Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op brief van de No en de LOSR over beslagvrije voet bij verrekeningen toeslagen (Kamerstuk 31066-874)
31 066 Belastingdienst
Nr. 950 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 20 december 2021
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 9 juli 2021 over de reactie
op brief van de No en de LOSR over beslagvrije voet bij verrekeningen toeslagen (Kamerstuk
31 066, nr. 874).
De vragen en opmerkingen zijn op 1 oktober 2021 aan de Staatssecretaris van Financiën
voorgelegd. Bij brief van 17 december 2021 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Lips
Inleiding
De vaste commissie voor Financiën heeft op 1 oktober 2021 enkele vragen en opmerkingen
aan mij voorgelegd over de brief van 9 juli 2021 inzake een reactie op de brief van
de Nationale ombudsman en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden over de beslagvrije
voet bij verrekeningen van toeslagen (Kamerstuk 31 066, nr. 874). In de bijlage bij deze brief stuur ik u mijn antwoorden.
U wordt geïnformeerd over de verbeteringen waaraan wordt gewerkt, die mede gebaseerd
zijn op het recent opgeleverde Rapportage doenlijk invorderen. In het kader van de opstart van de invorderingsactiviteiten van Toeslagen is in
deze rapportage het invorderingsproces getoetst vanuit een gedrags- en burgerperspectief.
Het rapport vindt u bijgaand ter informatie1. Bij de opstart van de invorderingsactiviteiten van Toeslagen en in de herijking
van de invorderingsstrategie worden de aanbevelingen uit dit rapport verder opgepakt.
Over de opstart van de invorderingsactiviteiten van Toeslagen wordt u separaat geïnformeerd.
Op 15 januari 2021 (Kamerstuk 35 510, nr. 4) heeft het kabinet in de reactie op het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie
Kinderopvangtoeslag toegezegd de invorderingsstrategie tegen het licht te houden en
de wet Stroomlijnen Rood-Blauw (toeslagen en belastingen) te heroverwegen. Op 29 juni
2021 hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken van de acties voortkomend uit
de kabinetsreactie.2 Hierbij is toegezegd dat u dit najaar over de voortgang wordt geïnformeerd. Ik informeer
u hier begin 2022 over samen met de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VDD
De leden van de VVD-fractie vragen wanneer de oplossing wordt geboden voor de problemen
die zijn ontstaan met betrekking tot de beslagvrije voet door de verrekeningen van
schulden en of de Staatssecretaris al wat kan zeggen over deze oplossing. Sinds half
augustus is Toeslagen gestart met een belactie om de burgers bij wie in het kader
van een verrekening bij de standaardbetalingsregeling de beslagvrije voet mogelijk
onterecht niet is gehanteerd de volgende oplossing aan te bieden. Via de BelastingTelefoon
kan de verrekening worden gestopt. De beslagvrije voet wordt dan alsnog berekend.
Als blijkt dat de verrekening de beslagvrije voet heeft aangetast, dan wordt de verrekening
– naast dat die verrekening is gestopt – ook tot en met januari 2021 volledig teruggedraaid.
Als de verrekening wordt teruggedraaid, herleeft de openstaande schuld. Toeslagen
adviseert in dat geval een persoonlijke betalingsregeling aan te vragen. Bij de persoonlijke
betalingsregeling houdt Toeslagen rekening met de betalingscapaciteit3 van de betreffende persoon en wordt een eventueel restbedrag na 24 maanden in principe
niet ingevorderd. Na telefoongesprek stuurt Toeslagen de modelmededeling met de berekening
van de beslagvrije voet en het aanvraagformulier voor de persoonlijke betalingsregeling
naar de burger. Indien nodig wordt een vervolgafspraak gemaakt om telefonisch of bij
de balie hulp te krijgen bij het aanvragen van de persoonlijke betalingsregeling.
Met deze belactie kan Toeslagen helaas niet alle burgers bereiken die problemen ervaren
met de verrekening zonder dat er vooraf rekening is gehouden met een beslagvrije voet.
Het is ook niet mogelijk om precies vast te stellen welke mensen in 2021 onder het
bestaansminimum zijn gekomen door de verlaging van het maandelijkse voorschot als
gevolg van de verrekening. Toeslagen heeft daarom geprobeerd deze groep globaal in
beeld te krijgen. Uit een eerste analyse blijkt dat ongeveer 29.000 burgers in 2021
een standaard betalingsregeling hadden lopen waarbij verrekend werd zonder de beslagvrije
voet en bij wie het huishoudinkomen rond de bijstandsnorm is (onder de EUR 21.000
per jaar) kwam of bij wie het jaarinkomen onbekend is. Er is in de zomer gestart met
het bellen van een selectie van 100 mensen. Sinds september is deze groep uitgebreid
met nog eens 500 mensen. Dit betreft een groep van 300 van de vermoedelijk financieel
meest kwetsbare mensen (laag huishoudinkomen en hoge terugvordering) en een groep
van 300 willekeurige mensen uit de groep van 29.000 burgers. Aan de hand van deze
aanpak beoordeelt Toeslagen of zij de juiste mensen benadert en welke behandeling
het meest passend is voor de meest kwetsbare groep. Deze strategie helpt ook bij het
krijgen van enig inzicht in de mate waarin de automatische verrekening door de burger
als prettig of passend ervaren wordt. Per persoon doet Toeslagen vijf belpogingen
met een herkenbaar nummer. Daarbij laat Toeslagen ook voicemailberichten achter.
Daarnaast kunnen mensen zelf contact opnemen met de BelastingTelefoon om de verrekeningen
te stoppen en eventueel terug te draaien. De werkinstructies zijn hierop aangepast
en de medewerkers van de BelastingTelefoon zijn hierover geïnformeerd. Om burgers
te informeren over de geboden oplossing heeft Toeslagen de informatie op de website
aangepast. Verder zijn diverse stakeholders persoonlijk en zijn circa 900 contacten
via een directe mailing benaderd. Het betreft belangenbehartigers, schuldhulpverleners,
dienstverleners en gemeenten. Zij ontvingen informatie en een dringende oproep om
hun achterban en mensen die zich bij hen melden met problemen met verrekeningen te
informeren over de geboden oplossing om de verrekening te stoppen, een persoonlijke
betalingsregeling aan te vragen en hen eventueel te helpen bij die aanvraag. Om het
hen daarbij makkelijker te maken, ontvingen ze ook communicatiemateriaal. Diverse
stakeholders hebben het onderwerp opgepakt. Over zowel de beschreven oplossing als
de communicatie hierover, heeft Toeslagen gesproken met de NO en de LOSR. Hun ideeën
en tips zijn meegenomen.
Van de 600 geselecteerde personen heeft Toeslagen in totaal 234 mensen gesproken.
Daarvan bleek dat bij 105 mensen de beslagvrije voet geheel of gedeeltelijk werd geraakt
door de verrekening. Daarvan bevonden zich 61 mensen in de willekeurige groep met
een huishoudinkomen onder de EUR 21.000 per jaar en 44 mensen in de geselecteerde
groep op basis van een laag inkomen en een hoge vordering. Van 105 personen waarbij
onder de beslagvrije voet was verrekend, is in 42 gevallen de verrekening op hun verzoek
stopgezet. Het overige deel van de 234 mensen die zijn bereikt en met wie een gesprek
plaatsvond heeft er voor gekozen om de verrekening niet te stoppen bijvoorbeeld omdat
de beslagvrije voet niet werd geraakt (129 keer). De overige 63 personen gaven aan
de hoogte van het te verrekenen bedrag niet als een probleem te ervaren dan wel dat
zij de voorkeur hebben voor het gemak van de lopende verrekening versus de handelingen
zij moeten verrichten voor het aangaan van een persoonlijke betalingsregeling. Van
de 42 mensen bij wie de verrekening op hun verzoek is gestopt, zijn 3 formulieren
retour gezonden en is de aanvraag voor de persoonlijke betalingsregeling afgerond.
Dit heeft ertoe geleid dat Toeslagen voor 2 mensen een nieuwe persoonlijke betalingsregeling
is gestart en voor 1 persoon heeft besloten geen verdere invorderingsacties meer te
starten. Tot dusver is van 2 personen bekend dat zij uit eigen beweging contact op
hebben genomen met de BelastingTelefoon met het verzoek om de verrekening te stoppen.
Op basis van deze resultaten concludeert Toeslagen dat het moeilijk is om mensen te
bereiken. Een groot deel neemt de telefoon niet op of het telefoonnummer blijkt niet
te kloppen. Een deel van de burgers met wie Toeslagen wel contact krijgt, vertrouwt
het telefoontje niet, waardoor er ook geen gesprek tot stand komt. Uit de gesprekken
blijkt dat een deel van de mensen wel en een deel van de mensen geen problemen heeft
met de verrekening. Er lijkt daarbij geen duidelijk onderscheid gemaakt te kunnen
worden tussen aan de ene kant de groep met lage inkomens en hoge terugvorderingen
en aan de andere kant de groep willekeurige mensen die zijn gebeld. Daarnaast concludeert
Toeslagen dat de aanvraagprocedure van de persoonlijke betalingsregeling door veel
mensen niet wordt gestart of afgerond. Gezien de beperkte resultaten en de 4 fte die
ingezet is voor de belactie, wordt de belactie niet voorgezet. De 39 mensen bij wie
de verrekening is gestopt en teruggedraaid, maar die de formulieren voor de aanvraag
voor de persoonlijke betalingsregeling niet retour hebben gezonden, worden nogmaals
benaderd. Hen wordt hulp aangeboden, telefonisch of bij de balie, om de aanvraag alsnog
in te dienen. Daarnaast werkt Toeslagen aan een vereenvoudiging van de aanvraagprocedure
voor een persoonlijke betalingsregeling. Dit licht ik hierna nader toe. Mensen kunnen
wel nog zelf contact opnemen met de BelastingTelefoon om de verrekening te stoppen
en terug te laten draaien.
De leden van de VVD-fractie vragen wat nodig is om de problemen met de ICT-processen
op termijn op te lossen. Hoe lang zou dat duren en wanneer is de ICT geheel op orde.
Zij geven tevens aan het eens te zijn met het oordeel dat het zeer onwenselijk is
dat de standaard betalingsregeling waarbij burgers zelf het geld overmaken niet meer
kan worden aangeboden. Op dit moment zijn er ongeveer 300.000 mensen per jaar bij
wie de verrekening in het kader van de standaardbetalingsregeling automatisch start,
doordat zij niet reageerden op de mogelijkheid om zelf in één keer of in termijnen
te betalen. Het is binnen het huidige systeem niet mogelijk om de berekening van de
beslagvrije voet bij al deze verrekeningen in het kader van de standaardbetalingsregeling
toe te passen. Dit systeem is verouderd en kan niet aangesloten worden op de programmatuur
die de beslagvrije voet berekent. De vervanging van dit oude systeem hangt samen met
het uitfaseren van het ETM-systeem4, omdat dit beiden vervangen wordt door één nieuw centraal systeem. Het is nog niet
duidelijk wanneer dit afgerond is. Er is ook onderzocht of deze standaardbetalingsregelingen
inclusief de verschillende betaalmogelijkheden (dus zowel het overmaken van het termijnbedrag
door de burger, als het verrekenen van het termijnbedrag) overgeheveld kunnen worden
naar een ander systeem waar Toeslagen gebruik van maakt en op die manier toegang heeft
tot de programmatuur die de beslagvrije voet berekent. Aangezien dit systeem niet
is gebouwd voor de structurele verwerking van deze aantallen uit het reguliere proces,
bleek dat geen alternatief. Er wordt nog onderzocht of er andere mogelijkheden zijn
om de verrekeningen in het kader van de standaardbetalingsregeling te starten mét
toepassing van de beslagvrije voet. Dit zijn opties die niet op de korte termijn (voorafgaand
aan het opstarten van de invorderingsactiviteiten) uitgevoerd kunnen worden en waarvan
nog niet vastgesteld is óf het uitvoerbaar is. Binnen de herijking van de invorderingsstrategie
werkt Toeslagen onder andere uit hoe zij uitvoering wil gaan geven aan uitstel van
betaling en verrekening. Daarin wordt dit vraagstuk meegenomen.
Dat laat onverlet dat Toeslagen er alles aan wil doen om te voorkomen dat er nieuwe
situaties ontstaan waarbij mensen door de verrekeningen in het kader van de standaardbetalingsregeling
onder het bestaansminimum komen. Daarom is besloten om de verrekeningen in het kader
van de standaardbetalingsregeling vanaf het moment van opstarten van de invorderingsactiviteiten
af te schaffen. Voor de zomer leek het slechts mogelijk om deze verrekening af te
schaffen, door de standaardbetalingsregeling volledig af te schaffen. Toeslagen heeft
de afgelopen zomer verder gezocht naar uitvoeringstechnische mogelijkheden om deze
verrekeningen uit te schakelen, mét behoud van de standaard betalingsregeling waarbij
het termijnbedrag door de burger zelf over wordt gemaakt. Deze mogelijkheid is gevonden.
Het afschaffen van deze verrekenvariant kan uitgevoerd worden voordat de invorderingsactiviteiten
starten. Toeslagen zal bij nieuwe terugvorderingen de verrekenvariant van de standaard
betalingsregeling niet meer automatisch starten. Het blijft wél mogelijk voor mensen
om te kiezen voor de standaardbetalingsregeling door het termijnbedrag maandelijks
zelf over te maken.
Het afschaffen van de verrekening in het kader van de standaard betalingsregeling
kent voor- en nadelen. Belangrijk voordeel is dat er geen mensen meer onder het bestaansminimum
uitkomen doordat er op initiatief van Toeslagen is verrekend zonder de beslagvrije
voet toe te passen. Toeslagen handelt daardoor bij de uitvoering van de standaard
betalingsregeling binnen de kaders van de wet.
Nadeel is dat niemand meer gebruik kan maken van de standaard betalingsregeling waarbij
wordt afgelost door middel van een automatische verrekening. Op dit moment maakt een
deel van de eerdergenoemde groep van ongeveer 300.000 mensen per jaar probleemloos
gebruik van deze betalingswijze. Dit kan ook verondersteld worden op basis van de
resultaten uit de belactie. Deze mensen hebben na de afschaffing van de automatische
verrekenmogelijkheid nog andere mogelijkheden om te betalen, zoals het terugvorderingsbedrag
ineens betalen, de standaardbetalingsregeling zelf na te komen door maandelijkse overboeking
van het termijnbedrag of door een persoonlijke betalingsregeling aan te vragen. Dit
vraagt echter altijd actie van de burger. Daarbij is de aanvraagprocedure voor de
persoonlijke betalingsregeling complex en vergt dit het nodige van het doenvermogen
van mensen. Bovendien nemen juist kwetsbare mensen vaak geen contact op met de Belastingdienst
nadat zij een terugvorderingsbeschikking hebben ontvangen. Het ontbreekt hen door
omstandigheden vaak aan doenvermogen. Zij zijn ook vaak telefonisch niet bereikbaar
voor Toeslagen of de Belastingdienst. Daarom zal een deel van de meest kwetsbare burgers
in de dwanginvordering terecht komen als er geen andere, eenvoudige oplossing komt.
De dwanginvordering kent bijkomende kosten. En alhoewel er rekening gehouden wordt
met de beslagvrije voet, wordt er zo veel als mogelijk, zo snel mogelijk geïnd. Dit
kan dus veel hoger uitvallen dan het termijnbedrag van de standaardbetalingsregeling.
Bij invorderingsacties, zoals een loonbeslag wordt bovendien een derde partij betrokken.
Dat heeft grote impact op burgers.
Ondanks dat ik geen andere optie zie dan deze verrekeningen in het kader van de standaardbetalingsregeling
af te schaffen, zijn de genoemde nadelige effecten niet acceptabel. Toeslagen neemt
daarom de volgende aanvullende maatregelen. Zij werkt aan een drastische vereenvoudiging
van het aanvraagformulier voor de persoonlijke betalingsregeling. Vanaf het moment
dat de invorderingsactiviteiten opstarten, is dit vereenvoudigde formulier beschikbaar.
Bovendien wordt het formulier dan verzonden met een antwoordenvelop en -nummer. Daarnaast
wordt ernaar gestreefd dat het formulier dan ook digitaal ingevuld en verzonden kan
worden. Het is nog niet duidelijk of dit lukt in verband met diverse andere prioriteiten
binnen het IV-portfolio. Daarnaast wordt met inzet van bijvoorbeeld burgerpanels bezien
hoe de informatie en communicatie over de standaard- en de persoonlijke betalingsregeling
kan worden verbeterd.
De leden van de VVD-fractie vragen of ik toe kan zeggen de Kamer op de hoogte te houden
van eventuele ontwikkelingen. Ik kan uw Kamer toezeggen dat ik u op de hoogte houdt
van de ontwikkelingen rond de invordering van Toeslagen. Dit betreft zowel de opstart
van de invorderingsactiviteiten waarover u separaat wordt geïnformeerd, als de herijking
van de invorderingsstrategie waarover ik uw Kamer begin 2022 samen met de Staatssecretaris
Fiscaliteit en Belastingdienst informeer.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie vragen aan welke van de geschetste voorwaarden uit de
uitvoeringstoets niet is voldaan, waardoor de wet vBVV niet tijdig is geïmplementeerd.
Zij vragen hoe dit heeft kunnen gebeuren of de Kamer tijdig is geïnformeerd over de
vertraging en als dit niet is gebeurd, wat hier de reden voor is geweest. In de uitvoeringstoets
bij het wetsvoorstel Wet vBVV is het proces van dwangverrekening beoordeeld op uitvoerbaarheid.
Aan de in de uitvoeringstoets beschreven voorwaarden is voldaan. Het hanteren van
de vereenvoudigde beslagvrije voet bij de dwangverrekening is geïmplementeerd en zal
gehanteerd worden zodra de invorderingsactiviteiten weer opstarten. In die uitvoeringstoets
was de verrekening in het kader van de standaardbetalingsregeling buiten beschouwing
gelaten, omdat toentertijd werd geoordeeld door de Belastingdienst en Toeslagen dat
er geen sprake was van dwangverrekening, maar van een betaalmogelijkheid in het kader
van de minnelijke betalingsregeling. De Belastingdienst en Toeslagen constateren nu
dat die veronderstelling onjuist is geweest. In mijn brief van 9 juli jl. en de beantwoording
van de daarbij verzonden Kamervragen heb ik de Kamer geïnformeerd over deze constatering.
Zoals hierin ook beschreven is er direct daarna actie ondernomen om een oplossing
te bieden voor mensen die hierdoor in de problemen raken en wordt er gewerkt een aan
oplossing om te voorkomen dat deze situatie zich in de toekomst nog voor zal doen.
De leden van de D66-fractie vragen wat de stand van zaken is van het telefonisch informeren
van de betrokken burgers en hoeveel mensen zijn bereikt. Hiervoor verwijs ik uw Kamer
naar de beantwoording van de vragen van de leden van de VVD-fractie.
De leden vragen tevens of zij het juist begrijpen dat niet (handmatig) kan worden
nagegaan of iemand onder het bestaansminimum terechtkomt voordat de invordering wordt
gestart. Of iemand onder het bestaansminimum uitkomt, hangt af van vele factoren die
niet allemaal bekend kunnen zijn bij Toeslagen. Denk aan schulden bij andere (private)
schuldeisers of uitgaven die een burger genoodzaakt is te doen. Het is niet mogelijk
om dit handmatig voorafgaand aan het opstarten van de invorderingsactiviteiten bij
iedere burger na te gaan. Toeslagen kan ook niet handmatig de beslagvrije voet van
alle mensen berekenen die op dit moment een verrekening in het kader van standaardbetalingsregeling
hebben lopen, omdat dit een groep van ongeveer 300.000 mensen betreft. Met de geboden
oplossing zijn daarom mensen in beeld gebracht waarvan we het vermoeden hebben dat
zij in de problemen komen door de verrekening in het kader van de standaardbetalingsregeling,
waarna we in combinatie met persoonlijke contact de beslagvrije voet alsnog berekenen.
Toeslagen probeert daarnaast op verschillende manieren te voorkomen dat mensen bij
het terugvorderen van toeslagen onder het bestaansminimum komen. Zo biedt zij burgers
de mogelijkheid om een terugvordering in maximaal 24 maanden af te lossen. Indien
iemand het bedrag niet ineens of in standaardtermijnen kan betalen kan diegene een
persoonlijke betalingsregeling aanvragen waarbij de maandelijkse aflossing wordt gebaseerd
op 80% van zijn betalingscapaciteit. Pas als een burger geen gebruikmaakt van de genoemde
mogelijkheden voor een minnelijke betalingsregeling start de dwanginvordering, wat
ook de dwangverrekening kan zijn Daarbij wordt altijd de beslagvrije voet gehanteerd.
De leden van de D66-fractie vragen wat nodig is om te kunnen garanderen dat de geschetste
uitvoering per 2023 wordt gehaald en de Kamer hier ieder kwartaal over te informeren.
Voorts vragen de leden wat er kan worden gedaan om uitvoeringsinstanties en lokale
overheden te ondersteunen om te voorkomen dat burgers onder de beslagvrije voet vallen
tot de uitvoering per 2023 van de aanpassingen. De geschetste uitvoering in de brief
van 9 juli jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 874) waarbij de beslagvrije voet gehanteerd wordt voorafgaand aan alle standaardbetalingsregelingen,
was een oplossing die onderzocht is omdat het niet mogelijk leek de verrekeningen
te stoppen zonder dat de gehele standaard betalingsregeling uit de lucht gehaald zou
moeten worden. Het is echter toch mogelijk gebleken om alleen de verrekenvariant bij
de standaardbetalingsregeling af te schaffen. Hierdoor zal Toeslagen geen verrekeningen
in het kader van de standaardbetalingsregeling meer uitvoeren vanaf het moment dat
de invorderingsactiviteiten weer opstarten.
De leden van de D66-fractie vragen welke risico’s de Staatssecretaris ziet voor het
ontstaan van nog meer schuldenproblematiek doordat de verrekende bedragen worden teruggedraaid
bij mensen waarbij de beslagvrije voet werd geschonden door de verrekening. Toeslagen
is zich ervan bewust dat de schuld herleeft als de verrekening terug wordt gedraaid
en dat het belangrijk is dat deze wordt afbetaald op een wijze die er niet toe leidt
dat er meer problemen ontstaan. Daarom heeft Toeslagen altijd persoonlijk contact
met de mensen bij wie de verrekening wordt gestopt; samen wordt bekeken wat de beste
oplossing is. Er wordt in ieder geval een persoonlijke betalingsregeling geadviseerd
en het aanvraagformulier wordt aan de betreffende burgers verzonden. Bij de persoonlijke
betalingsregeling is het maandelijks aflossingsbedrag niet gebaseerd op het terug
te betalen bedrag, maar op de betalingscapaciteit van de burger. Dat betekent dat
aan het einde van de looptijd van 24 maanden van de persoonlijke betalingsregeling
voor het dan resterende terugvorderingsbedrag geen verdere invorderingsactiviteiten
meer worden ondernomen. Als direct blijkt dat er geen betalingscapaciteit is, wordt
de betalingsregeling niet gestart en vinden er geen invorderingsmaateregelen plaats.
Toeslagen werkt eraan om de persoonlijke betalingsregeling zo toegankelijk mogelijk
te maken voor burgers, zowel door de communicatie en informatie over de betalingsregeling
te verbeteren, als door het aanvraagproces te vereenvoudigen. Voordat de invorderingsactiviteiten
opstarten zal een vereenvoudigd formulier beschikbaar zijn. Daarnaast wordt tevens
gestreefd naar digitalisering van het aanvraagformulier. Het is nog niet duidelijk
wanneer dit gerealiseerd kan worden.
Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie bij welke toeslagen deze betalingsregelingen,
waarbij burgers onder het bestaansminimum kwamen te zitten, hebben gespeeld. De verrekeningen
in het kader van de standaardbetalingsregeling waarbij de beslagvrije voet niet gehanteerd
werd, werden toegepast bij de huur- en zorgtoeslag en het kindgebonden budget. Bij
de verrekening van de kinderopvangtoeslag hoeft er geen beslagvrije voet in acht genomen
te worden (zie artikel 475c, eerste lid, onder j, Rv).
De leden van de D66-fractie vragen voorts wanneer de Kamer geïnformeerd wordt over
de interdepartementale samenwerking ten behoeve van de invorderingsstrategie waarin
het doenvermogen centraal staat. Deze leden refereren aan het toezeggingenoverzicht
van de begroting waarin staat dat de Kamer hierover in de herfst een brief mag verwachten.
Zij vragen waar deze vertraging vandaan komt, of de gesprekken tussen de departementen
al hebben plaatsgevonden, wat de status is van dat overleg en wanneer de Kamer een
uitgebreidere brief mag verwachten over dit overleg. Op 30 augustus jl. is uw Kamer
geïnformeerd over het opstarten van de invordering bij de Belastingdienst.5 Daarin is aangegeven dat Toeslagen een apart traject heeft ingezet, waarbij door
een gefaseerde opstart rekening wordt gehouden met verschillende doelgroepen. Hierover
vindt de in de brief van 9 juli jl. beschreven interdepartementale afstemming plaats.
Inmiddels is in dit kader ook een rapport naar het doenvermogen van deze doelgroep
afgerond. In de Rapportage doenlijk invorderen, die uw Kamer als bijlage bij deze beantwoording ontvangt, is het invorderingsproces
getoetst vanuit een gedrags- en burgerperspectief. Waar mogelijk worden deze resultaten
meegenomen bij het hervatten van de invorderingsactiviteiten van Toeslagen. Denk hierbij
aan de vereenvoudigde aanvraag van de persoonlijke betalingsregeling waar nu al aan
gewerkt wordt. Uw Kamer separaat nader geïnformeerd over het hervatten van de invorderingsactiviteiten.
Daarnaast wordt uw Kamer begin 2022 geïnformeerd over de herijking van de invorderingsstrategie
en de heroverweging van Stroomlijnen Rood Blauw. Ook hierover vinden gesprekken plaats
met de verschillende (opdrachtgevende) departementen. Het genoemde Rapportage doenlijk invorderen vormt daarnaast een belangrijke bouwsteen voor de invorderingsstrategie van Toeslagen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie vragen of ik het met hen eens ben dat koste wat kost moet
worden voorkomen dat mensen onder het bestaansminimum schieten. Met de leden van de
CDA-fractie ben ik van mening dat moet worden voorkomen dat mensen onder het bestaansminimum
komen. Toeslagen doet er daarom zo veel als mogelijk aan om dat te voorkomen, zoals
beschreven in de beantwoording van de vragen van de leden van de VVD- en de D66-fractie.
Veel burgers hebben echter niet alleen toeslagschulden, maar ook andere schulden bij
private- en overheidsschuldeisers. Om te voorkomen dat mensen onder het bestaansminimum
raken, is coördinatie en samenwerking tussen schuldeisers noodzakelijk. In vervolg
op de Wet vBVV wordt verbeterde gegevensuitwisseling voorbereid tussen partijen die
beslag mogen leggen op of verrekenen met periodieke inkomsten. Daarvoor is het wetsvoorstel
Wet stroomlijning keten derdenbeslag in voorbereiding en zijn de voorbereidingen gestart
voor de bouw van een ICT-voorziening die de beoogde gegevensuitwisseling faciliteert.
Het wetsvoorstel regelt de verbetering van de gegevensuitwisseling tussen beslagleggende
en verrekenende partijen in geval van samenloop van derdenbeslagen en verrekeningen.
Hiermee wordt een volgende stap gezet in het traject om het bestaansminimum van mensen
met schulden beter te borgen en wordt een flinke stap gezet om ophoging van schulden
met onnodige proces- en executiekosten te voorkomen.
De leden van de CDA-fractie vragen over de tijdelijke oplossing voor reeds ingevorderde
bedragen of de volledige verrekening wordt teruggedraaid, of alleen het deel tot aan
het bestaansminimum. Het volledige bedrag wordt in dat geval teruggedraaid.
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie of het kan voorkomen dat mensen bij wie
teveel is verrekend en die gedurende een periode onder het bestaansminimum hebben
geleefd, misschien wel problematische schulden hebben opgebouwd, waarvoor de terugbetaling
alleen onvoldoende is om die schulden op te lossen. Deze situaties zijn niet als zodanig
naar voren gekomen in de gevoerde gesprekken met de betreffende mensen. Doordat het
gehele verrekende bedrag terug wordt gegeven, wordt de betreffende burger in staat
gesteld om eventueel ontstane schulden alsnog (geheel of gedeeltelijk) te voldoen.
Toeslagen gaat altijd in gesprek met de mensen bij wie de verrekening volledig wordt
teruggedraaid, om te kijken of de toeslagschuld alsnog via een persoonlijke betalingsregeling
voldaan kan worden. Er kan extra hulp aangeboden worden, telefonisch of bij de balie,
bij het aanvragen van de persoonlijke betalingsregeling. Mocht er zich een spoedeisende
situatie voordoen, zoals bijvoorbeeld een dreigende huisuitzetting vanwege een onterechte
verrekening, dan wordt het Stellateam ingezet. Dergelijke situaties zijn mij vooralsnog
niet bekend.
De leden vragen daarnaast of ik het in kaart brengen van de mensen die door verrekening
onder het bestaansminimum komen een werkbare oplossing vindt. Ook vragen zij om hoeveel
mensen dit ongeveer gaat en of het om een wisselende groep gaat. Op basis van de beschikbare
data kunnen we geen goede inschatting maken van het aantal mensen dat onder het bestaansminimum
komt door de verrekeningen. Deze schatting kunnen we ook op basis van de belactie
niet maken, mede doordat het slechts mogelijk is om een kleine selectie van deze groep
persoonlijk te bereiken. Vooralsnog is de ingezette belactie op basis van de beschikbare
data de enige mogelijkheid voor Toeslagen om mensen die mogelijk door de verrekeningen
in de problemen zijn gekomen te identificeren en te bereiken. Naast deze aanpak heeft
Toeslagen stakeholders geïnformeerd over de geboden oplossing. Hen is verzocht om
burgers die zich bij hen melden met problemen rond verrekeningen te wijzen op de oplossing
en hen door te verwijzen naar de BelastingTelefoon. Tevens heeft Toeslagen hen gevraagd
de betreffende burgers te helpen bij het aanvragen van een persoonlijke betalingsregeling.
Het aantal mensen dat mogelijk door de verrekeningen onder het bestaansminimum is
gekomen, is beperkt tot een groep waarbij de verrekeningen eind 2020 zijn gestart.
Omdat de invorderingsactiviteiten bij Toeslagen nog niet zijn hervat, zijn er in 2021
geen nieuwe verrekeningen gestart, zodat de groep mensen die te maken hebben met deze
verrekeningen niet in aantal is toegenomen.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de huidige stand van zaken is met betrekking
tot een structurele houdbare oplossing voor dit probleem. Welke richtingen zijn in
de zomerperiode met de verschillende departementen uitgewerkt en wanneer wordt de
Kamer hiervan op de hoogte gesteld? Voor beantwoording van deze vraag verwijs ik naar
de beantwoording van de vragen van de VVD-fractieleden. Voor de bredere aanpak rondom
meer maatwerk binnen de invordering informeer ik uw Kamer separaat in de brief over
de opstart van de invorderingsactiviteiten en de brief over de herijking van de invorderingsstrategie
die begin van aankomend jaar wordt verzonden.
Tot slot zijn de leden van de CDA-fractie benieuwd of de Nationale ombudsman en de
Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden die de problematiek aan het licht hebben
gebracht, ook worden betrokken bij het komen tot een toekomstige oplossing. Ja, zij
worden hierbij betrokken. Afgelopen maanden heb ik meermaals met de No en de LOSR
gesproken over de problematiek en de oplossingen die wij op korte, middellange en
lange termijn kunnen bieden. Ook op medewerkersniveau vonden en vinden er diverse
gesprekken plaats. Dit zijn zeer prettige en constructieve gesprekken waaruit veel
ideeën en input gehaald en verwerkt wordt, zowel ten behoeve van de lopende oplossing
voor de verrekeningen zonder beslagvrije voet en de communicatie daarover, als voor
de oplossingen na het opstarten van de invorderingsactiviteiten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van SP-fractie vragen of de invorderingsactiviteiten inmiddels weer zijn
opgestart door de Belastingdienst en of de Staatssecretaris kan uitsluiten dat er
hierdoor opnieuw mensen onder het bestaansminimum zijn gekomen. Zij vragen voorts
of er reeds een structurele oplossing is gevonden voor het probleem dat mensen onder
het bestaansminimum komen door toedoen van de Belastingdienst. Over het opstarten
van invorderingsactiviteiten van Toeslagen wordt u separaat nader geïnformeerd.
Over de structurele oplossing die Toeslagen biedt om te voorkomen dat mensen na het
opstarten van de invorderingsactiviteiten opnieuw onder het bestaansminimum kunnen
komen door de verrekening van toeslagen, verwijs ik u naar mijn antwoord op de vragen
van de VVD-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe vaak het voorkomt dat mensen aangeven
wel degelijk op een brief over het terugbetalen van toeslagen aan de Belastingdienst
te hebben gereageerd, terwijl de Belastingdienst stelt dat hierop niet is gereageerd.
Zij vragen door welke veranderingen uitgesloten kan worden dat hier nu niet nog steeds
sprake van is. Er zijn geen aantallen bekend van de beschreven situatie. De processen
zijn echter zo ingericht dat het risico op zoekraken minimaal is. Het kan natuurlijk
voorkomen dat een poststuk Toeslagen niet bereikt, doordat het niet of verkeerd wordt
bezorgd. Ook kan het bij hoge uitzondering gebeuren dat een stuk verkeerd geclassificeerd
wordt en in een verkeerd systeem terechtkomt.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen voorts hoe het kan dat het kabinet in een
reactie op het NOS-bericht allereerst stelde dat de wet wel werd nagevolgd, omdat
deze alleen toezag op dwangvorderingen en niet op verrekeningen, terwijl het kabinet
nu stelt dat de werkwijze zich niet verhoudt tot de wet vBVV. Kan het kabinet bevestigen
dat het hiermee terugkomt op zijn eerdere zienswijze? Kan het kabinet dit punt tevens
nader toelichten? Deze leden vragen of het kabinet kan toelichten waar het in de keten
tussen de wet en de uitvoering van het uit de wet voortvloeiende beleid, is misgegaan.
Hoe kan het dat er een verkeerde inschatting tot stand is gekomen? Dat er verrekening
plaats kan vinden als betaalwijze bij de standaardbetalingsregeling is opgenomen in
de wet- en regelgeving over uitstel van betaling.6 Daarnaast kent Toeslagen de verrekening in het kader van de dwanginvordering, de
zogenaamde «dwangverrekening». Zoals toegelicht in de beantwoording van de vragen
van de leden van de D66-fractie werd eerder aangenomen door de Belastingdienst en
Toeslagen dat verrekening in het kader van de standaardbetalingsregeling geen dwangverrekening
is. Er werd verondersteld dat mensen die niet reageerden op de terugvorderingsbeschikking
stilzwijgend instemden met deze wijze van betalen in termijnen waarbij de beslagvrije
voet niet gehanteerd werd. In haar eerste reactie op het NOS artikel verwees Toeslagen
naar de dwangverrekening. Mede naar aanleiding van gesprekken met de No en de LOSR
constateren de Belastingdienst en Toeslagen nu dat deze gehanteerde benadering onjuist
was. Alhoewel de standaardbetalingsregeling is bedoeld als een minnelijke betalingsregeling
heeft Toeslagen de facto gebruik gemaakt van haar verrekeningsbevoegdheid. Voor mensen
die niet bewust kozen om de verrekening te laten starten heeft dit het effect heeft
van dwangverrekening. Op basis van dit voortschrijdend inzicht heeft Toeslagen haar
zienswijze daarna aangepast.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet een beeld heeft van hoeveel
mensen hierdoor de afgelopen jaren in de problemen zijn gekomen. Zoals ook toegelicht
in de beantwoording van de vragen van de leden van het CDA is het niet goed mogelijk
om hier een inschatting van te maken.
Ook vragen deze leden het kabinet in te gaan op hoeveel mensen zich sinds het begin
van 2021 bij de Belastingdienst hebben gemeld met het gegeven dat zij door de werkwijze
van de Belastingdienst onder het bestaansminimum terecht kwamen. Sinds juli 2021 heeft
de Belastingdienst een gewijzigd proces waarbij burgers telefonisch kunnen aangeven
dat met de verrekening hun bestaansminimum is geraakt. Tot op heden zijn er 2 personen
in beeld die zelf contact opnamen om hier gebruik van te maken. Bij deze burgers zijn
de verrekeningen stopgezet. Daarnaast kunnen er ook burgers zijn die, anders dan via
de geboden oplossing, een lopende verrekening hebben gestopt. Bijvoorbeeld doordat
zij een persoonlijke betalingsregeling aan hebben gevraagd. Het is op dit moment niet
inzichtelijk om hoeveel mensen dit gaat.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het staat met de verdiepende data-analyse
om personen waarbij in 2020 een verrekening is gestart op individueel niveau beter
in beeld te brengen. Deze leden vragen welke voortschrijdende inzichten het kabinet
op dit punt met de Kamer kan delen. Voor de beantwoording van de vraag hoe het staat
met de data-analyse verwijs ik u naar de beantwoording van de vragen van de VVD-fractie.
Hier is ook toegelicht welke inzichten Toeslagen op heeft gedaan en welke acties en
oplossingen er geboden zullen gaan worden of nog onderzocht worden.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet overweegt om bovenop het
actief terugdraaien van verrekeningen door het terugbetalen van het vanaf januari
teveel ingehouden bedrag, een opslag te rekenen ten eerste als rentevergoeding en
ten tweede vanwege het feit dat deze mensen in de problemen zijn gekomen door een
foutieve interpretatie van de wet door de overheid. Deze leden vragen wat hierbij
de overwegingen zijn en hoe het vanuit rechtvaardigheidsperspectief te billijken zou
zijn als dit niet wordt gedaan. Met de geboden oplossing worden de mensen die in de
problemen zijn gekomen naar mijn idee op een goede en passende wijze geholpen. Met
de oplossing die wordt geboden, wordt het volledige bedrag van de verrekening terugbetaald,
ook als de beslagvrije voet slechts niet in zijn geheel is aangetast door de verrekening.
Belangrijk aspect is bovendien dat de betreffende personen in principe ook zonder
deze verrekening het openstaande bedrag terug hadden moeten betalen en er kosten in
rekening gebracht hadden kunnen worden als zij niet tijdig betaalden. Toeslagen heeft
hen de mogelijkheid geboden om het bedrag ineens, in termijnen of door middel van
persoonlijke betalingsregeling te voldoen. Ook na het starten van de verrekening bestonden
deze betalingsmogelijkheden voor de burger. De verrekening kon worden gestopt als
een persoonlijke betalingsregeling werd gestart. Deze betalingsregeling kan ook nu
aangevraagd worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de betalingscapaciteit. Als
deze nihil is, wordt de terugvordering in principe niet ingevorderd. Het past naar
mijn idee daarom niet om een (standaard) opslag te rekenen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet om een update inzake de mate
waarin mensen die vanaf begin 2021 geraakt zijn door de werkwijze, inmiddels telefonisch
bereikt zijn en het verschuldigde bedrag ontvangen hebben. Deze leden vragen uit te
splitsen hoeveel mensen hier al wel mee geholpen zijn, hoeveel nog niet, en op welke
termijn het kabinet verwacht alle mensen geholpen te hebben. In de beantwoording van
de vragen van de VVD zijn de gegevens over de resultaten van de belactie toegelicht.
Het is niet mogelijk om vast te stellen hoeveel mensen er problemen hebben gekregen
door de verrekening in het kader van de standaard betalingsregeling. Daardoor is het
niet mogelijk om in beeld te krijgen voor welke mensen het terugdraaien van de verrekening
een passende oplossing is.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoeveel mensen die schade hebben ondervonden
als gevolg van de werkwijze sinds afgelopen juli uit eigen beweging contact hebben
opgenomen met de Belastingdienst, bijvoorbeeld via de BelastingTelefoon. Tot nu toe
heeft Toeslagen kunnen vaststellen dat 2 personen hierover uit zichzelf contact op
hebben genomen met de BelastingTelefoon. Zoals hiervoor toegelicht kunnen er ook mensen
zijn die wel contact op hebben genomen maar die niet expliciet kenbaar hebben gemaakt
dat zij de verrekening terug willen laten draaien. Deze mensen hebben de verrekening
mogelijk gestopt doordat zij een persoonlijke betalingsregeling aan hebben gevraagd.
Ook vragen deze leden hoeveel mensen zijn doorverwezen vanuit het stakeholdersnetwerk
van de Nationale ombudsman en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden. Stakeholders
zijn persoonlijk benaderd en via een directe mailing naar 900 contacten. Het is niet
inzichtelijk hoeveel doorverwijzingen er plaats hebben gevonden naar aanleiding van
het aanschrijven van deze stakeholders, dan wel via de Nationale ombudsman en de Landelijke
Organisatie Sociaal Raadslieden.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het kabinet zeker weet dat alle mensen
die schade hebben ondervonden omdat ze onder het bestaansminimum terecht kwamen, door
de Belastingdienst in beeld zijn en bereikt gaan worden. Toeslagen kan dit niet met
zekerheid vaststellen. Aan de hand van de eerder beschreven belactie en het aanschrijven
van stakeholders hoopt Toeslagen zo veel mogelijk van de betreffende mensen te bereiken.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar de persoonlijke betalingsregeling voor
mensen die door de verrekening onder de beslagvrije voet terechtgekomen zijn. Welke
smaken zijn er in deze persoonlijke betalingsregeling, wat zijn de meest ruimhartige
varianten en hoe wordt daarin gemonitord dat mensen niet alsnog onder het bestaansminimum
terechtkomen? Indien een burger verzoekt om een persoonlijke betalingsregeling, berekent
Toeslagen zijn maandelijkse betalingscapaciteit. Op basis daarvan zijn er drie uitkomsten
mogelijk.
Als 80% van die betalingscapaciteit voldoende is om de openstaande toeslagvorderingen
in 24 maanden volledig te betalen, kan de burger met Toeslagen een standaard betalingsregeling
afspreken. Dan wordt het volledige bedrag in 24 maanden afbetaald.
Als 80% van die betalingscapaciteit onvoldoende is om de gehele schuld in 24 maanden
volledig te betalen, kan de burger met Toeslagen een persoonlijke betalingsregeling
afspreken, waarbij het maandelijkse aflossingsbedrag gelijk is aan die 80% van de
betalingscapaciteit.
Na die 24 maanden worden er in principe geen invorderingsmaatregelen meer genomen
om de dan nog resterende toeslagschuld te incasseren.
Als de burger in het geheel geen betalingscapaciteit heeft, wordt direct besloten
om in principe geen invorderingsmaatregelen meer te nemen.
In principe geen invorderingsmaatregelen nemen, betekent dat de (resterende) toeslagschuld
nog wel gedurende drie jaar, gerekend vanaf het besluit, alleen nog verrekend kan
worden met eenmalige teruggaven inkomstenbelasting en nabetalingen van toeslagen.
Als de burger meent dat zijn betalingscapaciteit niet meer toereikend is om de betalingsregeling
na te komen, kan hij Toeslagen op elk moment verzoeken om de betalingscapaciteit opnieuw
vast te stellen en het aflossingsbedrag te verlagen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het mogelijk is dat de ICT-processen
niet toereikend zijn om een proces te implementeren die de beslagvrije voet respecteert,
terwijl de wetgeving om de beslagvrije voet te hanteren nota bene twee jaar is uitgesteld
om alle ICT-processen op orde te krijgen. Betekent dit ook dat de ICT-processen enkel
klaar gemaakt waren voor dwanginvordering, en niet voor verrekeningen? Hoe kan dit
fout zijn gegaan? Zoals hiervoor toegelicht zijn de ICT systemen wel ingericht om
bij de dwangverrekening de beslagvrije voet te hanteren. Voor de verrekeningen in
het kader van de standaardbetalingsregelingen was dit niet het geval. Voor een uitgebreidere
toelichting wat dit betekent in de ICT-processen verwijs ik naar de beantwoording
van de vragen van de VVD-fractie.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen op welke manier door de Belastingdienst
wordt vastgesteld dat de beslagvrije voet niet in acht wordt genomen. Deze leden vragen
op welke manier dit proces automatisch verloopt ofwel handwerk vereist van medewerkers
en wat dit betekent voor de capaciteit van de Belastingdienst. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen daarbij specifiek of het klopt dat pas kan worden vastgesteld dat de beslagvrije
voet niet in acht wordt genomen nadat mensen onder het bestaansminimum terecht zijn
gekomen, hetgeen immers gesuggereerd lijkt te worden in de kabinetsbrief. Deze leden
vragen of het kabinet op dit punt het proces van herkenning dat de beslagvrije voet
niet wordt in acht genomen wordt stapsgewijs kan toelichten. Toeslagen heeft bij verrekeningen
in het kader van de standaardbetalingsregeling die op dit moment nog lopen de beslagvrije
voet niet toegepast. Deze lopende verrekeningen heeft Toeslagen in beeld. Bij een
deel van deze mensen wordt de beslagvrije voet niet geraakt en is het verrekenen een
makkelijke manier om hun toeslagschuld af te betalen, waarbij zij niet onder het bestaansminimum
komen.
Het is echter niet mogelijk voor Toeslagen om van al deze mensen geautomatiseerd vast
te stellen of hun beslagvrije voet geraakt wordt door de verrekening. Op basis van
de gegevens die bij Toeslagen bekend zijn, worden de mensen bij wie de verrekening
mogelijk hun beslagvrije voet raakt geselecteerd en gebeld, waarna vervolgens de beslagvrije
voet individueel wordt berekend. In de maanden augustus tot en met oktober zijn gemiddeld
4 medewerkers van de BelastingTelefoon bezig geweest met de belactie. Het klopt dus
dat Toeslagen bij deze lopende verrekeningen de beslagvrije voet pas vast kan stellen
nadat mensen door die verrekening mogelijk onder het bestaansminimum zijn gekomen.
Sinds de invorderingsactiviteiten zijn gepauzeerd worden er geen nieuwe verrekeningen
meer gestart. Er ontstaan dus geen nieuwe situaties waarbij mensen onder het bestaansminimum
uitkomen door verrekeningen in het kader van de standaardbetalingsregeling van Toeslagen.
Zoals eerder toegelicht zal die situatie ook na het opstarten van de invorderingsactiviteiten
niet ontstaan, omdat de genoemde verrekenvariant af wordt geschaft.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat wordt gedaan als blijkt dat er inderdaad
mensen onterecht onder het bestaansminimum zijn gekomen terwijl nu al bekend is dat
dit buiten hun schuld en juist door fouten bij de overheid plaatsvindt. Op welke manier
gaat het kabinet deze mensen recht doen? De verrekening wordt bij deze mensen gestopt
en teruggedraaid tot en met januari 2021. Hierdoor ontvangt de betreffende persoon
alle verrekende bedragen volledig terug. Voor de openstaande toeslagschuld kan vervolgens
een persoonlijke betalingsregeling aangevraagd worden. Hierbij wordt rekening gehouden
met de betalingscapaciteit. Indien er na 24 maanden correct afbetalen nog toeslagschuld
resteert, worden er in principe geen verdere invorderingsacties uitgevoerd om dit
bedrag te incasseren.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat het punt op de horizon is waarbij een
test of sprake is van schending van de beslagvrije voet bij terugvorderingen automatisch
is geïntegreerd in de processen en er dus een structurele oplossing is. Wat is daarbij
het lange termijn ijkpunt en heeft het kabinet een traject uitgestippeld om op de
langere termijn een structurele oplossing te vinden? Is er überhaupt zo’n stip op
de horizon en traject ernaar toe? Over de oplossing die Toeslagen biedt vanaf het
moment dat de invorderingsactiviteiten weer opstarten – het afschaffen van de verrekenvariant
waarbij de beslagvrije voet niet gehanteerd werd – verwijs ik u naar de beantwoording
van de vragen van de VVD. Deze variant zal derhalve ook op de lange termijn niet meer
terugkomen. Bij de dwangverrekening is de beslagvrije voet reeds geautomatiseerd geïntegreerd
in de systemen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de inzichten zijn ten aanzien van de
oplossing zoals uitgewerkt door de Ministeries van Financiën, Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en Veiligheid aangaande het
stap voor stap en per doelgroep weer opstarten van de invorderingsactiviteiten, en
op welke manier het kabinet hierover het gesprek aan zou willen gaan met de Kamer.
Over het opstarten van de invorderingsactiviteiten wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet bereid is om naar aanleiding
van deze problematiek de systematiek van verrekenen nog eens nader te bekijken. Is
het kabinet het met deze leden eens dat het verrekenen te vaak mensen in grote problemen
brengt en in strijd is met een bepaalde vorm van basiszekerheid waar mensen recht
op hebben? Wat waren de oorspronkelijke overwegingen om wel te gaan verrekenen? Wat
zijn de alternatieven en hun voor- en nadelen? Waarom heeft het kabinet ervoor gekozen
om automatisch te gaan verrekenen als mensen niet reageren op een brief? Voor de antwoorden
op deze vragen verwijs ik u naar mijn antwoorden op de vragen van de VVD- en de D66-fractie.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet bekend is waarom mensen niet
reageren. Mensen kunnen om verschillende redenen niet reageren. In de beschikking
die burgers ontvingen stond uitdrukkelijk dat de verrekening start als mensen niet
reageren. Mensen kunnen er daarom bewust voor hebben gekozen om op deze wijze in termijnen
te betalen. Daarnaast zijn er andere redenen waarom mensen niet reageren op betalingsverzoeken.
Toeslagen heeft veel gedragsonderzoek laten doen naar de redenen waarom mensen niet
reageren. Dit laat zien dat mensen met financiële stress geneigd zijn het belang van
contact opnemen met de overheid onderschatten. Dit betekent niet (anders dan vaak
gedacht) dat zij niet willen betalen. Mensen kunnen zich schamen, proberen negatieve
emoties te vermijden of ontkennen het probleem. Op basis van deze gedragsonderzoeken
ontwikkelt Toeslagen ook interventies om de respons te verbeteren. Zo worden bijvoorbeeld
de brieven stap voor stap verbeterd, waarbij meer aandacht is voor het bieden van
handelingsperspectief en de mogelijkheden om bij problemen in contact te treden met
Toeslagen. Hierbij realiseert Toeslagen zich dat, hoewel deze initiatieven behulpzaam
zijn bij het verbeteren van de wijze waarop Toeslagen met de burger communiceert,
de complexiteit van het toeslagstelsel en de wijze waarop dit aansluit bij de situatie
van de burger en het doenvermogen van de burger er toe kan leiden dat mensen niet
(meer) reageren op betaalverzoeken. Dit kan helaas niet helemaal voorkomen worden.
Tenslotte vragen de leden van de GroenLinks-fractie of dergelijke signalen ook doorgegeven
worden aan gemeenten, in het kader van vroegsignalering van schuldenproblematiek.
Zo nee, waarom niet? Stakeholders, waaronder de VNG en gemeenten, zijn benaderd om
hen op het probleem te wijzen. Mensen die problemen ervaren met de verrekeningen in
het kader van de standaard betalingsregeling. Daarbij is aan deze stakeholders verzocht
om mensen die zich hiermee bij hen melden, door te verwijzen naar de BelastingTelefoon.
Signalen van (schulden)problematiek die naar voren komen in de belactie kunnen op
individueel niveau niet doorgegeven worden aan gemeenten in het kader van vroegsignalering
van schuldenproblematiek. Privacywetgeving, zoals de AVG maar ook de AWR, staat niet
toe dat Belastingdienst of Toeslagen deze privacygevoelige gegevens (BSN, contactgegevens)
deelt met gemeenten of andere organisaties. De Belastingdienst en Toeslagen vinden
vroegsignalering van schuldenproblematiek en het aanbieden van de juiste hulp wel
belangrijk en zetten zich op verschillende manier in om dit in samenwerking met gemeenten
te verbeteren. Zo is hier binnen de visie op schulden van de Belastingdienst en Toeslagen,
die het afgelopen jaar is vastgesteld aandacht voor, wordt er gewerkt aan een pilot
op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening om met gemeenten gegevens te
delen in het kader van de vroegsignalering en ook in de herijking van invorderingsstrategie,
waar uw Kamer begin volgend jaar over wordt geïnformeerd, wordt aandacht besteed aan
het op tijd in het proces signaleren van (betaal)problemen en hier op een passende
wijze op reageren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier