Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 15 maart 2021 (Kamerstuk 21501-02/32317-2304)
2021D09552 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de geannoteerde agenda
voor de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ)
en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) van 15 maart 2021 (Zaaknummer 2021Z04210).
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
Algemeen
De leden van de VVD-fractie willen allereerst het belang onderstrepen van de onverminderde
inzet van dit demissionaire kabinet in het Europees asieldebat bij herziening van
het Europees asielstelsel. Deze leden zijn dan ook positief dat het kabinet bij de
fiches en in eerdere AO-JBZ-Raden heeft benadrukt zich in te spannen voor een strenge
buitengrensprocedure en de koppeling van de herziening van het Europees asielstelsel
aan de terugkeerrichtlijn en zij gaan ervan uit dat dit kabinet zich hier continue
voor blijft inspannen.
Introductie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de geannoteerde
agenda van de informele vergadering van de leden van de gecombineerde Raad Buitenlandse
Zaken en Raad Justitie en Binnenlandse Zaken die op 15 maart zal plaatsvinden. De
leden van de VVD-fractie onderstrepen het belang van dit gesprek over de externe dimensie
van het EU-migratiebeleid in het kader van het EU migratie- en asielpact. De genoemde
leden vragen met welke derde landen gesprekken worden gevoerd over een breed partnerschap
en op welke termijn verwacht wordt dergelijke partnerschappen af te sluiten. Op welke
manier wordt het beperken van irreguliere migratie en het terugnemen van afgewezen
onderdanen daarin opgenomen? En op welke manier wordt het uitbreiden van bestaande
bilaterale afspraken tussen een EU-lidstaat en een derde land meegenomen, zodat niet
individuele lidstaten maar de EU als geheel effectief in staat is om irreguliere migratie
te beperken?
De externe dimensie van het EU-migratiebeleid in het kader van het EU migratie- en
asielpact
EU Brede partnerschappen met derde landen – migratie als kernelement in bilaterale
relaties
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van de verbinding tussen de
externe en interne dimensie, en het sluiten van partnerschappen. Deze leden onderschrijven
tevens het doel van het kabinet dat tijdens deze Raad zal aandringen op concrete vervolgstappen
om deze partnerschappen verder vorm te geven. In de geannoteerde agenda gaan de bewindspersonen
daarbij in op het brede belang waarin partnerschappen moeten worden geplaatst. De
genoemde leden onderschrijven dit, maar willen benadrukken dat het doel van deze partnerschappen
het beperken van irreguliere migratiestromen en het effectief kunnen realiseren van
terugkeer is. Zij verwachten dan ook dat het kabinet de te verwachte effectiviteit
afmeet aan deze doelstellingen bij het inzetten van instrumenten zoals ontwikkelingsgelden
en bij het afsluiten van een partnerschap.
Verbeterde coördinatie en samenwerking tussen de EU en haar lidstaten
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat de deelnemende bewindspersonen zullen
spreken over de manier waarop EU-instellingen en de verschillende lidstaten hun coördinatie
en samenwerking kunnen verstevigen om gezamenlijk in te kunnen zetten richting derde
landen, ook in Team Europe kader. Welke rol voorziet Nederland hierin, los van de
uiteengezette financieringsinstrumenten?
AOB: versterken van samenwerking tussen de EU en Noord-Afrikaanse landen op het gebied
van Justitie en Binnenlandse Zaken
De leden van de VVD-fractie hebben bij de vorige inbreng aan de bewindspersonen vragen
meegegeven over dit onderwerp.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken
en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze leden hebben nog enkele vragen.
Artikel 25bis visumcode
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat de lidstaten het in de aankomende
Raad zullen hebben over de eerste jaarlijkse beoordeling van de Visumcode. In de kabinetsreactie
lezen deze leden dat voor meer dan een derde van de 39 geëvalueerde visumplichtige
landen de samenwerking met de meeste van de lidstaten verbeterd dient te worden en
dat het belangrijkste obstakel in de samenwerking ligt in het proces van identificatie
en afgifte van laissez-passers. Kunnen de bewindspersonen vertellen hoe de Europese
Commissie denkt dat de samenwerking in het proces van identificatie en afgifte van
laissez-passers verbeterd kan worden, en of, en zo ja hoe, de Visumcode hieraan bijdraagt?
Ook schrijven de bewindspersonen over het nemen van concrete vervolgstappen in relatie
tot het visuminstrument. Welke elementen zien zij graag terug in deze concrete vervolgstappen?
EU partnerschappen
De leden van de D66-fractie kijken positief naar de inzet van het kabinet omtrent
het bewaken van de voortgang van EU partnerschappen. De genoemde leden zijn ook positief
over het feit dat deze effectieve samenwerking meerdere aspecten adresseert, waaronder
ook het bevorderen van legale migratieroutes. Hoe zullen deze legale migratieroutes
bevorderd worden en welke rol spelen deze in de EU partnerschappen? Deze leden lezen
dat Nederland tijdens de Raad zal aandringen op concrete vervolgstappen om deze partnerschappen
in lijn met de Integrale Migratieagenda verder vorm te geven. Welke elementen zien
de bewindspersonen graag terug in deze concrete vervolgstappen? Delen zij de mening
van de leden van de D66-fractie dat deze partnerschappen als hoofdzaak moeten gaan
over het wegnemen van de grondoorzaken zoals armoede en slecht bestuur? Zijn de bewindspersonen
het met deze leden eens dat landen met opvang in de regio ondersteund moeten worden,
en zo ja, hoe gaan deze partnerschappen hieraan bijdragen?
Andere partnerschappen, zoals het EU Migration Partnership Framework, bleken serieuze
gebreken te hebben.1 Hoe kijken de bewindspersonen naar de effectiviteit van partnerschappen zoals bijvoorbeeld
het EU Migration Partnership Framework, en welke lessen kunnen hieruit gehaald worden
voor het verder vormgeven van de partnerschappen uit het EU Migratiepact? De leden
van de D66-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat in principe alle instrumenten,
inclusief visa-maatregelen en handel en ontwikkelingssamenwerking, kunnen worden ingezet
om migratiesamenwerking te bevorderen waarbij verwachte effectiviteit als criterium
gehanteerd zal worden. Kunnen de bewindspersonen vertellen hoe deze verwachte effectiviteit
gemeten zal worden?
Samenwerking EU en haar lidstaten
De leden van de D66-fractie zijn positief over het feit dat er in de Raad gesproken
zal worden over het verbeteren van de coördinatie en samenwerking tussen de EU-instellingen
en de EU-lidstaten. De genoemde leden zijn van mening dat het van groot belang is
om de samenwerking te verstevigen om zo een gezamenlijke boodschap af te geven richting
derde landen. Ook spreekt de agenda over de mogelijkheid om te bouwen op de bilaterale
relaties en initiatieven van bepaalde EU-lidstaten. Hoe ziet het kabinet dit voor
zich? Worden goed werkende bilaterale relaties en initiatieven omgezet in Europees
beleid?
De leden van de D66-fractie lezen dat er gesproken zal worden over migratierelevante
financiering, onder meer uit het nieuwe Neighbourhood Development and International Cooperation Instrument (NDICI). Hoe verhoudt dit nieuwe middel zich ten opzichte van al bestaande migratierelevante
financieringsmiddelen zoals het EU Emergency Trust Fund for Africa en het EU External
Investment Plan?
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Zij hebben
nog enkele vragen.
In de agenda lezen de leden van de SP-fractie dat de inzet van het kabinet gericht
is op zowel positieve als negatieve maatregelen om terugkeer en een eerlijk asielsysteem
te bevorderen. Kan het kabinet aan de genoemde leden uitleggen hoe het huidige krachtenveld
in de EU eruitziet? Waar liggen de knelpunten wat betreft het sluiten van een overeenkomst?
Over welke punten zijn de landen het nu waarschijnlijk al eens? Wat betekenen deze
knelpunten voor de snelheid tot het bereiken van een overeenkomst? Wanneer wordt een
overeenkomst volgens het kabinet verwacht? Kan het kabinet inzicht geven in een eventuele
lijst met derde landen waar de Europese landen gezamenlijk afspraken mee willen maken?
Hoe gaat het kabinet eindelijk werk maken van een succesvolle terugkeer? Wanneer worden
landen die medewerking weigeren geconfronteerd met (visum) maatregelen?
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
Situatie Griekse eilanden/Frontex
De leden van de PvdA-fractie maken zich ernstig zorgen over de aanhoudende humanitaire
ramp op de Griekse eilanden. Niet alleen is gebleken dat vanwege sneeuw, overstromingen
en lekkende tenten het nieuwe kamp op het Griekse Lesbos allesbehalve winterbestendig
is, ook is wederom duidelijk geworden dat de psychische nood onder mensen alarmerend
hoog is. Zo stak eind februari jl. een zwangere 26-jarige Afghaanse vrouw zichzelf
uit wanhoop in brand, waarna zij door de Griekse autoriteiten werd aangeklaagd vanwege
vernieling van publiek eigendom. Delen de bewindspersoen de afschuw van de leden van
de PvdA-fractie over dit incident? Zijn zij bereid om in contact te treden met hun
Griekse ambtsgenoten om opheldering te vragen over de start van een strafonderzoek
tegen deze vrouw en ervoor te zorgen dat zij adequate (psychologische) ondersteuning
krijgt?
Daarnaast hebben de leden van de PvdA-fractie kennis genomen van het onderzoeksrapport
van Frontex over de betrokkenheid van de eigen organisatie bij zogeheten «pushbacks»
op zee tussen Griekenland en Turkije. Ondanks dat slechts acht van de dertien incidenten
zijn onderzocht en er voornamelijk is gesproken met de Griekse autoriteiten en Frontex-medewerkers,
concludeert Frontex dat er geen bewijs is gevonden van mensenrechtenschendingen. Acht
het kabinet dit rapport voldoende om deze conclusies te ondersteunen? Is volgens het
kabinet nader onderzoek door een externe instantie nodig om de «pushback»-incidenten
grondiger te onderzoeken? Zo ja, gaan de bewindspersonen hier tijdens de RBZ/JBZ voor
pleiten?
Europees Migratiepact
De leden van de PvdA-fractie onderschrijven het belang van een hernieuwd Europees
asiel en migratiebeleid. Het voorgestelde Pact voorziet in een controlemechanisme
om misstanden als «pushbacks» aan de Europese buitengrenzen te voorkomen, waarbij
met name de focus ligt op het screeningsproces van asielzoekers op de Griekse eilanden.
Gezien de voortdurende incidenten op zee tussen Griekenland en Turkije is het echter
ook van belang dat «pushback»-incidenten binnen het mandaat van dit controlemechanisme
vallen. Vallen «pushbacks» volgens de bewindspersonen onder het huidige mandaat van
het controlemechanisme? Zo nee, zijn de bewindspersonen bereid om voor een omvattender
controlemechanisme te pleiten om mensenrechtenschendingen aan de Europese buitengrenzen
in de toekomst te voorkomen?
Daarnaast voorziet het Pact in snellere grensprocedures aan de buitengrenzen om onderscheid
te maken tussen kansrijke en kansarme asielzoekers. Ook een beter terugkeerbeleid
dat onderdeel maakt van het migratiepact rust voor een groot deel op deze procedures.
De leden van de PvdA-fractie vragen welke voorbereidingen worden getroffen door de
Europese Commissie en Griekenland om ervoor te zorgen dat deze procedures zorgvuldig
verlopen? Op welke termijn worden deze snelle en efficiënte procedures toegepast,
welke ondersteuning biedt Nederland hierbij, en achten de bewindspersonen deze procedures
voldoende om mensonterende omstandigheden op de Griekse eilanden te voorkomen?
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe voorstellen van de Europese Commissie is om
nader samen te werken op het gebied van migratie met derde landen, bijvoorbeeld op
het gebied van het tegengaan van mensensmokkel, mogelijkheden tot legale migratie
en effectief terugkeerbeleid. Deze ambities komen ook uitvoerig aan bod in het voorstel
van de Commissie voor een nieuwe EU-Afrika strategie. De leden van de PvdA-fractie
vragen welke stappen er sinds het verschijnen van het migratiepact in september jl.
zijn gezet om deze nieuwe samenwerking met derde landen vorm te geven? Hoe sluiten
deze initiatieven aan bij de ambitie van de Commissie om tot een breed en gelijkwaardig
partnerschap te komen met Afrikaanse landen? En wordt naast samenwerking met derde
landen op het gebied van migratie ook ingezet op samenwerking op het gebied van eerlijke
handel, het tegengaan van belastingontwijking en klimaatverandering?
Tot slot stelt de Commissie in het migratiepact dat hervestiging een geschikte manier
is om bescherming te bieden aan de meest kwetsbare vluchtelingen uit derde landen.
De Commissie beveelt daarom aan de ad-hoc regeling voor de jaarlijkse hervestigingsplaatsen
te formaliseren. De leden van de PvdA-fractie vragen of het kabinet bereid is om de
bijdrage van Nederland te verhogen zodat de meest kwetsbare vluchtelingen een veilig
thuis wordt geboden? Wil het kabinet daarnaast in overleg treden met gelijkgestemde
landen om te zorgen dat er de komende jaren in Europees verband vaste en ruimhartige
afspraken worden gemaakt over hervestiging vanuit derde landen naar Europa?
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.