Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Wijziging van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst); Genève, 6 februari 2020 (Kamerstuk 35846-(R2155)-1)
2021D24030 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 17 juni 2021 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane voorgelegd over de op
27 mei 2021 toegezonden brief inzake de Wijziging van de Douaneovereenkomst inzake
het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst);
Genève, 6 februari 2020 (Kamerstuk 35 846 (R2155), nr. 1)
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de «Wijziging
van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking
van carnets TIR (TIR-Overeenkomst)» en hebben nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie zijn het eens met het oordeel van de regering dat de invoering
van de elektronische Transports Internationaux Routiers (TIR) ter vervanging van de
papieren carnet TIR een stap in de goede richting is, vooral vanwege de administratieve
lastenverlichting voor zowel douane als bedrijfsleven.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het momenteel staat met de implementatie van
deze wijzigingen in de Douaneovereenkomst bij de Belastingdienst/Douane. Hoe aannemelijk
is dat er een situatie kan optreden waar partijen zijn die niet gebonden willen worden
aan bijlage 11? En kan dit tot problemen leiden in de uitvoering wanneer met zowel
de elektronische TIR als het papieren carnet gewerkt wordt? Voorziet de Staatssecretaris
nog problemen in de afstemmingen van de elektronische systemen voor de implementatie
van de eTIR in EU-verband? Wanneer zou de implementatie gereed kunnen zijn bij de
Belastingdienst/Douane? Kan de Staatssecretaris een algemene reflectie geven van de
implementatie van dit elektronische systeem, de complexiteit daarvan, en hoe dit samengaat
met andere (wijzigingen/verbeteringen) in de IT-systematiek van de Belastingdienst/Douane?
De leden van de VVD-fractie vragen zich verder af wat precies de «aanvullende gegevens»
kunnen zijn die onder artikel 9 kunnen vallen. Is dit een standaard bevoegdheid van
een partij in deze overeenkomst? Kan dit leiden tot onnodige administratieve lasten
voor Nederlandse ondernemers of de Belastingdienst/Douane? Wat wordt verstaan over
een «noodprocedure» onder artikel 10? Is het waarschijnlijk dat dit kan gebeuren?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie of de Staatssecretaris kan toezeggen dat
de Kamer op de hoogte wordt gehouden over ontwikkelingen en de voortgang in dezen
(met name over de implementatie van de nieuwe systematiek). Daarnaast vragen de leden
van de VVD-fractie of de Staatssecretaris verwacht dat alle 77 verdragsluitende partijen
deze overeenkomst zullen ratificeren en, wanneer dit niet het geval is, het nog kan
leiden tot problemen voor Nederlandse ondernemers en de Belastingdienst/Douane.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging
van de Douaneovereenkomst over het internationale vervoer van goederen onder dekking
van carnets TIR. Deze leden vinden de wijzigingen over het algemeen goed. Deze leden
hebben een aantal vragen.
Deze leden vragen om een korte toelichting van het begrip carnets en de mate waarin
er gebruik wordt gemaakt van de TIR-overeenkomst.
De leden van de fractie van D66 begrijpen dat de wijzigingen bijdragen aan het verminderen
van administratieve lasten voor bedrijven en de Douane, bijvoorbeeld omdat de Douane
meer papierloos kan werken. Deze leden vragen op welke wijze de Douane zorgt dat de
elektronische verwerking van gegevens en de informatiehuishouding voldoende op orde
is. Deze leden vragen op welke wijze de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed,
die toezicht houdt op de digitale informatie van de centrale overheid, ook toezicht
houdt op de werkzaamheden van de Douane.
De leden van de fractie van D66 lezen dat de TIR-overeenkomst het mogelijk maakt om
goederen over de grens van aangesloten landen te vervoeren, zonder ze te hoeven lossen.
Deze leden begrijpen dat de bevoegdheid om goederen te visiteren blijft bestaan, maar
dat er alleen bij uitzondering gebruik van mag worden gemaakt. Deze leden vragen hoe
vaak er gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid om goederen te visiteren en wanneer
deze uitzondering geldt.
De leden van de fractie van D66 lezen dat er ook onder de elektronische TIR-overeenkomst
geen direct herleidbare persoonsgegevens worden verwerkt. Deze leden vragen om een
toelichting welke indirect herleidbare persoonsgegevens worden verwerkt. Ook vragen
deze leden welke gegevens de Douane, ook buiten de TIR-overeenkomst, over de nationaliteit
van personen verwerkt.
De leden van de fractie van D66 vragen of het kabinet zelf contact heeft gezocht met
de Caribische landen van het Koninkrijk over de voor- en nadelen van de wijziging
van dit verdrag.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.