Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde Agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 2 en 3 september 2021
2021D31185 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 2 en 3 september 2021.
Voor dit overleg zijn de volgende kabinetsbrieven geagendeerd:
– Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 2 en 3 september 2021.
– Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 juli 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2390).
– Verslag van de informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 augustus
2021.
De fungerend voorzitter van de vaste commissie, Wilders
De griffier van de vaste commissie, Van Toor
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 2 en 3 september 2021. Zij hebben
hierover de onderstaande vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde
stukken. Deze leden hebben nog enkele vragen aan het kabinet.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken. Deze
leden hebben nog enkele vragen aan het kabinet.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken. Deze
leden hebben nog enkele vragen aan het kabinet.
De leden van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de
geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken en de bijbehorende brieven.
Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken. Deze
leden hebben nog enkele vragen aan het kabinet.
Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 2 en 3 september 2021
Afghanistan
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van het kabinet
om de lokale bevolking in Afghanistan te blijven steunen. Deze leden delen de opvatting
dat dit zo veel mogelijk in Europese Unie (EU)-verband moet plaatsvinden en op basis
van strikte conditionaliteit. In dit kader noemt het kabinet terecht het respecteren
van mensenrechten, met vrouwenrechten in het bijzonder. Zet het kabinet zich er daarnaast
voor in dat strikte condities worden gesteld rond migratie/evacuatie en het bestrijden
van terroristische groeperingen als Al-Qaida en IS-K? Wat is in dit opzicht de inzet
van het kabinet binnen de Europese Unie, zo vragen deze leden.
De huidige situatie in Afghanistan brengt de noodzaak met zich mee voor de Europese
Unie om contacten met de Taliban te onderhouden. Hoe verlopen de contacten tussen
de Europese Unie en de Taliban op dit moment? Wat is hierbij de inzet vanuit het Nederlandse
kabinet? Staat Nederland terughoudend en met grote reserves tegenover de erkenning
van een door de Taliban geleide (interim--)regering? Welke criteria hanteert het kabinet
om eventueel tot erkenning over te gaan, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
Op korte termijn is het van belang dat mensen die op de Nederlandse evacuatielijsten
stonden maar nog in Afghanistan verblijven, het land alsnog via het vliegveld van
Kaboel kunnen verlaten. Ook is het uit humanitair oogpunt van belang dat Taliban grensposten
open houdt. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om in EU-verband en met andere bondgenoten
de Taliban hiertoe te bewegen? Is het kabinet bereid om er in de Europese Unie op
aan te dringen om ontwikkelingsgelden, sancties en diplomatieke instrumenten als drukmiddel
in te zetten? Ziet het kabinet hiertoe nog andere drukmiddelen?
Hoewel de situatie in Afghanistan momenteel nog chaotisch en onvoorspelbaar is, moet
worden geanticipeerd op de middellange termijn. De leden van de VVD-fractie hechten
daarbij vooral aan het voorkomen dat Afghanistan opnieuw een uitvalsbasis wordt voor
terroristische groeperingen die aanslagen kunnen plegen op westerse doelen. Ziet het
kabinet dit ook als belangrijke prioriteit? Welke rol kan de Europese Unie in dit
opzicht spelen? Het is hiervoor van belang om in de toekomst een accurate informatiepositie
over Afghanistan te hebben. Deelt het kabinet de mening dat Europese landen zich actiever
moeten opstellen om in de toekomst eenzijdige afhankelijkheid van de inlichtingen
van de Verenigde Staten te voorkomen, en daarom ook meer moeten samenwerken in het
vergaren van voldoende inlichtingen? Ten slotte, welke mogelijkheden ziet het kabinet
om met buurlanden en andere grootmachten gezamenlijk op te trekken om terrorisme in
Afghanistan te bestrijden (via druk op de Taliban), zo vragen de leden van de VVD-fractie?
Naast de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben ook
buurlanden en grootmachten als China, Rusland en India er immers belang bij dat Afghanistan
geen vrijhaven voor terroristen wordt.
Voor de leden van de VVD-fractie is een andere belangrijke prioriteit het voorkomen
van ongecontroleerde migratiestromen richting Europa. Is dit ook een belangrijke prioriteit
voor het kabinet? Welke ondersteuning zijn Nederland en de Europese Unie bereid te
geven aan opvang in de regio? Welke afspraken zijn volgens het kabinet nodig tussen
de Europese Unie en omringende landen om ongecontroleerde migratiestromen te voorkomen?
Is het kabinet bereid erop aan te dringen dat de Europese Unie hier proactief afspraken
over maakt met landen in de regio, zo vragen deze leden?
De leden van de D66-fractie maken zich grote zorgen over de steeds penibelere situatie
in Afghanistan, zeker nu de Amerikanen niet in staat of bereid zijn het tijdvak voor
de evacuatie te verlengen. Wordt er gesproken over het scenario dat de Europese partners
inclusief Groot-Brittannië in Afghanistan blijven na het vertrek van de Amerikanen?
Zijn er scenario’s mogelijk voor een Europese aanwezigheid op de luchthaven van Kaboel
zonder Amerikaanse aanwezigheid, zo vragen de leden van de D66-fractie? Zo ja, hoe
realistisch zijn deze scenario’s en worden hier al voorbereidingen voor getroffen?
Is er een scenario mogelijk waarbij de Amerikanen alleen luchtsteun en inlichtingen
blijven verschaffen maar de Amerikaanse manschappen worden vervangen door Europese
eenheden? Kan het kabinet deze vragen opbrengen in de Raad?
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) zal aanwezig zijn tijdens deze Raad Buitenlandse Zaken
en zal onder anderen spreken over de situatie in Afghanistan. De leden van de CDA-fractie
vragen het kabinet of de HV ook zal spreken over zijn suggestie om naar aanleiding
van de situatie in Afghanistan een Europees leger op te tuigen en wanneer dat zo is
wat de input wordt van het kabinet in een rondgang langs de deelnemers van de Raad.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet bovendien in te brengen dat de HV zijn
standpunt verduidelijkt en naar aanleiding daarvan bereid is de lidstaten verschillende
opties en/of varianten voor te leggen van dergelijke vergaande suggesties op militaire
samenwerking. Daarbij bovendien de lessen in acht nemend die nu al getrokken kunnen
worden uit de recente ervaringen in Afghanistan. Tevens vragen deze leden of ook de
geopolitieke rol van de Verenigde Staten wordt besproken en de gevolgen van het optreden
van de Verenigde Staten in Afghanistan wordt gezien als een appel op de verantwoordelijkheid
voor het mondiale gezamenlijke optreden van de EU-lidstaten. De leden van de CDA-fractie
vragen het kabinet welke rol de Europese Unie kan spelen en op welke manier dat besproken
zal gaan worden tijdens deze Raad om voor een langere periode mensen te kunnen evacueren
uit Afghanistan en op welke manier EU-lidstaten daarbij meer samen zouden kunnen werken.
Het kabinet is van mening dat de Europese Unie zich op korte termijn in elk geval
moet blijven inzetten voor het verlenen van humanitaire steun aan de Afghaanse bevolking.
De leden van de CDA-fractie ondersteunen deze inzet en vragen het kabinet wat daarmee
precies bedoeld wordt en op welke manier Nederlandse inzet Europese inzet kan aanvullen
of versterken. Tevens vragen deze leden of er ook contact is door de Europese Unie
met de omringende landen om opvang van vluchtelingen in de regio te ondersteunen met
Europese inzet. Het kabinet stelt in de brief immers dat het van cruciaal belang dat
de Europese Unie de relatie met de buurlanden van Afghanistan intensiveert. Dit onderstrepen
de leden van de CDA-fractie dus, maar vragen het kabinet dit concreet te maken en
aan te geven welke acties daaromtrent door de Europese Unie en door lidstaten genomen
zijn. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet ook welke rol de Verenigde Staten
speelt in het faciliteren van opvang van vluchtelingen in de regio en of er extra
Amerikaanse middelen worden ingezet om dergelijke faciliteiten op te zetten en buurlanden
te ondersteunen. Tevens vragen deze leden welke rol China en Rusland daarin spelen?
De leden van de SP-fractie maken zich grote zorgen over de ontwikkelingen in Afghanistan,
in het bijzonder over de evacuatie van kwetsbare personen uit het land, die soms voor
Nederland hebben gewerkt. Deze leden vragen het kabinet aan te geven tot wanneer Nederland
effectief kan werken aan evacuatie vanuit Kaboel. Zal dit uiterlijk 31 augustus, en
vermoedelijk al enkele dagen daarvoor, (min of meer) tot stilstand komen? Hoeveel
tijd heeft Nederland nodig om al het personeel uit Kaboel weg te halen? Volgt Nederland
de Verenigde Staten, dat nu onderdanen ontraadt naar het vliegveld te komen? Heeft
het Nederlandse kabinet inzicht in de dreiging die de basis vormt voor deze Amerikaanse
opstelling?
Wat het optreden van de Nederlandse militairen buiten het vliegveld in Kaboel betreft,
vragen de SP-leden het kabinet aan te geven hoe, wanneer en tot in welk detail de
Kamer geïnformeerd gaat worden over de activiteiten die nu uitgevoerd worden. Deze
leden hechten er belang aan dat ook op dit punt verantwoordelijkheid richting de Kamer
wordt afgelegd. Kan ook aangegeven worden of er een soort van rangorde geldt voor
het ophalen van mensen buiten het vliegveld in Kaboel? Komt iedereen hiervoor in gelijke
mate in aanmerking of wordt er onderscheid gemaakt? Worden ook mensen zonder Nederlands
paspoort opgehaald van buiten het vliegveld, zo vragen de leden van de SP-fractie?
Het kabinet heeft aangegeven dat Afghanen die in het verleden voor Nederland hebben
gewerkt niet allemaal geëvacueerd kunnen worden. De leden van de SP-fractie vinden
dat uitermate pijnlijk. Deze leden vragen het kabinet aan te geven om welke aantallen
het hier gaat. Wat is de verwachting hoeveel Afghanen die nu op lijsten van Nederland
staan niet geëvacueerd kunnen worden? Als deze informatie nu niet voorhanden is, kan
deze op een later moment dan alsnog gegeven worden? Kan ook aangegeven worden hoeveel
Afghanen en Nederlanders inmiddels door Nederland geëvacueerd zijn en hoeveel er nu
nog op evacuatielijsten voorkomen? Hoeveel van de duizenden meldingen die zijn gedaan
staan nu (nog) niet op de evacuatielijst van Nederland? Waarom niet? Klopt het dat
vele tientallen bussen, met onder andere Nederlanders aan boord, in de file staan
nabij het vliegveld en maar geen toegang krijgen, zo vragen deze leden? Of zitten
hier inmiddels geen Nederlanders of voor Nederland bestemde Afghanen meer in omdat
ze allemaal toegelaten zijn?
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet ook waarom het kennelijk niet lukt de
deadline voor evacuatie tot na 31 augustus te laten voortduren. Is hierover overleg
met de Taliban? Is Nederland bij dat overleg betrokken? Wat is de stand van zaken
met betrekking tot dit overleg, zo vragen deze leden.
Het kabinet schrijft over de internationaalrechtelijke basis van de evacuatieoperatie,
zo lezen de leden van de SP-fractie. Kan daar nader op ingegaan worden? In hoeverre
is deze rechtsgrond internationaal breed geaccepteerd?
Hulporganisaties geven aan dat er grote tekorten ontstaan in Afghanistan sinds de
machtsovername door de Taliban, onder andere op het gebied van voedsel en medische
hulpmiddelen. De leden van de SP-fractie vragen het kabinet een beeld te schetsen
van de huidige tekorten en uitdagingen in Afghanistan. Is het kabinet bereid in internationaal
verband erop aan te blijven dringen dat hulp aan Afghanistan nodig is en is Nederland
ook bereid zelf te blijven leveren, ook in de toekomst? Deelt het kabinet met de leden
van de SP-fractie dat het onwenselijk zou zijn als Afghanistan opnieuw van de buitenwereld
wordt afgesneden?
De leden van de SP-fractie vragen tenslotte hoe de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
(NAVO) lessen gaat trekken uit de gebeurtenissen van de afgelopen periode? Ligt daarbij
ook de vraag op tafel waarom het bondgenootschap het niet is gelukt in twintig jaar
oorlog een ook maar enigszins functionerende Afghaanse staat achter te laten? Wil
Nederland dit punt inbrengen als de NAVO zich over de evaluatie buigt, zo vragen de
leden van de SP-fractie?
Ten aanzien van de evacuatie uit Afghanistan zouden de leden van de fractie van de
ChristenUnie het kabinet willen vragen wat er concreet ondernomen is om Afghanen uit
hoogrisicogroepen, zoals bedoeld in de motie Belhaj c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 788), te helpen evacueren? Deze leden lezen dat het van cruciaal belang is dat de Europese
Unie de relatie met de buurlanden van Afghanistan intensiveert en dat zij moeten worden
bijgestaan bij de opvang van Afghaanse vluchtelingen en zo nodig bij preventie en
tegengaan van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit als gevolg van de crisis
in Afghanistan. Zij hebben ook opgemerkt dat het kabinet, in de persoon van premier
Rutte, gesproken heeft met de Pakistaanse premier over de situatie. Heeft het kabinet
daarbij ook gesproken over de Pakistaanse steun voor de Taliban? Zo nee, waarom niet?
Hoe werkt het feit dat Pakistan de Taliban al vanaf de jaren «90 steunt door in de
verhouding tussen de Europese Unie en Pakistan? Wat is in dit verband de ratio achter
de gunstige handelsstatus die Pakistan heeft met de Europese Unie, zo vragen de leden
van de ChristenUnie-fractie? Is het kabinet van plan die status ter discussie te stellen
wanneer Pakistan de Taliban blijft steunen en daarmee indirect bijdraagt aan vluchtelingenstromen
in de richting van Europa? Zo nee, waarom niet? Kan het kabinet in dit verband haar
eigen visie op de relatie tussen Nederland, de Europese Unie en Pakistan schetsen,
zo vragen deze leden?
Op 17 augustus jl. vond een extra ingelaste Raad Buitenlandse Zaken plaats over de
situatie in Afghanistan, zo constateren de leden van de fractie van Volt. Daar spraken
de lidstaten unaniem hun zorgen uit over de situatie in Afghanistan. De leden van
de fractie van Volt onderschrijven deze zorgen en uit in het bijzonder zorgen over
de periode na 31 augustus wanneer de Amerikaanse troepen Afghanistan verlaten. Hoe
nu verder, zo vragen deze leden?
Eerder vandaag (26 augustus 2021) kondigden de demissionaire Ministers van Buitenlandse
Zaken en Defensie en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan dat later vandaag
de laatste Nederlandse evacuaties uit Kaboel zullen plaatsvinden, zo constateren de
leden van de Volt-fractie. Ook andere landen kondigden aan de evacuaties te stoppen.
De leden van de Volt-fractie hebben in dit kader een aantal vragen over de deelname
van het kabinet in de persoon van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Gymnich
van 2 en 3 september 2021. Allereerst: (i) wat is de inzet van het kabinet om in EU-verband
zo goed mogelijk zorg te dragen en veiligheid te verschaffen voor de mensen, waaronder
EU-burgers, die in Afghanistan zullen achterblijven na 31 augustus? (ii) Ligt er al
een plan om hierbij als EU gezamenlijk op te trekken? Zo ja, (iii) hoe beoordeelt
het kabinet dit plan? Zo niet, (iv) hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat een dergelijk
plan er alsnog komt? (v) Wat zal de Nederlandse inzet zijn, met betrekking tot de
diplomatieke relaties tussen Nederland, de Europese Unie en de – in de woorden van
het kabinet – de facto Afghaanse autoriteiten? (vi) Kijkt het kabinet in EU-verband naar diplomatieke relaties
met China en Rusland? Zo ja, (vii) op welke manier wordt er met deze landen gesproken
om de veiligheid van EU-burgers en Afghanen te garanderen, zo vragen de leden van
de Volt-fractie?
In het verslag van de extra ingelaste Raad Buitenlandse Zaken van 17 augustus jl.
benadrukt het kabinet het belang van internationale samenwerking, onder meer op het
gebied van het monitoren van de veiligheidssituatie, het in kaart brengen van migratiestromen
en het geven van humanitaire steun, zo lezen de leden van de Volt-fractie. (i) Hoe
gaat het kabinet ervoor zorgen dat in EU-verband wordt samengewerkt om tot een gezamenlijke
Europese aanpak te komen om Afghaanse vluchtelingen in de Europese Unie op te vangen?
(ii) Wat zal het kabinet doen als losse lidstaten een gezamenlijke oplossing dwarsliggen?
In het geval blijkt dat er onvoldoende draagvlak is voor een gezamenlijke aanpak op
EU-niveau, (iii) welke andere aanpak zal het kabinet dan voorstellen om ervoor te
zorgen dat vluchtelingen goed in de EU worden opgevangen, zo vragen deze leden?
Zowel in het verslag extra Raad Buitenlandse Zaken als in de geannoteerde agenda van
de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich komt naar voren dat het kabinet en de
Europese Unie zullen blijven inzetten op humanitaire assistentie aan Afghanistan en
haar bevolking, ondanks de – in haar woorden – de facto machtsovername door de Taliban. Het kabinet geeft aan dat het nog niet helemaal duidelijk
is hoe die steun eruit zou moeten zien. (i) Kan het kabinet wel aangeven welke concrete
voorstellen zij zal doen voor Europese humanitaire noodhulp tijdens de Gymnich? Zo
ja, (ii) welke voorstellen zal zij doen? (iii) Is het kabinet bekend met het feit
dat Duitsland 100 miljoen euro aan noodhulp beschikbaar zal stellen voor internationale
hulporganisaties die Afghanen in omringende landen bijstaan? (iv) Hoe gaat het kabinet
zich tijdens de Gymnich inzetten om noodhulp voor Afghaanse burgers ook vanuit de
Europese Unie beschikbaar te stellen? (v) Kan het kabinet bevestigen dat dit om een
additioneel bedrag zal gaan en dus niet ten koste gaat van de opvang van vluchtelingen
in Europa, zo vragen de leden van de Volt-fractie? Voorts schrijft het kabinet dat
EU-inzet zoveel mogelijk ten goede moet komen van het maatschappelijke middenveld
in Afghanistan en dat het tegelijkertijd van groot belang is dat samenwerking met
een toekomstige Afghaanse overheid op basis van strikte conditionaliteit geschiedt.
Schendingen van EU-eisen op het gebied van onder andere mensenrechten en rechtsstaat,
zullen gevolgen hebben voor de inzet van Europese ontwikkelingssamenwerking. (i) Hoe
ziet het kabinet dit? (ii) Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat de lidstaten overeenstemming
vinden om zoveel mogelijk Europese OS-inzet zo snel mogelijk bij de behoevende burgers
in Afghanistan terechtkomt, los van het handelen van eventuele toekomstige Afghaanse
overheden, zo vragen de leden van de Volt-fractie?
EU – Golfregio
De leden van de VVD-fractie delen het belang dat het kabinet hecht aan een stabiele
Golfregio. Wat is de huidige status met betrekking tot de onderhandelingen voor een
terugkeer naar het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA)? Hoe ziet het kabinet daarbij het Iraanse besluit om uranium tot een percentage
van zestig procent te verrijken? Gaat het hierbij nog om een drukmiddel in onderhandelingen,
of lijkt Iran dat stadium nu voorbij? Welke mogelijkheden ziet het Nederlandse kabinet
in EU-verband om de druk op alle betrokken partijen op te voeren om tot een akkoord
te komen, zo vragen deze leden?
De leden van de VVD-fractie hebben zorgen over de destabiliserende en agressieve rol
van Iran in de Golfregio. Hoe beoordeelt het kabinet de recente aanval op een olietanker
(waarbij twee doden vielen) en de rol van Iran hierin? Wat kan de Europese Unie volgens
het kabinet doen om dergelijke aanvallen van Iran in de toekomst te voorkomen?
Enkele Golfstaten spelen een belangrijke rol in het financieren van terroristische
organisaties in het Midden-Oosten, waaronder Hamas. Welke mogelijkheden ziet het kabinet
om in EU-verband druk uit te oefenen op de betreffende golfstaten om deze financieringsstromen
af te bouwen, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
De leden van de D66-fractie merken op dat er in de geannoteerde agenda over de relatie
tussen de Europese Unie en de Golfstaten niets wordt genoemd over het schrijnende
conflict in Jemen. Waarom wordt hier niets over vermeld, zo vragen deze leden? Waarom
wordt er gesproken over de goede betrekkingen met Arabische Golflanden zonder de humanitaire
ramp te noemen die zich al zeven jaar op het Arabische schiereiland voltrekt? Kan
het kabinet toezeggen het conflict in Jemen te betrekken bij de reeds lopende onderhandelingen
tussen Saoedi-Arabië en Iran? Deelt het kabinet de mening dat een einde tot het conflict
in Jemen alleen tot stand kan komen als de Jemenieten zelf, onderling, een akkoord
sluiten? Is er voor de Europese Unie een rol weggelegd voor het bereiken van zo’n
akkoord?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de toenemende agressie in de Perzische
Golf. Wat doet de Europese Unie gezamenlijk tegen de toenemende dreigingen voor scheepsvaart
in de Perzische golf? Wat is daarbij de Nederlandse inzet, zo vragen deze leden?
Over het JCPOA vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie zich af waarom het
kabinet een terugkeer naar het JCPOA met Iran wenselijk acht. Welke voorwaarden zou
zij daaraan willen stellen? Overigens vragen deze leden zich ook af waarom Nederland
een vertegenwoordiger heeft gestuurd naar de inauguratie van de nieuwe Iraanse president,
gezien diens staat van dienst in het bijzonder, de Iraanse mensenrechtensituatie en
de Iraanse rol bij geweld in buurlanden in het algemeen? Zou het kabinet ook een dergelijke
vertegenwoordiger afvaardigen als het ging om bijvoorbeeld het regime in Myanmar,
zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie? Zo nee, waarom valt Iran deze behandeling
dan ten deel? Deze leden zouden willen weten waarom het kabinet streeft naar betere
betrekkingen met het Iraanse regime.
EU-China
De VVD-fractieleden delen de zorgen van het kabinet en de kritische houding ten aanzien
van China. Tegelijkertijd erkennen zij het belang om in gesprek te blijven met China,
zowel over lastige onderwerpen als over thema’s waarop samenwerking mogelijk is. Als
onderwerp waarop samenwerking mogelijk is noemt het kabinet expliciet klimaat. Uiteraard
is het van belang dat China de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs nakomt.
Kan het kabinet in meer detail toelichten welke samenwerking er op klimaat er mogelijk
is tussen China en de Europese Unie (in aanvulling op het nastreven van dezelfde klimaatdoelen)?
Wat houdt deze gewenste samenwerking concreet in, zo vragen deze leden?
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van eenheid tussen de EU-lidstaten
tegenover China. Daarbij zijn deze leden het eens met kabinet dat lidstaten elkaar
moeten steunen als een van hen door China onder druk wordt gezet, om zo te voorkomen
dat Europa uit elkaar wordt gespeeld. Hiervoor is wel een voorwaarde dat er meer transparantie
is over de druk die China uitoefent op individuele lidstaten, bijvoorbeeld via investeringen
in Europese bedrijven en vitale infrastructuur en via cyberaanvallen. De leden van
de VVD-fractie vragen het kabinet welke mogelijkheden het kabinet ziet om de gegevensuitwisseling
en samenwerking tussen EU-lidstaten te verbeteren ten aanzien van Chinese investeringen
en cyberdreigingen?
In datzelfde kader wijzen de leden van de VVD-fractie op de recente Chinese druk op
Litouwen, omdat dat land de naam Taiwan heeft gebruikt bij het openen van een vertegenwoordiging
aldaar. Is het kabinet bereid zich in te spannen voor een steunbetuiging aan Litouwen
vanuit de Europese Unie, zo vragen deze leden?
Verder zien de leden van de VVD-fractie de strategische afhankelijkheden van de Europese
Unie ten opzichte van China als een belangrijke onevenwichtigheid die dient te worden
verminderd. Zolang de Europese Unie afhankelijk blijft van China voor cruciale grondstoffen,
producten en technologieën, heeft China een belangrijk drukmiddel in handen richting
de Europese Unie. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om lopende initiatieven te
versnellen die als doel hebben om strategische afhankelijkheden van China te verminderen?
Is het kabinet bereid om in EU-verband te pleiten voor het versnellen en uitbreiden
van deze initiatieven, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
De leden van de D66-fractie moedigen een nieuwe Europese Unie-China top aan. Zal het
kabinet dit voorstellen in de Raad? Op welke manier kan de Europese Unie er voor zorgen
dat China haar ecologische voetprint gaat verminderen? Is het mogelijk dat een EU-delegatie
voor de
26ste Conference of Parties (COP) van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) van 1–12 november 2021 in Glasgow zowel een gesprek met China als met India
voert over klimaatverandering, om de kansen op een ambitieuze uitkomst in Glasgow
te verhogen? Kan het kabinet bij het volgende gesprek tussen de Europese Unie en China
aandacht vragen voor de mensenrechtensituatie in Xinjiang en Tibet? Kan het kabinet
tevens aandacht vragen voor de recente afbreuk van vrijheden in Hong Kong en het ondermijnen
van het «een land, twee systemen» door China, zo vragen de leden van de D66-fractie?
Daarnaast constateren deze leden een toenemende mate van Chinese agressie jegens buurtland
Taiwan, een land dat fundamentele waarden als vrijheid en democratie met de Europese
Unie deelt. Is het kabinet bereid in de Raad voor te stellen de gespannen situatie
rondom Taiwan in de eerst volgende gesprekken met China te adresseren, en daarbij
de agressie van China af te keuren?
Ten aanzien van China vragen de leden van de ChristenUnie-fractie zich af of het kabinet
het met deze leden eens is dat de Raad tot een gezamenlijk standpunt zou moeten komen
ten aanzien van China, nu dit land Litouwen onder druk zet omdat het uit de 17+1-groep
is gestapt en de handelsbetrekkingen met Taiwan aanhaalt.
Lunch met Minister BZ India
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat er overleg plaatsvindt met de Minister
van Buitenlandse Zaken van India, aangezien het belangrijk is om de samenwerking tussen
de Europese Unie en India te versterken. Welke mogelijkheden ziet het kabinet ten
aanzien van veiligheid om de samenwerking met India te intensiveren?
Met het oog op het verminderen van strategische afhankelijkheden van China liggen
er mogelijk kansen door de inkoop van grondstoffen, essentiële producten en technologie
vanuit India te vergroten. Welke concrete kansen ziet het kabinet, zo vragen de leden
van de VVD-fractie? En welke rol kan de Europese Unie spelen om waardeketens te diversifiëren
door het vergroten van de invoer vanuit India?
Overig
Wit-Rusland
Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie een vraag over de berichten dat Belavia
met van Europese bedrijven gehuurde vliegtuigen vluchten met migranten, onder meer
vanuit Turkije, blijft uitvoeren, die vervolgens naar de grenzen met Litouwen en Polen
worden gebracht. De leden van de VVD-fractie dringen al langer aan op een stevigere
aanpak van Belarus, en vinden dat het aanpakken van deze vluchten hierbij een voornaam
doel zou moeten zijn. Welke activiteiten onderneemt het kabinet om (in lijn met de
motie Brekelmans, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2385) aanvullende sancties tegen Belarus voor te bereiden? En wat zouden in dat kader
de effecten zijn van het op een sanctielijst plaatsen van Belavia, of het verbieden
van samenwerking en transacties met dit bedrijf door Europese entiteiten? Ziet het
kabinet dit als een passende sanctie, zo vragen deze leden?
Doel van deze Raad in Gymnichformat is ruimte bieden voor een strategische discussie,
met enige afstand tot de actualiteit. De leden van de CDA-fractie hebben daarom tenslotte
nog enkele additionele vragen over Rusland en Wit-Rusland welke het kabinet mogelijk
kan inbrengen tijdens de strategische discussies in deze Raad.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft een bedrag van bijna een miljard dollar
toegezegd aan Wit-Rusland. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of het mogelijk
is dat de EU-lidstaten hier gezamenlijk bezwaar tegen maken binnen het IMF. De argumentatie
van het IMF is dat niet voldoende staten het Wit-Russische regime veroordelen, echter
de leden van de CDA-fractie kunnen zich voorstellen dat ook het IMF bepaalde mensenrechten
en democratische indicatoren hanteert bij de inzet van middelen. De leden van de CDA-fractie
vragen het kabinet dit in te brengen en de Europese Unie te verzoeken actie te ondernemen,
mogelijk in een coördinerende rol, om deze financiële injectie door het IMF in Wit-Rusland
te voorkomen en wanneer dat niet het geval is te onderzoeken hoe voorkomen kan worden
dat met deze financiële injectie door het IMF sancties van de Europese Unie teniet
worden gedaan.
Het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada hebben afgelopen week nieuwe
economische sancties aangekondigd tegen Wit-Rusland. De leden van de CDA-fractie vragen
het kabinet hoe deze sancties zich verhouden tot de reeds ingestelde sancties door
de Europese Unie en vragen het kabinet tevens of deze nieuwe sancties van Verenigd
Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada gesteund of overgenomen kunnen worden door
de Europese Unie binnen de reeds ingestelde sancties van de Europese Unie.
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie het kabinet om de vluchtelingen crisis in
Litouwen tijdens deze Raad te bespreken. Deze leden verzoeken het kabinet om haar
Litouwse collega te vragen naar de situatie, te overwegen wat eventuele extra EU-inzet
kan zijn en in het strategische Gymnichdiscussieformat te bezien hoe voorkomen kan
worden dat Wit-Rusland vluchtelingen, mensen dus, gebruikt om de Europese Unie onder
druk te zetten.
Syrië
Ten slotte vragen de leden van de CDA-fractie in discussie met de HV tijdens deze
Raad te vragen naar de situatie in Daraa Al-Balad in het zuiden van Syrië. Syrische
activisten waarschuwen namelijk voor een humanitaire ramp nu het Assad-regime en Russische
troepen de woonwijk sinds 24 juni belegeren. Voedsel, medicijnen en andere noodzakelijke
levensmiddelen worden niet toegelaten en burgers melden dat internet- en elektriciteit
zijn afgesloten. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om te onderzoeken
wat de Europese Unie kan doen in deze situatie en wat eventueel in gezamenlijkheid
met andere lidstaten gedaan kan worden om een humanitaire ramp af te wenden.
Azerbeidzjan /Armenië
Hoewel het niet op de agenda van deze Raad staat willen de leden van de fractie van
de ChristenUnie ook vragen hoe het kabinet denkt over de recente uitlatingen en daden
van de Azerbeidzjaanse president Aliyev ten aanzien van Armenië. Brengen dergelijke
uitlatingen en daden het kabinet nog op andere gedachten over de oorzaak van het uitbreken
van de recente vijandelijkheden tussen deze landen, of houdt zij zich strikt aan het
adagium dat waar er twee kijven er altijd twee even veel schuld hebben? Is het kabinet
bereid haar collega’s in de Raad op te roepen tot een strengere houding ten opzichte
van de regering-Aliyev? Zo nee, waarom niet, zo vragen deze leden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Geert Wilders, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.