Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 963 Wijziging van de Wet register onderwijsdeelnemers en enkele andere wetten in verband met het uitbreiden van de wettelijke grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het register onderwijsdeelnemers
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 9 december 2021
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder
het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam
voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
I
ALGEMEEN
2
1.
Hoofdlijnen wetsvoorstel
2
1.1.
Inleiding
2
1.2.
Aansluiting particuliere, buitenlandse en internationale scholen op het register onderwijsdeelnemers
3
1.3.
Verstrekkingen van gegevens uit het register onderwijsdeelnemers
3
1.3.1
Uitgangspunten verstrekking uit register onderwijsdeelnemers
3
1.3.2
Verstrekking aan instellingen voor hoger onderwijs en aan aangewezen organisaties
4
1.3.3
Gegevensverstrekking aan samenwerkingsverbanden passend onderwijs
5
2.
Bescherming persoonsgegevens
5
3.
Caribisch Nederland
5
4.
Advies en openbare internetconsultatie
6
4.1
Advies Autoriteit Persoonsgegevens
6
II
ARTIKELSGEWIJS
6
Artikel I, onderdeel E
6
Artikel 23
6
I ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van dit wetsvoorstel
en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wijziging van
de Wet register onderwijsdeelnemers en enkele andere wetten in verband met het uitbreiden
van de wettelijke grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het
register onderwijsdeelnemers. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen die zij
aan de regering willen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel
en kunnen zich vinden in de wijzigingen zoals opgenomen in dit wetsvoorstel. Deze
leden hebben geen nadere vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Wet register
onderwijsdeelnemers en enkele andere wetten in verband met het uitbreiden van de wettelijke
grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het register onderwijsdeelnemers.
Zij maken zich zorgen over de privacy van leerlingen en studenten en hebben hierover
nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA- en de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen
van het onderhavige wetsvoorstel. Het lijkt hun waardevol dat ook particuliere, buitenlandse
en internationale scholen worden aangesloten op het register onderwijsdeelnemers en
basis- en diplomagegevens worden verwerkt voor legalisatie van diploma’s en bewijzen
van inschrijving.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Deze leden onderkennen met name het belang van het verstrekken van gegevens ten dienste
van de uitvoering van verantwoordelijkheden inzake het onderwijs. Ze waarderen ook
de precisering die is aangebracht in de wettelijke grondslagen.
1. Hoofdlijnen wetsvoorstel
1.1 Inleiding
De leden van de D66-fractie vernemen dat met het wetsvoorstel de wettelijke grondslagen
in de WRO1 worden uitgebreid. Zo worden gegevens uit het register onderwijsdeelnemers voortaan
aan verschillende nieuwe instanties verstrekt. Deze leden hebben echter nog een vraag
bij de wettelijke grondslag voor het delen van gegevens met nieuwe organisaties. De
Afdeling van de Raad van State (RvS) wijst er immers op dat de verwerking van persoonsgegevens
zo concreet en nauwkeurig mogelijk dient te zijn. Zij constateren dat de regering
de aanbeveling van de RvS maar gedeeltelijk heeft overgenomen. Zo zijn de vereisten
waaraan moet worden voldaan wel nader uiteengezet, maar kiest de regering voor een
andere inkadering dan de RvS voorstelt. Kan zij toelichten waarom ze hiervoor heeft
gekozen, zo vragen de leden.
1.2 Aansluiting particuliere, buitenlandse en internationale scholen op het register
onderwijsdeelnemers
De leden van de VVD-fractie lezen dat B4-scholen2 net als B3-scholen3 niet verplicht zijn om gegevens in het register aan te leveren en dat dit wetsvoorstel
een grondslag creëert voor de levering van gegevens over onderwijsdeelnemers door
de particuliere B3- en B4-scholen. Betekent dit ook dat B3- en B4-scholen dus voortaan
wettelijk verplicht zijn om de verzuimgegevens in het nieuwe register aan te leveren,
zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie lezen dat de huidige praktijk van het decentraal melden
van inschrijvingen, uitschrijvingen en verzuim door B3- en B4-scholen onwenselijk
wordt geacht. Zij vragen de regering toe te lichten op welke wijze het melden zal
plaatsvinden nadat deze groepen scholen zijn aangesloten op het register onderwijsdeelnemers.
De leden vragen de regering voorts toe te lichten op welke wijze gemeenten zicht krijgen
op kinderen en jongeren die niet op een school ingeschreven staan en dus ook niet
in het register opgenomen zijn. Zij vragen tevens of het klopt dat ook de gemeentelijke
gezondheidsdienst voor de uitoefening van de jeugdgezondheidszorg toegang heeft tot
het register onderwijsdeelnemers, en kinderen en jongeren die niet in het register
opgenomen zijn niet bij hen in beeld zijn.
1.3 Verstrekkingen van gegevens uit het register onderwijsdeelnemers
De leden van de D66-fractie vragen of onderzoeksinstellingen en aangewezen organisaties
continu toegang hebben tot het register of dat er ook de mogelijkheid bestaat om een
onderzoeksinstelling of organisatie incidenteel of voor een vooraf afgebakende periode
toegang te geven tot het register. Zij vragen tevens of de regering – vanuit het oogpunt
van rechtszekerheid, voorzienbaarheid en privacybescherming – periodiek de bij AMvB4 aangewezen organisaties die structureel toegang tot het register krijgen bij wet
zal aanwijzen.
1.3.1 Uitgangspunten verstrekking uit register onderwijsdeelnemers
De leden van de VVD-fractie lezen dat private organisaties toegang krijgen tot de
gegevens uit het register. Kan de regering een overzicht geven van de verschillende
organisaties die deze toegang krijgen, zoals Studiekeuze123, JOB en Nuffic? Hoe controleert
de regering dat deze organisaties zorgvuldig met dergelijke gegevens omgaan? Aan welke
criteria moet een private organisatie voldoen om toegang te krijgen tot deze gegevens?
Wat is precies de definitie van een «maatschappelijke behoefte»? Is het voor deelnemers
mogelijk om ervoor te kiezen dat hun gegevens niet met deze private organisaties worden
gedeeld? Zo nee, waarom niet?
Daarnaast lezen de leden dat, volgens het huidige artikel 23, WRO-gegevens uit het
register onderwijsdeelnemers slechts worden verstrekt aan onderzoeksinstellingen en
dat deze beperking problematisch is als het gaat om onderzoek doen binnen het onderwijs.
Hoe borgt de regering de veiligheid van persoonsgegevens als deze beperking eraf wordt
gehaald? Daarnaast lezen de leden dat «verstrekking van persoonsgegevens pas aan de
orde is als geanonimiseerde data niet zouden voldoen en dus tot de persoon herleidbare
gegevens noodzakelijk zouden zijn». Op welke manier wordt deze persoon in kwestie
betrokken bij de beslissing om dergelijke gegevens te verstrekken? Daarnaast lezen
de leden een opsomming van organisaties die hier gebruik van kunnen maken; Studiekeuze
123, JOB5, Kenniscentrum voor studentenhuisvesting (Kences), Stichting Nuffic en verschillende
sectorraden. Is dit de complete lijst van organisaties die gebruik mogen maken van
deze gegevens of waren dit enkele voorbeelden? Indien dat laatste het geval is, welke
andere organisaties krijgen nog meer toegang tot deze gegevens?
De leden zijn positief over het feit dat door dit wetsvoorstel verzuim centraal kan
worden gemeld en dat dit voor minder administratieve lasten zorgt bij zowel scholen
als gemeenten. De leden vragen of medewerkers van scholen en gemeenten een training
zullen krijgen om de nieuwe procedures te leren.
1.3.2 Verstrekking aan instellingen voor hoger onderwijs en aan aangewezen organisaties
De leden van de VVD-fractie lezen dat organisaties die in aanmerking komen voor gegevensverstrekking
breder dan het doel verantwoording onder andere moeten voldoen aan «voldoende aannemelijk
maken dat zij persoonsgegevens uit het register nodig hebben voor onderzoeksactiviteiten
naar de kwaliteit, toegankelijk of doelmatigheid van het onderwijs». Wanneer is iets
voldoende aannemelijk gemaakt volgens de regering?
De leden lezen dat er pas persoonsgegevens aan organisaties worden verstrekt als dat
noodzakelijk is en wanneer de Minister van OCW daarover een besluit heeft genomen.
Wordt de Kamer in dergelijke gevallen dan ook op de hoogte gebracht, zo vragen de
leden.
De leden van de SP-fractie vragen de regering waarom de gegevens van het CBS6 ten behoeve van onderzoeken naar de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs
niet meer toereikend zijn om onderzoeken tijdig en volledig uit te kunnen voeren?
Welke gegevens ontbreken er om die onderzoeken volgens de regering goed te kunnen
doen? Welke extra gegevens zullen met dit wetsvoorstel beschikbaar komen uit het register
onderwijsdeelnemers voor dit doel? In hoeverre zullen deze gegevens en de onderzoeken
op basis van deze gegevens (extra) gebruikt worden om scholen af te rekenen op bijvoorbeeld
doorstroomcijfers van brugklas naar derde klas of hoeveel leerlingen in het derde
leerjaar zonder vertraging hun diploma halen, zo vragen de leden.
De leden van de SGP-fractie lezen allerlei voorbeelden waarin het verruimen van de
mogelijkheden van gegevensverstrekking volgens de regering nuttig zou kunnen zijn.
Het wordt deze leden echter onvoldoende duidelijk in hoeverre de regering tot op heden
daadwerkelijk tegen knelpunten is aangelopen bij verzoeken om gegevensverstrekking.
Zij vragen een nadere toelichting. In dat verband vragen zij ook aandacht voor het
feit dat de rapportages, benchmarks en onderzoeken van de verschillende organisaties
die de regering nuttig acht, kennelijk nu al bestaan zonder een beroep te doen op
gegevensverstrekking. Kan de regering aangeven hoe de meerwaarde van het wetsvoorstel
geduid moet worden? Of is momenteel sprake van gegevensverstrekking in strijd met
de wettelijke kaders?
De leden constateren dat in het wetsvoorstel bij de verstrekking van gegevens ten
behoeve van de ondersteuning van het onderwijs enkel de sectororganisaties expliciet
worden benoemd. Deze leden vragen waarom hierbij niet ook organisaties zijn opgenomen
die het belang van het personeel dienen en die bijvoorbeeld in het kader van het bevorderen
van professionalisering gegevens nodig hebben.
1.3.3 Gegevensverstrekking aan samenwerkingsverbanden passend onderwijs
De leden van de D66-fractie constateren dat met het wetsvoorstel wordt beoogd om de
informatiepositie tussen samenwerkingsverbanden te versterken. Hoe verhoudt dit zich
tot de verbeteraanpak passend onderwijs? Hoe draagt deze wetswijziging bij aan de
verbeterpunten geïdentificeerd door de regering? Kan zij concreet uiteenzetten hoe
deze wijziging de taak tot het verdelen van middelen vergemakkelijkt en verbetert?
Hoe groot is de groep waarover samenwerkingsverbanden nu gegevens mogen ontvangen
en hoe groot is de groep waarover zij gegevens nodig hebben? Deze leden lezen daarnaast
dat het voornemen is om in het BRO7 de aan de samenwerkingsverbanden te verstrekken set gegevens opnieuw vast te stellen
en dat bij deze wijziging de noodzaak van aanvullende gegevens nader worden onderbouwd.
Kan de regering hier een nadere toelichting op geven, zo vragen leden.
De leden van de SP-fractie vragen de regering in hoeverre ouders inzage hebben in
de gegevens over de gezondheid van hun kind zoals omschreven in het register onderwijsdeelnemers.
In hoeverre hebben zij zeggenschap over het verstrekken van deze gegevens aan samenwerkingsverbanden?
Voorts vragen zij met welke gegevens de te verstrekken gegevensset aan samenwerkingsverbanden
precies wordt uitgebreid. In hoeverre hebben ouders hier inspraak in? Op welke wijze
wordt geborgd dat deze gegevens niet te herleiden zijn tot specifieke leerlingen?
Waarom is het niet mogelijk om exacte leerlingaantallen door te geven aan het samenwerkingsverband
voor toekenning van middelen zonder extra gegevens te verstrekken, zo vragen de leden.
2. Bescherming persoonsgegevens
De leden van de PvdA- en de GroenLinks-fractie merken op dat de kring van organisaties,
waaraan gegevens uit het register onderwijsdeelnemers wordt verstrekt, wordt uitgebreid
naar een aantal organisaties die regelmatig onderzoek doen naar onderwijsbeleid, studenttevredenheid,
studiefinanciering en dergelijke, zoals JOB, Studiekeuze123, Kences en Nuffic. De
Autoriteit Persoonsgegevens was kritisch over de verschillende private partijen die
grote hoeveelheden persoonsgegevens zullen ontvangen uit het register onderwijsdeelnemers
en wees erop dat daar bijzondere persoonsgegevens bij zitten, namelijk gegevens over
de gezondheid van sommige leerlingen en studenten die in het register staan. De overheid
zou de controle verliezen over de aan haar toevertrouwde persoonsgegevens en er zouden
grotere risico’s ontstaan met betrekking tot onder meer beveiliging en onverenigbaar
gebruik. De leden vragen of de Autoriteit Persoonsgegevens zich heeft laten overtuigen
door de uitleg van de regering over proportionaliteit en subsidiariteit bij de noodzaak
van de gegevensverstrekking aan de aangewezen organisaties.
3. Caribisch Nederland
De leden van de PvdA- en de GroenLinks-fractie merken op dat uit twee pilots werd
geconcludeerd dat de uitwisseling tussen de onderwijsinstellingen op Caribisch Nederland
en DUO8 onder een aantal randvoorwaarden, met name inzake instellings- en opleidingscodes,
goed valt te regelen. Het streven is nu om onderwijsinstellingen op Bonaire in 2022
aan te sluiten op het register onderwijsdeelnemers en in 2023 in de rest van Caribisch
Nederland. Welke overwegingen liggen ten grondslag aan dit onderscheid, zo vragen
de leden.
4. Advies en openbare internetconsultatie
4.1 Advies Autoriteit Persoonsgegevens
De leden van de SP-fractie maken zich grote zorgen om de privacy van scholieren en
studenten als meer instanties toegang tot gegevens van studenten, scholieren en diploma-
en verzuimgegevens krijgen. Met name verzuimgegevens kunnen medische gegevens bevatten
die extra beschermd moeten worden. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft zich
hier eerder kritisch over uitgelaten. Daarom zijn de leden ook erg benieuwd wat de
regering met het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens heeft gedaan en of de privacy
van studenten en leerlingen gewaarborgd is met deze wetswijziging. Is de regering
voornemens om de noodzaak van de gegevensverstrekkingen aan aangewezen organisaties
nader te onderbouwen, zo vragen de leden.
Een andere belangrijk punt dat de AP aankaart, is de controle die de overheid verliest
over de aan haar toevertrouwde persoonsgegevens. Private partijen hebben andere belangen
en meer ruimte om naar believen gewenste activiteiten te ondernemen. Daardoor kan
druk ontstaan om gegevens voor andere doeleinden te benutten. De leden vragen hoe
de regering ervoor zorg gaat dragen dat de gegevens zo veel mogelijk in het publieke
domein blijven.
De leden vragen ten slotte of DUO voldoende is toegerust om dit alles uit te voeren,
daar het takenpakket van DUO al zwaar is. Is de regering net als de leden niet bang
dat de capaciteit van DUO een oorzaak kan zijn van gebrekkige taakuitvoering van DUO?
Is de regering bereid om de capaciteit bij DUO uit te breiden? Ziet de regering nog
andere mogelijke gevaren, zo vragen de leden.
II ARTIKELSGEWIJS
Artikel I, onderdeel E
Artikel 23
De leden van de SGP-fractie constateren dat de regering in het voorgestelde artikel
23, tweede lid, onderdeel b, spreekt van besturen van onderwijsinstellingen in plaats
van aan te sluiten bij de definitiebepaling van bestuur. Daardoor zou er onduidelijkheid
kunnen ontstaan over de vraag of het wetsvoorstel enkel het bestuur als orgaan bedoelt
dan wel het bestuur als bevoegd gezag. Dat zou concreet kunnen betekenen dat een organisatie
voor interne toezichthouders (VTOI) buiten de reikwijdte van het wetsvoorstel valt.
Anderzijds constateren zij dat de artikelsgewijze toelichting een nog veel ruimere
reikwijdte zou kunnen bevatten, door te spreken van organisaties die op landelijk
niveau belanghebbenden in het onderwijs vertegenwoordigen. Deze formulering hoeft
niet strikt beperkt te zijn tot het bevoegd gezag. Deze leden vragen de regering hierop
te reflecteren en aan te geven waarom niet is aangesloten bij de definitie van bestuur
uit de wet.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.