Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Jaarplan van de Inspectie SZW voor 2022 (Kamerstuk 35925-XV-21)
2021D50059 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties
de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 23 november 2021 ontvangen brief inzake
het Jaarplan van de Inspectie SZW voor 2022 (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 21).
De fungerend voorzitter van de commissie, Peters
De adjunct-griffier van de commissie, Blom
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie
5
II
Antwoord/Reactie van de Staatssecretaris
6
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse en belangstelling kennisgenomen van
het jaarplan van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor 2022 (vanaf
2022: Nederlandse Arbeidsinspectie) dat naar de Kamer is gestuurd en hebben daar nog
enkele vragen bij.
De leden van de D66-fractie constateren dat de Arbeidsinspectie (hierna: de Inspectie)
een aantal zelfinspectietools heeft ontwikkeld en hier in het aankomende jaar extra
op wil inzetten. Heeft de Inspectie, gegeven deze doelstellingen, zicht op het huidige
gebruik en de effectiviteit van deze tools, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie constateren ook dat de Inspectie inzet op nauwere samenwerking
met (regionale) partners en het beter zichtbaar maken hoe meldingen en verzoeken worden
opgepakt door de Inspectie. Deze leden vragen zich af of dit inhoudt dat bij elke
melding vanuit een partner ook wordt teruggekoppeld.
De leden van de D66-fractie zijn positief gestemd over de genoemde thema’s voor de
stelselmonitor Werk en Inkomen. Deze leden vragen zich daarbij af of binnen de stelselmonitor
ook expliciet ingegaan wordt op het «doenvermogen» van burgers rondom Werk en Inkomen.
De leden van de D66-fractie constateren dat strafrechtelijke vervolging volgens de
Inspectie een ultimum remedium is. Deze leden vragen zich af of het etiket «uiterste middel» gepast is voor strafrechtelijke
vervolging, gegeven het hardnekkige fenomeen van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling.
Kan deze zinsnede nader worden toegelicht, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de verschillende cijfers en statistieken
in hoofdstuk zes. Deze leden vragen zich af of de cijfers inclusief korte toelichting
over de opgelegde boetes en dwangsommen ook inzichtelijk kunnen worden gemaakt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het jaarplan van de Inspectie
SZW voor 2022 en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat er tot januari 2022 nog het Samenwerkingsplatform
Arbeidsmigranten en COVID-19 is, onder leiding van het Landelijk Operationeel Team
Corona. Hierin werkt de Inspectie samen met onder andere de veiligheidsregio’s, de
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Gemeentelijke gezondheidsdienst
(GGD). Momenteel wordt uitgewerkt hoe de voortzetting zal zijn van deze samenwerking
in 2022 en verder. Kan de Staatssecretaris al meer inzicht geven hoe de voortzetting
zal verlopen of wanneer hier duidelijkheid over komt?
De leden van de CDA-fractie lezen dat bij de aanpak van arbeids(markt)discriminatie
wordt aangegeven dat in de sector Sociale Werkvoorziening de problemen intern ongewenst
gedrag en discriminatie al jaren hardnekkig zijn. Daarom zal de Inspectie samen met betrokken partijen onderzoek doen naar
de achterliggende oorzaken en een werkwijze ontwikkelen om deze problemen aan te pakken.
Wanneer kan de Kamer de resultaten van het onderzoek verwachten?
Over samenwerking lezen de leden van de CDA-fractie in het Meerjarenplan 2019–2022: «Om meer maatschappelijk effect te bereiken wil de Inspectie de komende
periode haar samenwerking verbreden en versterken. Dat gebeurt op verschillende niveaus:
internationaal, nationaal, regionaal en lokaal.» In 2022 krijgt de samenwerking een
impuls als er geen coronarestricties zijn, hoe wordt dit vormgegeven?
Over de opvolging van het rapport van de Algemene Rekenkamer (ARK) inzake arbeidsuitbuiting
lezen de leden van de CDA-fractie enkel dat deze (blz. 24) «ter harte wordt genomen»
en er na een onderzoeksperiode aanvullende stappen zijn gezet. Op welke wijze worden
aanbevelingen geadresseerd in het jaarplan 2022?
De leden van de CDA-fractie constateren dat er een handhavingsmoratorium geldt op
de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA), echter de Kamer heeft met
de Minister wel besproken om te handhaven bij kwaadwillendheid, bijvoorbeeld in bepaalde
sectoren waar sterke vermoedens/aanwijzingen zijn dat hier sprake is van zelfstandigen
zonder personeel (zzp)-constructies. Hoe wordt hierop ingezet in 2022?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het jaarplan van de Inspectie
SZW. Deze leden hebben nog enkele vragen.
Handhaving coronamaatregelen
De leden van de SP-fractie constateren dat de Inspectie voornemens is om in 2022 weer
over te gaan op de reguliere prioritering na twee jaar aan handhaving van de coronamaatregelen.
Kan het kabinet toelichten waarom deze prioritering is gesteld terwijl nu blijkt dat
werknemers en werkgevers zich ook in 2022 aan beperkende maatregelen zullen moeten
gaan houden? Zal de Inspectie ook in 2022 worden ingezet om beperkende maatregelen
zoals het houden van afstand of thuiswerken te handhaven en waar nodig te bestraffen
zodat werknemers op een veilige manier kunnen werken?
Bewustmaking wetten
De leden van de SP-fractie constateren dat uit het jaarplan en het eerdere jaarverslag
van de Inspectie blijkt dat een meerderheid van de werkgevers onbedoeld de regels
en wetten overtreedt. Deze leden vragen zich af hoe het komt dat een meerderheid van
de werkgevers zich hier niet van bewust is. Kan het kabinet dit toelichten, met daarin
meenemend de eerdere bewustmakingscampagnes en plannen om deze bewustwording te vergroten?
Waarom heeft dit tot nu toe nog niet tot een gewenst resultaat geleid? Kan het kabinet
ingaan op de nieuwe strategie van de bewustmakingscampagne? Op welke sectoren wordt
dit gericht? Tot welk resultaat moet dit leiden en wanneer? Hoe worden de ervaringen
van eerdere pogingen daarbij betrokken?
Strafrechtelijke vervolging
De leden van de SP-fractie snappen de overweging dat strafrechtelijke vervolging in
het jaarplan een ultimum remedium wordt genoemd, maar willen het kabinet er wel graag op wijzen dat bijvoorbeeld de
ARK pasgeleden heeft vastgesteld dat strafrechtelijke vervolging door de huidige wet
soms lastig is, ook als er het vermoeden is dat er een ernstig delict wordt gepleegd.
De leden van de SP-fractie weten dat het kabinet hiermee bezig is, maar vragen zich
af of het kabinet vindt dat er uit het jaarverslag 2020 van de Inspectie of het voorliggende
jaarplan andere signalen komen die erop wijzen dat de wet bij sommige vergrijpen nog
te weinig ruimte tot strafrechtelijke vervolg biedt. Gaat het kabinet naar aanleiding
van het advies van de ARK hierover in gesprek met de Inspectie?
Knock and talk
De leden van de SP-fractie constateren dat ook uit het jaarplan blijkt dat de Inspectie
de zogenoemde «knock and talk» aanpak als effectief instrument ziet, omdat door te
dreigen met opsporing werkgevers hun methodes aanpassen. Kan het kabinet aangeven
bij welke overtredingen deze methode wordt toegepast? Hoe wordt de keuze tussen «knock
and talk» en directe opsporing en handhaving gemaakt? Hoelang worden werkgevers hierna
nog gemonitord om in de gaten te houden dat zij later niet alsnog terugvallen op overtredingen?
Toets de toetser
De leden van de SP-fractie merken op dat een aanbeveling uit het rapport «toets de
toetser» wordt genoemd. Kan het kabinet aangeven of de andere aanbevelingen uit dit
rapport ook worden meegenomen bij de nieuwe opzet van de certificatie-eisen voor de
typen arbokerndeskundigen?
Programma’s
De leden van de SP-fractie lezen dat in de bijlage van het jaarplan de programma’s
van de Inspectie SZW worden genoemd. Deze leden hebben vragen over een aantal van
deze programma’s.
De leden van de SP-fractie bereiken berichten dat arbeidsmigranten in de tuinbouw
soms zonder bescherming moeten werken met giftige stoffen. Zij zijn zich hier vaak
niet van bewust of kennen de regels niet. Deze leden vinden het daarom goed dat er
door de Inspectie wordt ingezet op handhaving en controles. Kan het kabinet aangeven
of de Inspectie ook manieren zoekt om arbeidsmigranten bewust te maken van de eventuele
overtredingen van hun werkgever, bijvoorbeeld door de risico’s van bepaalde stoffen
kenbaar te maken in gemeenschappen van arbeidsmigranten of door voorlichting te richten
op gemeenten waar veel arbeidsmigranten in de tuinbouw werken?
Een ander signaal dat de leden van de SP-fractie ontvangen komt voor in de sector
transport. Het blijkt in de praktijk lastig om te controleren op de voor chauffeurs
gestelde urennormen. Kan het kabinet aangeven of de Inspectie dit signaal herkent
en wat er gebeurt om de urennormen door heel de Europese Unie te controleren? Hoe
kan dit verbeterd worden?
De leden van de SP-fractie constateren dat uit het jaarverslag 2020 van de Inspectie
bleek dat er in de maaltijdbezorging nog veel misstanden voorkomen. Deze leden vinden
het daarom goed dat dit door de Inspectie is opgenomen in het programma Horeca en
detailhandel. Deze leden missen hierbij als doel dat ook de onveilige werkomstandigheden
van zowel maaltijdbezorgers als de relatief nieuwe flitsbezorgers worden teruggedrongen.
Kan het kabinet aangeven hoe de Inspectie wil gaan controleren op zware prestatiedruk
van bezorgers waardoor zij roekeloos gedrag in het verkeer kunnen gaan vertonen en
een gevaar kunnen vormen voor zichzelf en anderen? Kan het kabinet aangeven hoe de
Inspectie dit meetbaar maakt en hierop toeziet via controles?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het jaarplan
van de Inspectie en hebben hierover nog enkele vragen. In algemene zin valt het deze
leden op dat er wel doelen worden geformuleerd, maar weinig meetbare doelstellingen.
Deze leden vragen wat de achterliggende overweging is en of het mogelijk zou zijn
om ook meer meetbare doelstellingen vast te leggen.
Voorts lezen de leden van de GroenLinks-fractie dat er tot januari 2022 nog een Samenwerkingsplatform
Arbeidsmigranten en COVID-19 is, onder leiding van het Landelijk Operationeel Team
Corona. Deze leden vragen of er een wens is om te blijven samenwerken en wat daar
voor nodig is. Onlangs is de motie Maatoug/Simons aangenomen, om de Inspectie de bevoegdheid
te geven om bij ernstige benadeling over te gaan tot bestuurlijke stillegging.1 Deze leden vragen op welke termijn deze motie zal worden uitgevoerd en welke stappen
hiervoor nodig zijn.
Ten slotte lezen de leden van de GroenLinks-fractie dat de Inspectie werkt met drie
andere rijksinspecties binnen Toezicht Sociaal Domein (TSD) om het effect van het
gezamenlijk toezicht verder te vergroten. Deze leden vragen om nader toe te lichten
wat deze samenwerking concreet inhoudt. Op het thema bestaanszekerheid vragen deze
leden zich af of de Inspectie naast de stelselmonitor nog andere acties gaat ondernemen
op dit thema.
Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie
De leden van de DENK-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het jaarplan
van de Inspectie SZW voor 2022 (35 925 XV, nr. 21). Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de DENK-fractie lezen in het jaarplan dat in de samenleving arbeids(markt)discriminatie
(AMD, onderdeel van de Psychosociale arbeidsbelasting (PSA)-problematiek) steeds minder
wordt getolereerd. In de sectoren waar dit volgens risicoanalyse al jaren een probleem
is, blijken risico’s niet af te nemen, ondanks inspectie-interventies en verbeteracties
door bedrijven zelf. Welke sectoren blijken uit de risicoanalyse arbeids(markt)discriminatie
een verhoogd risico te lopen? Kan het kabinet verklaren waarom het risico op arbeids(markt)discriminatie
niet afneemt?
De leden van de DENK-fractie wensen graag een overzicht te ontvangen van het kabinet
van welke inspectie-interventies in het afgelopen jaar op arbeids(markt)discriminatie
zijn gepleegd. Tevens wensen deze leden te vragen welke verbeteracties op arbeids(markt)discriminatie
doorgevoerd zijn door bedrijven naar aanleiding van deze activiteiten van de Inspectie
en of hier cijfers over kunnen worden gegeven. Deze leden wensen ook te vragen welke
concrete acties in de toekomst genomen worden door de Inspectie op het thema arbeids(markt)discriminatie.
De leden van de DENK-fractie lezen dat in het jaarplan wordt geschreven over de toegevoegde
aanvullende middelen voor arbeidsdiscriminatie. Deze leden wensen te vragen waar deze
middelen concreet aan zijn uitgegeven. Tevens wensen deze leden te vragen waarom de
relatieve inzet van het team arbeidsdiscriminatie van 3% naar 2% gaat in de toekomst.
Tevens wensen deze leden te vragen waarom er geen effectindicator op arbeidsdiscriminatie
wordt genoemd, zoals bij andere thema’s.
De leden van de DENK-fractie lezen in het jaarplan dat om de mogelijkheden tot toezicht
en handhaving op het gebied van arbeidsmarktdiscriminatie te versterken, aandacht
wordt gegeven aan het bestrijden van discriminatie in sollicitatieprocedures, met
– als sluitstuk – een handhavende rol voor de Inspectie. Hoe sorteert de Inspectie voor op het wetsvoorstel
Toezicht gelijke kansen bij werving en selectie? Zullen de toezicht normen die worden
opgesteld voor deze wet met de Kamer worden gedeeld? Kan deze wet met de bestaande
capaciteit van het team arbeidsdiscriminatie worden gehandhaafd?
De leden van de DENK-fractie wensen graag de volgende cijfers van het kabinet te ontvangen
over de beschikbare afgelopen jaren: Hoeveel inspecties zijn er uitgevoerd op arbeids(markt)discriminatie?
Hoeveel tekortkomingen zijn er op arbeids(markt)discriminatie geconstateerd? Hoeveel
sancties zijn er op arbeids(markt)discriminatie opgelegd? Hoeveel herinspecties zijn
er uitgevoerd op arbeids(markt)discriminatie? In hoeveel gevallen zijn de geconstateerde
tekortkomingen weggenomen op arbeids(markt)discriminatie?
II Antwoord/reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.