Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Mededeling Europees kankerbestrijdingsplan (Kamerstuk 22112-3058)
2021D18257 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de brief
betreffende het BNC-fiche: Mededeling Europees kankerbestrijdingsplan d.d. 12 maart
2021 (Kamerstuk 22 112, nr. 3058).
De fungerend voorzitter van de commissie, Agema
De adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
–
VVD-fractie
2
–
CDA-fractie
4
–
SP-fractie
6
–
GroenLinks-fractie
8
II.
Reactie van het kabinet
10
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie bij de
Mededeling Europees kankerbestrijdingsplan. Zij hebben hierbij nog enkele vragen en/of
opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vinden kankerbestrijding en preventie cruciaal. Zij vinden
dit een grote uitdaging voor de toekomst. Deze leden zijn echter ook van mening dat
zorg (inclusief preventie) een nationale bevoegdheid is en dat ook moet blijven. In
hoeverre past het Europees kankerbestrijdingsplan daar dan in? Waarom is specifiek
gekozen voor kankerbestrijding?
De leden van de VVD-fractie vinden het prima dat de Europese Unie geld beschikbaar
stelt voor het delen van kennis en voor onderzoek naar en innovatie bij kankerbestrijding.
Deze leden vragen echter of het kabinet het met genoemde leden eens is dat dit voorstel
verder gaat dan dat. Hoe duidt het kabinet dit? Hoe moet het «verwelkomen» van dit
voorstel door het kabinet gezien worden tegenover zijn mening dat zorg een nationale
bevoegdheid is? Kan het kabinet uitgebreid(er) ingaan op de beoordeling van de bevoegdheid,
subsidiariteit en proportionaliteit? Langs welke meetlat en criteria heeft het kabinet
die beoordeling gedaan? In hoeverre betekent dit een opmaat naar een Europese Unie
die zich met zorg gaat bemoeien, terwijl dat een nationale bevoegdheid is?
De leden van de VVD-fractie maken zich betreffende een aantal voorstellen in de mededeling
zorgen over de gevolgen voor de regeldruk, de administratieve lasten en de concurrentiekracht.
Het kabinet geeft aan daarop nog geen zicht te hebben. Waarom maakt het kabinet vanuit
dat oogpunt dan niet een voorbehoud bij regelingen die dat risico in zich hebben?
De leden van de VVD-fractie vinden, zoals gezegd, preventie belangrijk, maar zij zijn
tevens van mening dat dit vooral een nationale aangelegenheid is. Genoemde leden willen
nationaal inzetten op voorlichting over en meer nadruk op preventie rond een ongezonde
levensstijl, met het Nationaal Preventieakkoord als leidraad. Deze leden zijn van
mening dat hulp geboden dient te worden aan mensen die gezonder willen leven. Zij
willen dat afspraken gemaakt worden met producenten van levensmiddelen en met supermarkten
over het gezonder maken van producten en het meer promoten van gezonde producten.
Nederland heeft al een ambitieus Preventieakkoord en een Sportakkoord. Deze leden
vragen het kabinet om aan te geven waarin de verschillen liggen tussen deze akkoorden
en de voorliggende voorstellen, dan wel waarin zij afwijken ten opzichte van elkaar.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet aangeeft op een aantal punten een
inzet van de Europese Unie wel zinvol en wenselijk te vinden, zoals bij bestaande
Europese regelgeving (zoals met betrekking tot btw of consumenteninformatie). Op welke
punten acht het kabinet dit niet zinvol? Het kabinet geeft tevens aan Europese inzet
bij accijnzen zinvol en wenselijk te vinden. Wat is de gedachte daarbij? Genoemde
leden zijn van mening dat belastingen een nationale aangelegenheid zijn. Indien voor
marketing en productsamenstelling vanwege de internationale levensmiddelenmarkt afspraken
zouden worden gemaakt, en die zouden beperkter zijn dan de afspraken die er in Nederland
al zijn, hoe gaat het kabinet daar dan mee om? Deze leden hechten namelijk aan een
gelijk speelveld.
De leden van de VVD-fractie vinden niet dat de Europese Unie moet gaan over schoolfruit,
-groente en -melk, ook niet als het gaat om subsidies. Dat is aan nationale overheden.
Wat is het standpunt van het kabinet op dit punt?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er ingezet wordt op aanpassing van de tabaksproductenrichtlijn
en tabaksaccijnsrichtlijn. Waaraan wordt gedacht als het gaat om aanpassing?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet belang hecht aan het nationale beleid
ten aanzien van Zeer Zorgwekkende Stoffen. Wat wordt hiermee bedoeld? Hoe wordt op
dit terrein rekening gehouden met het gelijke speelveld binnen de Europese Unie?
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland in beperkte mate meerwaarde ziet in
het voorstel voor een netwerk van erkende nationale integrale kankercentra. Wat is
de opvatting van het kabinet betreffende de overige voorstellen op het terrein van
het zorgen voor hoogwaardige kankerzorg?
De leden van de VVD-fractie vinden de voorzieningszekerheid van medische isotopen
van levensbelang voor de kankerbestrijding. Wat regelt het SAMIRA-actieplan op dat
punt? Wat heeft Nederland daar tot nu toe aan gehad met betrekking tot de Pallas-reactor
in Petten? Op welke wijze kan de realisatie van de Pallas-reactor een impuls geven
aan het Europees kankerbestrijdingsplan? Welke positie heeft de Pallas-reactor in
de Europese Unie als het gaat om medische isotopen en nieuwe therapeutische isotopen?
Op welke wijze kan de reactor rekenen op medefinanciering en/of meer betrokkenheid
vanuit Europa? Hoe zorgt het kabinet ervoor dat de positie en het belang van de Pallas-reactor
goed onder de aandacht van de Europese Commissie worden gebracht?
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat deelname aan screeningsprogramma’s
en vaccinatieprogramma’s vrijwillig moet zijn. Hoe is dat geborgd in de voorstellen?
Het streven van de EU is om in 2030 tenminste 90% van de meisjes gevaccineerd te laten
zijn tegen het HPV (Humaan Papillomavirus). Wat betekent het formuleren van dit doel
concreet? Welke gevolgen heeft dit doel? De Europese Unie moet immers toch vooral
landen ondersteunen. In hoeverre gaat het hier om een verplichte vaccinatie, op dit
moment dan wel op termijn, en direct dan wel indirect? Kan een overzicht gegeven worden
van de HPV-vaccinatiegraad in de EU-landen op dit moment?
De leden van de VVD-fractie vinden digitalisering van de gezondheidszorg van belang,
net als de digitale uitwisseling van patiëntgegevens. Daarbij is het wel cruciaal
dat de patiënt zelf bepaalt welke gegevens wel en niet uitgewisseld mogen worden.
Hoe is dit geborgd in de voorstellen? Wat is de rol van de Europese Unie momenteel
hierbij? Het kabinet ondersteunt de ambitie voor elektronische patiëntendossiers op
termijn, maar geeft echter aan dat er nog veel onduidelijkheden en witte vlekken zijn.
Wat bedoelt het kabinet daar precies mee?
De leden van de VVD-fractie zetten zich al langer in voor goede bio marker diagnostiek
voor patiënten met kanker. Het is belangrijk dat hiernaar onderzoek wordt gedaan en
dat hierin wordt geïnnoveerd. Op welke manier maakt dit onderdeel uit van dit Europees
kankerbestrijdingsplan?
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het Europees kankerbestrijdingsplan zorgt voor
een versnelde, vereenvoudigde en gestroomlijnde toegang tot innovatieve diagnostiek
en behandelingen voor kankerpatiënten die momenteel geen (definitieve) diagnose krijgen.
Nederland heeft een sterke positie op het gebied van biotechnologie en innovatie in
de gezondheidszorg. Hoe kan Nederland het voortouw nemen bij het ontwikkelen van betere
methoden voor vroege detectie, screening en diagnostiek?
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche met betrekking
tot de Mededeling Europees kankerbestrijdingsplan. Kanker stopt niet bij de grenzen.
De bestrijding ervan ook niet. Samenwerken in en binnen Europa is daarom wat de leden
van de CDA-fractie betreft essentieel. Niet voor niets heeft Manfred Weber, lid van
het Europees parlement namens de Europese Volkspartij (EVP) in 2019 voorgesteld om
een Europees masterplan tegen kanker op te tuigen. Met het Europe’s Beating Cancer
Plan (het Europees kankerbestrijdingsplan) wordt hiermee nu het fundament gelegd.
Deze leden hebben hier nog enkele vragen bij.
De leden van de CDA-fractie vragen of het kabinet de missie onderschrijft om kanker
integraal aan te pakken en te voorkomen dat kanker in 2035 de belangrijkste doodsoorzaak
in de Europese Unie is.
Het Europees kankerbestrijdingsplan beoogt het probleem kanker integraal aan te pakken
en stelt duidelijke doelstellingen. Een dergelijk plan moet er zowel op het niveau
van de Europese Unie als op nationaal niveau komen. De Kamer heeft op 9 februari jl.
de motie Kuik c.s. om te komen tot een Nederlands kankerbestrijdingsplan met algemene
stemmen aangenomen.1 Ook in deze motie wordt voorgesteld kanker integraal aan te pakken. Een aansluiting
op het plan van de Europese Commissie zou volgens de leden van de CDA-fractie grote
voordelen hebben en voorkomen dat middelen (de door de Europese Commissie gereserveerde
4 miljard euro en personeel) versnipperd ingezet worden om de ambitieuze doelstelling
waarvoor we staan te realiseren.
De leden van de CDA-fractie hebben daarom de volgende concrete vragen:
• Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat het Europese en het nationale kankerbestrijdingsplan
op elkaar aangesloten worden?
• De uitwerking en uitvoering van een dergelijk plan vereisen een multi-departementale
aanpak. Hoe gaat het kabinet hiervoor zorgen?
• Juist de stroomlijning van de Europese en nationale aanpak moet ook een relatie hebben
met het onderzoek. Nu werken nog te veel onderzoekers langs elkaar heen. Ook de financieringsstromen
zijn niet op elkaar afgestemd. Gaat het kabinet hier binnen de EU een lans voor breken?
• In het kankerbestrijdingsplan wordt onder de noemer preventie ingezet op het realiseren
van een tabaksvrije generatie in 2040. Nederland heeft hierin een voortrekkersrol.
Hoe zorgt het kabinet ervoor dat het Europese plan een versnelling wordt voor het
bereiken van een rookvrije generatie in Nederland?
• Hoe zorgt het kabinet ervoor dat patiënten voldoende betrokken worden bij de uitvoering
van de Europese en nationale kankerbestrijdingsplannen?
• Onderschrijft het kabinet het doel om ervoor te zorgen dat alle EU-burgers gelijke
toegang hebben tot hoogwaardige kankerpreventie, diagnostiek, behandeling en nazorg?
Door middel van het actieplan «Verder met Vaccineren» zijn er in de afgelopen twee
jaar belangrijke stappen gezet in het verhogen van de vaccinatiegraad betreffende
HPV, zo lezen de leden van de CDA-fractie in het onderhavige fiche. Genoemde leden
vragen wat momenteel de HPV-vaccinatiegraad in Nederland is.
De Europese Commissie wil de vroegtijdige opsporing van kanker helpen verbeteren,
onder andere door het opzetten van een plan dat de lidstaten helpt om te waarborgen
dat de 90% van degenen die voor de screening van onder andere borstkanker in aanmerking
komen binnen de EU-bevolking, tegen 2025 die mogelijkheid krijgt aangeboden. Het kabinet
schrijft hierover dat Nederland die doelstelling van 90% al ruimschoots haalt. De
leden van de CDA-fractie vragen of dit nog steeds het geval is, nu de interval voor
borstkankerscreening is verlengd van twee naar drie jaar.
Het kabinet hecht terecht groot belang aan de nadruk op preventie en wijst erop dat
bepaalde acties een duidelijk grensoverschrijdend karakter hebben (accijnzen, marketing,
productsamenstelling, vanwege de internationale levensmiddelenmarkt). De leden van
de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot overleg met (in
ieder geval) buurlanden op het gebied van het enigszins gelijk laten oplopen van accijnzen
op alcohol en tabak.
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de realisatie van de Pallas-reactor
kan bijdragen aan het concretiseren en verder brengen van het Europees kankerbestrijdingsplan.
Op welke wijze kunnen andere landen in Europa baat hebben bij de realisatie van de
Pallas- reactor, bijvoorbeeld door meer samenwerking op het gebied van onderzoek naar
en ontwikkeling van nieuwe therapeutische isotopen? Deelt het kabinet de opvatting
van deze leden dat de realisatie van de Pallas-reactor kan bijdragen aan het Europees
kankerbestrijdingsplan?
De leden van de CDA-fractie constateren dat met de huidige hogeflux reactor (HFR)
in Petten wordt voorzien in 60 tot 70% van de Europese behoefte aan medische isotopen
voor diagnose en therapie. Dit betekent dat andere landen in Europa een direct belang
hebben bij de vervanging van de HFR. Genoemde leden vragen op welke wijze dit belang
kan leiden tot medefinanciering en/of meer betrokkenheid vanuit Europa.
De leden van de CDA-fractie vragen of het kabinet van mening is dat Nederland met
zijn goede infrastructuur op het gebied van nucleaire geneeskunde een zeer geschikte
kandidaat is voor het «European radioisotope Valley Initiative» (ERVI), dat de Europese
Commissie nastreeft.2
De leden van de CDA-fractie vragen voorts of de antwoorden op dit schriftelijk overleg
ruim vóór het commissiedebat over de EU-Gezondheidsraad (15 juni 2021), dat momenteel
gepland staat op 9 juni 2021, naar de Kamer gestuurd kunnen worden.
De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte naar aanleiding van het nieuws dat honderden
longkankerpatiënten in Nederland zijn overleden zonder te hebben geweten dat er voor
hen een betere, doelgerichte behandeling mogelijk was geweest,3 hoe het staat met de uitvoering van de aanbevelingen uit de initiatiefnota van de
leden Sazias, Van den Berg en Veldman over urgentie invoering uitgebreid persoonlijk
profiel.4
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken betreffende
het Europees kankerbestrijdingsplan. Zij juichen de toegenomen aandacht voor kankerbestrijding
en het opstellen van dit plan toe. Wel hebben zij hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie steunen uiteraard de investering in kankeronderzoek en
onderzoek naar de behandelingen van kanker. Zij vragen echter wel waarom ervoor gekozen
is om deze investering voor een groot deel te laten lopen via het Innovative Health Initiative, waarin veel private farmaceutische bedrijven deelnemen. Hierdoor kunnen de publieke
investeringen resulteren in producten waar private farmaceutische bedrijven grote
winsten over maken. Waarom is er niet voor gekozen om het geld dat wordt geïnvesteerd
in onderzoek naar kanker en kankerbehandelingen te investeren in publieke en onafhankelijke
kennisinstituten? Is het kabinet bereid om hier in Europees verband voor te pleiten?
Het Europese kankerbestrijdingsplan beoogt het probleem kanker integraal aan te pakken
en stelt duidelijke doelstellingen. De leden van de SP-fractie onderschrijven de noodzaak
om te komen tot een gecoördineerde aanpak waarbij alle betrokken partijen samen werken.
Een dergelijk plan moet er zowel op Europees als op nationaal niveau komen. De Kamer
heeft in februari 2021 een motie met algemene stemmen aangenomen om te komen tot een
Nederlands kankerbestrijdingsplan.5 Ook in deze motie wordt voorgesteld kanker integraal aan te pakken. Aansluiting op
het plan van de Europese Commissie zou volgens genoemde leden grote voordelen hebben
en voorkomen dat middelen (de gereserveerde 4 miljard euro en personeel) versnipperd
ingezet worden om de ambitieuze doelstelling waarvoor we staan te realiseren. Hierover
hebben de leden van de SP-fractie nog een aantal vragen. Hoe gaat het kabinet ervoor
zorgen dat het Europese en nationale kankerbestrijdingsplan op elkaar aangesloten
worden? De uitwerking en uitvoering van een dergelijk plan vereist een multi-departementale
aanpak. Hoe gaat het kabinet hiervoor zorgen?
Het Europees kankerbestrijdingsplan stelt als doel dat in 2025 90% van de populatie
die in aanmerking komt voor screening van borst-, baarmoederhals- en darmkanker hier toegang toe krijgt. In Nederland blijft het percentage
vrouwen tussen de 50 en 69 jaar dat in de laatste twee jaar een mammografie heeft
ondergaan met 78%6 echter nog redelijk onder deze doelstelling. Wat doet het kabinet eraan om dit percentage
omhoog te krijgen?
De leden van de SP-fractie steunen de toegenomen inzet op gepersonaliseerde medicijnen,
omdat dit voor veel patiënten een effectievere behandeling kan opleveren. Wel vragen
zij hoe het zit met de toegang tot deze behandelingen. Hoe is het bijvoorbeeld gesteld
met de vergoeding van deze behandelingen door verzekeraars? Tevens vragen deze leden
of de genetische screenings die nodig zijn om erachter te komen welke behandeling
nodig is in Nederland wel worden vergoed.
De leden van de SP-fractie hechten grote waarde aan het stimuleren van sport en beweging,
gezien de grote rol die dit kan spelen in de preventie van ernstige ziektes, waaronder
verschillende vormen van kanker. Daarom staan zij in principe positief tegenover de
HealthyLifestyle4All campagne, maar zij hebben hierover nog wel enkele vragen. Hoe
zal de HealthyLifestyle4All campagne er precies uit komen te zien in Nederland en
in de Europese Unie als geheel? Waarom is ervoor gekozen om deze campagne op Europees
niveau op te zetten?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Europese Commissie sterker wil inzetten op
het uitwisselen en digitaliseren van gezondheidsdata. Hoewel zij ook de potentiële
waarde hiervan zien voor wetenschappelijk onderzoek en verbetering van de zorg voor
kankerpatiënten, hebben zij hier wel enkele vragen over. Hoe kan hierbij de persoonlijke
levenssfeer worden gewaarborgd, aangezien gezondheidsdata zeer gevoelige gegevens
zijn? Waarom wordt dit op Europees niveau geregeld? Is het met zulke gevoelige gegevens
niet verstandiger om de controle hierop op nationaal niveau te laten plaatsvinden?
Hoe verhoudt de Europese ruimte voor gezondheidsgegevens (EHDS) zich tot Nederlandse
initiatieven op het gebied van het uitwisselen van patiëntengegevens, zoals de elektronische
patiëntendossiers en de persoonlijke gezondheidsomgeving?
In het Europees kankerbestrijdingsplan wordt gesproken het over het aanpakken van
gaten in de toegang tot sociale voorzieningen voor kankerpatiënten en mensen die de
ziekte hebben overleefd. Voor de leden van de SP-fractie is het zeer belangrijk dat
er voor iedereen die dit nodig heeft een goed sociaal vangnet beschikbaar is en al
helemaal voor mensen die getroffen zijn door kanker. Daarom willen zij graag weten
hoe het in de Nederlandse context op dit punt gesteld is. Welke gaten zitten er op
dit gebied in de Nederlandse sociale voorzieningen en wat wordt eraan gedaan om dit
aan te pakken?
De leden van de SP-fractie lezen in het Europees kankerbestrijdingsplan dat er sterke
verschillen bestaan tussen lidstaten en tussen verschillende groepen binnen lidstaten
als het gaat om zorg en preventie. Hoe staat het er op dit gebied bij in Nederland?
Hoe groot is de ongelijkheid tussen verschillende groepen in de Nederlandse samenleving
inzake preventie, het percentage vroege ontdekkingen, diagnoses, behandeling, overlevingskansen
en kwaliteit van leven van kankerpatiënten? Waar zitten hierin de grootste verschillen
en tussen welke groepen zijn die het grootst? Wat wordt eraan gedaan om deze verschillen
te elimineren?
Het plan zet in, onder de noemer preventie, op het realiseren van een tabaksvrije
generatie in 2040. Nederland heeft hierin een voortrekkersrol. Hoe gaat het kabinet
ervoor zorgen dat het Europees kankerbestrijdingsplan een versnelling wordt voor het
bereiken van een rookvrije generatie in Nederland?
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat juist de stroomlijning van de Europese
en nationale aanpak ook betrekking moet hebben op onderzoek. Nu werken nog te veel
onderzoekers langs elkaar heen. Ook de financieringsstromen zijn niet op elkaar afgestemd.
Dit moet anders. Gaat het kabinet hier op Europees niveau een lans voor breken?
Daarnaast zijn de leden van de SP-fractie van mening dat op EU-niveau onderzoek gedaan
moet worden naar de toegang tot en de kosten van dure kanker geneesmiddelen. Zo kan
meer zicht gekregen worden op de feitelijke kosten, de sociaaleconomische gevolgen
van de behandeling. We willen immers weten wat we waarvoor betalen. Transparantie
over de prijzen moeten dan ook afgedwongen worden met Europese en nationale toezichthouders
die werken binnen hetzelfde juridische kader.
De leden van de SP-fractie vragen voorts hoe het kabinet ervoor gaat zorgen dat Europese
initiatieven en onderzoeken voor Nederlandse patiënten resulteren in een betere behandeling.
Onderschrijft het kabinet het doel van de Europese Commissie in het Europees kankerbestrijdingsplan
om ervoor te zorgen dat alle mensen gelijke toegang hebben tot hoogwaardige kankerpreventie,
diagnostiek, behandeling en nazorg?
Tenslotte vragen de leden van de SP-fractie hoe het kabinet ervoor gaat zorgen dat
patiënten voldoende betrokken worden bij de uitvoering van het Europese en nationale
kankerbestrijdingsplan.
Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Europese
kankerbestrijdingsplan. Aangezien de lidstaten dit plan uiteindelijk zullen moeten
gaan uitvoeren, hebben genoemde leden nog wel een aantal vragen.
2. Essentie voorstel
Ten eerste willen de leden van de GroenLinks-fractie het Nederlandse kankerbestrijdingsplan
en de aansluiting daarvan op het Europese plan aan de orde stellen. Wanneer kan de
Kamer dit nationale plan verwachten? Kan het kabinet garanderen dat deze aansluit
op het Europees kankerbestrijdingsplan?
Daarnaast lezen de leden van de fractie van GroenLinks dat gepoogd wordt de levenskwaliteit
van kankerpatiënten te verbeteren. Hierbij draait het ook om de nabehandeling van
kankerpatiënten. Nog steeds kan het voor deze patiënten problematisch zijn om een
aanvullende verzekering af te sluiten, die ze voor revalidatie met fysiotherapie bijvoorbeeld,
wel nodig kunnen hebben. Verzekeraars kunnen een aanvullende gezondheidsverklaring
of een aantal wachtjaren vragen. Deelt het kabinet de opvatting dat juist voor deze
groep de fysiotherapie ook goed toegankelijk moet zijn? Deelt het kabinet tevens de
opvatting dat, specifiek in het geval van fysiotherapie, een aanvullende verzekering
nodig is, omdat patiënten ook bij de een indicatie voor een chronische ziekte de eerste
twintig behandelingen zelf moeten betalen? Welke mogelijkheden ziet het kabinet om
deze nazorg toegankelijker te maken voor kankerpatiënten? Is het bijvoorbeeld mogelijk
om de eigen bijdrage voor fysiotherapie na kanker te schrappen? Hoeveel zou dat kosten?
Heeft het kabinet een beeld van het aantal aanvullende polissen waarin een gezondheidsverklaring
of een of twee wachtjaren worden gevraagd?
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
De leden van de fractie van GroenLinks zijn er verheugd over dat het kabinet schonere
lucht wil, ook vanwege de gezondheidseffecten. Na het verschijnen van het RIVM-rapport
rondom de luchtvervuiling van Tata Steel, lijkt dat voor deze leden ook een belangrijke
prioriteit. In dat licht vragen deze leden of het mogelijk is om via het RIVM een
zelfde onderzoek te laten doen naar de luchtkwaliteit in andere gebieden met grote
industrie of bij drukke verkeersknooppunten. Op deze manier kan beter zicht worden
gekregen op de gezondheidseffecten van de luchtvervuiling.
Met betrekking tot bevolkingsonderzoeken hebben de leden van de fractie van GroenLinks
nog wel een aantal vragen. Te beginnen met de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker.
Welke stappen zet het kabinet om de screeningsinterval ook voor 2024 terug te brengen
naar twee jaar? Is het kabinet bereid om het gesprek aan te gaan met Nederlandse ziekenhuizen
over hun capaciteit om extra bevolkingsonderzoeken te doen en zo de intervaltijd terug
te brengen tot twee jaar? Tevens vragen deze leden hoe het zit met de aanvullende
MRI (magnetic resonance imaging) voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel?
Daarnaast vragen de leden van de fractie van GroenLinks of het goed zou zijn om tevens
een bevolkingsonderzoek te starten naar andere soorten kankers. Zij vragen specifiek
wat de voor- en nadelen zouden zijn van bevolkingsonderzoek naar de nu meest voorkomende
kankersoort, namelijk huidkanker en naar een van de meest dodelijke kankers, namelijk
longkanker. Is het kabinet bereid om een proactieve houding aan te nemen met betrekking
tot het onderzoeken van de vraag of bevolkingsonderzoeken naar deze kankers nuttig
zouden zijn en zo ja, in welke vorm?
De leden van de fractie van GroenLinks onderschrijven de noodzaak om, zeker voor zeldzame
kankers, specialistische centra in te richten. Hoe wordt dat in Nederland ingericht?
Welke UMC’s (universitaire medische centra) zullen welke zeldzame kanker gaan behandelen?
Hoe wordt ervoor gezorgd dat patiënten met die zeldzame vorm van kanker ook altijd
in dat specialistische centrum terecht komen? Hoe gaat die patiëntreis eruitzien,
zodat patiënten met zeldzame kankersoorten altijd bij het meest specialistische UMC
terecht komen?
Met betrekking tot medicijnen hebben de leden van de fractie van GroenLinks ook nog
een enkele vraag. In het Europese kankerbestrijdingsplan lezen genoemde leden dat
toegankelijkheid tot medicijnen en innovatie essentieel zijn. Nieuwe medicijnen worden
in Nederland niet zomaar toegelaten, daarvoor moeten ze ook betaalbaar zijn. Is het
kabinet bereid om transparantie in de geneesmiddelenprijzen een belangrijk onderdeel
te laten worden van het Europese kankerbestrijdingsplan?
Tot slot hebben de leden van de fractie van GroenLinks nog een vraag over de moleculaire
diagnostiek. Genoemde leden merken op dat er al een advies van Zorginstituut Nederland
zou moeten liggen met betrekking tot de moleculaire diagnostiek. Wanneer verwacht
het kabinet dat advies en wanneer kan de Kamer een beslissing op basis van dat advies
verwachten? Is het kabinet bereid hier haast mee te maken, nu recent in het nieuws
kwam dat in Nederland honderden longkankerpatiënten overlijden omdat ze nog geen toegang
hebben tot moleculaire diagnostiek?7
II. Reactie van het kabinet
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.