Lijst van vragen : Lijst van vragen over de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag
2021D37195 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane over de Achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag.
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Lips
Nr
Vraag
1
Waarom loopt hulpverlening in de gemeentes nog niet?
2
Wat moet er gedaan worden om behandelen in één dag wel te doen slagen?
3
Kunt u een overzicht geven van de personele opschaling (in FTE) van het begin van
de hersteloperatie tot nu voor de Uìtvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT),
uitgesplitst in «intern» en inhuur (extern)?
4
Kunt u meer inzicht geven in de afhandeling van de BKR-registraties (Bureau Kredietregistraties)?
Om hoeveel registraties gaat het in totaal? Van hoeveel registraties is de afhandeling
geslaagd? Van hoeveel registratie is de afhandeling nog in behandeling?
5
Kunt u een voorbeeld toezenden van de excuusbrief?
6
Hoeveel ouders willen terugkeren naar Nederland vanuit het buitenland? Wat zijn de
opties die u hiervoor gaat bezien?
7
Wanneer zijn alle mensen die slachtoffer waren van het toeslagenschandaal geholpen»?
8
Hoeveel mensen zijn nu volledig geholpen?
9
Wat is de consequentie van het feit dat 5.725 aantal ouders zijn aangemeld als gedupeerde
buiten de wettelijke termijn?
10
Hoe komt het dat tussen de zesde en zevende Voortgangsrapportage het aantal uitbetalingen
van 30.000 euro na een lichte toets is verdrievoudigd, terwijl tussen de zevende en
de achtste Voortgangsrapportage sprake is van een toename van 1.578 uitbetalingen?
11
Waarop is het bedrag van 549,2 miljoen euro gebaseerd, aangezien met 18.166 uitbetalingen
van 30.000 euro het totale bedrag 544.980.000 euro zou bedragen?
12
Hoe is te verklaren dat tussen de zevende en de achtste Voortgangsrapportage een verdubbeling
van het aantal ouders met een persoonlijke zaakbehandelaar heeft plaatsgevonden?
13
Hoe is te verklaren dat tussen de zevende en de achtste Voortgangsrapportage een verdubbeling
van het aantal beschikkingen na integrale beoordeling heeft plaatsgevonden?
14
Waarom zijn, gelet op het feit dat in de praktijk ook veel uitstelbrieven binnenkomen
van ouders waarbij de integrale behandeling weer met zes maanden wordt uitgesteld,
deze termijnen niet te vinden in de tabellen?
15
Welke oorzaken liggen in het onderzoek ten grondslag aan het lager percentage van
ouders dat recht heeft op 30.000 euro (20–40 procent ten opzichte van 60% procent)?
Wordt er gekeken naar de vraag of het principe van ruimhartigheid op dezelfde manier
is toegepast?
16
Wanneer kan de Kamer verwachten duidelijkheid te hebben over het feit dat voor 15 februari
bij zo'n 60 procent van de ouders recht op 30.000 euro kon worden vastgesteld, terwijl
dat nu zou liggen op 20–40 procent? Welke oorzaken liggen ten grondslag aan het dalende
percentage toekenningen?
17
Is, gelet op het feit dat van de 18.166 ouders van uitbetaling van 30.000 euro na
lichte toets 546 ouders hebben aangegeven dat zij «voldoende zijn geholpen/dossiers
is afgerond», daarmee vast te stellen dat 17.620 ouders gaan voor de integrale beoordeling?
18
Welke beperking drukt, gelet op het feit dat de beperkingen van de versnelling van
de integrale beoordelingen aan de werkelijk inzetbare capaciteit medewerkers liggen
en de intensiteit van de werkzaamheden, het zwaarst en welke versnellingsmogelijkheden
zijn er dan? Is het mogelijk om ten aanzien van de intensiteit van de werkzaamheden
wel een reële schatting te maken van 35 naar 50 uur?
19
Hoe lang moeten mensen wachten die in acute financiële nood verkeren of anderszins
urgente problemen hebben?
20
Wat zijn de meest voorkomende redenen dat ouders na de lichte, zorgvuldige toets afzien
van verdere beoordeling en/of hulp vanuit het de UHT of de gemeente?
21
In hoeveel gevallen heeft UHT/twee teams «hulp aan ouders in acute problemen» niet
kunnen helpen en verwezen naar het brede hulpteam?
22
Welke investeringen zijn er gedaan in een betere samenwerking in de keten?
23
Hoe beïnvloedt de samenhang met het handelen van gastouderbureaus of kinderopvangorganisaties
het herstelproces in de gevallen waar ouders te kampen hebben met verzuimboetes en
strafrechtelijke veroordelingen?
24
Wordt bij het vaststellen of ouders met verzuimboetes of strafrechtelijke veroordelingen
recht hebben op compensatie uitgegaan van het principe «innocent until proven guilty»?
Staat vertrouwen in de burger in dit proces voorop?
25
Heeft de rechter in het geval van verzuimboetes en strafrechtelijke beoordelingen
het volledige dossier onder ogen gekregen?
26
Was de ouder in het geval van verzuimboetes en strafrechtelijke beoordelingen in staat
om adequaat verweer te voeren als een dossier niet compleet was en de ouder zelf murw
was gestreden?
27
Hoe komt het dat tussen de zevende en de achtste Voortgangsrapportage sprake is van
verdubbeling van het aantal ouders dat een beroep heeft gedaan als gevolg van een
acuut probleem? Wat is de rol van de keten hierin?
28
Wat wordt bedoeld onder «acute hulp afgerond»? Is niet in aanmerking komen voor hulp
en doorverwijzing naar het brede hulpteam ook «afronding»?
29
Wat is, gelet op het feit dat van de 4161 verzoeken om acute hulp er 2351 verzoeken
betalingen betreft, de overige hulpondersteuning?
30
Is het te verwachten dat 15 persoonlijke zorgbehandelaars en zeven beoordelaars 480
ouders met boetes kunnen helpen, gelet op het feit dat minder dan 22 uur beschikbaar
is? Of is dit ook inclusief 360 ouders met een strafrechtelijke veroordeling, waarbij
het in dat geval om minder uren gaat? Hoe ziet de behandeling eruit en kan de deadline
van eind dit jaar/begin volgend jaar wel worden gehaald?
31
Betekent het als de UHT verwacht dat in het vierde kwartaal circa 5.500 ouders duidelijkheid
geboden kan worden of deze ouders in aanmerking komen voor pauzering of kwijtschelding
van de schulden, dat het pauzeren en kwijtschelden van schulden pas plaatsvindt ná
de integrale beoordeling die tot wel zes maanden kan duren?
32
Hoeveel als gedupeerde aangemelde personen wachten nog op antwoord?
33
Klopt het dat van het aantal van 8.300 ouders die de integrale beoordeling zouden
moeten hebben doorlopen er 4.196 beoordelingen zijn uitgevoerd?
34
Hoe kan vorm worden gegeven aan «versnelde werkwijze eerder duidelijkheid bieden bij
integrale beoordeling»?
35
Wat is de juridische uiteenzetting over het wel of niet verschuldigd zijn van een
dwangsom bij het niet tijdig nemen van een beslissing? Hoe wordt dit vraagstuk dan
aangepakt?
36
Klopt het dat een integrale beoordeling in één dag bij bepaalde groepen gedupeerden
wel en bij andere groepen niet haalbaar is? Kan dit worden toegelicht?
37
Waaruit blijkt dat beoordeling in één dag niet mogelijk is?
38
Bij hoeveel gedupeerden is getracht een integrale beoordeling in één dag te doen?
Bij hoeveel gedupeerden is dit gelukt en bij hoeveel niet?
39
Hoe is de uitwerking van de vijftal pilots met 30 ouders uitgewerkt?
40
Welke conclusie wordt getrokken uit de pilot «betekenisvol herstel»?
41
Waarom worden de uitkomsten van de vijftal pilots niet als input gebruikt voor de
herijking?
42
Hoeveel dossiers zijn er voorgelegd aan de Commissie van Wijzen? Zijn dat 1.082 of
1.802 dossiers?
43
Hoe kan, gelet op het feit dat ouders bij de CWS zelf – desgewenst met een juridische
bijstandsverlener – aannemelijk moeten maken dat er schade is opgetreden en dat er
een causaal verband is met het onrecht dat hen is aangedaan, de last die op de schouders
van de ouders wordt gelegd worden verlicht en hoe dienen ouders een causaal verband
aannemelijk te maken?
44
Waarom ontbreekt in ongeveer een kwart van de verzoeken die zijn ingediend bij de
CWS een integrale beoordeling, zodat die verzoeken (nog) niet ontvankelijk zijn? Lopen
de verzoeken bij de CWS parallel aan de integrale beoordeling? Moet de integrale beoordeling
niet eerst worden afgerond?
45
Welke actiepunt pakt de UHT op bij de constatering dat een kwart van de verzoeken
ingediend bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS) niet ontvankelijk zijn?
46
Moeten gedupeerde ouders zich zelf aanmelden bij de CWS? Kunnen zij op basis van de
schade die door het de UHT wordt vastgesteld, niet automatisch worden doorverwezen
om de last op hun schouders te verminderen?
47
Als de verwachting is dat het aantal niet-ontvankelijke zaken zal afnemen op het moment
dat er bij steeds meer zaken een rechtshulpverlener betrokken is, wat betekent dit
voor de zaken die eerder niet-ontvankelijk zijn verklaard en waarbij geen rechtshulpverlener
betrokken was? Zijn er ouders die geen rechtshulpverlener hadden, wiens zaak niet-ontvankelijk
is verklaard en worden deze zaken herzien?
48
Uit welke onderdelen bestaat het tussenevaluatieverslag, mede gelet op het feit dat
de CWS nog niet beschikt over voldoende capaciteit voor het verkorten van de doorlooptijden?
49
De werkvoorraad van de Bezwaarschriftenadviescommissie (BAC) is toch 499 (801–221–67–14)
en niet 380?
50
Wat is de duiding van de passage dat ouders graag gebruikmaken van de mogelijkheid
om het bezwaarschrift in een hoorzitting toe te lichten? Draagt dit bij aan het herstel
dat wordt beoogd om aan de ouders te bieden?»
51
Is het nieuwe automatiseringssysteem van de BAC nu op orde? Zijn dit vergelijkbare
investeringen in ICT als bij de CWS?
52
Wat was, ondanks de bijgestelde werkwijze van de BAC die leidt tot 40–60 adviezen
per maand, terwijl er een instroom is van 100 bezwaren per maand, de reden om de opschaling
van de BAC in twee fases uit te zetten en niet parallel aan het proces de adviesprocedure
uit te werken?
53
Worden in het geval van het contact over brede ondersteuning van ouders met een ondersteuningsvraag
deze contacten op één of andere manier vastgelegd?
54
Wat zijn de redenen van het feit dat bij 25 procent van de ouders is geen initieel
contact gelegd door gemeentenen en welke actiepunt is weggelegd voor de UHT en de
keten?
55
Wat doet het Rijk, gelet op het feit dat de organisatie van de ondersteuning vanuit
gemeenten sterk afhangt van de lokale capaciteit en een aantal gemeenten aangeeft
niet de ondersteuning te kunnen bieden die wenselijk is, en wat kan het Rijk nog meer
doen om dat te ondervangen en gemeenten meer in staat te stellen om de gewenste ondersteuning
wel te kunnen bieden?
56
Hoe wordt bij gemeenten bepaald wie het eerste contact legt, bijvoorbeeld medewerkers
uit de schuldhulpverlening, medewerkers werk en inkomen of gezinscoaches, met de gedupeerde
ouders?
57
Waarop is de kwalificatie «kwijtschelding van schulden komt goed op gang» gebaseerd?
Hoe wordt invulling gegeven aan de verzochte wettelijke en financiële kaders? Gaat
het hierom specifieke uitkeringen (SPUK)?
58
Hoe kunnen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de UHT-keten gemeenten ondersteunen
om de ondersteuning te bieden aan ouders die wenselijk is?
59
Hoe kan het dat ëén van de redenen waarom ouders niet altijd bereikt kunnen worden
het ontbreken van contactgegevens is? Wordt daar niet naar gevraagd bij het indienen
van hun zaak bij de UHT, de CWS of bij de start van hun herstelproces?
60
Welke actiepunten volgen voor de VNG en de UHT-keten uit het feit dat de helft van
de gemeenten aangeeft dat vrijwel alle mogelijk gedupeerde ouders binnen de gemeenten
zijn bereikt en dat redenen voor het niet bereiken van ouders het ontbreken van contactgegevens,
onvoldoende capaciteit of terughoudendheid in contact opnemen, zijn? Welke actiepunten
volgen hieruit voor de VNG en de UHT-keten?
61
Wordt bij de uitwerking van de aanvullende regelingen al nagedacht over de belangrijkste
ondersteuningsbehoeften van kinderen, ex-partners ten aanzien van andere toeslagen?
62
Is er sprake van regie bij ouders als zij leidend zijn in de invulling van de (lotgenoten)bijeenkomst?
63
Waar lopen gemeenten die minder goed in staat te zijn om de opeisbare vorderingen
te pauzeren met de gegevens die vanuit de UHT worden ontvangen, tegenaan in het pauzeren
van de schulden? Welke gegevens missen deze gemeenten en hoe kunnen die alsnog worden
aangeleverd?
64
Hoe komt het dat 56 procent van de gemeenten goed in staat zijn om de opeisbare vordering
te pauzeren? En zeven procent van de gemeente daar minder goed in staat is? Wat betekent
45 procent «neutraal»?
65
Hoe komt het dat gemeenten meer bezig zijn met het voorkomen van precedent scheppen
in het kwijtscheldingsproces in plaats van de voorbereiding dan wel uitvoering van
kwijtschelden van publieke schulden? Wat is hierin de rol van het steunpunt hersteloperatie?
66
Wat zijn de voorbeelden waarover het ouderpanel door gemeenten wordt bevraagd?
67
Waarom is het niet mogelijk voor gedupeerde ouders om bij een nieuwe start álle compensatie
te behouden? Waarom wordt er gestreefd naar het behouden van «zoveel mogelijk» van
hun compensatie»?
68
Is er, gelet op het feit dat sinds 1 september ouders aan de UHT toestemming geven
om hun gegevens te delen met de gemeenten, een overzicht te geven van het aantal toestemmingen
van ouders en het aantal ouders dat geen toestemming geeft?
69
Wat zijn de voorbeelden van mogelijke impasse in de dienstverlening door UHT-gemeenten?
70
Om hoeveel ouders gaat het bij «gewenste tempo inzet dienstverlening»?
71
Om welk onbegrip en gebrek aan inzicht gaat het tussen de VNG en de UHT?
72
Waar houdt, gelet op het feit dat over het algemeen het proces van het pauzeren van
schulden naar tevredenheid loopt, die algemeenheid op? Waar of wanneer loopt het proces
niet naar tevredenheid?
73
Wat wordt bedoeld met het (zoveel mogelijk) kunnen behouden van de compensatie, wanneer
het gaat om de ouders in de WSNP/MSNP (wettelijke schuldsanering)? Waarom staat er
niet «volledig behouden»?
74
Waarom worden publieke schulden gekwijt tot en met 31-12-2020 en private schulden
tot en met 1-6-2020?
75
Wat is de reden dat uit de tabel van het UWV blijkt dat op dit moment er meer kwijtscheldingen
zijn dan gedupeerden?
76
Wat zijn, gelet op het feit dat bij 29.664 ouders 2.083 keer is kwijtgescholden, de
redenen bij de gedupeerde ouders waarbij publieke schulden bij de Belastingdienst
Toeslagen niet zijn kwijtgescholden?
77
Klopt het dat met de opschaling van 2.000 kwijtscheldingen per week het tot einde
jaar niet zal zijn gelukt om de kwijtschelding voor alle gedupeerden af te handelen?
Tot wanneer loopt de pauzeknop voor deze gedupeerde ouders?
78
Kan, gelet op het feit dat een negatieve registratie bij het BKR zal worden verwijderd
nadat een schuld is betaald aan de kredietaanbieder, dit niet eerder plaatsvinden,
bijvoorbeeld op het moment dat er is vastgesteld dat een ouder is gedupeerd en diens
schulden dus zullen worden kwijtgescholden?
79
Wat doet het Rijk, gelet op het feit dat slechts een aantal verzekeraars heeft toegezegd
dat zij bij gedupeerde ouders niet meer kijken naar betalingsachterstanden waardoor
zij weer een verzekering kunnen afsluiten, om álle verzekeraars zover te krijgen?
80
Hoe komt het dat gemeenten nog niet de schulden hebben kwijtgescholden van ouders
in WSNP-MSNP-trajecten (schuldsaneringstrajecten)? Hoe kunnen ouders een nieuwe start
maken?
81
Wat is, los van het gebruik van de website, de rol van de UHT bij het verwijderen
van BKR-registratie? Moeten de ouders dit zelf laten verwijderen? Is hiermee voldaan
aan motie Jetten/Segers, die «het kabinet verzoekt, alles op alles te zetten om te
zorgen dat het BKR deze negatieve registraties zo snel mogelijk verwijdert»?
82
Klopt het dat de gesprekken over het opheffen van het beschermingsbewind van gedupeerde
ouders en wat er nodig is om ouders van voldoende leefgeld te voorzien nog niet zijn
begonnen? Wat moeten wij ons voorstellen bij het statement dat er «op korte termijn»
aan die gesprekken begonnen zal worden?
83
Hoe ziet de oplossing eruit als ouders niet zijn gedupeerd en de hogere bestuursrechtelijke
premie moeten betalen? Is de gemeentelijke schuldhulpverlening in dat geval aan zet?
84
Is het reëel om te verwachten dat gemeentes ouders met achterstallig zorg gaan helpen
als gemeentes meer bezig zijn met het voorkomen van precedent scheppen in het kwijtscheldingsproces?
85
In hoeveel gevallen gaat het bij ouders om beschermingsbewind? Is hiervoor, net als
bij het MSNP-loket een beschermingsbewind-loket, gelet op de vele vragen? Zo nee,
waarom niet?
86
Klopt het dat het College voor de Rechten van de Mens geen enkel verzoek tot oordeel
heeft afgehandeld?
87
Zijn ouders bij het aanleveren van informatie aan het College voor de Rechten van
de Mens en het verzoek tot oordeel in afwachting van de UHT-keten of de VNG?
88
Heeft halverwege 2022 iedereen die hierom heeft gevraagd zijn of haar persoonlijke
dossier in handen?
89
Gratis bellen is alleen mogelijk met een persoonlijk zaakbehandelaar, maar hoe zit
het met het callback serviceteam? Is dit ook mogelijk voor ouders in het buitenland?
Welke acties zijn er om drempel voor contact met de UHT te verkleinen?
90
Wat is de onderzoeksopdracht van Motivaction bij het meten afronding en nazorg?
91
Hoeveel mensen maken gebruik van de callback van het serviceteam en wat is de afhandelingstijd
hiervan?
92
Kan iets meer worden gezegd over het leervermogen/het leerproces bij de gemaakte fouten
behalve de technische aanpassing van onder andere de processen, het inbouwen van controlemechanismes
en het aanpassen van werkinstructies?
93
Hoe vaak zijn ouders onterecht als afgemeld aangemerkt? Wat zijn de acties die deze
ouders hebben ondervonden?
94
Wat is precies de uitrol van pilot Zwolle en de aandacht voor signalen van discriminatie?
95
Kan er een preciezere definitie worden gegeven van «kinderen» en «(ex)partners»? Gaat
het bijvoorbeeld ook om kleinkinderen binnen een huishouden? Of om pleegkinderen?
Kan er voorts duidelijkheid komen over het feit dat een ex in de ex-regeling een andere
ex is, dan de ex in de regeling private schulden?
96
Wanneer is de compensatieregeling voor gedupeerden bij andere toeslagen gereed?
97
Hoe wordt ten aanzien van de erg arbeidsintensieve schuldovername van de Belastingdienst,
waarvoor toestemming nodig is van elke schuldeiser, gewaarborgd dat uiteindelijk de
ouder zwart op wit heeft dat alle schulden zijn betaald en er schuldenrust is?
98
Kunnen ouders indien alle schulden van een gedupeerde ouder met zakelijke schulden
niet in drie jaar (tot 2024) worden voldaan, in 2024 dan opnieuw aanvragen indienen?
Hoeveel ouders zullen blijven zitten met schulden die de overheid niet kan afbetalen
omdat de overheid anders in de knel komt met staatssteunregels? Wat is het vervolgplan
voor deze ouders?
99
Waarom is de notariële pandakte gelijkgesteld aan een hypotheekakte?
100
Wat wordt er gedaan met schulden waarbij er een tweede of derde hypotheek inschrijving
is gedaan in opdracht van de schuldeiser om extra zekerheid te geven, maar waarbij
de schuld een normale geldschuld was?
101
Waarom is ervoor gekozen de schulden met betrekking tot achterstanden bij een hypotheek
niet in aanmerking te laten komen?
102
Waarom is ervoor gekozen de schulden met betrekking tot resterende hoofdsommen van
andere (goederen)kredieten niet in aanmerking te laten komen?
103
Waarom is ervoor gekozen de familiaire en informele schulden bij familie en vrienden
niet in aanmerking te laten komen?
104
Waarom is ervoor gekozen de schulden bij een eigen BV niet in aanmerking te laten
komen?
105
Wat gaan de vormvereisten bij deze voornemens zijn? Gaat dit vooraf uitgewerkt worden
zodat ouders vooraf weten waar ze aan moeten voldoen?
106
Als gemandateerde van wie mag SBN een beschikking sturen of SBN gaat uitbetalen? Is
hiertegen bezwaar en beroep mogelijk?
107
Om hoeveel gevallen van een zakelijke belastingschuld natuurlijke personen gaat het?
Hoeveel gevallen wordt er afgewikkeld tot de de-minimisgrens van 200.000 euro?
108
Kan bovenstaande vraag ook worden beantwoord voor leningen in het kader van Bijzondere
bijstand zelfstandigen en en leningen in het kader van de Tijdelijke ondersteuning
zelfstandig ondernemingen voor bedrijfskapitaal?
109
Hoe houdt de Kamer vinger aan de pols bij uitvoering van private schuldenaanpak door
Sociale Banken Nederland (SBN)? Welke eisen worden gesteld aan de dienstverlening,
aangezien de gunning aan SBN niet conform de geldende aanbestedingsregels is verlopen?
Hoe zit het met bezwaar en beroep bij het afgeven van een beschikking van SBN en hoe
zit het met juridische bijstand daarbij?
110
Hoe groot is de mogelijke ongelijkheid tussen ouders die in faillissement verkeren
en ouders die niet in een faillissement verkeren bij het hanteren van de de-minimisverordening
voor zakelijke schulden?
111
Hoe ziet de ondersteuning van gedupeerde ouders in het buitenland, zoals verzocht
in de motie Kat c.s., eruit?
112
Hoe kan het, gelet op het feit dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba, maar ook Aruba,
Curaçao en Sint Maarten onderdeel zijn van dit Koninkrijk, dat er nog geen aanspreekpunten
zijn voor gedupeerde ouders die woonachtig zijn in Caribisch Nederland? Geldt er voor
hen andere wet- en regelgeving? Hoe worden de openbare lichamen voorzien door het
Rijk in de ondersteuning van ouders? Krijgen zij dezelfde ondersteuning als Europees
Nederlandse gemeenten?
113
Hoe zit de hulp van het Serviceteam, Slachtofferhulp Nederland, het Brede Hulp Team
van de UHT, de gemeenten en persoonlijke zaakbehandelaars eruit naast het bieden van
hulp bij emotioneel herstel in de vorm van een luisterend oor? In hoeverre sluit deze
hulp aan bij de wensen en behoeften van ouders?
114
Hoe valt te ondervangen dat het aanbod voor hulp bij emotioneel herstel versnipperd
is en veel ouders niet bereikt? Hoe komt dat? Hoe kan ervoor worden gezorgd dat het
aanbod voor hulp bij emotioneel herstel meer gedupeerde ouders bereikt?
115
In hoeverre wordt recht gedaan aan de diverse behoeften van ouders die vragen om een
maatwerkaanpak? Hoeveel ruimte is er voor maatwerk?
116
Welke lessen zijn er momenteel al getrokken uit internationale voorbeelden van waarheidsvinding,
heling en het herstel van vertrouwen? Hoe worden die lessen in de praktijk gebracht
en toegepast?
117
Volgt de keten en de VNG het voorbeeld van een excuusbrief en een officiële verklaring
dat iemand geen fraudeur is om daarmee een bijdrage te leveren aan het herstel?
118
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het vakmanschap en het organiseren van
tegenspraak, die wordt ingebed in de organisatie en daarmee ook een cultuurverandering
veroorzaakt?
119
Zijn er, gelet op de bijlage bij de rapportage, zeven punten van de 21-puntenlijst
afgerond?
120
Wanneer kan de Kamer het advies van de BAK over hoe om te gaan met niet-gedupeerden
ontvangen? Wordt hierover ook advies gevraagd aan de Nationale ombudsman?
121
Waarom kan de BAK het advies over de herijking niet met de volgende Voortgangsrapportage
publiceren, aangezien de Kamer dan beslist over de toekomst van de hersteloperatie?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.