Lijst van vragen : Lijst van vragen, gesteld aan de Algemene Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld (Kamerstuk 35830-IX-2)
2021D20235 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene
Rekenkamer over haar brief van 19 mei 2021 inzake de resultaten van het verantwoordingsonderzoek
over 2020 Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) (Kamerstuk 35 830 IX, nr. 2)
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Nr
Vraag
1.
Waarom kan de communicatie met ouders in de toeslagenaffaire
niet goed gaan terwijl er zoveel advies over wordt ingewonnen bij consultants?
2.
Hoe kan het dat ministerie inzet op preventie van een toeslagenaffaire terwijl de
fouten nog niet benoemd zijn?
3.
Wat is de schade van falend financieel beheer van het Ministerie van Financiën?
4.
Hoe kan het dat de Minister van Financiën als toezichthouder op enkele
punten tekortschiet?
5.
Hoe kan het dat de tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden met betrekking tot
de rechtmatigheid van de verplichtingen is overschreden?
6.
Dreigt door de toeslagenaffaire, waarbij de Algemene Rekenkamer constateert dat bij
het besluit over de aangekondigde compensatieregeling (forfait 30.000 euro) van 22 december
2020 er geen zichtbare aandacht is geweest voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
van het M&O-beleid van deze nieuwe regeling, de aandacht voor de menselijke maat en
de ruimhartige compensatie uit vrees voor een nieuwe, soortgelijke toestand, de aandacht
voor misbruik en oneigenlijk gebruik een ondergeschoven kindje te worden?
7.
Hoe kan het dat het parlement niet de gelegenheid heeft gehad
om het budgetrecht uit te oefenen?
8.
Is de Algemene Rekenkamer, gelet op de bevinding dat de onderzoeken in retroperspectief
meer aandacht hadden moeten besteden aan de signalen dat mensen slachtoffer werden
van de harde fraudeaanpak van de Belastingdienst, waarbij het kwalificeren van de
fraudeaanpak van de Belastingdienst in 2015 als «best practice» achteraf bezien wrang
is, temeer daar de Rekenkamer zelf aangaf dat een aanpak primair preventief en niet
repressief behoort te zijn, het eens met de constatering dat het stelsel van toeslagen
dermate ingewikkeld en ondoorzichtig is geworden, wat wordt bevestigd in het bestaan
van talloze fiscale regelingen ten aanzien waarvan de Algemene Rekenkamer soortgelijke
bedenkingen plaatst, dat het meten van gevolgen pas achteraf kan, wanneer zich kennelijke
onwenselijke effecten voordoen, omdat het vooraf volstrekt onduidelijk is hoe regelingen
uitpakken en wat deze gevolgen in de praktijk zouden kunnen zijn?
9.
Hoe kan het dat de rechtmatigheid van de saldibalans van
het Ministerie van SZW voor bijna 180 miljoen euro onzeker is?
10.
Hoe kan het dat aanpassingen in IT onvoldoende worden getest?
11.
Waarom heeft de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) capaciteitsproblemen
en beperkte bezetting van het management?
12.
Waarom heeft de Belastingdienst nog enkele jaren nodig om de IT-systemen op het gewenste
niveau te krijgen?
13.
Waarom is het testen van wijzigingen in IT-systemen (onderdeel
van het wijzigingsbeheer) bij de Belastingdienst nog niet goed geregeld?
14.
Wat is er misgegaan bij de Minister van Financiën die krachtens de Comptabiliteitswet
de taak heeft de doelmatigheid van het financieel beheer van de departementen te bevorderen?
15.
Is de problematiek van het niet toepassen van het toetsingskader, ten aanzien waarvan
de Algemene Rekenkamer uitgebreid op onvolkomenheden rond het aanwenden van een toetsingskader
voor fiscale regelingen ingaat, tot het Ministerie van Financiën beperkt, of heeft
ook de Kamer onvoldoende inzicht hierin?
16.
Hoe kan het dat interne processen bij de Douane beheerst moeten worden en de betrouwbaarheid
van managementrapportages gewaarborgd?
17.
Wat wordt er gedaan zodat fiscale regelingen niet worden gebruikt om
de begrotingsdiscipline te omzeilen en wat wordt er gedaan om tegen te gaan dat beleid
gefinancierd wordt via de fiscale instrumenten?
18.
Kunt u aangeven wat bijvoorbeeld niet zou kunnen in nieuwe (fiscale) beleidswijzigingen,
om zo te voorkomen dat er geen nieuwe grote wissels op de Belastingdienst getrokken
zouden worden?
19.
Kunt u aangeven waarom de gegevens waarop de indeling naar de financiële instrumenten
is gebaseerd niet door de Algemene Rekenkamer gecontroleerd zijn?
20.
Bent u, in tegenstelling tot de Minister van Financiën, van mening dat het voldoende
duidelijk is wanneer er sprake is van een «verplichting»? Klopt het dat de Algemene
Rekenkamer op ambtelijk niveau heeft laten weten dat er sprake was van «grijs gebied»?
Zo ja, kunt u duiden wat hiervan de staatsrechtelijke consequentie is?
21.
Kunt u aangeven waarop u de kwalificatie van de Belastingdienst als «best practice»
in 2015 heeft gebaseerd, en om welke reden u met terugwerkende kracht een ander oordeel
zou geven?
22.
Op welke wijze zou de nieuwe onderzoeksaanpak die u aankondigt leiden tot een ander
oordeel over de Belastingdienst in haar fraudebeleid?
23.
Kunt u aangeven wanneer het onderzoek naar de bedrijfsvoering bij de FIOD van start
zal gaan?
24.
Kunt u aangeven welke signalen zijn ontstaan na het stopzetten van de Fraude Signaleringsvoorziening
(FSV)?
25.
Kunt u aangeven wat de zeventien risicoregelingen zijn waarin pas na de bekendmaking
aan het parlement het akkoord van de Minister van Financiën was verkregen?
26.
Hoe kan gewaarborgd worden dat bij mogelijke toekomstige crises tekortkomingen in
het financieel beheer van ministeries eerder opgepakt kunnen worden?
27.
Hoe haalbaar acht u de kans dat de Belastingdienst eind 2021 beschikt over een informatievoorzieningsplan
dat voorziet in een «robuust en wendbaar IT-landschap»? Wat is er naar uw mening voor
nodig om dat daadwerkelijk te realiseren?
28.
Hoe schat u de kans in dat de Belastingdienst eind 2021 beschikt over een informatievoorzieningsplan
dat voorziet in een «robuust en wendbaar IT-landschap» en wat is volgens u nodig om
dat te realiseren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.