Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Polen tot wijziging van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Polen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Warschau op 13 februari 2002 en het Protocol, ondertekend te Warschau op 13 februari 2002; Warschau, 29 oktober 2020 (Kamerstuk 35843-1)
2021D24025 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 17 juni 2021 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd
over de op 25 mei 2021 ontvangen brief van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake
het Belastingverdrag Nederland-Polen (Kamerstuk 35 843).
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het gewijzigde Belastingverdrag
Nederland – Polen en hebben de volgende vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris bekend is met het feit dat
veel Nederlandse bedrijven actief zijn in Polen, ook middels hun bedrijfsonroerend
goed in lokale vennootschappen.
Verder vragen de leden van de VVD-fractie of de Staatssecretaris kan toelichten op
welke punten de uitkomsten van de onderhandelingen afwijken van het Nederlandse verdragsbeleid,
zoals uiteengezet in de Notities Fiscaal Verdragsbeleid 2011 en 2020 en de keuzes
die door Nederland gemaakt zijn bij het Multilateraal Instrument.
Tevens, kan de Staatssecretaris toelichten waarom in artikel 9 van het Protocol, in
afwijking van het verdragsbeleid en in tegenstelling tot de recent afgesloten verdragen
met bijvoorbeeld Bulgarije en Liechtenstein, geen uitzonderingen zijn opgenomen voor
bijvoorbeeld aandelen in beursgenoteerde vennootschappen, kleine aandelenbelangen,
bedrijfsonroerendgoed en vervreemdingswinsten gemaakt als gevolg van reorganisaties
in concernverband, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Voorts, is de Staatssecretaris zich bewust van het feit dat dubbele belasting kan
ontstaan door deze bepaling omdat – in Polen – zowel bij verkoop van aandelen als
het onderliggende vastgoed geheven kan worden en doordat tevens geen overgangsrecht
van toepassing deze regeling materieel terugwerkende kracht heeft. De leden van de
VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is hiervoor versoepelingen te treffen.
Tot slot, als bovenstaande afwijkingen van het verdragsbeleid tot stand zijn gekomen
in het kader van een totaalcompromis, op welke punten in de onderhandelingen is Nederland
dan ten aanzien van andere onderhandelingspunten tegemoetgekomen? Hoe verhoudt dit
zich met de uitkomsten bij verdragsonderhandelingen met andere landen, zo vragen de
leden van de VVD-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het protocol tot wijziging van
het Belastingverdrag tussen Nederland en Polen. Deze leden achten het goed dat een
eenvoudigere bepaling inzake pensioenen is opgenomen. Wel zien deze leden dat nog
steeds de verrekeningsmethode van toepassing blijft ter voorkoming van dubbele belasting
en niet is gekozen voor een andere voorkomingsmethode. Klopt het dat deze verrekeningsmethode
er bijvoorbeeld toe kan leiden dat over een Nederlandse AOW-uitkering of een klein
pensioen dat in Nederland nauwelijks belast zou zijn, alsnog in Polen tot ca. 19 procent
inkomstenbelasting kan worden bij geheven? Klopt het ook dat veel andere EU-lidstaten
dit inzake pensioenen in hun verdragen met Polen anders hebben geregeld? Is de Staatssecretaris
het met deze leden eens dat het dus wel onderdeel van de onderhandelingen had kunnen
zijn? Is de keuze voor een voorkomingsmethode inzake pensioenen met Polen besproken?
En is nogmaals aandacht gevraagd voor de hoge boeten en interest in Polen waar mensen
tegenaan kunnen lopen wanneer zij niet tijdig aangifte hebben gedaan of belasting
hebben betaald?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.