Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over kabinetsappreciatie Commissiemededeling HERA Incubator (Kamerstuk 25295-1026)
2021D17535 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de brief
betreffende de kabinetsappreciatie Commissiemededeling HERA Incubator d.d. 24 februari
2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 1026).
De fungerend voorzitter van de commissie, Agema
Adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
VVD-fractie
D66-fractie
SP-fractie
GroenLinks-fractie
II.
Reactie van het kabinet
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie bij de
mededeling van de Europese Commissie over de HERA Incubator.1 Zij hebben hierbij nog enkele vragen en/of opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vinden het van belang dat beter voorbereid te zijn op
het ontstaan van pandemieën. Zij delen dan ook de mening van het kabinet dat de beschikbaarheid
van vaccins daarop een antwoord is.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de brief van het kabinet dateert van 24 februari
2021. In deze brief wordt aan de Kamer gemeld dat het de bedoeling is op 25 februari
2021 in de Europese Raad de HERA Incubator te bekrachtigen. Deze leden vragen hoe
de Tweede Kamer haar rol dan goed moet of kan vervullen. Wat is de stand van zaken
met betrekking tot deze mededeling? Deze leden vragen voorts wat er is afgesproken
tijdens de Europese Raad op 25 februari jl.
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het succesvol en snel ontwikkelen
en produceren van vaccins niet zonder farmaceutische bedrijven zal kunnen. Welk overleg
heeft er met hen plaats gevonden? Hoe worden of zijn zij betrokken bij de initiatieven
die in de mededeling worden genoemd? Welke rol spelen de farmaceutische bedrijven
bij de verschillende initiatieven?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het kabinet «welwillend»» naar de inhoud
van de mededeling van de Europese Commissie kijkt. Dat klinkt niet heel enthousiast.
Op welke punten is het kabinet kritisch?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het de bedoeling is om een HERA-autoriteit op
te richten om de taken centraal te laten coördineren. Waarom moet er een aparte autoriteit
opgericht worden? Waarom kan deze taak niet bij een bestaande instelling worden onder
gebracht? Het kabinet constateert ook zelf al dat op dit moment een aantal van de
voorgestelde taken belegd zijn bij verschillende EU-agentschappen, onder andere het
European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) en het Europees Geneesmiddelenagentschap
(EMA).
Snelle opsporing van nieuwe varianten
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het snel kunnen opsporen van risicovolle
virusmutanten van cruciaal belang is. In de voorliggende mededeling wordt gesproken
van een sequentie-analysecapaciteit van tenminste 5% positieve testresultaten. In
de mededeling Eén Verenigd Front tegen Covid-19, staat echter 5 tot 10% vermeld. Hoe
moet dat in relatie tot elkaar gezien worden, aangezien beide mededelingen van de
Europese Commissie afkomstig zijn?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet terughoudend is met betrekking tot
het doel van een sequentie-analysecapaciteit van tenminste 5% van de positieve testresultaten.
Waarom is dat het geval? Waarom die terughoudendheid, want het opsporen van risicovolle
virusmutanten is toch cruciaal? Wanneer het RIVM heeft opgeschaald tot 1.500 monsters
per week, welk percentage kan dan gehaald worden? In hoeverre is het vroeg om een
nieuwe variant twee maanden voordat deze variant dominant wordt in Nederland te detecteren?
Onderzoek en innovatie
De leden van de VVD-fractie lezen dat er gewerkt wordt met onderzoekconsortia en partnerschappen.
Om welke gaat het dan? Hoe is het bedrijfsleven daarbij betrokken?
De leden van de VVD-fractie delen de mening van het kabinet dat betaalbaarheid en
toegankelijkheid van producten die voortkomen uit publieke investeringen in innovatie
belangrijk zijn.
Europees netwerk voor klinische proeven
De leden van de VVD-fractie vragen uit welke partijen het VACCELERATE-consortium bestaat.
Is het kabinet van mening dat het goedkeuren van klinisch onderzoek een taak van het
EMA is en dat de rol van het EMA zou kunnen worden uitgehold door deze voorstellen?
Vroegtijdig aankoopovereenkomsten voor de volgende generatie vaccins
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk om vroegtijdig in te tekenen op
de ontwikkeling van kansrijke vaccins. Genoemde leden onderschrijven daar net als
het kabinet het belang van publieke transparantie. In de afgelopen tijd is er veel
gedoe geweest rondom het contract voor het vaccin van AstraZeneca. Wat heeft de Europese
Commissie daarvan geleerd voor toekomstige overeenkomsten, onder meer betreffende
leveringszekerheid en leveringsverplichting? Hoe wordt tevens voldoende flexibiliteit
ingebouwd om in te springen op nieuwe ontwikkelingen, zoals het ontstaan van nieuwe
virusmutanten?
De leden van de VVD-fractie vinden dat ook gekeken moet worden naar de toekomst met
betrekking tot vaccins. Betekent deze mededeling dat de Europese Commissie voor de
toekomst nu niet alleen maar inzet op mRNA vaccins, zoals de Europese Commissie eerder
heeft gecommuniceerd?
Wat is de rol van de Europese Investeringsbank (EIB) bij dit onderdeel van de mededeling?
Een versneld regelgevingskader
De leden van de VVD-fractie zijn het met het kabinet eens dat het markttoelatingsproces
te allen tijde zorgvuldig en onafhankelijk moet zijn. Veiligheid moet voorop staan.
Daarbij moeten de belemmeringen voor snelle beoordeling wel worden weggenomen. Welke
belemmeringen ziet het kabinet op dit moment? Hoe snel kan dit aangepast c.q. opgelost
worden?
Opschalen van de industriële productie van vaccins
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat we minder afhankelijk worden
van producten buiten de Europese Unie voor de toelevering van vaccins, medicijnen
en beschermingsmiddelen. Er moet meer in Europa geproduceerd worden. De productie
van vaccins moet sowieso opgeschroefd worden. Hoe wordt daarbij samengewerkt met farmaceutische
bedrijven? Hoe wordt daarbij tevens aandacht besteed aan transparantie en betaalbaarheid?
Waarom wordt de EIB hier niet genoemd?
Financiële gevolgen
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de opmerkingen van het kabinet over de financiering.
Genoemde leden willen een en ander niet financieren vanuit het vorige Meerjarig Financieel
Kader (MFK), maar gewoon zoals het hoort uit het MFK 2021–2027. Deze leden vragen
verder wat de budgettaire gevolgen van deze mededeling voor de rijksbegroting zouden
kunnen zijn.
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
Inleiding
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsappreciatie
aangaande de HERA Incubator. Deze leden zijn enthousiast over het concept van de HERA
Incubator, omdat het doel is om onderzoekers, biotechbedrijven, fabrikanten, regelgevers
en overheidsinstanties samen te brengen om varianten te monitoren, gegevens uit te
wisselen en samen te werken voor de aanpassing van vaccins. Deze leden benadrukken
de kansen die er zijn om in Europees verband dreigingen van nieuwe varianten het hoofd
te bieden.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet of er reeds een gesprek heeft plaatsgevonden
met de Europese Commissie over de HERA Incubator. Zo ja, kan de uitkomst van dit gesprek
naar de Kamer gestuurd worden?
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet om te reflecteren hoe de HERA Incubator
wordt ontvangen door andere lidstaten. Is er net zoveel enthousiasme als vanuit Nederland?
Wat zijn de meest kritische lidstaten en welke punten dragen zij ter onderbouwing
van hun kritiek aan?
Onderzoek, assessment en analyse
De leden van de D66-fractie lezen dat een belangrijk onderdeel van de HERA Incubator
het vormen van Europese netwerken is. In de afgelopen jaar zagen we vele landen hun
eigen klinisch onderzoek, maar ook fundamenteel onderzoek doen. Zo heeft Nederland
in het voorjaar van 2020 een relatief kleine studie gedaan naar de besmettelijkheid
onder kinderen om vervolgens hier in Nederland beleid op te maken. Hetzelfde geldt
voor de validatie van (snel)tests en de Fieldlabs die afzonderlijk in Nederland zijn georganiseerd. Deze leden vinden deze eigen proeven
onwenselijk als deze onderzoeksresultaten reeds in andere lidstaten voorhanden zijn.
Worden dankzij deze HERA Incubator deze eigenstandige onderzoeken voorkomen, dus dat
onderzoeken op grotere schaal worden toegepast én dat sneller geleerd kan worden van
andere lidstaten? Met andere woorden, zo vragen deze leden, leidt de HERA Incubator
ertoe dat een additioneel onderzoek in Nederland straks niet meer nodig is?
De leden van de D66-fractie lezen dat er in totaal 150 miljoen euro wordt geïnvesteerd
ten behoeve van deze HERA Incubator. Deze leden moedigen dit aan. Zij vragen wel of
van lidstaten wordt verwacht dat zij ook nationaal additionele investeringen doen
om de HERA Incubator tot een succes te maken. Deze leden kunnen zich namelijk voorstellen
dat mogelijk extra onderzoeksgeld nodig zal zijn, of dat extra geld is voor faciliteiten.
Zijn er reeds voorbeelden van nationale subsidieverzoeken hiervoor?
De leden van de D66-fractie constateren dat meerdere universiteiten binnen Europa
zichzelf (willen) gaan zien als expertisecentrum op het gebied van pandemiebestrijding.
Zo is de Erasmus Universiteit Rotterdam samen met de TU Delft gestart met een Pandemic
& Disaster Preparedness Center (PDPC), gezien hun expertise op het gebied van virologie
en technologie. Wat is de opvatting van het kabinet over de rol van het PDPC binnen
de HERA Incubator? Is het noodzakelijk dat Nederland ook investeert in nationale initiatieven
zoals het PDPC? Genoemde leden vragen tevens hoe voorkomen wordt dat een dubbeling
in deskundigheid ontstaat op het gebied van pandemiebestrijding. Dus dat bijvoorbeeld
Berlijn en Rotterdam hetzelfde onderzoeken terwijl het efficiënter zou zijn als beide
steden zich op deelgebieden concentreren. Deze leden zijn van mening dat de deskundigheid
op de verschillende thema’s verspreid moet zijn over de Europese lidstaten.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet tevens om een uitputtende lijst van
Nederlandse universiteiten en bedrijven die zijn aangesloten bij de HERA Incubator
naar de Kamer te sturen.
Vroegtijdig aankoopovereenkomsten voor de volgende generatie vaccins
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet de inzet van de Europese Commissie
steunt om in samenwerking met de lidstaten nieuwe overeenkomsten te sluiten dan wel
bestaande contracten uit te breiden. Het kabinet benoemt wel enkele voorwaarden. Bijvoorbeeld
dat bij het sluiten van vernieuwde contracten aandacht moet worden geschonken aan
publieke transparantie. Ook is het wenselijk om opnieuw te kijken naar contractuele
bepalingen met betrekking tot inspanningsverplichtingen en leveringszekerheid. Daarnaast
lezen deze leden dat het kabinet zich afvraagt of naast het uitbreiden van de bestaande
contracten, ook gekeken kan worden of samenwerking met nieuwe leveranciers een aanvulling
kan vormen op de strategie rondom de nieuwe generatie vaccins. Nu lezen deze leden
dat er onlangs een deal is gesloten voor 1,8 miljard euro extra vaccins van het merk
Pfizer.2 Heeft het kabinet de indruk dat bij het afsluiten van dit nieuwe contract aan al
deze voorwaarden is voldaan?
Opschalen productie van bestaande, aangepaste of nieuwe COVID-19-vaccins
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet wil voorkomen dat met het ontstaan
van een HERA Incubator vooruitgelopen wordt op een toekomstig voorstel met meer permanente
status, en dat hij bij voorkeur de verwijzing in de naam van het bioveiligheids paraatheidsprogramma
naar het toekomstige HERA zou willen vermijden. Kan het kabinet dit standpunt nader
toelichten? Tevens vragen deze leden waarom de verwijzing in de naam HERA moet worden
vermeden.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie Commissiemededeling
HERA Incubator en hebben hierover nog een aantal vragen.
De leden van de SP-fractie staan in principe positief tegenover het initiatief om
op Europees niveau samen te werken om vaccins aan te kunnen passen aan nieuwe varianten
van het coronavirus. Zij vragen echter hoe de voorgestelde HERA Incubator ingezet
zal worden om de pandemie op mondiaal niveau aan te pakken. Variants of concern komen namelijk ook de Europese Unie binnen van buitenaf. Om dit tegen te gaan en
om de desastreuze effecten van de pandemie voor mensen wereldwijd tegen te gaan, is
het essentieel dat kennis over en patenten voor vaccins zo breed mogelijk worden gedeeld.
Op die manier kan de mondiale productie van deze vaccins namelijk worden gemaximeerd.
Hoe zal de HERA Incubator hieraan bijdragen? Wordt de onderhandelingsmacht die de
EU krijgt door haar steun aan vaccinproducenten bijvoorbeeld ingezet om hen onder
druk te zetten patenten en productieprocessen van hun vaccins openbaar beschikbaar
te stellen, bijvoorbeeld via de Covid-19 Technology Access Pool (C-TAP)?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Europese Commissie aangeeft dat lidstaten
een sequentie-analysecapaciteit van ten minste 5% van de positieve testresultaten
moeten aanhouden. Zij vragen het kabinet hoe groot momenteel de capaciteit in Nederland
is. Als dit lager dan 5% is, wat is er dan voor nodig om de capaciteit naar 5% te
laten gaan?
De leden van de SP-fractie delen de wens van het kabinet om meer duidelijkheid te
krijgen over de vraag of en hoe door centrale coördinatie de taken die nu aan de HERA
Incubator worden toebedeeld daadwerkelijk beter zullen worden uitgevoerd en wat de
toegevoegde waarde is van een nieuw programma ten opzichte van de bestaande EU-agentschappen
die delen van deze taken reeds uitvoeren. Zij vragen daarom aan het kabinet om de
Kamer hierover nader te informeren, zodra hij hierover meer informatie en toelichting
ontvangt van de Europese Commissie.
De leden van de SP-fractie lezen dat er ook bij het kabinet nog diverse vragen leven
over dit programma. Om welke vragen gaat het hier precies?
De leden van de SP-fractie lezen dat het kabinet er belang aan hecht dat publieke
investeringen in innovatie waar mogelijk gepaard gaan met voorwaarden over betaalbaarheid
en toegankelijkheid van de producten die eruit voortkomen. Deze leden onderstrepen
dit belang ten zeerste. Zij willen echter wel graag van het kabinet weten hoe hij
dit precies vorm wil geven. Welke voorwaarden dient de Europese Commissie te stellen
aan deze publieke investeringen? Is het kabinet het ermee eens dat betaalbaarheid
en toegankelijkheid enkel bereikt kunnen worden als bedrijven geen monopolie krijgen
op de producten die voortkomen uit publieke investeringen? Zo ja, is het kabinet het
ermee eens dat kennis over vaccins en andere essentiële gezondheidsproducten en het
recht om deze te produceren zo veel mogelijk gedeeld moeten worden?
De leden van de SP-fractie lezen dat het kabinet de Europese Commissie vraagt om aandacht
te hebben voor publieke transparantie bij het sluiten van vernieuwde contracten voor
de aankoop van vaccins. Zij vinden dit een positieve oproep, maar zouden hier graag
wel meer duiding van het kabinet over willen ontvangen. Waar zit volgens het kabinet
het gebrek aan transparantie in de huidige overeenkomsten en hoe zou het kabinet dit
in de vernieuwde overeenkomsten anders willen zien? Tevens vragen genoemde leden hoe
het kabinet de toegankelijkheids-, betaalbaarheids- en transparantievoorwaarden beoordeelt
bij de HERA Incubator. Is het kabinet het met deze leden eens dat hier strikte voorwaarden
voor moeten komen?
Daarnaast lezen de leden van de SP-fractie dat het kabinet graag zou willen kijken
naar de samenwerking met nieuwe leveranciers van vaccins. Welke leveranciers heeft
het kabinet hier precies in gedachten?
De leden van de SP-fractie zijn het eens met het kabinet dat het belangrijk is om
in te zetten op de betaalbaarheid en de transparantie van prijzen van vaccins en medicijnen
in de samenwerking met farmaceutische bedrijven. Zij vinden het echter opmerkelijk
dat het kabinet hierbij benadrukt dat de markt hierbij niet mag worden beïnvloed.
Is in tijden van de mondiale pandemie het belang van een zo effectief mogelijke indamming
van het virus niet vele malen belangrijker dan het maximeren van de marktwerking in
de farmaceutische industrie?
De leden van de SP-fractie hebben ook een aantal vragen over de HERA-autoriteit, die
mogelijk voort zou moeten komen uit de HERA Incubator. Wat moet de taak worden van
deze autoriteit, waar nog geen definitieve oprichtingsbeslissing over is genomen?
Hoe verhoudt zich dit tot de nationale bevoegdheden van de lidstaten? Worden met het
oprichten van de HERA Incubator geen onomkeerbare stappen in de richting van oprichting
van deze autoriteit gezet?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Europese Commissie van plan is om op korte
termijn 120 miljoen euro extra toe te wijzen aan het nieuwe programma Horizon Europa.
Kan het kabinet toelichten hoe dit geld zal worden besteed?
De Europese Commissie noemt in haar mededeling het gebruik van aankoopovereenkomsten
een «aanpak om de risico’s te helpen verminderen van particuliere investeringen in
de vroege ontwikkeling van productiecapaciteit voor kandidaat-vaccins die zich nog
in een vroeg stadium van klinische proeven bevinden». Hiermee maakt de EU dus de private
risico’s van farmaceuten publiek. De leden van de SP-fractie vragen wat hier tegenover
staat voor de farmaceuten. De risico’s die de vrije markt hier met zich meebrengt
voor de farmaceut worden hier terecht weggenomen, maar waarom worden de baten die
de verkoop van deze vaccins op de vrije markt opbrengen dan volledig in stand gehouden?
Is het kabinet het ermee eens dat essentiële medische goederen, zoals vaccins, die
door publieke risico’s worden mogelijk gemaakt, niet mogen leiden tot enorme private
winsten en monopolies?
De leden van de SP-fractie vinden het opmerkelijk dat de Europese Commissie stelt
om pas op de middellange en lange termijn te willen samenwerken met lage- en middeninkomenslanden
om de lokale productiecapaciteit op te schalen. Waarom wordt hier niet zo snel mogelijk
mee begonnen? Is het kabinet het ermee eens dat deze pandemie pas kan worden beëindigd
als er wereldwijd zo snel mogelijk gevaccineerd wordt? Hoe kan de productiecapaciteit
effectief worden opgeschaald als alle kennis en patenten van deze vaccins in bezit
zijn van grote Europese en Amerikaanse farmaceuten?
Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief
van het kabinet inzake de mededeling «HERA Incubator: Samen anticiperen op de dreiging
van COVID-19 varianten» van de Europese Commissie. Genoemde leden hebben echter nog
wel een aantal vragen. Zo merken deze leden op dat de Europese Commissie benadrukt
dat lidstaten over voldoende sequentie-analysecapaciteit moeten beschikken (ten minste
5% van de positieve testresultaten). De leden van de GroenLinks-fractie vragen daarom
hoe hoog die sequentie-analysecapaciteit op dit moment voor Nederland is. Indien deze
nog niet hoog genoeg is, wat zijn dan de plannen van het kabinet om dit hoog genoeg
te krijgen? Het kabinet geeft aan dat het behalen van de door de Europese Commissie
gestelde doelstelling van 5% geen doel is binnen het Nederlandse beleid. Kan het kabinet
verder toelichten waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet daarnaast aangeeft dat de
Europese Commissie lidstaten aanmoedigt om «sneller gegevens uit te wisselen over
relevante onderzoeksprojecten». Heeft het kabinet de intentie om hieraan gehoor te
geven? Zo ja, hoe ziet het kabinet deze gegevensuitwisseling voor zich? Wat denkt
het kabinet nodig te hebben van de farmaceutische industrie op dit vlak? Hoe wordt
deze samenwerking bewerkstelligd?
De leden van de GroenLinks-fractie merken tevens op dat de Europese Commissie de intentie
heeft om de bestaande «Advance Purchase Agreements» te gebruiken om tijdige beschikbaarheid
van vaccins te bewerkstelligen. Genoemde leden vragen daarom of het kabinet de mogelijkheid
ziet om via deze route fabrikanten te bewegen hun kennis van de productie te delen,
om zo de productiecapaciteit wereldwijd te maximeren. Daarnaast vragen deze leden
of het kabinet voornemens is de Europese Commissie te bevragen inzake de intentie
om een nieuw mechanisme voor vrijwillige vergunningen te ontwikkelen. Hoe zal dit
mechanisme eruit komen te zien en hoe verhoudt dit zich tot al bestaande wereldwijde
initiatieven zoals de C-TAP en de Covid-19 mRNA Technology Transfer Hub? De leden
van de GroenLinks-fractie vragen daarbij of het niet effectiever is om het delen van
kennis en kunde op wereldschaal te bewerkstelligen in plaats van op EU-niveau. Hoe
gaat de Nederlandse regering bevorderen dat deze vrijwillige vergunningen resulteren
in een hogere vaccinatiegraad in ontwikkelingslanden? Hoe gaat de Europese Commissie
farmaceutische bedrijven bewegen om deze vrijwillige vergunningen te verlenen zonder
daar geografische limieten van verkoop of andere limiterende distributievoorwaarden
aan te verbinden?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd te lezen dat het kabinet van mening
is dat «het belangrijk is dat publieke investeringen in innovatie waar mogelijk gepaard
gaan met voorwaarden over betaalbaarheid en toegankelijkheid van de producten die
eruit voorkomen». Genoemde leden vragen hierbij hoe het kabinet zijn eigen prestatie
op dit vlak tot nu toe beoordeelt. Kan het kabinet toelichten hoeveel publiek geld
geïnvesteerd wordt per jaar in farmaceutische producten en in hoeverre dit tot toegankelijke
en betaalbare producten heeft geleid? Kan het kabinet voorbeelden noemen van momenten
waarop toegankelijkheid en betaalbaarheid van met publiek geld ontwikkelde farmaceutische
producten, leidend waren? Hoe gaat het kabinet de toegankelijkheid en betaalbaarheid
van farmaceutische producten binnen HERA waarborgen? Wordt hiervoor een standaard
ontwikkeld? Tenslotte vragen deze leden of er binnen HERA ruimte is om uitvoering
te geven aan de motie Westerveld c.s. over het ervoor zorgen dat farmaceuten hun kennis
gaan delen in C-TAP. 3
De leden van de GroenLinks-fractie zijn daarnaast verheugd te lezen dat het kabinet
de intentie heeft om specifiek aandacht te vragen voor publieke transparantie bij
het vernieuwen van farmaceutische contracten. Genoemde leden vragen hierbij echter
hoe het kabinet voornemens is om deze publieke transparantie te bewerkstelligen. Wil
het kabinet dit contractueel vastleggen? Is het kabinet voornemens om afspraken inzake
de prijzen van vaccins openbaar te maken? Daarnaast vragen deze leden of het kabinet
de mogelijkheid ziet om tijdens de nieuwe contractonderhandelingen te bewerkstelligen
dat farmaceutische bedrijven hun kennis gaan delen in C-TAP om zo de productie van
vaccins te kunnen maximeren. Zo nee, waarom niet?
Tenslotte zijn de leden van de GroenLinks-fractie verheugd te lezen dat het kabinet
het opschalen van de productie van vaccins beschouwt als een cruciaal onderdeel van
de pandemiebestrijding. Deze leden vragen echter wel hoe het kabinet deze inzet rijmt
met het feit dat nog geen enkele farmaceut zijn kennis heeft gedeeld in C-TAP. Ziet
het kabinet de mogelijkheid om farmaceuten hiertoe aan te zetten? Zo ja, hoe is het
kabinet van plan dit te realiseren? Zo nee, waarom niet? Zo nee, hoe rijmt het kabinet
dit met zijn intentie om betaalbaarheid en transparantie van prijzen van vaccins en
medicijnen te realiseren?
II. Reactie van het kabinet
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.