Lijst van vragen : Lijst van vragen over de kabinetsreactie beleidsdoorlichting artikel 11 Uitvoering en evaluatie Wet SUWI (Kamerstuk 30982-62)
2021D37346 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd
                  aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 6 juli 2021
                  inzake de Kabinetsreactie beleidsdoorlichting artikel 11 Uitvoering en evaluatie Wet SUWI (Kamerstuk
                     30 982, nr. 62).
               
De fungerend voorzitter van de commissie, Peters
De adjunct-griffier van de commissie, Blom
Nr
Vraag
                         
                         
1
Hoeveel procent van de werknemers van de eigenrisicodragers eindigt in de Inkomensvoorziening
                              Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) en hoeveel procent van de niet-eigenrisicodragers?
                           
2
Hoeveel procent van de werknemers van de eigenrisicodragers eindigt in de Werkhervatting
                              Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en hoeveel procent van de niet-eigenrisicodragers?
                           
3
Hoeveel procent van de werknemers van de eigenrisicodragers wordt als 35-min beoordeeld
                              en hoeveel procent van de niet-eigenrisicodragers?
                           
4
Welk percentage van de eigenrisicodragers gaat in beroep tegen een Wet werk en inkomen
                              naar arbeidsvermogen (WIA)-beslissing versus de niet-eigenrisicodragers? En welk percentage
                              van beide groepen is succesvol in beroep?
                           
5
Wanneer verwacht u concrete resultaten van onderstaande acties en/of wat hebben onderstaande
                              acties al opgeleverd en wanneer zal de Kamer worden geïnformeerd, betreffende de volgende
                              zaken:
                           
– De acties die Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) momenteel al onderneemt
                              met betrekking tot de tijdigheid van WIA, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
                              (Wajong) en Ziektewet;
                           
– De acties van UWV en Sociale Verzekeringsbank (SVB) met betrekking tot het niet-gebruik,
                              zoals tegengaan van niet-gebruik, klantgericht werken (Garage de Bedoeling) en vroegsignalering
                              van schulden; pilots UWV met betrekking tot signalering van schulden;
                           
– De verschillende onderzoeken van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
                              (SZW) en UWV om zicht te krijgen op activerende dienstverlening;
                           
– Een meer assertieve opstelling van UWV en SVB om het samenspel in de driehoek te
                              verbeteren;
                           
– De brede verkenning van het stelsel van gegevensuitwisseling (o.a. over de governance
                              van Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) en Inlichtingenbureau (IB));
                           
– Meer inzicht krijgen in de regionale samenwerking aan de uitstroom naar werk om
                              de samenwerking doeltreffender en doelmatiger in te richten;
                           
– Aandacht voor de hogere doelen van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk
                              en inkomen (Wet SUWI) in de overlegcycli binnen het driehoeksmodel;
                           
– Onderzoek naar meer focus op de effectiviteit van de (re-integratie-) dienstverlening
                              om de doeltreffendheid te vergroten;
                           
– Herijking kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s);
– Doorontwikkeling van het organisatiegericht toezicht in een herzien toezichtsbeleid,
                              dat in 2021 zal worden vastgesteld;
                           
– Gebruik van de inzichten, ervaringen en behoeften van klanten om de uitvoering en
                              het SUWI-stelsel als geheel klantgerichter te maken (mede in relatie met motie Omtzigt
                              over effecten in wet- en regelgeving (Kamerstuk 35 510, nr. 13))?
                           
6
Hoe verklaart u het verschil in opvatting over de mate van doeltreffendheidstoezicht
                              door de Inspectie SZW tussen u en de onderzoekers?
                           
7
Op welke wijze vindt het onderzoek naar klanttevredenheid bij UWV plaats? Wat is de
                              onderzoeksopzet en wie voert het uit?
                           
8
Heeft er wel eens onafhankelijk klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden bij UWV?
9
Vindt er (structureel) klanttevredenheidsonderzoek plaats bij re-integratietrajecten?
                              Zo ja: hoe ziet dit onderzoek eruit en wat zijn de resultaten? Zo nee: waarom niet?
                           
10
Wat vindt het kabinet van de suggestie van de onderzoekers dat het bieden van bestaanszekerheid
                              meer is dan het verstrekken van uitkeringen?
                           
11
Kunt u aangeven in hoeverre al dan niet gebruik gemaakt gaat worden van (welke van)
                              de berekende besparingsopties?
                           
12
De woorden «cliënt» en «klant» worden verschillend en door elkaar gebruikt als het
                              gaat om de dienstverlening van de SUWI-organisaties, is het mogelijk alleen het woord
                              cliënt te gebruiken, gezien het publieke karakter van de organisaties? Zo ja, per
                              wanneer is dit te implementeren?
                           
13
Kunt u een overzicht geven van de 35 arbeidsmarktregio’s en de centrumgemeente per
                              regio?
                           
14
Is het mogelijk per arbeidsmarktregio aan te geven in hoeverre UWV tevreden is over
                              de regionale samenwerking? Zo ja, kunt u daar een overzicht van geven?
                           
15
Is het mogelijk per arbeidsmarktregio aan te geven hoeveel budget er wordt uitgegeven
                              aan re-integratiedienstverlening en wat de mate van werkloosheid is? Zo ja, kunt u
                              daar een overzicht van geven?
                           
16
Zouden de eisen rond klantgerichtheid hoger moeten liggen?
17
Kan de Minister aangeven welke verbeteringen er worden aangebracht in de loonaangifteketen?
18
Kan de Minister aangeven welke organisaties gebruik maken van de SUWI-keten, en tegen
                              welke knelpunten zij aanlopen?
                           
19
Welke concrete maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat meer uitkeringen tijdig
                              worden verstrekt?
                           
20
Wat is op dit moment de norm voor UWV en voor de SVB over het tijdig verstrekken van
                              uitkeringen?
                           
21
Op welke wijze zou er breder naar de outcome indicator worden gekeken, zoals de onafhankelijk
                              deskundigen bepleiten?
                           
22
Hoe zou het proces naar meer inzicht in de werkzaamheid van dienstverlening kunnen
                              worden versneld?
                           
23
Op welke wijze kan de reikwijdte van de initiatieven om de kosten en baten van dienstverlening
                              in beeld te brengen, worden verbreed?
                           
24
Biedt het huidige kader voor business cases voldoende ruimte om bij de inzet van trajecten
                              ook te kijken naar gezondheidsverbeteringen of andere uitkomsten van brede welvaart?
                           
25
Klopt het dat bij de aansturing door het Ministerie van SZW geen aandacht wordt gevraagd
                              van de uitvoeringsorganisaties voor mensen met schulden en er geen budget voor de
                              uitvoeringsorganisaties beschikbaar is op dit onderwerp?
                           
26
Hoeveel effectiviteitsstudies zijn er afgelopen jaren uitgevoerd op de inzet van middelen
                              door het UWV en het effect daarvan op het aantal uitkeringsgerechtigden?
                           
27
Hoeveel effectiviteitsstudies zijn er afgelopen jaren uitgevoerd op de inzet van middelen
                              door gemeenten en het effect daarvan op het aantal uitkeringsgerechtigden?
                           
28
Zijn er voorbeelden uit andere landen waar veel meer onderzoek plaatsvindt naar de
                              effectiviteit van re-integratiebeleid?
                           
29
Klopt het dat het Ministerie van SZW niet heeft gestuurd op de inzet van UWV bij het
                              begeleiden van werknemers van werk naar werk?
                           
30
Waaruit blijkt dat het centraal geleide SUWI-stelsel en het gedecentraliseerde sociaal
                              domein van nature niet op dezelfde golflengte zitten?
                           
31
Wat kan er worden gedaan om het SUWI-stelsel en het gedecentraliseerde sociaal domein
                              beter op één golflengte te brengen?
                           
32
Op welke wijze kunnen de KPI’s verder worden verbeterd om meer inzicht te geven in
                              de kwaliteit van de uitvoering?
                           
33
Hoe kan de rol van de opdrachtnemer verder versterkt worden in de driehoeksrelatie?
34
Welke stappen neemt u concreet om de rol van de opdrachtnemer te versterken in de
                              driehoeksrelatie?
                           
35
In de kabinetsreactie staat: »het perspectief van de mensen om wie het gaat steeds
                              meegenomen worden», worden hier zowel de mensen die afhankelijk zijn van de SUWI-organisaties
                              meegenomen als de mensen die er werken?
                           
36
Welk deel van de 750 miljoen euro uit de financiële inschatting van de Werkagenda
                              voor de Uitvoering (WaU) zou ten gunste moeten komen van het SUWI-stelsel?
                           
37
Op welke termijn wordt een «transparant, politiek debat» verwacht om de ambities vast
                              te stellen? Wat ligt er al aan voorbereiding klaar voor het debat op het ministerie?
                           
38
Hoe worden de waarden «toekomstbestendig en wendbaar» meetbaar gemaakt?
39
Welke overwegingen zijn beschikbaar om het dilemma tussen enerzijds «maatwerk» en
                              anderzijds rechtsgelijkheid mogelijk te maken bij de uitvoering door de SUWI-organisaties
                              en de gemeenten?
                           
40
Wat zijn concrete mogelijkheden om de bestaande wet- en regelgeving in het SUWI-domein
                              te vereenvoudigen en worden deze opties op dit moment uitgewerkt?
                           
41
Wat heeft het Ministerie van SZW gedaan met de public value review en de Nederlandse
                              code voor goed openbaar bestuur in het licht van de beoordeling van prestaties van
                              de uitvoering? Zijn de resultaten hiervan beschikbaar voor de Kamerleden?
                           
42
Kunt u nader toelichten dat u schrijft dat UWV voor de WIA automatisch voorschotten
                              verstrekt, terwijl in antwoord op eerdere Kamervragen werd gesteld dat er niet automatisch
                              voorschotten worden verstrekt?
                           
43
Wat wordt bedoeld met het «eerste beeld» van de doeltreffendheid van de activerende
                              dienstverlening? Wanneer is een completer beeld beschikbaar?
                           
44
Klopt het dat mensen bij beslagleggingen door UWV onder het bestaansminimum kunnen
                              komen? Zo ja, hoe vaak is dit het geval? Wat is het beleid van UWV hieromtrent?
                           
45
Klopt de constatering van de onderzoekers dat er in de aansturing door het ministerie
                              geen aandacht wordt gevraagd voor mensen met schulden en dat er bij uitvoeringsorganisaties
                              geen budget is voor dit onderwerp?
                           
46
Welke concrete stappen worden er genomen om als ministerie meer ruimte te bieden aan
                              UWV en SVB om kwetsbare informatie te delen over waar dienstverlening niet goed uitpakt?
                           
47
Worden bij het genoemde «gezamenlijke, meerjarige kennisprogramma» wetenschappelijke
                              inzichten meegenomen als het gaat om re-integratie? Welke zijn dat? Zijn er Europese
                              standaarden beschikbaar met betrekking tot de effectiviteit van re-integratieactiviteiten?
                              Zo ja, worden deze meegenomen?
                           
48
Wat wordt bedoeld met de zinsnede «de primaire verantwoordelijkheid voor de ondersteuning
                              van werknemers ligt bij sociale partners»? Is hierin een verschuiving te zien, gezien
                              de groeiende roep naar dienstverlening op het gebied van van-werk-naar-werk?
                           
49
Hoeveel euro wordt jaarlijks door UWV besteed aan re-integratiedienstverlening? Hoeveel
                              euro wordt jaarlijks door sociale partners besteed aan re-integratiedienstverlening?
                              Hoeveel procent is dat respectievelijk?
                           
50
Kan het kabinet meer informatie geven over de lopende pilots rondom vroegsignalering
                              van schulden?
                           
51
Wanneer worden maatregelen met betrekking tot de versterking en het toegankelijker
                              maken van de dienstverlening uitgewerkt en vastgesteld? Wanneer en hoe wordt de Kamer
                              daarin betrokken?
                           
52
Wanneer wordt de herijking van de handhavingskoers verwacht? Wanneer en hoe wordt
                              de Kamer daarin betrokken?
                           
53
Welke stroomlijning van wetgeving en besturing wordt voorzien? Hoe wordt deze opgezet
                              en wanneer en hoe wordt de Kamer daarin betrokken?
                           
54
Hoe gaat «het verhaal achter de KPI’s» vormgegeven worden? Vanaf wanneer kan de Kamer
                              daarover in gesprek met de SUWI-organisaties?
                           
55
Op welke manier worden de hogere doelen die op verschillende niveaus en in verschillende
                              stadia van het beleids- en uitvoeringsproces helder en op welke manier worden deze
                              voorgelegd aan de Kamer?
                           
56
Hoeveel KPI’s zijn aanvaardbaar als indicatoren?
57
Per wanneer worden invoeringstoetsen geïntroduceerd?
58
Wanneer wordt de exacte opzet van deze invoeringstoetsen bepaald?
59
Hoe wordt de Kamer betrokken bij de exacte opzet van de invoeringstoetsen?
60
Constaterende dat u schrijft dat het aan een volgend kabinet is om de vraag te beantwoorden
                              of met cliëntparticipatie wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de klantgerichtheid
                              van de uitvoering, betekent dat dat dit de afgelopen jaren niet het geval is geweest?
                           
61
Op welke wijze kan in wet- en regelgeving worden verduidelijkt wat het doel van cliëntparticipatie
                              is en daar meer naar worden gehandeld?
                           
62
Op welke wijze wordt er concreet invulling gegeven aan het meer gebruiken van inzichten,
                              ervaringen en behoeften van klanten om de uitvoering en het SUWI-stelsel als geheel
                              klantgerichter te maken?
                           
63
Hoeveel wil het ministerie investeren in een onderzoeksprogrammering?
64
Hoe gaat deze programmering eruit zien en hoe wordt de Kamer daarin betrokken?
65
Hoe wordt gemeten of deze programmering bijdraagt aan de gewenste inzichten?
66
Wordt op een of andere manier voorbereid om gemeenten mee te nemen in de SUWI-wetgeving?
                              Zo ja, kan de Kamer daar meer informatie over ontvangen? Zo nee, op welke wijze wordt
                              voorzien om het incomplete beeld van de realisatie van de SUWI-doelen via gemeenten
                              invulling te geven?
                           
67
Wanneer wordt een evaluatie van de effectiviteit van regionale mobiliteitsteams verwacht?
68
Wat kunnen wij leren uit de public value review en de code voor goed openbaar bestuur,
                              zoals de beleidsonderzoekers aanbevelen?
                           
69
Op welke manier wordt bij de sturing van het Inlichtingenbureau de privacy gewaarborgd?
70
Welke concrete stappen worden gezet om de monitoringsinformatie van het Inlichtingenbureau
                              die juist ten gunste zou kunnen komen van de burger, zoals op het niet-gebruik, meer
                              te benutten?
                           
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 L.B. Blom, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
