Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 881 Wijziging van de Kernenergiewet (verruiming inspraak)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 9 september 2021
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng
is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
1
Hoofdlijnen van het voorstel
2
Financiële lasten
2
Consultatie
2
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij de Wijziging
van de Kernenergiewet (verruiming inspraak) en hebben geen verdere vragen of opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wijziging van
de Kernenergiewet. Deze leden hebben hier op dit moment geen verdere vragen of opmerkingen
over.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig
wetsvoorstel. Zij onderschrijven het doel van dit wetsvoorstel, maar hebben nog enkele
vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het genoemde wetsvoorstel
en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de JA21-fractie hebben kennisgenomen van het genoemde wetsvoorstel en
willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
Hoofdlijnen van het voorstel
De leden van de GroenLinks-fractie vragen waarom er niet voor is gekozen om een milieueffectrapportage
verplicht te stellen bij iedere heroverweging of update, inclusief iedere verandering
van de levensduur van een kerncentrale. De regering stelt dat dit niet per se nodig
is, maar noemt geen concrete tegenargumenten hiervoor. Waarom wordt de wet niet zo
aangepast dat bij iedere beslissing van een bevoegde autoriteit, waaronder levensduurverlenging,
een milieueffectrapportage vereist wordt?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of deze wetswijziging wel voldoende is en
internationale verdragen wel voldoende worden nageleefd. Is het zeker dat het Nalevingscomité
bij het Verdrag van Aarhus Nederland niet alsnog op de vingers zal tikken?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen in dit verband ook of met deze wijziging
wordt gegarandeerd dat er sprake is van publieksinspraak bij iedere heroverweging
of update, inclusief iedere verandering van de bedrijfsduur van de kerncentrale Borssele,
zoals wordt geëist onder het Verdrag van Aarhus? Op welke manier wordt dit gegarandeerd?
De leden van de JA21-fractie lezen dat de wetswijziging inzake een vergunning voor
aanpassing van de ontwerpbedrijfsduur van een nucleaire activiteit de uniforme openbare
voorbereidingsprocedure (UOV) verplicht stelt. Zodoende kan iedereen altijd vooraf
inspreken over de duur van de bedrijfsvoering van de installatie waarvoor de technische
veiligheid is aangetoond. Hiermee wordt onverhoopt de deur geopend voor activistische
vertragingstactieken die minder van doen hebben met de technische veiligheid van de
installatie zelf dan met verzet tegen kernenergie in het algemeen. Deze leden vragen
zich af of de UOV voldoende procedurele waarborgen biedt om dergelijk misbruik van
inspraak te voorkomen.
Financiële lasten
De leden van de CDA-fractie hebben een vraag over de kosten voor een vergunning tot
aanpassing van de ontwerpbedrijfsduur op grond van het Besluit vergoedingen Kernenergiewet
(BvK). Na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel moeten vergunninghouders een hogere
vergoeding voor hun vergunning betalen, in verband met het uitvoeren van de UOV. Deze
leden vragen de regering te verduidelijken waar dit bedrag precies uit bestaat. Ziet
de regering deze kosten als een sta-in-de-weg bij het exploiteren van een nucleaire
inrichting? Hoe vaak vindt een wijziging van de ontwerpbedrijfsduur ongeveer plaats
gedurende de exploitatie van een nucleaire inrichting?
Consultatie
De leden van de JA21-fractie stellen dat kernenergie een schone en veilige energiebron
is die bij uitstek beantwoordt aan de CO2-reductiedoelstellingen die de regering nastreeft. Uit de internetconsultatie spreekt de verwachting
dat de wetswijziging het moeilijker maakt om kernenergie aan te bieden. Deze leden
vragen zich af of verruiming van de inspraak, hoewel deze ziet op een situatie van
wijziging van de ontwerpbedrijfsduur die niet vaak gedurende de exploitatie van een
nucleaire inrichting zal plaatsvinden, de rechter desalniettemin een opstapje biedt
om op de stoel van de wetgever plaats te nemen, iets dat kan leiden tot uitspraken
met vergaande politieke consequenties zoals in het stikstofdossier en in het klimaatdossier.
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Meijer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.