Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 898 Wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming te wijzigen om de werkingsduur van die wet
te verlengen met twee jaar;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister zendt na elk experiment aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk.
B
In artikel 8 wordt «1 januari 2022» telkens vervangen door «1 januari 2024».
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 10 juni 2020 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure voor de
vaststelling van de verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere onderwerpen
in die wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet nieuwe procedure
vaststelling verkiezingsuitslagen) (35 489) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet eerder in werking treedt of
is getreden dan het bij koninklijke boodschap van 9 december 2020 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het
nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35 670) tot wet wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, worden in artikel
I van deze wet onder verlettering van de onderdelen A en B tot de onderdelen C en
D twee onderdelen ingevoegd, luidende:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onze Minister kan besluiten dat experimenten plaatsvinden bij een stemming tijdens
verkiezingen als bedoeld in de Kieswet met als doel de invoering van een stembiljet,
waardoor de mogelijkheid voor kiezers buiten Nederland hun stem tijdig uit te brengen
wordt bevorderd, doordat het stembiljet eerder kan worden toegezonden of van de elektronische
weg gebruik kan worden gemaakt.
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Onder verlettering van onderdeel b tot a en onderdeel d tot b vervallen de onderdelen
a en c.
b. In onderdeel a (nieuw) wordt voor «J 20» ingevoegd «E 5, » en wordt «M 6 tot en met
M 12 en M 14 tot en met M 17» vervangen door «M 6 tot en met M 9 en hoofdstuk N».
c. In onderdeel b (nieuw) vervalt «Y 22 tot en met Y 23,».
2. In het vierde lid wordt «artikel 2, derde lid» vervangen door «artikel 2, tweede
lid».
ARTIKEL III
Indien het bij koninklijke boodschap van 9 december 2020 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe
stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35 670) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet eerder in werking treedt of
is getreden dan het bij koninklijke boodschap van 10 juni 2020 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van de Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure
voor de vaststelling van de verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere
onderwerpen in die wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet
nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen) (35 489) tot wet wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, worden in artikel
I van deze wet onder verlettering van de onderdelen A en B tot de onderdelen D en
E drie onderdelen ingevoegd, luidende:
A
Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Minister kan besluiten dat experimenten plaatsvinden bij een stemopneming tijdens
verkiezingen als bedoeld in de Kieswet en de Wet algemene regels herindeling met als
doel de invoering van een centrale opzet van de stemopneming op gemeentelijk niveau
op één of meer locaties, waardoor de efficiency, transparantie en controleerbaarheid
van de stemopneming worden bevorderd.
B
In artikel 3, tweede lid, vervalt onderdeel b onder verlettering van de onderdelen
c en d tot b en c.
C
Artikel 4 vervalt.
ARTIKEL IV
De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming vervalt onmiddellijk,
indien:
a. het bij koninklijke boodschap van 10 juni 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging
van de Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure voor de vaststelling
van de verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die
wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet nieuwe procedure
vaststelling verkiezingsuitslagen) (35 489) tot wet wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt of is getreden;
en
b. het bij koninklijke boodschap van 9 december 2020 ingediende voorstel van wet tot
wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet
voor kiezers buiten Nederland (35 670) tot wet wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt of is getreden.
ARTIKEL V
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.