Amendement : Amendement van het lid Inge van Dijk over een zware voorhang
35 930 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 tot invoering van een grondslag voor het bieden van een tegemoetkoming bij schrijnende gevallen (Wet delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen)
Nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID INGE VAN DIJK
Ontvangen 5 november 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan het in artikel I voorgestelde artikel 63a, vierde lid, wordt een zin toegevoegd,
luidende: Indien binnen die vier weken door of namens een van de Kamers of door ten
minste een derde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens
te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij
wet wordt geregeld, wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk
ingediend.
II
Aan het in artikel II voorgestelde artikel 69a, vierde lid, wordt een zin toegevoegd,
luidende: Indien binnen die vier weken door of namens een van de Kamers of door ten
minste een derde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens
te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij
wet wordt geregeld, wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk
ingediend.
Toelichting
Door middel van dit amendement wordt in de voorgestelde artikelen 63a van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen en 69a van de Invorderingswet 1990 een zwaardere voorhangprocedure
opgenomen dan thans in het wetsvoorstel het geval is. De verzwaring van de voorhangprocedure
houdt in dat een derde van een van de Kamers der Staten-Generaal omzetting van een
aan de Kamers voorgelegd ontwerp van een algemene maatregel van bestuur in wetgeving
kan verzoeken, met het daarbij horende instemmings- en amenderingsrecht.
Inge van Dijk
Indieners
-
Indiener
Inge van Dijk, Kamerlid