Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 935 Tijdelijke regels ter uitvoering van de SIS-verordening grenscontroles en de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 11 november 2021
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het
voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet
genoegzaam voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
ALGEMEEN DEEL
1
Inleiding
1
Inhoud
2
Uitvoerings- en handhavingsgevolgen
3
Financiële gevolgen
4
Advies en consultatie
4
ALGEMEEN DEEL
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Tijdelijke regels
ter uitvoering van de SIS-verordening grenscontroles en de SIS-verordening politiële
en justitiële samenwerking in strafzaken (hierna: het wetsvoorstel). Deze leden vinden
het belangrijk dat de toegang tot de Schengen Informatie Systeem (SIS)-database optimaal
functioneert om bijvoorbeeld terroristen te kunnen opsporen en illegale migratie tegen
te gaan. Voornoemde leden hebben daarbij nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Zij
hebben nog enkele vragen. Deze leden constateren dat dit wetsvoorstel beoogt tijdelijke
regels vast te stellen ter uitvoering van de SIS-verordeningen, zodat het SIS volledig
kan worden gebruikt, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de in voorbereiding
zijnde Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid. Voornoemde leden vragen
de regering toe te lichten waarom de Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid
niet eerder is ingediend, zodat deze tijdelijke regels niet nodig waren geweest.
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Deze leden onderschrijven de noodzaak tot grensoverschrijdende samenwerking vanwege
het wegvallen van de landsgrenzen in het Schengengebied. Toch hebben zij diverse vragen
vanwege de samenhang met de Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid
en de inhoud van deze wet.
Voornoemde leden lezen dat de regering aangeeft dat de Tweede Kamer over enkele weken
een grotere uitvoeringswet kan verwachten in het kader van grensoverschrijdende samenwerking
op het terrein van grensbewaking, migratie en justitie. Via die wet zullen acht verordeningen
en het SIS geïmplementeerd worden. De regering geeft daarbij aan dat volledig gebruik
van het SIS, zoals dat per eind februari 2022 is voorzien, waarschijnlijk niet zal
worden gehaald. Daarom ligt dit wetsvoorstel voor SIS nu voor. De leden van de SP-fractie
zijn benieuwd waarom dit probleem niet bij de andere acht verordeningen speelt. Geldt
daar bijvoorbeeld een latere implementatiedatum of acht de regering het gebruik van
die andere verordeningen minder relevant? Over welke acht verordeningen gaat het eigenlijk?
Inhoud
De leden van de VVD-fractie vragen of mogelijkerwijs beleids- en/of uitvoeringsverschillen
kunnen ontstaan nadat de tijdelijke regels ter uitvoering van de SIS-verordening worden
vervangen door de Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid.
Deze leden vernemen dat een deel van de bepalingen in de SIS-verordeningen aan de
nationale wetgever overgelaten worden. Zij vernemen graag, buiten het genoemde voorbeeld
uit artikel 45, eerste lid, welke bepalingen dit betreffen, hoe deze worden ingevuld
door de regering en hoe die zich zullen verhouden tot andere landen in de Europese
Unie (EU).
Voornoemde leden hebben kennisgenomen van de beoogde delegatie in de toekomstige Uitvoeringswet
EU-verordeningen grenzen en veiligheid. Daarbij wordt beoogd bij algemene maatregel
van bestuur (AMvB) de aanwijzing van de nationaal bevoegde autoriteiten te kunnen
regelen. Daarbij vragen de aan het woord zijnde leden wat een aanleiding kan zijn
voor het wijzigen van een taak van een nationaal bevoegde autoriteit in de toekomst
en zij verzoeken de regering hierop in te gaan.
Voorts verzoeken de leden van de VVD-fractie de regering een nadere uitleg te geven
bij het verschil tussen «toegang», «bevraging» en «doorzoeking» door de Nederlandse
autoriteiten, daar de Franse en Engelse taalversie lijken te spreken van «doorzoeking»
en de regering lijkt uit te gaan van «bevraging». Begrijpen deze leden het goed dat
bijvoorbeeld Franse en Engelse autoriteiten meer mogen/kunnen dan de Nederlandse autoriteiten?
Voornoemde leden vinden het belangrijk dat de SIS-database op zowel de politiële als
de justitiële samenwerking als voor de grenscontroles goed toegankelijk is. In welke
mate vormt de Algemene verordening gegevensbescherming een belemmering voor een optimale
(internationale) samenwerking en optimale grenscontroles?
De leden van de D66-fractie constateren dat in de Nederlandse taalversie van de SIS-verordening
grenscontroles wordt geschreven over het recht op rechtstreekse bevraging van het
SIS, en in de SIS-verordening politiële en justitiële samenwerking in strafzaken over
het recht op rechtstreekse doorzoeking van het SIS. In de memorie van toelichting
wordt uitgelegd dat in de Engelse taalversie van beide verordeningen consistent als
terminologie «the right to search directly» wordt gebruikt, wat de regering vervolgens
interpreteert als het recht op «rechtstreekse bevraging». In het wetsvoorstel wordt
zodoende dus ook alleen gesproken van «bevraging». Voornoemde leden merken op dat
het hen logischer voorkomt «to search directly» als «doorzoeking» te interpreteren.
Deze leden vragen de regering daarom een nadere toelichting op haar vertaalkeuze.
Kan de regering nagaan wat de redenen waren in de ene verordening van «bevraging»
te spreken en in de andere van «doorzoeking»? Kan de regering nagaan of deze verschillende
terminologieën niet toch een verschil in bevoegdheden impliceren?
De aan het woord zijnde leden lezen in de memorie van toelichting dat bij de in voorbereiding
zijnde Uitvoeringswet EU-verordeningen grenzen en veiligheid, conform het advies van
de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling), gedelegeerd zal
worden naar een AMvB voor de aanwijzing van de nationaal bevoegde autoriteiten, in
plaats van een ministeriële regeling. In reactie op de Afdeling zegt de regering zich
enkel voor te nemen de nationaal bevoegde autoriteiten aan te wijzen bij AMvB. Deze
leden vragen of de regering kan toezeggen dat dit daadwerkelijk zal gebeuren.
Over de inhoud hebben de leden van de SP-fractie ook diverse vragen. Zij constateren
dat het SIS al jaren actief is. Kan de regering toelichten welke wijzigingen er eigenlijk
optreden ten opzichte van het huidige informatiesysteem? Kan de regering toelichten
wat het verschil is tussen het recht op toegang tot het SIS en het recht op bevraging
van het SIS? Gaat het hier feitelijk om het recht om informatie aan het SIS toe te
voegen en het recht om informatie in het SIS te doorzoeken?
De aan het woord zijnde leden lazen in de ambtelijke nota, die als bijlage bij de
memorie van toelichting is gevoegd, dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
is geadviseerd niet alle argumenten van de Afdeling met betrekking tot het creëren
van een wettelijke grondslag voor de aanwijzing van nationale bevoegde autoriteiten
te onderschrijven vanwege de mogelijke bredere betekenis daarvan. In die nota wordt
later toegelicht dat bij eerdere implementatiewetten namelijk niet voor een wettelijke
grondslag is gekozen wanneer de nationale bevoegde autoriteiten werden aangewezen.
Kan de regering dit toelichten? Welke keuze wordt straks gemaakt bij de Uitvoeringswet
EU-verordeningen grenzen en veiligheid?
Daarnaast is het voornoemde leden opgevallen dat de Afdeling Vreemdelingenpolitie,
Identificatie en Mensenhandel geen toegang krijgt tot het SIS. Of krijgen zij toegang
als onderdeel van de politie?
Uitvoerings- en handhavingsgevolgen
De leden van de VVD-fractie lezen in artikel 34, eerste lid, onderdeel c van de SIS-verordening
grenscontroles en in artikel 44, eerste lid, onderdeel c van de SIS-verordening politiële
en justitiële samenwerking in strafzaken dat bepaalde instanties toegang krijgen tot
de SIS-database voor grenscontroles, indien sprake is van ernstige strafbare feiten.
Welke strafbare feiten worden aangemerkt als ernstige strafbare feiten? In welke mate
is een nationale interpretatie mogelijk van het begrip «ernstige strafbare feiten»?
Voornoemde leden vragen de regering eveneens in te gaan op de vraag in welke mate
wijkt Nederland hierin af van bijvoorbeeld landen als Frankrijk en Duitsland.
Financiële gevolgen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de implementatiekosten. Zij vragen
of na het van kracht worden van de andere bepalingen eind februari 2022 opnieuw wijzigingen
in bijvoorbeeld informatiesystemen aangebracht worden en of die wijzigingen kosten
met zich meebrengen. Zo ja, om welke kosten gaat dit?
De leden van de SP-fractie constateren dat de regering aangeeft dat het Ministerie
van Buitenlandse Zaken 0,5 miljoen euro moet investeren om vingerafdrukken op posten
af te kunnen nemen. Dit wordt nergens in dit wetsvoorstel toegelicht. Kan de regering
toelichten van wie vingerafdrukken afgenomen gaan worden en met welk doel? Vinden
met deze wet nog meer van deze wezenlijke wijzigingen plaats die niet in de memorie
van toelichting zijn opgenomen?
Advies en consultatie
De leden van de VVD-fractie vragen welke opmerkingen de Autoriteit Persoonsgegevens
heeft gemaakt, evenals de redactionele opmerking, en verzoeken de regering deze opmerkingen
met de Tweede Kamer te delen.
De fungerend voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Burger
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.C. Burger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.