Brief commissie : Brief van de commissie voor de Rijksuitgaven inzake de dechargeverlening voor het door de ministers gevoerde financieel beheer in het jaar 2020
35 830 Financieel jaarverslag van het Rijk 2020
Nr. 39 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2021
Naar aanleiding van de behandeling van de verantwoordingsstukken van de ministers
                  over het jaar 2020 brengt de commissie voor de Rijksuitgaven hierbij advies uit aan
                  de Kamer over de dechargeverlening voor het door de ministers gevoerde financiële
                  beheer in 2020.1
Het sluitstuk van de begrotingscyclus is de goedkeuring van de slotwetten en de dechargeverlening
                  aan de ministers voor het gevoerde financieel beheer. Het besluit over dechargeverlening
                  neemt de Kamer voornamelijk op basis van de door de Algemene Rekenkamer onderzochte
                  departementale en niet-departementale jaarverslagen, alsmede het door de Algemene
                  Rekenkamer onderzochte Financieel Jaarverslag van het Rijk. Nadat de Kamer heeft besloten
                  over de dechargeverlening zal de Kamervoorzitter het besluit bekrachtigen met een
                  aantekening in de jaarverslagen, waarna deze worden doorgeleid ter behandeling in
                  de Eerste Kamer.2
Aandacht voor dechargeverlening in de commissies
Zoals in voorgaande jaren hebben de commissies ook dit jaar, op advies van de vaste
                  commissie voor Financiën,3 bij de behandeling van de jaarverslagen aandacht besteed aan het gevoerde financieel
                  beheer. Enkele commissies hebben daarbij expliciet de relatie gelegd met de door de
                  Kamer te verlenen decharge aan ministers.
               
In 2020 besloten veel commissies door beperkingen in het vergaderregime vanwege het
                     coronavirus tot een schriftelijke behandeling van hun jaarverslagen. Dit jaar besloten
                     12 van de 13 vaste commissies een wetgevingsoverleg in te plannen. Drie commissies
                     hebben daar om uiteenlopende redenen uiteindelijk toch van afgezien en besloten hun
                     jaarverslagen schriftelijk te behandelen of te agenderen vooreen ander overleg.4
Elf commissies besloten rapporteurs te benoemen – één meer dan het tot nog toe hoogste
                     aantal van tien commissies met rapporteurs bij de verantwoording over begrotingsjaar
                     2017.5 Namens de commissies hebben de rapporteurs hun bevindingen gedeeld in het wetgevingsoverleg
                     met de betrokken bewindslieden. De commissies EZK en IenW hebben na annulering van
                     hun wetgevingsoverleggen de bevindingen van hun rapporteurs schriftelijk voorgelegd
                     aan de verantwoordelijke bewindslieden.
                  
De fungerend voorzitter van de commissie voor de Rijkuitgaven, het lid Sneller (D66),
                     heeft namens de commissie voorafgaand aan het plenaire Verantwoordingsdebat contact
                     gezocht met de rapporteurs van de commissies Defensie en VWS, vanwege de ernstige
                     onvolkomenheden die de Algemene Rekenkamer constateerde in de jaarverslagen van de
                     betreffende departementen. Dit overleg mondde uit in de aangenomen motie-Sneller c.s.
                     (Kamerstuk 35 830, nr. 9), waarin de regering wordt verzocht ten minste tweemaal tussentijds aan de Kamer
                     te rapporteren over de voortgang van het aanpakken van deze ernstige onvolkomenheden
                     en voorafgaand aan de wetgevingsoverleggen over het jaarverslag in de betreffende
                     vakcommissies een voorstel aan de Kamer te sturen over de vormgeving en timing van
                     deze rapportages. Voorts heeft de commissie voor de Rijksuitgaven daags na het Verantwoordingsdebat
                     een inspiratie- en intervisiebijeenkomst met rapporteurs georganiseerd, waaraan veel
                     rapporteurs hebben deelgenomen. Hierin werd teruggeblikt op het Verantwoordingsdebat
                     en vooruitgeblikt op de behandeling van de departementale jaarverslagen.
                  
Bij de diverse wetgevingsoverleggen zijn moties ingediend die in de plenaire vergadering
                  in stemming zijn gebracht. In de laatste vergaderweek voor het zomerreces wordt de
                  slotwet Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (35 830 XIV) nog plenair behandeld.
               
De commissie voor de Rijksuitgaven heeft geconstateerd dat bij de behandeling van
                  de jaarverslagen geen moties zijn ingediend die tot doel hebben slechts onder een
                  bepaalde voorwaarde aan een Minister decharge te verlenen, dan wel om de dechargeverlening
                  op te schorten of te onthouden.
               
Advies voor plenaire afronding dechargeverlening
Het advies van de commissie voor de Rijksuitgaven luidt in het licht van bovenstaande
                  dat door de Kamer aan alle ministers decharge kan worden verleend, met inachtneming
                  van de diverse toezeggingen van bewindspersonen ter verbetering van het financieel
                  beheer6.
               
De fungerend voorzitter van de commissie, Sneller
De griffier van de commissie,Schukkink
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Joost Sneller, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier