Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 853 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met enkele verbeteringen en preciseringen van de tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2
Nr. 6 VERSLAG
Vastgesteld 10 juni 2021
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen
en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare
behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
I.
Algemeen deel
1
1.
Inleiding
2
2.
Verwerking van persoonsgegevens
3
3.
Consulatie en advies
4
II.
Artikelsgewijs
4
I. Algemeen deel
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van deze wijziging van de Wet publieke gezondheid,
maar hebben daarover nog wel een aantal vragen en opmerkingen. Zij zijn van mening
dat een Digital COVID Certificate (DCC) kan bijdragen aan het vergemakkelijken van
het reizen in de Europese Unie en hopelijk ook daar buiten in deze coronatijd.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende wetswijziging. Zij zijn van mening dat duidelijk
moet worden omschreven in welke omstandigheden privacygevoelige gegevens gebruikt
kunnen worden en wanneer niet. Zij zijn wel verbaasd dat een additionele wetswijziging
noodzakelijk is terwijl de Kamer al in maart vroeg om naast een testbewijs ook een
vaccinatiebewijs in te regelen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met
enkele verbeteringen en preciseringen van de tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen
bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de voorgestelde wetswijziging. Zij hebben hierover nog een
enkele vraag.
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie willen allereerst weten wat nu de aanleiding voor deze wetswijziging is geweest.
Is dat de Europese Verordening voor het DCC? Of is dat amendering van de wet? En als
het laatste het geval is, waarom is dat dan toen niet al aangegeven?
Genoemde leden lezen dat wordt gesteld dat de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen
(Twc) aanvankelijk primair gericht was op de inzet van testbewijzen van een testuitslag.
Maar in de wet zat toch ook al een mogelijkheid van gelijkstelling van een testbewijs,
vaccinatiebewijs en herstelbewijs? De laatste twee konden met een algemene maatregel
van bestuur (AMvB) al gelijkgesteld worden.
De leden van de D66-fractie vragen de regering op welke datum gestart is met de voorbereiding van dit wetsvoorstel.
Was dit voor of na de behandeling van de Twc? Indien ervoor, waarom was dit toen niet
bij die wetsbehandeling meegenomen? Indien erna, waarom is er niet eerder mee gestart?
Zij vragen de regering hoe uitvoering is gegeven aan de motie Jetten1 van 10 maart 2020 waarin reeds is verzocht om een vaccinatiebewijs gereed te maken
en hier in ieder geval niet mee te wachten tot in de zomer. Is toen direct gestart
met inventariseren hoe wettelijke borging van het vaccinatiebewijs plaats moest vinden?
Zo ja, is toen al gestart met voorliggend wetsvoorstel? Zo nee, waarom niet? Deze
leden vragen daarnaast hoe zij het citaat in de brief van 4 mei jl.2 moeten interpreteren: «De grondslagen voor het verwerken van persoonsgegevens ten
behoeve van testbewijzen, zijn van overeenkomstige toepassing op vaccinatiebewijzen.»
De leden van de D66-fractie vragen de regering te reflecteren om de uitspraak van
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens het plenaire coronadebat
van 24 maart jongstleden3: «Het vaccinatiebewijs. Ik zeg niet dat we al klaar zijn, maar ik zeg wel: we zullen
zorgen dat we er technisch klaar voor zijn op het moment dat we het zouden kunnen
gaan gebruiken.» En: «Dat zal onder andere zijn naar aanleiding van het wetsvoorstel
over de testbewijzen, maar ook het vaccinatiebewijs zullen we gewoon netjes wettelijk
moeten regelen op het moment dat we daarmee aan de slag zouden willen gaan.» Daarnaast
vragen deze leden waarom voorliggend wetsvoorstel derhalve niet is meegenomen in de
wetsbehandeling van de Twc eind april.
De leden van de D66-fractie constateren dat inmiddels acht Europese landen4 reeds gebruikmaken van het DCC. Alle landen binnen Europa zijn gebonden aan de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG) oftewel de General Data Protection Regulation
(GDPR). Voorwaarden als toestemming voor verwerking en heldere privacy voorwaarden
zijn universeel. Denemarken heeft bijvoorbeeld al langere tijd een vaccinatiebewijs,
ook voor nationaal gebruik. Kan de regering toelichten hoe (enkele) van deze acht
Europese landen, waaronder Denemarken, hun wettelijke bepalingen hebben geregeld omtrent
het vaccinatiebewijs en hoe dat verschilt van Nederland? Is ook daar aparte wetgeving
voor noodzakelijk geweest en is er vanuit de Europese Raad of Commissie aanbevolen
aparte wetgeving, zoals voorliggende wetsvoorstel, gereed te hebben alvorens te kunnen
starten met een (inter)nationaal vaccinatiebewijs?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vragen over de tijdelijkheid. De coronamaatregelen die onderdeel uitmaken
van de Wet publieke gezondheid lopen iedere drie maanden af, in beginsel per 1 september
2021. De verordening voor het EU DCC loopt in elk geval nog tot 1 juli 2022, zo merkt
ook de Raad van State op. Hoe tijdelijk is de inzet van het DCC? Welke beginselafspraken
zijn hierover gemaakt? Is de regering van mening dat de tijdelijkheid hiervan gelijk
moet lopen met binnenlandsgebruik van coronatoegangsbewijzen, of juist niet? Kan de
regering voor het zomerreces een appreciatie geven of nog onderdelen (maatregelen)
van de spoedwet na 1 september naar verwachting nodig zullen zijn in de situatie waarin
COVID een endemische ziekte is geworden? Hoe ziet de regering de toekomst van de Tijdelijke
wet maatregelen covid-19 (Twm) als blijkt dat een mutatie van het coronavirus toch
de volksgezondheid belast en hierdoor toch enkele maatregelen getroffen moeten worden?
Is de regering voornemens om in een dergelijke endemische situatie de noodwet in zijn
geheel op te heffen – incluis alle vergaande overheidsbevoegdheden – en indien nodig
per maatregel met tijdelijke onafhankelijk COVID-wetgeving te komen?
2. Verwerking van persoonsgegevens
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat er ten behoeve van het DCC verwerking van persoonsgegevens moet plaatsvinden,
omdat ook gebruik moet kunnen worden gemaakt van de gegevens bij het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het is goed dat er daarvoor een wettelijke
basis wordt vastgelegd. Genoemde leden willen allereerst de garantie dat de gegevens
niet uitgewisseld dan wel uitgelezen kunnen worden voor het DCC zonder de toestemming
van de persoon zelf. Hoe is dit geborgd? Kan de regering aangeven hoe wordt omgegaan
met het al dan niet opslaan van gegevens? Wat wordt wel en niet opgeslagen en waar?
In de wetswijziging wordt de oorspronkelijke tekst «De uitvoerder van de test, de
toediener van het vaccin of de verklaarder van het herstel» vervangen door «Onze Minister,
het RIVM, de uitvoerder van de test, de toediener van het vaccin, de verklaarder van
het herstel of de personen of organisaties die in artikel 6ba bedoelde EU-rechtshandelingen
uitvoeren». Genoemde leden begrijpen de toevoeging van het RIVM, kan nog uitgelegd
worden waarom «Onze Minister» en «personen of organisaties die in artikel 6ba bedoelde
EU-rechtshandelingen uitvoeren» zijn toegevoegd? Wie vallen onder de laatste categorie?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat er ook nog sprake is van lagere regelgeving
waarin zaken nader uitgewerkt worden. Wanneer is deze lagere regelgeving gereed en
is dit tijdig voor 1 juli 2021?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de interoperabiliteit van het DCC buiten
de Europese Unie en gaat het dan om dezelfde gegevens die onderdeel uitmaken van het
certificaat? In hoeverre is de voorliggende wetswijziging daarvoor dan ook juridisch
voldoende om dat mogelijk te maken?
De leden van de D66-fractie vragen of in een land als Denemarken, alwaar ook een nationaal coronatoegangsbewijs
is, de grondslag voor vaccinatie en negatieve test hetzelfde is.
Zij vragen de regering vanaf wanneer is overwogen om bij de toestemmingsverklaring
voor gegevensopslag in het COVID-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem (CIMS)
toe te voegen dat dit gebruikt kan worden voor gegevensverwerking ten behoeve van
een vaccinatiebewijs. Was dit al toen gestart was met vaccineren? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie vragen de regering of is overwogen om de mensen die geregistreerd
staan binnen het CIMS opnieuw toestemming te vragen voor verwerking van deze persoonsgegevens
in plaats van voorliggend wetsvoorstel.
Hoe wordt omgegaan met personen die eerst geen toestemming hebben gegeven voor registratie
in CIMS maar dit alsnog wel zouden willen gegeven de koppeling met het DCC en de Twc?
Zij vragen de regering hoe er binnen de vaccinatiegegevens wordt omgegaan met «het
recht om vergeten te worden» of «het recht om je gegevens te verwijderen».
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vragen over de verwerking van persoonsgegevens. Is er een algehele Data Protection
Impact Assessment (DPIA, zoals bedoeld in artikel 35 van de AVG) op onderhavig wetsvoorstel
uitgevoerd? Aan welke partijen worden gegevens verstrekt om een DCC of een coronatoegangsbewijs
te kunnen afgeven?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben nog aanvullende vragen over CIMS. De regering
stelt dat circa 80% van de gevaccineerde personen in het CIMS staat, zodat op basis
van deze gegevens een coronatoegangsbewijs verkregen kan worden. Wat is de reden dat
dit percentage circa 80% betreft? Hoeveel extra handelingen – en tijd – vergt het
om voor de overige 20% de vaccinatiestatus op te halen via de vaccinatiegegevens van
het RIVM of bij de toediener(s) van het vaccin? De regering stelt dat personen die
in het buitenland zijn gevaccineerd niet zonder extra handelingen een coronatoegangsbewijs
kunnen krijgen. Zij dienen zich onder andere bij de (huis)arts te melden. Om hoeveel
personen gaat het naar schatting van de regering? Op basis van welke gegevens stelt
een (huis)arts vast dat de persoon in kwestie inderdaad in het buitenland is gevaccineerd?
3. Consulatie en advies
De leden van de D66-fractie lezen dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) opmerkt dat «de AVG niet uitsluit dat
eenmaal voor een bepaald doel verzamelde persoonsgegevens alsnog voor een ander, nieuw
doel worden ingezet indien deze nieuwe doelstelling wettelijk wordt geregeld». Daarnaast
geeft de AP aan dat juist vanwege de nauwe verbanden tussen het DCC en de nationale
Twc er volgens artikel 6, vierde lid, van de AVG, geen specifiek wetgeving nodig is.
Kan dit nader worden uitgelegd?
II. Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
De leden van de D66-fractie lezen dat op advies van de Raad van State is gekozen om een vervaltermijn toe te
voegen aan artikel 6ba van de Wet publieke gezondheid en dat dit is overgenomen. Deze
leden ondersteunen dat van harte. Klopt het dat dit geen kan-bepaling betreft maar
een datum direct in de wet? En zo ja, wanneer wordt deze datum vastgesteld of wordt
deze sowieso op 1 juli 2022 vastgesteld? Wordt hiermee 1 op 1 aangesloten bij de systematiek
zoals deze ook in de verordening voor het DCC is opgenomen?
Artikel I, onderdeel A
De leden van de SGP-fractie constateren dat artikel 6ba van de Wet publieke gezondheid de grondslag bevat voor
het stellen van regels ter uitvoering van de verordening. Dit artikel kan vervallen
als de verordening ophoudt te bestaan. De verordening treedt in werking op 1 juli
2021 en geldt voor een periode van één jaar. Eind maart 2022 zal de Europese Commissie
rapporteren over de toepassing van de verordening en eventueel een voorstel doen tot
verlenging van de verordening. Gelet op een eventuele verlenging, wordt in het vijfde
lid bepaald dat artikel 6ba Wpg vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
De leden van de SGP-fractie vragen of het ook mogelijk en/of denkbaar is dat (delen
van) de verordening eerder komt/komen te vervallen dan 1 juli 2022. Is het ook mogelijk
dat de verordening wel van kracht blijft de zomer van 2022, maar er in de praktijk
geen gebruik van wordt gemaakt?
De fungerend voorzitter van de commissie, Agema
De adjunct-griffier van de commissie, Bakker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J. Bakker, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 15 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Tegen |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Tegen |
Groep Van Haga | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Tegen |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.