Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 september 2021 (Kamerstuk 21501-02-2403)
2021D33561 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte
om aan het kabinet enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot
de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken d.d. 21 september 2021 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2403) en het Verslag van de informele Raad Algemene Zaken van 22 en 23 juli 2021 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2398)
De fungerend voorzitter van de vaste commissie, Belhaj
De adjunct-griffier van de vaste commissie, De Vrij
Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken d.d. 21 september 2021 (2021Z15378)
Algemeen
De leden van de VVD-fractie danken de Minister van Buitenlandse Zaken voor de geannoteerde
agenda ten behoeve van de Raad Algemene Zaken van 21 september 2021. Zij hebben hier
met interesse kennis van genomen en hebben op onderdelen een aantal aanvullende vragen
en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie bedanken de Minister voor de geannoteerde agenda van de
Raad Algemene Zaken van 21 en 22 september 2021 en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen dat de Minister van Buitenlandse
Zaken is verhinderd van deelname vanwege Prinsjesdag, en de Nederlandse Permanent
Vertegenwoordiger bij de Europese Unie Nederland zal vertegenwoordigen tijdens deze
Raad. De leden van de CDA-fractie hebben hier uiteraard alle begrip voor, kan de Minister
aangeven of er besluitvorming op de agenda staat?
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 september. De leden hebben hier nog een
aantal vragen over.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Algemene Zaken. Zij hebben daar nog de volgende vragen en opmerkingen
over.
De leden van de Volt-fractie stellen graag de vraag of de Minister van Buitenlandse
Zaken in het vervolg de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken eerder aan
de Kamer kan toesturen zodat de Kamerleden meer tijd hebben om zich te verdiepen in
de materie.
Prioriteiten Sloveens EU-voorzitterschap
De leden van de VVD-fractie achten het van groot belang dat we minder afhankelijk
worden van derde landen, zeker waar het gaat om strategische goederen zoals geneesmiddelen,
medische goederen, energiezekerheid en voedselvoorziening. Zij zijn dan ook blij dat
het Sloveense EU-voorzitterschap dit onderwerp als prioritair aanmerkt en het ook
in de Staat van de Unie op 15 september jongstleden door de voorzitter van de Europese
Commissie, Von der Leyen, expliciet benoemd is. In de geannoteerde agenda lezen ze
dat er verder wordt gewerkt aan de strategische agenda op dit punt. Kan de Minister
meer inzicht geven hoe die agenda er uit gaat zien? Is er al een nadere uitwerking
van de Nederlandse inzet en wat de eventuele knelpunten of opletpunten zijn?
In het verlengde hiervan lezen de leden van de VVD-fractie in het verslag van de Informele
Raad Algemene Zaken 22–23 juli 2021 dat een aantal lidstaten het belang van het inventariseren
en het zeker stellen van kritische goederen (en voorraden) en diensten benadrukt,
als onderdeel van de juiste voorbereiding van crises in Europa (pagina vijf). Kan
de Minister aangeven wat op dit punt de stand van zaken is en wanneer deze lijst beschikbaar
is?
De leden van de VVD-fractie houden zorg bij de ontwikkelingen op het gebied van de
rechtstaat in onder andere Polen en Hongarije. Kan de Minister toelichten hoe zij
de inspanningen van de Europese Commissie weegt jegens Polen en Hongarije op dit punt
en of er nog ruimte is om de druk verder op te voeren en de rol van het EU-rechtstaatmechanisme
daarbij?
De leden van de VVD-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat een belangrijk onderwerp
het versterken van de Schengenzone is. Hierbij wordt bijzondere aandacht geschonken
aan het versterken van de buitengrenzen, het versterken van de governance en het versterken van waarborgen in tijden van grensoverschrijdende crisis. Kan nader
worden toegelicht aan welke aanvullende maatregelen dan worden gedacht en wat de inzet
van het kabinet is?
De weerbaarheid, het herstel en de Strategische Autonomie van de Europese Unie
De leden van de D66-fractie zijn blij dat ook voor dit voorzitterschap strategische
autonomie een prioriteit is. De leden lezen dat het voorzitterschap zich vooral wil
richten op onafhankelijkheid van externe spelers op gebied van medische goederen,
industrie- en energiebeleid en voedselvoorziening. Wat deze leden betreft wordt onder
strategische autonomie ook een geopolitiek volwassen Europese Unie verstaan die in
staat is zijn eigen grondgebied te verdedigen. De crisis in Afghanistan demonstreert
dat de Europese Unie te lang te afhankelijk is geweest van de Verenigde Staten. Hoe
beoordeelt de Minister deze situatie? Hoe kijkt de Minister aan tegen geïntensiveerde
militaire samenwerking in het kader van strategische autonomie zoals genoemd werd
door diverse leden van de Europese Commissie? Wat is het Europees krachtenveld hiervoor?
Een Unie van de Europese manier van leven, de rechtsstaat en gelijke criteria voor
iedereen
De leden van de D66-fractie steunen het voorstel om de rechtsstaatsdialoog te continueren.
Wel hebben zij enige reserveringen bij de rechtstatelijke situatie in het land van
het voorzitterschap zelf, op het gebied van mediavrijheid en corruptie. Hoe kijkt
de Minister daar tegenaan? Deelt zij de zorgen van de leden? Verwacht de Minister
dat dit voorzitterschap de rechtsstaat discussie in de Europese Unie daadwerkelijk
constructief verder kan brengen? Hoe gaat Nederland om met een voorzitterschap dat
het zelf niet zo nauw neemt met fundamenten van de rechtstaat zoals persvrijheid?
Dit jaar is ook een landen specifiek rapport verschenen over Nederland in het kader
van de rechtsstaatdialoog. Kan de Minister toelichten hoe zij aankijkt tegen de aanbevelingen
uit dit rapport?
De leden van de D66-fractie kijken daarnaast met interesse naar het voornemen van
het Sloveens voorzitterschap om de artikel 7-procedures tentatief te agenderen voor
de Raad Algemene Zaken van 14 december 2021. Kan de Minister toelichten wat de verwachtingen
hiervoor zijn? Verwacht zij daadwerkelijk een inhoudelijke discussie in december over
het verder brengen van de artikel-7 procedures? Verwacht zij dat er eind 2021 of begin
2022 nog stemming plaats zal vinden over de artikel-7 procedure? Hoe is het politiek
krachtenveld op dit moment met betrekking tot de artikel-7 procedures?
Een geloofwaardige en veilige Europese Unie, in staat om te zorgen voor veiligheid
en stabiliteit in zijn buurtregio
De leden van de D66-fractie kijken met grote belangstelling naar de bijdrage van het
voorzitterschap aan een effectiever EU-migratiebeleid. Ook in het kader van strategische
autonomie is een effectief EU-migratiebeleid onontbeerlijk. De leden van de D66-fractie
maken zich wel zorgen over de uitspraken die de Sloveense Minister-President Jansa
deze zomer deed met betrekking tot migratie. Premier Jansa sprak zich sterk uit tegen
het openen van humanitaire corridors vanuit Afghanistan. In brede zin is de Sloveense
Minister-President uitgesproken tegen migratie. Hoe beoordeelt de Minister deze uitspraken?
Acht de Minister het waarschijnlijk dat onder leiding van dit voorzitterschap, er
daadwerkelijk een effectief migratiebeleid tot stand kan komen? Deelt de Minister
de mening van deze leden, dat de huidige geopolitieke ontwikkelingen het nog urgenter
maken voor de Europese Unie om tot een functionerend EU-migratiebeleid te komen?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet voorstander is van het versterken
van de Europese samenwerking en coördinatie op toekomstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister dit concreter te maken en aan te geven
of dit alleen geldt voor de gezondheidsagenda of ook voor andere thema’s. De Minister
stelt dit immers bij het agendapunt dat gaat over herstel en de Strategische Autonomie
van de Europese Unie. De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat geopolitieke
verschuivingen namelijk eveneens om versterking van de Europese samenwerking vragen,
doelt de Minister ook daarop zo vragen deze leden. De leden van de CDA-fractie vragen
de Minister om het Sloveense voorzitterschap er toe aan te zetten om bijdrage aan
en het faciliteren van COVAX door de EU tot een topprioriteit te maken.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het Sloveense EU-voorzitterschap het bevorderen
van de strategische autonomie van de Europese Unie bij het industriebeleid voorstelt.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nader in te gaan op deze prioriteit,
welke industrie het Sloveense EU-voorzitterschap voor ogen heeft en welke acties ze
voornemens is te ondernemen. Voorts vragen deze leden de Minister of er een tijdlijn
beschikbaar is wanneer er stappen worden gezet in de strategische autonomie van het
Europese industriebeleid.
De leden van de CDA-fractie lezen dat een vierde prioriteit van het Sloveens EU-voorzitterschap
dat de Minister noemt het bevorderen van veiligheid en stabiliteit in de buurtregio
is. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister, in deze context van het stellen
van prioriteiten ten opzichte van de buurtregio door het EU-voorzitterschap, in te
gaan op de relatie tussen de Europese Unie en Marokko en daarbij aan te geven of deze
relatie inmiddels aan de beterende hand is en in hoeverre er wordt gewerkt aan een
beter werkende migratie samenwerking en samenwerking in het kader van de regionale
veiligheidssituatie.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het Sloveense EU-voorzitterschap een prioriteit
heeft gemaakt van een Unie van de Europese manier van leven, de rechtsstaat en gelijke
criteria voor iedereen en de daarbij horende borging van de Europese rechtsstaat.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister welke kansen ze ziet bij het Sloveense
EU-voorzitterschap om het gesprek met Polen en Hongarije constructiever vorm te geven.
Deze leden steunen de voortzetting van de artikel 7- procedure en het voortzetten
van de rechtsstatelijkheidsdialoog zoals aangekondigd door het voorzitterschap. Echter
zien de leden van de CDA-fractie in het Sloveense EU-voorzitterschap een mogelijkheid
om bruggen te bouwen tussen de Polen, Hongaren en rest van de EU om tot een meer constructieve
dialoog te komen. Deze leden vragen de Minister of ze dit inzicht deelt en het voorzitterschap
ook wilt benadrukken dat het deze rol heeft.
De leden van de SP-fractie lezen dat het Sloveens EU-voorzitterschap heeft aangegeven
dat wat betreft de Conferentie over de Toekomst van Europa, transparantie een belangrijke
positie heeft. Kan de Minister aangeven of dit te merken was en zo ja, op welke wijze?
Nederland heeft samen met een aantal andere landen een «transparantie belofte» ingediend waarmee het belang van transparantie wordt aangekaart. De leden van de
SP-fractie kunnen zich goed vinden in de prioriteit van dit onderwerp, maar kennen
de inhoud nog niet. De leden vragen wat Nederland op dit onderwerp precies gaat inbrengen
komende periode. Welke concrete verbeterpunten zal de Minister gaan aandragen? Kan
deze «belofte» ook met de Kamer worden gedeeld?
De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich vinden in de prioriteiten van het Sloveens
EU-voorzitterschap. Zij vragen of de Minister kan concretiseren welke initiatieven
er precies worden ontvouwd ter versterking van de strategische autonomie op de terreinen
geneesmiddelen en medische goederen, industrie- en energiebeleid en voedselvoorziening?
Welke route prefereert het kabinet om het gewenste niveau van strategische autonomie
te realiseren?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich onverminderd zorgen over de rechtsstaat
in onder andere EU-lidstaten als Polen en Hongarije. Deze leden juichen de beslissing
van de Commissie toe om een dwangsom aan Polen op te leggen vanwege de voorgestelde
tuchtkamer die kritische rechters uit hun ambt zet en te stoppen met subsidies naar
gemeenten die zichzelf «LHBTI-vrij» hebben verklaard, maar constateren dat het hierbij
niet kan blijven. Zij vragen zich af waarom er pas in de Raad Algemene Zaken van december
wordt overgegaan tot het organiseren van hoorzittingen in het kader van de artikel-7
procedure? Is de Minister bereid er bij de aankomende Raad Algemene Zaken voor te
pleiten dat deze hoorzittingen eerder worden gehouden, gezien de urgentie van het
ook weer pas verschenen Commissierapport over de staat van de rechtsstaat in de Europese
Unie? Daarnaast vragen deze leden hoe het inmiddels staat met de discussie over het
uitkeren van subsidies inzake het Herstelfonds, aangezien de termijn voor de beoordeling
van ingediende plannen inmiddels is verstreken. Is de Minister bereid nogmaals te
benadrukken dat subsidies aan Polen en Hongarije alleen kunnen worden uitgekeerd indien
aan strikte rechtsstatelijkheidsbeginselen wordt voldaan?
De leden van de GroenLinks-fractie juichen het toe dat het Sloveens EU-voorzitterschap
ambieert de relatie met democratische landen in de Indo-Pacific te willen versterken.
Kan de Minister toelichten welke concrete initiatieven hiertoe worden genomen? Tevens
vragen zij wanneer de nieuwe EU-strategie voor de Indo-Pacific verschijnt, waartoe
reeds conclusies zijn aangenomen en waarvoor Nederland al haar eigen strategie heeft
opgesteld. Is de Minister bereid deze strategie nadrukkelijk onder de aandacht te
brengen van het Sloveens EU-voorzitterschap?
Tot slot hierover vragen de leden van de GroenLinks-fractie wanneer er een doorbraak
komt inzake het starten van de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en
Albanië. Klopt het dat Bulgarije zich nog steeds hevig hiertegen verzet? Welke bilaterale
inspanningen en pogingen op EU-niveau worden er gepleegd om Bulgarije overstag te
halen hiermee wel akkoord te gaan, teneinde we niet alle EU-leverage verliezen en deze landen overlaten aan Turkije, China en Rusland? Verwacht de Minister
een doorbraak op de top in oktober 2021, die hierover wordt georganiseerd?
De leden van de Volt-fractie vragen waarom de prioriteit van het Sloveense EU-voorzitterschap
aangaande de Gezondheidsunie, zoals tijdens de RAZ van 22/23 juli 2021, opgesteld,
niet terugkomt op de RAZ 21 september 2021?
EU-coördinatie COVID-19
De leden van de SP-fractie lezen dat er weer een update wordt gegeven van de stand
van zaken betreffende de COVID-19 coördinatie in de Europese Unie. De leden constateren
dat de monopoliepositie van de grote farmaceuten nog steeds een forse blokkade vormt
voor het vrijgeven van de patenten. Daarbij zijn recentelijk de prijzen voor veel
van de vaccins ook nog eens gestegen. Dit terwijl er wereldwijd sprake is van enorme
scheve verdeling van de vaccins. Sommige landen in Afrika hebben een vaccinatiegraad
van twee procent terwijl dit in Europa al zeventig procent is. Hoe gaat het kabinet
een bijdrage leveren, ook binnen de Europese Unie, aan een eerlijkere verdeling van
de vaccins wereldwijd? Hoe maakt het kabinet anders het motto waar dat COVID-19 pas
de wereld uit is als alle landen geholpen worden? Hoe gaat het kabinet dit op Europees
niveau agenderen aangezien de Europese Unie op het onderwerp van de patenten nog het
voornaamste struikelblok is? Hoe staat het met de uitvoering van de motie1 van het lid Piri cs. over het vrijgeven van de patenten en het aankaarten van de
Nederlandse positie op alle relevante niveaus?
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
heeft geadviseerd de derde prik uit te stellen en deze prik in te zetten voor ontwikkelingslanden.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn het daar van harte mee eens en vragen de appreciatie
van het kabinet inzake deze uitspraak. Is de Minister bereid deze inzet in EU-verband
te bepleiten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Volt-fractie stellen graag de volgende vragen ten aanzien van het
agendapunt over EU-coördinatie COVID-19.
De leden van de Volt-fractie vragen of de Minister erkent dat Nederland en Europa
niet veilig zijn voor een nieuwe variant van het coronavirus, zolang continenten als
Afrika en Zuid-Amerika niet de gewenste vaccinatiegraad behalen? Zo ja, hoe verhoudt
dit gegeven zich tot de inzet van het Nederlandse kabinet in Europees verband en WHO-verband
om andere, niet-westerse delen van de wereld te vaccineren? Hoe kijkt de Minister
aan tegen het voornemen van de Amerikaanse president Biden om een internationale top
te beleggen voor de mondiale strijd tegen het coronavirus? Zodra deze top belegd wordt,
wat zou daar dan de inzet van het kabinet zijn? Hoe kijkt de Minister aan tegen het
feit dat de verschillende coronavaccins geproduceerd zijn door middel van publieke
financiering, maar de winsten op de vaccins nu vooral in private handen van grote
farmaceuten terecht komen? Is de Minister voornemens zich in te zetten om de patenten
op de coronavaccins vrij te geven? Gegeven het feit dat het vrijgeven van de patenten
niet een op zichzelf staande oplossing is voor het verhogen van de vaccinatiegraad
over de hele wereld, welke bottlenecks ziet de Minister verder om de gewenste vaccinatiegraad
te bereiken?
De leden van de Volt-fractie lezen dat het kabinet aangeeft steun te zullen uitspreken
voor het herzien van beide Raadsaanbevelingen om het vrij verkeer op verantwoorde
wijze zoveel mogelijk te herstellen. Het kabinet laat zich echter niet uit wat haar
positie is ten aanzien van de EU-bijdrage aan COVAX van de Verenigde Naties (VN).
Hoe staat het nu met de EU-bijdrage aan COVAX van de VN? Zal het kabinet zich tijdens
de Raad Algemene Zaken inzetten om deze bijdrage te verhogen? Zo niet, op basis van
welke afwegingen heeft het kabinet haar keuze gebaseerd? Is hierover overlegd met
andere EU-lidstaten en zo ja, zijn de posities van andere lidstaten meegenomen in
de besluitvorming van het kabinet? Is de Minister bovendien bekend met het feit dat
het COVAX-programma gefaald heeft het beloofde aantal doses van het AstraZeneca vaccin
aan Afrika te leveren, hetgeen heeft geleid tot het opzetten van het African Vaccine Acquisition Team? Kan de Minister uitleggen waarom dit African Vaccine Acquisition Team wel in staat is geweest om een deal met Johnson & Johnson voor 400 miljoen vaccindoses
te krijgen, daar waar het COVAX-programma hapert in de levering van vaccins aan continenten
als Afrika?2 De leden van de Volt-fractie vragen hoe de Minister zich inzet in EU-verband en WHO-verband
om deze bottlenecks weg te nemen? Is de Minister bekend met de plannen van de Europese
Commissie om de komende jaren dertig miljard euro in te zetten voor de oprichting
van een Europese pandemie-autoriteit? Hoe staat het demissionaire kabinet tegenover
het optuigen van een gezamenlijk zorgbeleid, meegewogen dat de Europese Commissie
hiermee geen extra bevoegdheid verkrijgt? Kan de Minister toelichten of het klopt
dat overgebleven AstraZeneca vaccins in de koelkasten van huisartsen, die dreigen
te worden weggegooid, door regelgeving niet naar derde landen gestuurd kunnen worden
omdat wet- en regelgeving hieraan in de weg staat? Indien dit klopt, kan de Minister
toelichten welke stappen worden ondernomen om regelgeving (tijdelijk) aan te passen
zodat donatie van overgebleven vaccins wel mogelijk is, of direct via Nederland, of
in het kader het COVAX programma?
EU-VK relaties
De leden van de VVD-fractie hechten erg aan een goede relatie met het Verenigd Koninkrijk
(VK) ook na het vertrek uit de Europese Unie. Het VK is en blijft een belangrijke
strategische en handelspartner. Tegelijkertijd is het ook van belang dat de gemaakte
afspraken worden gerespecteerd. Hoe kijkt de Minister in dat licht aan tegen de verdere
opschorting van de implementatie van het protocol door het VK? En hoe ziet de Minister
de weg voorwaarts?
De leden van de VVD-fractie hebben bij een eerdere gelegenheid reeds vragen over de Brexit Adjustment Reserve (BAR) gesteld. Is er al een scherper beeld van de impact van de Brexit op onze economie
en de meest geraakte sectoren en wat dat voor de verdeling van de middelen uit de
BAR gaat betekenen? De leden willen hierbij ook aandacht vragen voor de wederzijdse
import en export van hoogwaardige producten. Een beperking of einde hiervan als gevolg
van de Brexit is voor zowel Nederland, de EU als het VK schadelijk. Het is wenselijk
om bilateraal en in EU verband afspraken te maken over dergelijke hoogwaardige exportproducten.
Een voorbeeld hiervan is aardappelpootgoed. Zowel Nederland als Schotland zijn grote
pootgoedexporteurs en zijn complementair aan elkaar. Wat hen betreft wordt voor specifieke
hoogwaardige producten, zoals aardappelpootgoed, een derogatie aangevraagd. Hierbij
verwijs ik ook naar de schriftelijke vragen die het lid Klink hierover heeft ingediend.3
De leden van de D66-fractie hechten veel belang aan de relatie tussen de Europese
Unie en het Verenigd Koninkrijk. Kan de Minister een update geven over hoe het er
nu voor staat met betrekking tot het Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) en
Terugtrekkingsakkoord (TA)? Klopt het dat de Britten de grenscontroles bij Noord-Ierland
hebben uitgesteld, zonder een einddatum aan dat uitstel te verbinden? De Britten argumenteren
op die manier onderhandelruimte te creëren zonder dat daar de druk van een deadline
aan verbonden is. Wat vindt de Minister ervan dat het VK zich niet aan gemaakte afspraken
houdt, met als doel die te heronderhandelen? Wat betekent dit voor de verhoudingen
tussen de EU en het VK? Verwacht de Minister dat de Commissie verdere juridische stappen
zal nemen? De leden van de D66-fractie hechten ook zeer veel waarde aan de rechten
van Nederlandse burgers in het VK. Zijn er bij de Minister gevallen bekend van Nederlanders
die dreigen hun verblijfsvergunning in het VK te verliezen of die op een andere manier
in de problemen komen door het uittreden van het VK uit de EU? Ziet de Minister gronden
om de Brexit-noodwet in werking te doen treden?
De leden van de CDA-fractie steunen het kabinet en de Europese Commissie in de dialoog
met het Verenigd Koninkrijk over het protocol betreffende Noord-Ierland. Deze leden
vragen de Minister naar de voortgang van de inbreukprocedure. Tevens vragen deze leden
aan de Minister of deze kan toelichten welke voorstellen de Britten hebben gedaan
om het protocol aan te passen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of er
sprake is van een harde deadline en wanneer dat niet het geval is, of het tijd wordt
om deze wel in te stellen. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister hoe de transport
van goederen nu wordt gecontroleerd, of deze op het Britse vasteland worden gecontroleerd
en in hoeverre er op het Europese vasteland streekproeven worden gedaan op de goederen
die via deze route de interne markt in komen. Deze leden vragen de Minister of daarbij
onevenredige oneffenheden zijn vastgesteld en wanneer dat het geval is, waar en wanneer
dat het geval is. Wanneer dat niet het geval is kan de huidige situatie dan nog voor
onbepaalde tijd duren volgens de Minister?
Wetgevend programma: Annual Foresight Report en Letter of Intent
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de presentatie van het jaarlijkse Strategic Foresight-rapport aankomende Raad. Deze leden zijn benieuwd naar de eigen inbreng van Nederland
op dit onderwerp. Kan de Minister toelichten of zij voornemens is een plan op lidstaatniveau
in te dienen? Zo ja, kan zij dat plan ook met de Kamer delen? Hoe denkt het kabinet
verder over de beschreven strategische actiegebieden uit het rapport? De leden lezen
dat de inzet voor de bespreking de non-paper van Nederland en Spanje zal zijn. Betekent
dit dat de Minister tijdens deze RAZ ook actief zal pleiten voor het afschaffen van
de unanimiteitseis op het buitenlandbeleid?
De leden van de SP-fractie vragen met betrekking tot de «Strategic Foresight» of lidstaten op voorhand van deze discussie ook zelf een lijst moesten opsturen van
strategische vooruitzichten? Kan de Minister zeggen of dit inderdaad een vraag was
en of Nederland zo’n lijst heeft ingediend? Wat is de inhoud van deze lijst? Mocht
er geen lijst zijn, kan de Minister dan inzicht geven in de punten waarop de Nederlandse
inzet zou verschillen van de huidige lijst van actiepunten? Is deze lijst ook anders
vergeleken met het non-paper dat al een half jaar geleden samen met Spanje is ingediend?
Conferentie over de Toekomst van Europa
In de geannoteerde agenda lezen de leden van de VVD-fractie, dat Nederland met een
aantal like-minded landen medio september de transparency pledge wil lanceren. In de geannoteerde agenda wordt echter slechts op hoofdlijnen op het
doel en inhoud van deze pledge ingegaan. Kan de Minister hierop een nadere toelichting geven en voor zover reeds
beschikbaar de tekst van de transparancy pledge delen met de Kamer?
Ten slotte bedanken de leden van de VVD-fractie de Minister voor de informatie over
de Conferentie over de Toekomst van Europa en ze zijn blij met de activiteiten die
in dat kader ontplooid gaan worden. Is er inmiddels al meer zicht op daadwerkelijke
bijeenkomsten of evenementen? Bij eerdere gelegenheden hebben de leden aandacht gevraagd
voor het goed betrekken van de grensregio’s en zijn blij dat de Minister hier aandacht
voor heeft. Kan de Minister aangeven of hier reeds bijeenkomsten zijn voorzien en
of daarbij ook gekeken wordt naar best practices in andere landen, zoals Duitsland
waar de Länder een actieve rol hebben.
De leden van de D66-fractie kijken uit naar de plenaire sessie van de Conferentie
van 22-23 oktober. Zij zijn verheugd dat dan ook het eerste burgerpanel georganiseerd
zal worden. Kan de Minister toelichten hoe de diversiteit van het burgerpanel gewaarborgd
is? Welke werkgroepen verwacht de Minister dat er opgericht worden, en aan welke zal
Nederland deel willen nemen? De leden van de D66-fractie lezen met interesse dat de
nationale consultaties ook gestart zijn. Wanneer zullen deze precies afgerond zijn?
De leden van de D66-fractie horen graag een appreciatie van de Minister over de «Staat
van de Unie»-toespraak van president van de Europese Commissie, die Ursula von der
Leyen op 15 september uitsprak.
De leden van de Volt-fractie zijn ten aanzien van het agendapunt over de Conferentie
van de Toekomst van Europa benieuwd naar de antwoorden van de Minister van Buitenlandse
Zaken op de vragen van Laurens Dassen en Marieke Koekkoek over de voortgang en organisatie
van de Conferentie over de Toekomst van Europa, verstuurd op 7 september j.l.4 Op welke termijn kan de Volt-fractie de beantwoording van de Minister verwachten?
Vervolgens stellen de leden van de Volt-fractie graag de volgende vragen.
De leden van de Volt-fractie vragen wat nu de Nederlandse inzet en voorgestelde aanpak
is, naast de burgerconsultaties voor het nationale traject en de transparency pledge voor het Europese traject? Is het kabinet het met de leden van de Volt-fractie eens
dat er wel heel erg weinig ruchtbaarheid is gegeven aan de aanstaande Conferentie?
Zo ja, waarom heeft het kabinet voor deze mate van openbaarmaking gekozen? Zo niet,
waarom is er zo weinig opvolging gegeven aan de organisatie van verschillende nationale
Conferenties van de Toekomst van Europa? Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat meer
Nederlanders op de hoogte zijn van het feit dat op 22-23 oktober de eerste plenaire
vergadering plaatsvindt (voor de burgerpanels op 17 september is het nu immers te
laat)? Welk aandeel zal het kabinet nemen in de inzet, uitgesproken samen met gelijkgezinden
in de transparency pledge, voor meer transparantie in de EU en om transparantie aandacht te geven als onderwerp
tijdens de Conferentie? Hoe is het demissionaire kabinet voornemens strategische autonomie
als discussiepunt terug te laten komen in de aanstaande Conferentie, zoals aangegeven
als prioriteit in de non-paper van het kabinet opgesteld samen met Spanje over strategische autonomie?
De leden van de Volt-fractie vragen ten slotte, gezien Nederland het enige land is
samen met Bulgarije dat nog geen herstelplan (voortkomend uit de Recovery and Resilience Facility gelden) heeft ingediend of het kabinet is bereid om dit alsnog en onverwijld te doen
en zo ja, op welke termijn de leden de plannen kunnen verwachten? Zo niet, ziet het
kabinet geen problemen bij het mislopen van de zeven miljard euro voor Nederland om
de crisis te boven te komen?
Verslag van de informele Raad Algemene Zaken van 22 en 23 juli 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2398)
De leden van de Volt-fractie hebben de volgende vragen ten aanzien van rechtsstaatsschendingen
van Polen en Hongarije (opgenomen in de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken
als derde prioriteit van het Sloveens EU-voorzitterschap).
De leden van de Volt-fractie weten dat de Europese Commissie en het Europees Parlement
zich zorgen maken over de rechtsstaat in EU-lidstaat Polen. De Poolse regering heeft
een reeks aan hervormingen doorgevoerd die volgens de Commissie de onafhankelijkheid
van de media en van de rechterlijke macht aantasten. Dit zou in strijd zijn met de
Europese waarden van vrijheid en democratie. Bovendien wijst de EU op de EU-verdragen,
die een behoorlijke rechtsstaat van lidstaten voorschrijven. In 2016 gaf de Europese
Commissie voor het eerst een officiële waarschuwing af aan Polen. In de jaren erna
is de Commissie meerdere inbreukprocedures bij het Europees Hof van Justitie tegen
het land begonnen om hervormingen ongedaan te maken. Op 7 september 2021 stapte de
Europese Commissie naar het Europese Hof om Polen een dwangsom op te leggen. Dit vanwege
het niet naleven van de opdracht van de Commissie om een tuchtcollege voor rechters
te ontbinden. Ook zijn de Europese Commissie en het Europees Parlement bezorgd over
de staat van de rechtsstaat in Hongarije. Zoals bekend voert de Hongaarse premier
Viktor Orbán omstreden wijzigingen door die de democratie onder druk zetten.
De leden van de Volt-fractie begrijpen dat aangezien de artikel 7- procedure unanimiteit
vereist Hongarije en Polen elkaar kunnen dekken. Welke andere instrumenten zijn er
volgens het kabinet nog om Polen en Hongarije onder druk te zetten anders dan de reeds
lopende inbreukprocedure bij het Hof en een politisering van de EU-steungelden via
de jaarlijkse horizontale rechtsstatelijkheidsdialoog op de Raad van Algemene Zaken?
Het lijkt er bovendien op dat Polen wat terugkrabbelt. Is die indruk juist en zo ja,
is het kabinet voornemens hier op terug te duwen in de aanstaande Raad Algemene Zaken?
Ook zijn de leden benieuwd hoe het kabinet zich zal positioneren in de Raad Algemene
Zaken ten aanzien van de herstart van de artikel 7-procedure? Ten slotte vragen de
leden van de Volt-fractie hoe het kabinet opvolging zal geven aan de overige inbreukzaken
gestart door de Europese Commissie en het jaarlijks rechtsstaatrapport waarin Polen
en Hongarije langs de rechtsstatelijke meetlat worden gelegd tijdens de volgende Raad
Algemene Zaken. Hoe zal het kabinet oproepen nader gehoor te geven aan deze inbreukzaken?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Belhaj, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.M. de Vrij, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.