen innemen. Voorts vragen deze leden nog aandacht voor de mensenrechtensituatie
aan de grens met Polen. Deze leden vinden het vanzelfsprekend dat wij mede-lidstaten
helpen, maar krijgen graag de bevestiging dat de toegang van Frontex, ngo’s en media
tot de grensgebieden voorwaardelijk is voor deze steun, zodat mensenrechten gewaarborgd
kunnen worden. Kan de Staatssecretaris zich hiervoor inspannen bij de JBZ-raad?
Gouden paspoorten
De leden van de D66-fractie lezen dat het Europees Parlement (EP) een verbod op zogenaamde
«gouden paspoorten» en de uitgifte van «gouden visums» wilt. Deze leden kunnen dit
zeer steunen en vragen de Staatssecretaris zich bij de EC en tijdens de JBZ-Raad ervoor
in te spannen dat de EC met wetgeving komt teneinde dit te realiseren.
Pushbacks
De leden van de D66-fractie blijven zeer verontwaardigd over de doorlopende pushbacks
in verschillende lidstaten. Het recente bericht over een dubbele verdrinking voor
de kust van Griekenland als gevolg van een pushback was wat deze leden betreft een
nieuw dieptepunt.2 Deze leden dringen erop aan dat de gesprekken over misstanden in de grensgebieden
juist ook nu onderwerp van gesprek dienen te blijven in Europese fora en horen graag
van de Staatssecretaris hoe dit thema deze keer is besproken in de JBZ-raad. Ondertussen
zien deze leden zeer uit naar de spoedige reactie van de Staatssecretaris op de rapporten
van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) en de Commissie Meijers over
pushbacks en hopen dat hij in deze reactie beargumenteerd, per aanbeveling kan aangeven
welke zaken hij wel en welke hij niet overneemt en op welke termijn en wijze de Kamer
terugkoppeling ontvangt over de te zetten stappen. Deze leden denken daarbij specifiek
aan mogelijke aanpassingen in de verordening van Frontex.
2. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken geagendeerd voor het
schriftelijk overleg over JBZ-Raad van 3 en 4 maart 2022 in Brussel (onderdeel vreemdelingen
en asiel) en danken de Staatssecretaris voor het verslag van de JBZ-raad van 27 februari.
Russische inval Oekraïne: EU bereidt zich voor op vluchtelingenstroom.
De leden van de CDA-fractie lezen dat er brede consensus is over het bieden van civiele
bescherming van en hulp aan de Oekraïense bevolking. Het kabinet heeft ook hulp geboden
en steun uitgesproken als het gaat om humanitaire hulp, ruimhartig beleid bij visaverzoeken
en opvang. In hoeverre is het voor de bevolking helder waar ze in Europa hulp kunnen
krijgen? Op welke manier is er coördinatie vanuit Europa om in de regio, dus heel
Europa, Oekraïense vluchtelingen op te vangen?
Hoe wordt proactief zowel financieel als praktisch steun geboden aan de buurlanden
van Oekraïne om een goede opvang op te zetten? Inmiddels lijken er al 400.000 vluchtelingen
te zijn vanwege de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Kan de Staatssecretaris uiteen
zetten waarom hij, in vergelijking met andere lidstaten, niet direct een noodzaak
ziet voor inzet van de richtlijn tijdelijke bescherming?
Fiche: Herziening van de Schengengrenscode
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat uitvoeringsgevolgen nader in kaart zullen
moeten worden gebracht. Hoe lang verwacht de Staatssecretaris nodig te hebben de wijzigingen
van werkprocessen, en de extra capaciteit dat het waarschijnlijk vergt van de betrokken
diensten, aangepast te hebben? Op welke manier wil de Staatssecretaris ervoor zorgen
dat in Europees verband gelijktijdig wordt opgetrokken zodat de genomen maatregelen
ook daadwerkelijk uitgevoerd en gehandhaafd worden?
3. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
Geannoteerde agenda
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar de verwachtingen van de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid met betrekking tot de vooruitgang in het asiel- en migratiepact.
Denkt de Staatssecretaris dat concrete stappen kunnen worden gezet met betrekking
tot het screening- en registratieproces? Daarnaast lezen deze leden in de agenda dat
een groep lidstaten aandacht vraagt voor de migratiedruk in bestemmingslanden. Behoort
Nederland tot deze groep? Zo nee, waarom niet?
Pushbacks
Wat is de reactie van de Staatssecretaris op het artikel «Griekse kustwacht zou migranten
overboord zetten»? Gaat de Staatssecretaris zich over deze zeer ernstige beschuldiging
laten informeren? Zo nee, waarom niet? Hoe ziet de Staatssecretaris de toekomstige
samenwerking met Griekenland op het terrein van migratie voor zich als dit inderdaad
plaats heeft gevonden?
Oekraïne
De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de Russische inval in Oekraïne en
de gevolgen voor de bevolking aldaar. Er is al sprake van vluchtelingenstromen richting
het westen. Tegelijkertijd gaf de Minister-President op 24 februari aan het vluchtelingenvraagstuk
te bekijken binnen de bestaande kaders. Verwacht de Staatssecretaris dat dit nieuwe
en acute vraagstuk ook op de JBZ-raad besproken zal worden? Zo nee, is de Staatssecretaris
bereid het zelf ter tafel te brengen? Zo nee, waarom niet? Wat is dan de inbreng van
Nederland? Is de Staatssecretaris bereid, in navolging van vele andere lidstaten,
Oekraïense vluchtelingen op te vangen? Zo nee, waarom niet? Deelt de Staatssecretaris
de mening dat als Nederland inderdaad vluchtelingen gaat opvangen dit zo spoedig mogelijk
in werking zal moeten worden gesteld in verband met de dreigende tekorten in de asielopvang
zoals die al voor de Russische inval in Oekraïne bestond en dus mogelijk nog nijpender
wordt? Daarnaast vragen de leden van de SP-fractie of Oekraïne nog altijd als veilig
land wordt aangemerkt? Is de Staatssecretaris bereid een besluit- en vertrekmoratorium
voor Oekraïne in te voeren? Zo nee, waarom niet?
Wit-Rusland
De leden van de SP-fractie lezen dat de afgelopen dagen het aantal migranten aan de
Wit-Russische grens is toegenomen. Kan de Staatssecretaris dat bevestigen? Zijn Polen,
Litouwen en Letland nu wel adequaat voorbereid, desnoods met hulp van andere lidstaten,
de migrantenstromen het hoofd te bieden?
Fiche 2: Verordening aanpak instrumentalisering op het gebied van migratie en asiel
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van de Europese Commissie
(EC) de instrumentalisering van migratie en asiel aan te pakken. Zij hebben hierover
diverse vragen.
De leden van de SP-fractie kunnen zich de situatie aan de Pools-Wit-Russische grens
aan het eind van de zomer 2021 nog goed herinneren en vroegen hierboven al of er nu
ook weer sprake is van een toename. Dat leidt tot de volgende vragen. De EC stelt
nu een noodprocedure voor met betrekking tot migranten. Maar welke maatregelen neemt
de EC en kunnen lidstaten nemen tegen het derde land dat migranten instrumentaliseerd?
Hoe worden die landen aangepakt en hoe wordt überhaupt instrumentalisering van migranten
voorkomen? Is de Staatssecretaris bereid zich in te spannen dat er altijd vrije toegang
is voor hulpverleners en journalisten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie vragen of de Staatssecretaris kan uitleggen hoe «migratiestromen
worden gebruikt om de Europese Unie en haar lidstaten te destabilisieren»? Hoe werkt
het in de praktijk dat migranten een land destabiliseren? Daarnaast lezen de leden
van de SP-fractie dat migranten voor politieke doeleinden worden gebruikt, maar heeft
dit volgens de Staatssecretaris ook gevolgen voor de asielmotieven van de betreffende
migranten of het recht op asiel van die migranten, met andere woorden: de asielaanvraag
van deze migranten kan toch nog steeds gegrond en oprecht zijn? Waarom wordt een onderscheid
gemaakt tussen derde landen die verkeerde bedoelingen zouden hebben met het faciliteren
van migratiestromen en mensensmokkelaars die ook verkeerde bedoelingen hebben? Waarom
moeten de migranten in de eerste categorie anders worden behandeld? Kan de Staatssecretaris
dit toelichten?
Is bij instrumentalisering van migranten altijd sprake van grote aantallen migranten
of kan het ook om de instrumentalisering van één migrant gaan? Indien het antwoord
ja is, is deze verordening in het perspectief van de Staatssecretaris ook nodig voor
één migrant?
Kan de Staatssecretaris aangeven waarom hij meent dat bij de instrumentalisering van
migranten de noodzaak bestaat tot een noodprocedure te komen? Welk probleem lossen
langere registratietermijnen op en weegt dit wel op tegen de belangen van de migranten
voor een snelle behandeling van hun verzoeken? Hoe moeten lidstaten bepalen welke
migranten voorrang zouden moeten krijgen bij verlengde registratietermijnen omdat
hun verzoeken waarschijnlijk wel gegrond zijn? Welke problemen lost het aan de grens
beslissen over ontvankelijkheid of gegrondheid van verzoeken van migranten op en hoe
weegt dat op tegen de belangen van de migranten? Welk doel dient het beperken van
de grensdoorlaatposten en registratiepunten? Kan de Staatssecretaris uitleggen waarom
de EC meent dat instrumentalisering van migranten, onafhankelijk van de grootte van
de migratiestromen, leidt tot onveiligheid in EU-lidstaten?
De leden van de SP-fractie lezen dat de noodprocedure het recht op asiel behoudt en
het beginsel van non-refoulement eerbiedigt. Bovendien zouden de internationale rechten
van migranten beschermd zijn. Maar kan de Staatssecretaris uitleggen hoe het recht
op rechtsbijstand en bijstand in de eigen taal gewaarborgd zijn wanneer de migrant
zich effectief in een derde land bevindt ten tijde van de procedure? Kan de Staatssecretaris
uitleggen of een lidstaat de noodprocedure voor een hele lidstaat laat gelden of dat
er ook gedifferentieerd kan worden tussen diverse landsgrenzen? Denkt de Staatssecretaris
ook dat het mogelijk moet kunnen zijn te differentiëren bijvoorbeeld in het hypothetische
voorbeeld dat Kroatië wordt geconfronteerd met geïnstrumentaliseerde migrantenstromen
uit Servië, maar met reguliere migrantenstromen uit Bosnië-Herzegovina? Is het in
een dergelijk hypothetisch geval strikt noodzakelijk ook de noodprocedure aan de grens
met Bosnië-Herzegovina toe te passen?
Kan de Staatssecretaris bevestigen dat de noodprocedure niets veranderd aan de mogelijkheden
om vreemdelingen in bewaring te nemen? Zo nee, waarom niet? Welke bijdrage is er voor
Europol weggelegd?
4. Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks zijn geschokt door de gebeurtenissen in Oekraïne
van de afgelopen dagen. Zij verwelkomen de uitlatingen van de Staatssecretaris, dat
vluchtelingen uit Oekraïne ruimhartig worden opgevangen en dat Oekraïners met een
visum op verlenging kunnen rekenen. Daarnaast hebben deze leden kennisgenomen van
de brief van de Staatssecretaris waarin wordt meegedeeld dat Oekraïne niet langer
als veilig land van herkomst wordt beschouwd en dat een besluit- en vertrekmoratorium
wordt ingesteld. Deze leden dringen er met klem bij de Staatssecretaris op aan zo
snel mogelijk een concreet opvangplan aan te bieden. De beelden van wachtende vluchtelingen
aan de EU-buitengrenzen zijn schrijnend en Nederland moet een actieve bijdrage leveren
deze humanitaire noodtoestand het hoofd te bieden. Wat vindt de Staatssecretaris van
de enorme wachttijden voor vluchtelingen bij de EU-buitengrenzen, gesproken wordt
over wachttijden van 30 uur bij de Poolse grens? Is al zicht hoe de EU van plan is
de opvang van Oekraïense vluchtelingen vorm te geven?
De Staatssecretaris heeft aangegeven dat vluchtelingen die in Nederland aankomen bescherming
krijgen. Maar dit betekent wel dat vluchtelingen die naar Nederland willen komen zelf
naar Nederland moeten afreizen en hiervoor de middelen moeten hebben. Gaat Nederland
ook actief inventariseren of zij vluchtelingen die nu worden opgevangen aan de Europese
buitengrenzen kan opvangen en inzetten op relocatie? Zo ja, hoeveel Oekraïense vluchtelingen
is Nederland bereid op te nemen? Gaat de EU evacuatievluchten aanbieden voor Oekraïense
vluchtelingen die willen doorreizen naar andere EU-lidstaten? Is de Staatssecretaris
bereid hiertoe op te roepen in de komende JBZ-Raad?
Daarnaast vragen de leden van de fractie van GroenLinks concrete beleidslijnen voor
de verlening van asielbescherming; wordt bijvoorbeeld voorzien in versnelde asielverlening
voor Oekraïners en worden Oekraïners met een visum gewezen op de mogelijkheid van asielbescherming? Krijgen
Oekraïners met een visumstatus gelijke bescherming en toegang tot dezelfde voorzieningen
als mensen met een tijdelijke bescherming?
Golden visa’s
De leden van de GroenLinks fractie hebben vernomen dat het Franse voorzitterschap
ook heeft opgeroepen tot het aanpakken van de praktijk van gouden paspoorten voor
Russische oligarchen. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat dit het moment
is om überhaupt een verbod op het uitgeven van gouden paspoorten te bepleiten?
Nu moet naar het oordeel van de leden van de fractie van GroenLinks blijken dat de
Europese Unie vooral ook een waardengemeenschap is, die in tijden van internationale
dreiging veiligheid en asielbescherming biedt aan hen die dat behoeven, in dit geval
de te verwachten vluchtelingen uit Oekraïne. Wat is de Nederlandse inzet op de noodzakelijke
solidariteit met EU-lidstaten die vermoedelijk met vluchtelingenstromen geconfronteerd
zullen worden? Zal het belang worden benadrukt dat de toegang tot de Europese Unie
voor effectieve asielbescherming gewaarborgd moet zijn en dat Nederland bereid is
een evenredige bijdrage te leveren door vluchtelingen vanuit Oekraïne in Nederland
op te vangen?
De voornoemde leden maken zich al langer zorgen over de wijze waarop de EU-buitengrenzen
worden bewaakt. Nederland neemt deel aan het grensbewakingsagentschap Frontex, maar
onduidelijk blijft of, en zo ja, in hoeverre mensenrechtenschendingen zoals bijvoorbeeld
de zgn. pushbacks adequaat worden bestreden. Deze leden zijn geschrokken van het persbericht
van UNHCR van 21 februari 2022 dat aan de Europese grenzen het geweld en de mensenrechtenschendingen
toeneemt en spreekt van moreel onaanvaardbare toestanden tegen migranten aan de Europese
buitengrenzen. Wat is de reactie van de Staatssecretaris op dit persbericht? Is hij
bereid aan te dringen op openbaarmaking van de tot nu toe verschenen onderzoeken,
rapportages e.d. die raken aan het functioneren van Frontex? Kan hij aangeven wanneer
de Kamer de beloofde reactie ontvangt op het ACVZ-rapport over de Nederlandse verantwoordelijkheid
voor pushbacks, waarbij hij ook motie-Kröger (32.317, nr. 739) zou betrekken?
De leden van de GroenLinks fractie hebben vernomen dat het rapport van Europees bureau
van fraudebestrijding over het functioneren van het management van Frontex, pushbacks
en klachten over intimidatie op de werkvloer, afgelopen vrijdag is besproken in de
Management Board. Wat is de reactie van de Staatssecretaris op de conclusies in dit
rapport? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het in het publieke belang
is delen van dit rapport openbaar te maken? Wat zal de positie zijn van Nederland
als er zou dienen te worden gestemd over de openbaarmaking van dit rapport? Is de
Staatssecretaris bereid dit rapport over het functioneren van Frontex met de Kamer
te delen?
5. Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie
De leden van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de
stukken op de agenda voor het schriftelijk overleg over de JBZ-Raad voor wat betreft
de onderwerpen asiel en migratie. Zij hebben daarover enkele vragen.
Ten aanzien van de verwachte aantallen vluchtelingen uit de Oekraïne vragen deze leden
hoe de Staatssecretaris zich voorbereidt op de eventuele komst van vluchtelingen en
welke voorbereidingen worden getroffen om de landen aan de grenzen met Oekraïne bij
te staan.
Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het Franse voorstel voor een vrijwillige
samenwerking van voldoende lidstaten op het gebied van relocatie overeenkomt met de
afspraken die daarover in het coalitieakkoord gemaakt zijn? Welke voorwaarden wil
de Staatssecretaris hieraan stellen? Welk tijdpad staat het Franse voorzitterschap
voor ogen bij de stapsgewijze behandeling van de migratieplannen? Wanneer verwacht
de Staatssecretaris een beslissing over de eerste stap? Kan de Staatssecretaris tijdens
de JBZ-Raad vragen naar een voorzien tijdspad voor de behandeling van alle stappen?
Hoe denkt de Staatssecretaris over het plan voor een gremium binnen de JBZ-Raad om
de Europese druk op herkomstlanden te coördineren? Ziet hij mogelijkheden vanuit dit
gremium namens de Raad met landen als Marokko overleg over het terugnemen van onderdanen
aan te gaan?
Deze leden zouden ook willen weten of de Staatssecretaris bekend is met de kritiek
van UNHCR op Griekenland over push backs?3 Welke conclusies trekt hij hieruit? Zijn de berichten over push backs door Griekenland
of andere EU-lidstaten waar de UNHCR over spreekt, slechts berichten of vertegenwoordigen
deze berichten ook feiten? Wanneer is volgens de Staatssecretaris sprake van feiten
waar hij ook op zou moeten handelen? Vindt de Staatssecretaris het voldoende bij iedere
JBZ-Raad te verklaren dat push backs niet toegestaan zijn of overweegt hij nu ook
andere acties, al dan niet in samenwerking met andere lidstaten?
Deelt de Staatssecretaris het inzicht met deze leden dat de push backs mede het gevolg
zijn van het uitblijven van maatregelen de lasten van de opvang voor landen als Griekenland
te verdelen over verschillende Europese lidstaten? Zo nee, wat is dan de oorzaak van
de voortdurende stroom berichten over push backs?
Kan de Staatssecretaris deze leden toelichten wat de toegevoegde waarde is van de
Schengenraad? Bent u bereid instemming met dit voorstel uit te stellen tot dit uitgebreider
in de Kamer besproken is, zeker gezien de zeer summiere toelichting in het verslag
van het schriftelijk overleg (Kamerstuk 32 317, nr. 738)? Zo nee, waarom niet?
6. Vragen en opmerkingen vanuit de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de JBZ-Raad van 3 en 4 maart 2022. Omdat naar verwachting deze JBZ-Raad
ook gebruikt zal worden om een gezamenlijke reactie te formuleren op de vluchtelingenstroom
vanuit Oekraïne als gevolg van het conflict met Rusland hebben deze leden ook de vrijheid
genomen daarover enkele vragen te stellen aan de Staatssecretaris, alvorens hierover
positie wordt ingenomen door Nederland in Raadsverband. Verder hebben deze leden ook
enkele vragen met betrekking tot de zaken die voorliggen.
Herziening Schengengrenscode
De Staatssecretaris geeft aan dat verschillende lidstaten vragen hebben gesteld over
de gebruikte definities en de beoogde betekenis van bepaalde terminologie. Het gebruik
van bepaalde definities en de betekenis van terminologie zijn vaak de sleutel tot
de politieke betekenis en implementatie van een voorstel. Kan de Staatssecretaris
daarom uiteenzetten: Over welke definities en terminologie lidstaten hun zorgen hebben
uitgesproken? Wat was de bijdrage van Nederland in deze discussie? Heeft Nederland
ook zorgen geuit over bepaalde definities en terminologie, en zo ja, kan de Staatssecretaris
uitweiden over welke zorgen dit zijn?
In het BNC-fiche geeft de Staatssecretaris aan dat specifiek de definitiebepaling
van instrumentalisering duidelijker zou moeten worden geformuleerd. Kan de Staatssecretaris
aangeven wat wordt verstaan onder een «heldere definitie»? Welke elementen horen daarbij?
Kan de Staatssecretaris aangeven of er naast de definitiebepaling van instrumentalisering
nog andere terminologie was waar Nederland zorgen over heeft geuit?
Verder geeft de Staatssecretaris aan dat lidstaten zich zorgen maken over de verzwaring
van administratieve lasten, alsook dat naar verwachting verdeeldheid heerst over het
besluitvormingsproces voor het nieuwe mechanisme voor herinvoering van de binnengrenscontroles.
In het BNC-fiche geeft de Staatssecretaris tegelijkertijd aan door wie wordt besloten
dat er sprake is van een situatie van instrumentalisatie en welke procedure er van
toepassing moet zijn als er grensmaatregelen ingezet moeten worden. De Staatssecretaris
meent ook dat de Raad hierin primair een verantwoordelijkheid heeft.
Heeft de Staatssecretaris gelijksoortige zorgen over de procedure voor de besluitvorming
met betrekking tot instrumentalisatie als voor het besluitvormingsproces voor de herinvoering
van binnengrenscontroles? Zo ja, waarom is de Staatssecretaris van mening dat de besluitvorming
bij de Raad zou moeten liggen en niet bijvoorbeeld bij de EC? Hoe zouden in dat geval
de blokkades zoals tijdens de coronapandemie voorkomen kunnen worden? Zo nee, hoe
verschillen de zorgen? Zijn de zorgen van andere lidstaten van een gelijkaardige aard?
Zo nee, kan de Staatssecretaris een overzicht van het krachtenveld geven met betrekking
tot de specifieke zorgen over het besluitvormingsproces in beide gevallen? Kan de
Staatssecretaris uiteenzetten waarom er zorgen zijn over de verzwaring van de administratieve
lasten? Gaat dit specifiek over de extra vereisten van de EC voor het verantwoorden
van het invoeren van binnengrenscontroles? Zo ja, welke alternatieven ziet Nederland
hiervoor?
Verder geeft de Staatssecretaris aan dat zijn prioriteiten liggen in het versterken
van de buitengrenzen, het versterken van het toezicht en controle aan de binnengrenzen,
het verbeteren van analyse en risicogestuurde monitoring van (irreguliere) grensoverschrijdingen
van personen aan de binnengrenzen en buitengrenzen, het versterken van de governance
van het Schengengebied en het versterken van waarborgen in tijden van crises. Ten
aanzien van dit laatste punt acht de Staatssecretaris het van belang dat de Schengengrenscode
een handelingsperspectief biedt voor het tegengaan van grootschalige secundaire migratiestromen
binnen het Schengengebied, waarbij binnengrenscontroles als laatste redmiddel een
mogelijkheid zijn. In het kader van dat laatste geeft de Staatssecretaris aan in het
BNC-fiche, dat de uitvoering wordt verduidelijkt op basis van de Terugkeerrichtlijn
en de Dublin-verordening. Het is echter alleen mogelijk om te bepalen of een asielzoeker
een secundaire migrant is door diegene de asielprocedure te laten doorlopen en een
individuele afweging te maken. Daarnaast bestaat het gevaar dat asielzoekers op deze
manier teruggestuurd worden naar landen waarvan het bekend is dat er pushbacks worden
uitgevoerd aan de buitengrenzen, waardoor zij hiervan slachtoffer worden. Zal de Staatssecretaris
in Raadsverband ervoor pleiten extra waarborgen in te bouwen, opdat een individueel
proces, in lijn met het Europese asiel acquis, gegarandeerd wordt ook wanneer een
vermoeden is van secondaire migratie? Zo ja, hoe? Zal de Staatssecretaris pleiten
voor extra waarborgen om ervoor te zorgen dat asielzoekers niet terecht komen in landen
waar pushbacks worden uitgevoerd? Zo ja, voor welke waarborgen zal Nederland zich
inzetten in de onderhandelingen?
Welke maatregelen zal Nederland voorstellen om bij het versterken van de buitengrenzen
tegelijkertijd ervoor te zorgen dat ook voldoende controlemechanismen ingebouwd zijn
om er zeker van te zijn dat Europese landen zich niet schuldig maken aan praktijken
die de fundamentele rechten van de mens schenden, zoals pushbacks? Is de Staatssecretaris
voorstander van het inzetten van de EAA of de FRA om constante monitoring uit te voeren?
Kan de Staatssecretaris ook uitweiden hoe deze waarborgen gegarandeerd zullen worden
in het kader van de aanbeveling over operationele politiesamenwerking, waarbij irreguliere
migranten zonder proces worden overgedragen aan een andere lidstaat als er «een duidelijke
aanwijzing is dat de persoon die aan de binnengrenzen is aangetroffen in het kader
van grensoverschrijdende operationele politiesamenwerking uit een andere lidstaat
komt»? Kan de Staatssecretaris daar tegelijkertijd bij aangeven wat Nederland verstaat
onder «een duidelijke aanwijzing»?
Algemene stand van zaken Schengenzone
De Staatssecretaris geeft aan dat Nederland voorstander is van de oprichting van de
Schengenraad. Er zijn echter een aantal onduidelijkheden over de bevoegdheden en het
mandaat van deze Raad. Daarom hebben deze leden daarover de volgende vragen. Kan de
Staatssecretaris toelichten hoe de democratische verantwoording en transparantie zullen
zijn geregeld voor de Schengenraad? Zal dat op dezelfde manier worden georganiseerd
als bij de JBZ-Raad zelf? Zal de Schengenraad in beginsel in het openbaar bijeenkomen?
Wat voor soort debatten worden achter gesloten deuren gevoerd? Aan wie zal de Schengencoördinator
democratische verantwoording afleggen? Heeft de Staatssecretaris al enig idee bij
wie de taak van de Schengencoördinator zal komen te liggen?
Kan de Staatssecretaris een eerste indicatie geven over de rol van de Raadscoördinator
en de verhouding tussen de Raadscoördinator en de EC? Hoe verhoudt het aanstellen
van een Schengen Coördinator op Raadsniveau zich tot de meer gecoördineerde en geïntegreerde
Schengenaanpak op Europees niveau? Met andere woorden, betekent dit dat lidstaten
akkoord gaan met een intergouvernementele in plaats van supranationale Schengencoördinatie?
Wat is de positie van Nederland hierin? Kan de Staatssecretaris toezeggen de Kamer
te zullen informeren over de Schengenraad op eenzelfde manier als nu gebeurt over
de JBZ-Raad? Kan de Staatssecretaris toezeggen dat de stukken van de Schengenraad,
gelijk de JBZ-Raad, raadpleegbaar zullen zijn in EU Delegates Portal? Kan de Staatssecretaris
toezeggen in het Verslag van de JBZ-Raad te rapporteren over de institutionele inrichting
van de Schengenraad?
Schengenevaluatiemechanisme
De Staatssecretaris geeft aan hierin de rol van de Raad te willen versterken. Dit
ondermijnt echter de afdwingbaarheid van de aanbevelingen, omdat de EU en de lidstaten
elkaar niet verantwoordelijk kunnen houden. Zal Nederland voorstellen doen teneinde
ervoor te zorgen dat aanbevelingen als gevolg van de evaluaties van de EC en deskundigen
van lidstaten verplicht uitgevoerd moeten worden? Zo ja, welke? Hoe zullen deze voorstellen
ervoor zorgen dat lidstaten de aanbevelingen uitvoeren? Hoe wordt hierbij afdwingbaarheid
gegarandeerd?
Voortgang Asiel- en Migratiepact
De Staatssecretaris schrijft in de geannoteerde agenda dat Nederland inzet op structurele
Europese verbeteringen en structurele solidariteit hand in hand gaan in een situatie
waarin alle lidstaten verantwoordelijkheid nemen. Tegelijkertijd zet het Franse voorzitterschap
in de eerste stappen in op een solidariteitsregeling waarbij lidstaten op vrijwillige
basis asielzoekers uit elkaars landen opvangen, alsook grensprocedures waarbij alleen
een eerste check plaatsvindt. Kan de Staatssecretaris een appreciatie geven van deze
voorstellen in het kader van de Nederlandse inzet? Tot hoe ver zal Nederland zich
constructief opstellen? Met andere woorden, waar ligt de grens voor constructiviteit
en waar kan Nederland niet meer mee akkoord gaan?
De Staatssecretaris geeft een uitgebreide beschrijving van de diverse interpretaties
van solidariteit, waarbij ingegaan wordt op diverse vormen van ondersteuning, waaronder
capaciteitsopbouw, financiële steun alsook een tijdelijk relocatiemechanisme. Daarnaast
wordt aangegeven dat bij het vormgeven van zo’n mechanisme en alvorens te besluiten
over eventuele toekomstige Nederlandse deelname aan zo’n mechanisme, acht Nederland
zorgvuldigheid van groot belang, met name ten aanzien van de voorwaarden waaronder
relocatie plaatsvindt en wie mogelijk tot de herplaatsingsdoelgroep zou kunnen behoren.
Kan de Staatssecretaris uiteenzetten wat Nederland verstaat onder een tijdelijk relocatiemechanisme?
Kan de Staatssecretaris daarbij aangeven waarom Nederland louter onderdeel zou willen
zijn van een tijdelijk relocatiemechanisme? Welke voorwaarden zou Nederland graag
zien voor relocatie?
Wie zou volgens Nederland tot een herplaatsingsdoelgroep kunnen behoren? Welke vluchtelingen
komen daarvoor in aanmerking? Hoe zou dit bepaald moeten worden? Welke voorstellen
zal de Staatssecretaris daartoe doen in Raadsverband? Welke lidstaten pleiten voor
andere vormen van solidariteit dan relocatie?
7. Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie constateren dat mogelijk gekozen wordt voor een stap-voor-stapbenadering.
Klopt het, dat Frankrijk als eerste stap nu lijkt in te zetten op een solidariteitsregeling
waarbij lidstaten op vrijwillige basis asielzoekers uit elkaars landen opvangen? Vindt
de Staatssecretaris niet dat het solidariteitsmechanisme een instrument zou moeten
zijn dat echt pas als allerlaatste wordt ingezet, als ook terugkeer en grensprocedure
op orde zijn? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat ten aanzien van terugkeer
en grensprocedure in Europees verband nog veel werk aan de winkel is en dat dit daarom
als een van de eerste elementen moet worden aangepakt? Wat doet de Staatssecretaris
met de Europese collega’s eraan hier concrete stappen in te zetten? Voornoemde leden
vragen wat de stand van zaken is ten aanzien van de nieuwe terugkeerrichtlijn, en
de voortgang van het proces in het Europees Parlement bij de behandeling van deze
richtlijn. Wat is daarbij de stand van zaken ten aanzien van de Nederlandse inzet
om de mogelijkheden voor gedwongen terugkeer of vreemdelingendetentie te verruimen?
De leden van de SGP-fractie vragen of de Staatssecretaris nog steeds inzet op het
verplicht stellen van het afhandelen van de hele asielprocedure voor kansarme asielaanvragen
aan de Europese buitengrens. Dit is in hun ogen van belang voor een snelle en efficiënte
afhandeling van asielaanvragen.
II. Reactie van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
P.F.L.M. Tielens-Tripels, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.