Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voorhangprocedure ontwerpwijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (Kamerstuk 29665-405)
2021D15578 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenindelingbesluit
Schiphol in verband met wijziging van de grens van het luchthavengebied met het oog
op de verdubbeling van rijbaan Quebec en in verband met verbetering van de beveiliging
van de luchthaven (Kamerstuk 29 665, nr. 405).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de ontwerpwijziging
van het Luchthavenindelingbesluit (LIB) Schiphol en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit
tot wijziging van het LIB Schiphol. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen die
zij aan de Minister wensen voor te leggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging
van het LIB Schiphol. Deze leden vinden het in verband met de veiligheid van belang
dat verkeersstromen op Schiphol worden vereenvoudigd en de complexiteit van de infrastructuur
van de luchthaven wordt gereduceerd, ook met het oog op het rapport Vliegveiligheid
vliegverkeer Schiphol van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2017. Deze leden hebben
de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hierover
nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de ontwerpwijziging
van het LIB Schiphol en hebben hier enkele vragen over.
VVD-fractie
Doel van de wijziging van het Luchthavengebied
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de technische wijziging van het LIB zich verhoudt
tot de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in zijn rapport Vliegveiligheid
vliegverkeer Schiphol. Welke voordelen biedt de verdubbeling van de rijbaan ten opzichte
van de huidige situatie? Is dit essentieel voor de veiligheid? En wat verandert er
nu daadwerkelijk in de praktijk? Worden op deze manier verschillende verkeersstromen
van elkaar gescheiden en draagt dit bij aan het reduceren van de complexiteit van
de infrastructuur van de luchthaven?
De leden van de VVD-fractie constateren dat door de huidige situatie rondom COVID-19
de luchtvaartsector in zwaar weer verkeert. Kan de Minister aangeven of deze wijziging
ook nodig is als de maximumcapaciteit van Schiphol niet zou worden uitgebreid boven
de huidige grens van 500.000 vliegbewegingen per jaar? En zo ja, waarom?
Uitvoering
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister kan aangeven of er een relatie is
tussen dit LIB en LVB1.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie verwelkomen het initiatief om in lijn met de aanbevelingen
van de OVV de complexiteit van Schiphol terug te dringen. Deze leden zijn daarom benieuwd
in hoeverre de Minister verwacht dat deze wijziging bij gaat dragen aan het toekomstbestendige
operationele concept dat de OVV aanbeval te ontwikkelen. Hoeveel minder botsingen
zijn bijvoorbeeld te verwachten door het doorvoeren van deze wijzigingen, of hoeveel
kleiner wordt het risico hierop?
De leden van de D66-fractie lezen ook dat er geen negatieve gevolgen voor het milieu
worden verwacht door deze wijzigingen op het gebied van uitstoot en geluidshinder.
Deze leden zijn benieuwd of dit extern of met een milieueffectrapportage is getoetst
en, zo ja, of deze rapportages met de Kamer kunnen worden gedeeld.
De leden van de D66-fractie lezen bovendien dat voor gebieden die vanwege de vergroting
van het luchthavengebied binnen het luchthavengebied komen te liggen, geen regels
komen te gelden op basis van Hoofdstuk II – Regels omtrent de bestemming en het gebruik
van de grond. Deze leden zijn benieuwd naar de beredenering hierachter. Is afgestemd
met de bestuurders in de getroffen gebieden wat dit bijvoorbeeld betekent voor de
waarde van de grond en de rechten van huidige en mogelijke toekomstige bewoners? Kan
de Minister bevestigen dat de wijziging en de keuze om geen regels op basis van Hoofdstuk
II toe te passen voor huidige en toekomstige bewoners in gebieden die door de wijzigingen
binnen het luchthavengebied komen te liggen, geen extra geluidsoverlast oplevert of
gezondheidsschade? De Minister geeft aan dat voor deze gebieden nog wel internationale
voorschriften en beperkingen voor het oprichten van obstakels en de verstoring van
communicatie-, navigatie- en radarapparatuur kunnen gelden. Klopt het dat hierdoor
de bouw van windmolen(s)(parken) in de omgeving benadeeld wordt? Zo ja, zijn deze
gevolgen voldoende afgestemd met de bestuurders en de Regionale Energie Strategie
(RES) dan wel het Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën (NPRES) van de
getroffen gebieden?
De leden van de D66-fractie lezen ten slotte in de brief van de Minister (Kamerstuk
29 665, nr. 406) dat Fase I, waaronder de bouw van het viaduct over de A4, reeds in uitvoering is.
Deze leden vragen of dit betekent dat de bouw van de dubbele taxibaan reeds gestart
is. Indien dit zo is, vragen deze leden of de aanleg hiermee niet vooruitloopt op
instemming van de Kamer en de ontvangst van de zienswijzen.
CDA-fractie
Verdubbeling van rijbaan Quebec
De leden van de CDA-fractie vragen naar de achtergrond dat de situatie heeft kunnen
ontstaan dat aan de zuidzijde nog een deel in een dubbel rijbaansysteem ontbreekt,
terwijl het ontbreken van dit dubbele gedeelte kan leiden tot congestie op het rijbaansysteem.
Deze leden vragen de Minister ook nader uiteen te zetten hoe deze wijziging van het
LIB Schiphol tegemoetkomt aan de bevinden van het rapport Vliegveiligheid vliegverkeer
Schiphol van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2017. Op welke wijze draagt het
precies bij aan het reduceren van de complexiteit van de infrastructuur van de luchthaven?
Deze leden lezen verder dat duurzaamheidswinst wordt geboekt doordat bij de verdubbeling
van rijbaan Quebec de doorstroming van het taxiënd verkeer zal verbeteren, waardoor
congestie en vertragingen aanzienlijk zullen afnemen. Kan de Minister aangeven in
welke mate dit een gunstig effect zal hebben op het brandstofgebruik en in welke mate
de emissies zullen verminderen? Zijn hier cijfers over bekend? Ook zijn deze leden
benieuwd in hoeverre de wijziging ertoe zal leiden dat vertragingen zullen verminderen
en de werklast van de verkeersleider zal verminderen.
Eigendomsposities en verbetering van de beveiliging
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wat de achtergrond is van de verbetering
van de efficiency van de beveiliging en om welke beveiliging het dan precies gaat.
Ook vragen deze leden voor wie de wijzigingen in eigendomsposities effect hebben?
Heeft dit effect voor omwonenden? Kan de Minister toelichten hoe het kan dat de grens
van het luchthavengebied op enkele plaatsen beperkt wordt aangepast, zonder dat dit
ruimtelijke gevolgen heeft in de omgeving?
Overleg
De leden van de CDA-fractie lezen dat dit besluit is voorbereid in overleg met vertegenwoordigers
van de luchtvaartsector, de provincies en gemeenten in de omgeving van Schiphol en
de Omgevingsraad Schiphol. Welke signalen kwamen er uit deze overleggen?
Zienswijzen en voorhang
De leden van de CDA-fractie lezen dat op grond van artikel 8.14 in samenhang met artikel
8.13 van de Wet luchtvaart dit besluit in de periode van 31 maart 2021 tot en met
28 april 2021 als ontwerp heeft voorgelegen voor zienswijzen. Kan de Minister aangeven
wat de belangrijkste punten waren die hierbij naar voren zijn gebracht en wat de reactie
van de Minister hierop is?
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe de verbeteringen van de fysieke veiligheid
op de grond zich verhouden tot de basiskritiek van de OVV dat er eerst nieuwe veiligheidsrisico’s
worden geaccepteerd waarna nieuwe veiligheidsmaatregelen worden genomen1. Kan de Minister dit toelichten? Deze leden zijn van mening dat voor werkelijke veiligheidsverbetering
het verkleinen van de capaciteit van Schiphol onontkoombaar is.
De leden van de GroenLinks-fractie willen voorkomen dat de extra rijbaan wordt opgevuld
door extra capaciteit en zien liever dat de extra baan wordt ingezet voor meer structurele
veiligheid. Is de Minister bereid dit te garanderen? Is de Minister het met deze leden
eens dat veiligheid een waarde en voorwaarde op zich is?
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zetten vraagtekens bij de noodzaak tot
het aanleggen van de taxibaan Quebec, met het oog op de ecologische noodzaak tot vermindering
van het aantal vliegbewegingen, en de voorspellingen dat er minder zakelijke vluchten
zullen plaatsvinden.2 Deze leden vragen daarom aan de Minister of zij kan melden bij hoeveel vliegbewegingen
per jaar de aanleg van de taxibaan Quebec niet nodig is vanuit veiligheidsperspectief.
Is de Minister ook bereid naar dit aantal vliegbewegingen toe te werken, aangezien
Schiphol (mogelijk) al zijn stikstofruimte al benut heeft, en dus geen ruimte heeft
om een dergelijke taxibaan aan te leggen?3 Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat het belangrijk is
dat een goed uitgevoerd milieueffectrapport (MER) gepubliceerd wordt, voordat over
wordt gegaan tot de aanleg van projecten, zoals de uitbreiding van de Quebecbaan.
Met het oog op de brieven die de Minister de Kamer heeft doen toekomen over het toetsingsadvies
over het milieueffectrapport «Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel Schiphol 2020»
(Kamerstuk 2021D14608) en het toetsingsadvies over het milieueffectrapport «Luchtruimherziening» (Kamerstuk
2021D14611), hebben deze leden zorgen over het MER bij de aanleg van taxibaan Quebec. In de
toetsingsadviezen werd gesteld dat het MER «Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel Schiphol
2020» aanvullingen behoefde en daarom willen deze leden van de Minister weten of dat
voor het MER van het LIB ook het geval is. Deze leden vragen hierbij ook om een toelichting
op de beschikbare stikstofruimte van Schiphol, aangezien in de toetsingsadviezen gesteld
wordt dat deze mogelijk al overschreden is. Deze leden vragen welke gevolgen dit heeft
voor de geplande opening van Lelystad Airport, aangezien het kabinet voornemens is
om hiervoor stikstofruimte van Schiphol te gebruiken. Deelt de Minister de mening
van deze leden dat er geen stikstofruimte is voor de uitvoering van de ontwerpwijziging
van het LIB en de opening van Lelystad Airport? Zo ja, hoe gaat zij dit omzetten in
beleid? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie willen tot slot weten waarom de verdubbeling
van de rijbaan wordt gezien als onderhoudsproject, terwijl het een uitbreidingsproject
betreft in het kader van de verhoging van de veiligheid. Is er een verschil in het
vergunnings- of beoordelingstraject of het project wordt gezien als een onderhoudsproject
of een uitbreiding project (of anderszins)? Waar zijn de vergunnings- en beoordelingstrajecten
te zien, indien het wordt gezien als onderhoudsproject?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.