Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de voortgang vormgeving inspectie belastingen, toeslagen en douane (Kamerstuk 31066-883)
2021D34955 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 23 september 2021 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretarissen van Financiën voorgelegd over hun op 10 september 2021
toegezonden brief inzake Voortgang vormgeving inspectie belastingen, toeslagen en
douane (Kamerstuk 31 066, nr. 883).
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De griffier van de commissie, Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de «Voortgang vormgeving inspectie
belastingen, toeslagen en douane» en hebben een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie zijn positief over de komst van een inspectie belastingen,
toeslagen en douane (IBTD). Zij zijn van mening dat dit zou kunnen bijdragen aan een
verbetering van de juridische- en bedrijfsvoeringsaspecten van de verschillende diensten.
De leden van de VVD-fractie hebben echter zorgen en vragen bij de onafhankelijkheid
van de IBTD. De IBTD wordt zo vormgegeven dat het onderdeel is van het Ministerie
van Financiën (ook al wordt de IBTD op een andere plek gehuisvest). Kan het kabinet
verzekeren dat de IBTD echt onafhankelijk van het ministerie, de Belastingdienst en
andere departementen kan opereren? Is ook overwogen om de IBTD op andere wijze te
organiseren en meer op afstand te zetten van het Ministerie van Financiën?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister de IBTD aanwijzingen kan geven,
maar niet specifiek een onderzoek kan stoppen of tegenhouden. Hoe verhoudt de IBTD
zich tot bijvoorbeeld de secretaris-generaal (sg) van het ministerie? Heeft de sg
dezelfde beperkingen? Hoe is de verhouding tussen de sg en de bestuursraad van het
ministerie en de IBTD, kijkend naar de (on)afhankelijkheid? In hoeverre wordt geëvalueerd
of de IBTD op termijn over voldoende mankracht en middelen beschikt? Wie beslist (uiteindelijk)
over de budgetten van de IBTD? Wat is de rol van de Kamer daarbij?
Over de informatievoorziening aan de IBTD vragen de leden van de VVD-fractie hoe het
kabinet kan garanderen dat de IBTD onbeperkt en onbelemmerd toegang heeft tot alle
informatie binnen de diensten en alle medewerkers van de diensten. Hoe kijkt het kabinet
naar de positie van de ambtenaren/medewerkers hierin? Kan het kabinet verzekeren dat
de medewerkers niet «tussen twee vuren in zullen komen te zitten»? Wanneer is er meer
duidelijkheid over de juridische borging van de informatievoorziening die de kwartiermaker
op dit moment aan het uitzoeken is? In hoeverre en hoe zal de ITBD consulteren met
andere stakeholders (buiten ambtenarij en/of politiek)?
De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet kan ingaan op de werving van het
personeel voor de IBTD. Wat is de huidige stand van zaken? Worden oud-werknemers van
de Belastingdienst of van de departementen geworven? Of juist niet? Is het mogelijk
dat er een situatie ontstaat dat de IBTD en de Belastingdienst uit dezelfde «pool»
van werkzoekenden aan het werven is? Kan het kabinet uitvoerig toelichten hoe de IBTD
zich verhoudt tot de Algemene Bestuursdienst? Met name graag aandacht hierbij voor
de onafhankelijkheid van het (hogere kader) binnen de IBTD.
De leden van de VVD-fractie vragen tot slot, met betrekking tot de communicatie, of
er bij de IBTD ook de mogelijkheid komt voor burgers om vragen te stellen of problemen
aan te kaarten, bijvoorbeeld in de vorm van een vragen- of klachtenformulier. Is het
dan ook mogelijk voor medewerkers van de verschillende departementen of de Belastingdienst
om hier (anoniem) problemen aan te kaarten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de fractie van D66 lezen tevreden dat al veel aandacht is geschonken
aan de vormgeving van de onafhankelijkheid van de inspectie belastingen, toeslagen
en douane. Desalniettemin hebben zij zorgen over de waarborgen van deze onafhankelijkheid.
Kan het kabinet een vergelijking geven van de governance van de IBTD ten opzichte
van andere rijksinspecties, zoals de Inspectie Justitie en Veiligheid? Kan het kabinet
dezelfde vergelijking maken voor de instrumenten die deze inspecties tot hun beschikking
hebben?
De leden van de fractie van D66 lezen dat de Minister op verzoek van de inspecteur-generaal
alle rapporten van de IBTD naar de Kamer stuurt. Is overwogen om de inspecteur-generaal
de autonome bevoegdheid te geven om rapporten aan de Kamer te sturen? Dit zou in de
ogen van de leden van de fractie van D66 de onafhankelijke positie van de inspecteur-generaal
versterken. Waarom is deze bevoegdheid (nog) niet toegekend?
De leden van de fractie van D66 vragen zich ten slotte af hoe het risico van ministeriële
of ambtelijke inmenging verder gemitigeerd wordt. Een slager kan zijn of haar eigen
vlees tenslotte niet keuren. Is ervoor gekozen om een afkoelingsregeling in te stellen
tussen personeel van de IBTD en personeel van het ministerie met zijn uitvoeringsorganisaties?
Wat zijn de afwegingen geweest voor deze keuze? Hoe is dat te vergelijken met het
beleid van andere ministeries?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van de brief over de Voortgang
vormgeving inspectie belastingen, toeslagen en douane. Zij zien af van het leveren
van een inbreng voor dit schriftelijk overleg.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsrapportage inspectie
belastingen, toeslagen en douane (IBTD). Zij zijn positief over de oprichting van
deze inspectie; in de voortgangsrapportage zien zij echter enkele elementen die spanning
kunnen opleveren met het gezamenlijke doel van het herstellen van vertrouwen van burgers
en bedrijven in de overheid. Zij hebben daarover enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie memoreren dat onlangs een gesprek heeft plaatsgevonden
met de nieuw aangestelde kwartiermaker en de vaste commissie voor Financiën, waarin
aandacht is gevraagd voor het borgen van de onafhankelijkheid van de IBTD, mede gelet
op het feit dat deze inspectie onderdeel gaat uitmaken van het ministerie waar zij
juist toezicht op zal houden. In de voortgangsrapportage wordt gesteld: «uiteindelijk
is de borging van de onafhankelijkheid van een inspectie vooral een kwestie van houding
en gedrag, van zowel de inspectie zelf als van het ministerie en de bewindspersonen».
Wel wordt aangegeven: «Het kan daarbij evenwel helpen een aantal zaken formeel vast
te leggen». De leden van de CDA-fractie onderschrijven die opstelling, aangezien een
van de redenen dat de Kamer deze inspectie wil juist is om controle te houden op de
houding en het gedrag van de Belastingdienst naar burgers en bedrijven in zijn algemeenheid.
Ten aanzien van de formele vastlegging zouden de leden van de CDA-fractie willen voorstellen
een aantal zaken enigszins anders vast te leggen dan voorgesteld, om de onafhankelijkheid
nog beter te borgen.
Ten eerste zouden de leden van de CDA-fractie, in plaats van dat de Minister goedkeuring
van het werkprogramma alleen kan onthouden op grond van ondeugdelijke totstandkoming,
liever zien dat goedkeuring voor het werkprogramma niet sec bij de Minister ligt,
maar dat de Minister de Kamer raadpleegt, alvorens daaraan wel of geen goedkeuring
te geven en dat de Minister de Kamer ook van toelichting voorziet wanneer hij de totstandkoming
van het rapport ondeugdelijk acht.
Ten tweede willen de leden van de CDA-fractie graag dat de bewindspersoon de rapporten
van de IBTD niet alleen doorstuurt naar de Kamer als de inspecteur-generaal daarom
verzoekt, maar dat de rapporten te allen tijde naar de Kamer worden doorgestuurd.
Deze leden van de CDA-fractie vernemen graag hoe de Staatssecretarissen en de kwartiermaker
naar deze twee voorstellen kijken.
De leden van de CDA-fractie lezen voorts dat de IBTD geen eigen begrotingsartikel
krijgt, met als reden dat is besloten eenzelfde vormgeving te kiezen als de Inspectie
SZW, het Centraal Planbureau en de Autoriteit Consument en Markt. De leden van de
CDA-fractie menen dat het karakter van genoemde organisaties wel anders is dan dat
van de IBTD, omdat zij niet (alleen maar) toezicht houden op het functioneren van
de eigen organisatie. Graag ontvangen de leden van de CDA-fractie een nadere toelichting
waarom de IBTD geen eigen begrotingsartikel krijgt om de onafhankelijkheid nog beter
te borgen. Deze leden vragen of er andere inspecties binnen de rijksoverheid zijn
die wel een eigen begrotingsartikel hebben, en zo ja welke dat zijn. En waarom is
daar in dit geval niet voor gekozen?
Ten aanzien van het contact met de Kamer lijkt het de leden van de CDA-fractie goed
dat de Minister vooral toestemming verleent voor elk verzoek van de Kamer in gesprek
te kunnen treden met de inspecteur-generaal en eveneens dat de inspecteur-generaal
daarin naast feitelijke informatie ook de zijn oordelen op basis van het onderzoek
door de IBTD kan bespreken.
Voorts zijn de leden van de CDA-fractie benieuwd hoe de IBTD haar informatie verkrijgt,
om in kaart te kunnen brengen waar de grootste risico’s voor de maatschappij zitten.
Deze leden zijn het met de voortgangsrapportage eens dat een belangrijke vraag daarbij
is hoe de IBTD het perspectief van met name de burger op een goede manier in beeld
krijgt. Zijn hiervoor signalen van vertegenwoordigers of panels/burgerberaden voldoende?
Hoe kunnen die een goede afspiegeling vormen van de bevolking? Hoe bezien de Staatssecretarissen
en de kwartiermaker in dat opzicht bijvoorbeeld een meer vrijblijvende methode, zoals
een meldpunt? Ook zijn deze leden benieuwd wat voor ideeën de kwartiermaker heeft
bij de pilotonderzoeken. Kunnen de Staatssecretarissen of de kwartiermaker hier al
meer informatie over geven?
Voor wat betreft de informatievoorziening aan IBTD zullen signalen vanuit medewerkers
van de diensten en de samenleving voor de IBTD een belangrijke informatiebron vormen.
De IBTD zal die serieus mee moeten nemen als input voor de risicoanalyse en dit zal
ook naar buiten toe uitgedragen worden. De leden van de CDA-fractie onderschrijven
dit. Graag zouden zij horen hoe dit georganiseerd gaat worden. Een website en een
mailadres hebben is immers niet voldoende. Heeft de IBTD ook een kanaal voor (vertrouwelijke)
signalen uit de organisatie? Hoe worden medewerkers van de diensten die signalen afgeven
beschermd? En hoe worden signalen vanuit de samenleving ontvangen?
De leden van de CDA-fractie waarderen het overigens zeer dat de conceptregeling aan
de Tweede Kamer wordt gestuurd ter eventuele bespreking, alvorens de regeling van
kracht wordt.
Tot slot lezen de leden van de CDA-fractie dat de inspectie hoopt te starten met zo’n
20–25 medewerkers. Dit lijkt de leden van de CDA-fractie een beperkt aantal om toezicht
te houden op de verschillende onderdelen van de grote Belastingdienst. Hoeveel medewerkers
denkt de kwartiermaker nodig te hebben voor de grote taak die de IBTD te wachten staat?
Blijft de inspectie voorlopig van deze grootte, of wordt toegewerkt naar het aannemen
van meer medewerkers? Wat is het functieprofiel voor de inspecteur-generaal? Hoe wordt
geborgd dat deze een kritische en frisse blik heeft op de overheidsorganisaties?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep Van Haga
De leden van de Groep Van Haga hebben kennisgenomen van de brief over de Voortgang
vormgeving inspectie belastingen, toeslagen en douane. Zij zien af van het leveren
van een inbreng voor dit schriftelijk overleg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
A.H.M. Weeber, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.