Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verbeterplan van de registratie van arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen (BRP) (Kamerstuk 27859-153)
2021D25456 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over
de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
26 mei 2021 (Kamerstukken 27 859 en 29 861, nr. 153) over het Verbeterplan van de registratie van arbeidsmigranten in de Basisregistratie
Personen (BRP).
De fungerend voorzitter van de commissie, Martin Bosma
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
2
2.
Stand van zaken
3
3.
Het stappenplan
4
4.
Uitvoering
5
5.
Relatie met overige wetgeving
5
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor de brief van 26 mei 2021 over het voornemen om contactgegevens en tijdelijke
verblijfsadressen van niet-ingezetenen te gaan registreren. Dat achten de leden van
de VVD-fractie een goede zaak, want niet-ingezetenen, waaronder ook vaak arbeidsmigranten,
verblijven soms jarenlang in Nederland zonder geregistreerd te worden als ingezetenen
bij een gemeente, met alle problemen van dien, zoals wel is gebleken. De Staatssecretaris
geeft in de brief aan te kiezen voor een stapsgewijze aanpak van deze problematiek.
Allereerst zullen door middel van een experiment de contact-gegevens op vrijwillige
basis worden verzameld en worden gebruikt met toestemming. In stap 2 zullen door middel
van een uitgebreider experiment de contactgegevens en tijdelijke verblijfsadressen
worden geregistreerd, actueel worden gehouden en worden verstrekt op basis van autorisatiebesluiten.
Stap 3 is het evalueren van de experimenten en het voorbereiden van wetswijziging.
De leden van de D66-fractie danken de Staatssecretaris voor het verbeterplan registratie
arbeidsmigratie en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het verbeterplan registratie arbeidsmigranten
en hebben hierover nog een enkele vraag. Hoe verhouden deze plannen zich ten opzichte
van de aanbevelingen van het aanjaagteam onder leiding van Emile Roemer en hoe verhouden
deze plannen zich ten opzichte van het ingediende amendement Rajkowski c.s.?
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggend
verbeterplan om te registratie van arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen
(BRP) te verbeteren. Deze leden zijn van mening dat een deel van de problematiek,
namelijk de vaak erbarmelijke omstandigheden waar arbeidsmigranten mee te maken hebben,
voor een deel te wijten is aan het feit dat de desbetreffende autoriteiten geen zicht
hebben op waar zij verblijven. Registratie in de BRP moet daar een einde aan maken.
Ook deze leden zijn doordrongen van de ernst van de problematiek. Alleen begrijpen
deze leden niet waarom de Staatssecretaris in diens verbeterplan dan voor een stapsgewijze
aanpak kiest. Vergen urgente problemen niet juist een doortastende aanpak door de
benodigde wet- en regelgeving meteen aan te passen en maatregelen te nemen om gemeenten
en andere instellingen voor te bereiden op deze nieuwe registratie van niet-ingezetenen?
Hoe verhoudt zich het stappenplan tot het advies van de Commissie Roemer om arbeidsmigranten
als ingezetenen te registreren op het feitelijk adres waar zij verblijven?
Hoe voorzien uw plannen erin dat ook meereizende partners en kinderen van arbeiders
worden geregistreerd?
Voorzien de plannen in een wettelijke grondslag voor gegevensuitwisseling en bestandvergelijking
tussen RNI, Belastingdienst, UWV, gemeenten en DUO? Zo ja, op welke wijze? Zo nee,
waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het
verbeterplan van de registratie van arbeidsmigranten in de basisregistratie personen.
Deze leden hebben voor dit moment een vraag aan de Staatssecretaris. In het verbeterplan
lezen zij dat de Staatssecretaris stappen wil zetten, maar dat deze stappen deels
in de vorm van vrijwilligheid en experimenten worden voorgesteld. Kan nader worden
ingegaan op de redenen voor deze keuze waarom er niet voor is gekozen wettelijke stappen
te zetten en de verbeteringen daarmee juridisch te borgen?
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief
van de Staatssecretaris. Zij hebben enkele vragen.
2. Stand van zaken
Allereerst vragen de leden van de VVD-fractie naar de meest recente stand van zaken
als het gaat om de voorbereiding van dit experiment. Hoever is het departement daarmee?
Hoever zijn de gemeenten? Het experiment met als doel om de registratie van arbeidsmigranten
in de BRP te verbeteren past in het nieuwe artikel 4.16A van de BRP, zoals voorgesteld
in het wetsvoorstel Wijziging van de Wet basisregistratie personen (TK 35 648). Waarom wordt stap 1 niet overgeslagen, zodat direct met het volledig registreren
van contactgegevens en tijdelijke verblijfsadressen van arbeidsmigranten in de BRP
kan worden begonnen? Speelt daarbij meer dan alleen het voltooien van het wetsvoorstel
Wijziging van de Wet basisregistratie personen (TK 35 648)? De voorkeur van de leden van de VVD-fractie gaat uit naar het zo spoedig mogelijk
uitvoeren van het experiment, ervan uitgaande dat eerst een experiment nodig is en
het opnemen van de gegevens in de BRP niet meteen in de wet kan worden verankerd.
Gaarne krijgen zij een reactie van de Staatssecretaris.
De leden van de D66-fractie vragen wat de ervaringen zijn met het lopende experiment
waarbij door 19 RNI-loketten bij gemeenten vrijwillig e-mailadressen en telefoonnummers
van niet-ingezetenen worden geregistreerd. De leden vragen ook waarom het tot de zomer
van 2022 moet duren om het tweede deel van het experiment in werking te laten treden,
waarbij ook tijdelijke verblijfsadressen worden geregistreerd en bijgehouden kunnen
worden in het BRP. De leden vragen of dit dan niet langer gaat over vrijwillige registratie,
en of er in de experimenteerruimte wel naar ruimte zou kunnen worden gezocht om dit
direct te verplichten, ook al binnen het experiment. De leden van de D66-fractie vragen
of voor de derde stap dan ook de uitkomsten van het tweede deel moeten worden afgewacht
wat de Staatssecretaris betreft.
De leden van de D66-fractie vragen daarnaast of de Staatssecretaris nader wil ingaan
op de aanvullende adviezen van het aanjaagteam arbeidsmigranten op de registratie
van arbeidsmigranten. De leden vragen daarbij op welke manier de actieve zorgplicht
van werkgevers ten aanzien van registratie zou kunnen worden vormgegeven, en wat de
stand van zaken is rond de signalen uit de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit. Het aanjaagteam
doet namelijk de aanbeveling om deze signalen te gebruiken bij het versterken van
toezicht op arbeidsmigratie. Het kabinet heeft eerder aangegeven daar waar mogelijk
al gehoor wordt gegeven aan het advies van het aanjaagteam arbeidsmigranten. De leden
vragen of dit deel van het advies daar ook onder valt en wat de beoogde timing is
voor het opvolgen van dit advies.
De leden van de SGP-fractie vragen of de snelheid waarmee ingrijpende wijzigingen
van de BRP nu plaatsvinden, met name het verankeren van contactgegevens, voldoende
recht doet aan de vereiste zorgvuldigheid. In hoeverre worden waar nodig het vrijwillige
traject en de experimentele aanpak benut om risico’s te voorkomen bij het verplicht
opnemen van contactgegevens van niet-ingezetenen?
De leden van de SGP-fractie vragen de Staatssecretaris nader te duiden wat de bedoeling
is van het opnemen van de contactgegevens van niet-ingezetenen. Deze leden lezen in
de brief vooral voor betrokkenen positieve doelstellingen, zoals het creëren van meer
zicht en betere bescherming, maar zij constateren dat ook sprake kan zijn van de noodzaak
tot handhaving bij onwil om te registreren in strijd met verplichtingen. Zij vragen
hoe deze uitgangspunten zich tot elkaar verhouden en wat dat betekent voor de communicatie
richting niet-ingezetenen.
3. Het stappenplan
Ten aanzien van het stappenplan stellen de leden van de PvdA-fractie de volgende vragen.
Stap 1. Contactgegevens verzamelen op vrijwillige basis, en gebruiken met toestemming
De leden van de PvdA-fractie begrijpen niet wat de meerwaarde is van het op vrijwillige
basis melden van e-mailadressen en telefoonnummers van niet-ingezetenen in de 19 RNI-loketten,
anders dan misschien met het registratiesysteem kan worden geoefend met het oog op
verdere uitbreiding van de registratie. Kunt hier nader op worden ingegaan? Wat draagt
het vrijwillig registreren van deze beperkte gegevens en het gebruiken daarvan in
de praktijk bij aan het oplossen van de vaak schrijnende problemen waar arbeidsmigranten
tegenaan lopen? En deelt de Staatssecretaris de mening van deze leden dat bij vrijwillige
medewerking het risico levensgroot is dat arbeidsmigranten alsnog buiten beeld blijven
en er ook geen zicht op hun woon- of werksituatie gaat ontstaan? Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom niet?
Stap 2. Contactgegevens en tijdelijke verblijfsadressen registreren, actueel houden
en verstrekken op basis van autorisatiebesluiten.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat in stap 2 bij wijze van experiment de tijdelijke
verblijfsadressen aan de 19 RNI-loketten geregistreerd kunnen gaan worden. Deze tijdelijke
verblijfsadressen en de contactgegevens kunnen dan ook verstrekt worden aan alle gemeenten
en andere overheidsorganisaties die daarvoor geautoriseerd worden. Met een dergelijke
registratie krijgt de arbeidsmigrant een BSN-nummer. Waarom zouden deze arbeidsmigranten
daarna nog gaan kiezen om zich in het BRP te gaan inschrijven? Met een BSN kan deze
arbeidsmigrant immers al legaal in Nederland functioneren en lijkt er een stimulans
te ontbreken om zich in de BRP, anders dan de RNI, in te gaan schrijven. Hoe kan voorkomen
worden dat arbeidsmigranten alsnog uit het oog verdwijnen?
Stap 3 Experimenten evalueren en wetswijzigingen voorbereiden.
Kan de Staatssecretaris het tijdspad schetsen van de stappen 1 tot en met 3 met daarbij
vermelding wanneer de wetswijziging wordt voorzien die nodig is om wel een structureel
toezicht te kunnen houden op het wel en wee van arbeidsmigranten in Nederland, zo
vragen de leden van de PvdA-fractie?
Waar zitten de eventuele belemmeringen in uitvoeringspraktijk, de wet- en regelgeving
of financiën die weggenomen dienen te worden om dit proces te versnellen en er sneller
voor de zorgen dat de problematiek van arbeidsmigranten eerder aangepakt kan gaan
worden?
4. Uitvoering
Hoeveel tijd is er na de inwerkingtreding van het hiervoor genoemde wetsvoorstel nodig
voordat daadwerkelijk met het experiment kan worden begonnen, zo vragen de leden van
de VVD-fractie. Wil de Staatssecretaris de Kamer informeren over de gang van zaken
en het moment dat de gemeenten de genoemde gegevens echt gaan opnemen? In hoeverre
wordt een en ander straks gemonitord en geëvalueerd? Gaarne krijgen de leden van de
VVD-fractie een reactie van de Staatssecretaris.
De leden van de D66-fractie vragen wat het amendement van het lid Rajkowski c.s. (TK
35 648 nr. 12) zou betekenen voor de geschetste aanpak indien dit zou worden aangenomen. Zij vragen
of de Staatssecretaris nog nader kan ingaan op de context die hij heeft geschetst
bij de behandeling van dit amendement, dat zijn voorkeur nog steeds de route via een
experimenteerartikel zou zijn. Gezien de recente voorbeelden van misstanden rond de
huisvesting van arbeidsmigranten, acht de D66-fractie het noodzakelijk om sneller
over te gaan op wetgeving. De leden vragen daarbij wel waar de Staatssecretaris de
mogelijke noodzaak ziet om bij te sturen en wat hij is tegengekomen bij de opzet van
de experimenten. De leden vragen hoe de Staatssecretaris dan wil omgaan met inwerkingtreding,
aangezien hij aangeeft dat dit amendement niet sneller van kracht zal zijn dan de
route van de experimenten.
5. Relatie met overige wetgeving
De leden van de VVD-fractie vragen aandacht voor de relatie met EU-wet- en regelgeving.
In hoeverre is deze regelgeving een belemmering voor het definitief regelen van het
opnemen van de contactgegevens en de tijdelijke verblijfsadressen van arbeidsmigranten
in de BRP? Is de Staatssecretaris bereid daar onderzoek naar te laten doen? Zo neen,
waarom niet? Zo ja, wil de Staatssecretaris de Kamer informeren over de uitkomsten
van dat onderzoek?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Martin Bosma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.