Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake herijking Wgp-maximumprijzen per 1 april 2021 en aanbieding ontwerpregeling (Kamerstuk 29477-687)
2021D02038 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van 15 december
2020 van de Minister voor Medische Zorg betreffende de herijking van de Wpg-maximumprijzen
per 1 april 2021 en de aanbieding van de ontwerpregeling (Kamerstuk 29 477, nr. 687).
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Heller
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II.
Reactie van de Minister
6
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister over de herijking Wgp-maximumprijzen per 1 april 2021 en de ontwerpregeling.
Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De recente herziening van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) waarbij Duitsland is
vervangen door Noorwegen als referentieland heeft als gevolg dat wisselkoersen (van
de munten van Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk) een grote impact kunnen hebben
op de Nederlandse geneesmiddelenprijzen. Kan de Minister aangeven welke impact op
de Nederlandse geneesmiddelenprijzen is waargenomen sinds Duitsland als referentieland
is vervangen?
Kan de Minister aangeven hoe andere landen omgaan met fluctuaties van wisselkoersen
in de referentielanden? Kan de Minister voorts aangeven wat Nederland doet om de afhankelijkheid
van fluctuaties van wisselkoersen zoveel mogelijk te voorkomen?
Kan de Minister aangeven welk effect de herberekening van de Wgp-maximumprijzen heeft
op de mogelijke opbrengsten van de modernisering van het geneesmiddelenvergoedingssysteem
(GVS)?
Welke gevolgen heeft de herijking van de maximumprijzen, zonder de afgebouwde mitigerende
maatregelen, voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen?
In antwoord op de vragen die zijn gesteld ten aanzien van de Kamerbrief «Aanpak geneesmiddelentekorten
en ijzeren voorraad»1 wordt gesteld dat een herijking een prikkel kan zijn voor het verminderen van voorraden.
Wat zijn de uitkomsten van de gesprekken die de Minister hierover aangegaan is met
veldpartijen?
Een herijking van de maximumprijzen op grond van de Wgp kan ertoe leiden dat er een
nieuwe wisseling van geneesmiddelen plaatsvindt. Kan de Minister aangeven hoe toezicht
wordt gehouden op de leveringszekerheid van het «nieuwe» geneesmiddel, indien een
herijking van maximumprijzen leidt tot een wisseling van een geneesmiddel?
De leden van de VVD-fractie lezen dat met betreffende wijziging van de Regeling maximumprijzen
geneesmiddelen (Rmg) de maximumprijzen voor de 48e keer zijn geactualiseerd. Kan de Minister aangeven of en zo ja, welke besparingen
deze actualisaties tot nu toe hebben opgeleverd? Kan de Minister voorts aangeven welke
overige effecten waargenomen zijn na de actualisaties?
Genoemde leden lezen in de Kamerbrief 2 van de Minister dat onze ambassade in New Delhi (India) heeft laten weten dat de
kans op een herhaling van exportrestricties of productie-onderbrekingen van geneesmiddelen
in de belangrijke producerende landen India en China klein is. Kan de Minister aangeven
of er een plan klaarligt, mocht er onverhoopt toch een exportrestrictie of productie-onderbreking
van (grondstoffen van) geneesmiddelen worden afgekondigd?
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over
de herijking van de Wgp-maximumprijzen per 1 april 2021. Deze leden hebben hier enkele
vragen bij.
De belangrijkste reden waarom in 2020 mitigerende maatregelen zijn genomen, is om
medicijntekorten tegen te gaan. Onlangs bleek echter dat het aantal medicijntekorten
in 2020 bijna verdubbeld is ten opzichte van het jaar daarvoor.3 De leden van de CDA-fractie vragen daarom of de Minister kan aangeven wat concrete
structurele oplossingen zijn voor geneesmiddelentekorten, en dus niet-tijdelijke voorzorgsmaatregelen
bij een herijking. Welke verdere mogelijkheden voorziet de Minister voor apothekers
om patiënten in het geval van een tekort tóch van geneesmiddelen te kunnen voorzien?
De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast welke gevolgen de herijking van de maximumprijzen,
zonder de afgebouwde mitigerende maatregelen, voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen
heeft?
De Minister schrijft dat zij structureel meer aandacht heeft voor de kwetsbare producten
aan de «onderkant van de geneesmiddelenmarkt». De leden van de CDA-fractie vragen
de Minister deze aanpak van kwetsbare producten aan de onderkant van de geneesmiddelenmarkt
nader te specifiëren?
De herijking kan een prikkel zijn voor het verminderen van voorraden4. De bewindspersoon zou daarover in gesprek gaan met veldpartijen. De leden van de
CDA-fractie vragen wat hiervan de uitkomsten zijn. Moeten apothekers en patiënten
zich zorgen maken over kleinere voorraden?
De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte of de Minister kan aangeven en onderbouwen
welk effect de herberekening van de Wgp-maximumprijzen heeft op de mogelijke opbrengsten
van de modernisering van het GVS.
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de brief van
de Minister voor Medische Zorg, waaruit volgt dat bij herijking van de maximumprijzen
via de Wgp per 1 april 2021 alsnog de mitigerende maatregel wordt losgelaten die de
bijbehorende prijsdaling maximeerde. Het stemt deze leden tevreden dat daartoe ruimte
is gevonden, meer in lijn met het regeerakkoord. Wel hebben zij in dit verband nog
enkele vragen.
De leden van de D66-fractie ontvangen allereerst graag een nadere onderbouwing van
het uitstel in april 2020. Kan de Minister, al dan niet schematisch, uiteenzetten
wie op welk moment zij heeft aangekaart dat geneesmiddelentekorten dreigden te ontstaan?
Om welke geneesmiddelen zou het daarbij concreet gaan? Zijn deze signalen geverifieerd?
Zo ja, hoe?
Beschikbaarheidsproblemen van geneesmiddelen als gevolg van exportrestricties in India
en China zijn in maart en april uitgebleven, zo begrijpen deze leden. Genoemde leden
merken op dat ondanks het uitblijven van beschikbaarheidsproblemen bij de eerste golf,
in oktober 2020 bij het volgende herijkingsmoment twee mitigerende maatregelen zijn
genomen. De samenloop met een mogelijke tweede Covid-19-golf speelde daarbij een rol,
zo lezen deze leden. Wat was de noodzaak van deze twee specifieke maatregelen om de
prijsdaling van middelen te maximeren dan wel tijdelijk op te schorten, ten opzichte
van de algemene mogelijkheid van de Minister om een maximumprijs aan te passen of
los te laten? Op basis waarvan werd de drempel van 10 procent als maximale prijsdaling
bepaald?
De leden van de D66-fractie zijn blij dat uiteindelijk kan worden geconcludeerd dat
er sinds maart 2020 geen sprake is van een toename van meldingen van tijdelijke leveringsonderbrekingen
of het definitief terugtrekken van geneesmiddelen van de Nederlandse markt bij het
Meldpunt Geneesmiddelentekorten. Niettemin wordt het piepsysteem voor geneesmiddelen
met een omzet van minder dan 1 miljoen euro per jaar gehandhaafd. Fabrikanten van
dergelijke geneesmiddelen worden vrijgesteld van een prijsdaling indien zij dit aanvragen.
Om hoeveel middelen gaat het? Verwacht de Minister dat alle fabrikanten een dergelijke
aanvraag zullen doen? Welke concrete aanleiding is er om deze maatregel te handhaven?
Hebben fabrikanten van geneesmiddelen met een lage omzet zich de voorbije jaren al
teruggetrokken van de Nederlandse markt, omdat deze markt voor hen niet langer rendabel
was vanwege de lage marges? Zo ja, om hoeveel fabrikanten gaat het? De leden van de
D66-fractie lezen dat de kosten van het voortzetten van deze mitigerende maatregel
«beperkt» zijn, ongeveer 5 tot 10 miljoen euro per zes maanden. Deze leden zien dat
niet als een gering bedrag. Derhalve kijken zij uit naar de nadere onderbouwing van
de Minister.
Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de «Herijking
Wgp-maximumprijzen per 1 april 2021 en aanbieding ontwerpregeling», en hebben naar
aanleiding hiervan enkele vragen. Allereerst hebben genoemde leden enkele vragen over
de mitigerende maatregelen die zijn genomen tijdens de herijking van de Wgp-maximumprijzen
in oktober 2020. Een van deze mitigerende maatregelen is het maximeren van de prijsdaling
op 10 procent. Kan de Minister toelichten hoe dit percentage van 10 procent precies
is vastgesteld? Houdt deze mitigerende maatregel in dat bij geneesmiddelen, waarvan
de prijs als gevolg van de herijking met meer dan 10 procent zou dalen in oktober
2020, helemaal niet herijkt zijn? Of daalden de prijzen van deze geneesmiddelen bij
deze herijking slechts met 10 procent? Welk percentage van de onder de Wgp vallende
geneesmiddelen valt onder deze mitigerende maatregel? Wat betreft het afzien van een
herijking voor producten met een omzet in Nederland van minder dan 1 miljoen euro
per jaar, vragen de genoemde leden waarom gekozen is voor de grens van 1 miljoen euro?
Ook vragen de deze leden wat de beoogde duur van deze mitigerende maatregel is. Is
dit een permanente maatregel of zullen ook de maximumprijzen van de producten met
een jaarlijkse omzet van minder dan 1 miljoen euro op een gegeven moment weer herijkt
worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn? Welk percentage van de onder
de Wgp vallende geneesmiddelen valt onder deze mitigerende maatregel?
In meer algemene zin vragen de leden van de GroenLinks-fractie of de Minister kan
toelichten of het toevoegen van Noorwegen als referentieland de medicijnprijzen in
Nederland niet onnodig afhankelijk maken van fluctuaties van de Noorse kroon? Het
is bijvoorbeeld denkbaar dat tijdens een volgende herijking de koers van de Noorse
kroon toevallig ongebruikelijk hoog of laag staat ten opzichte van de euro. Hoe reflecteert
de Minister hierop? Zijn hier correcties voor ingebouwd in het rekenmodel? Zo nee,
waarom niet? Verwacht de Minister dat het aflopen van de transitieperiode van de brexit
van invloed zal zijn op de medicijnprijzen in het Verenigd Koninkrijk of de koers
van de Britse pond ten opzichte van de euro en daarmee ook op de maximumprijzen in
Nederland bij de volgende herijking? Zo ja, zijn hier correcties voor ingebouwd in
het rekenmodel? Zo nee, waarom niet? Tevens vragen de genoemde leden of de Minister
kan toelichten of de referentielanden allemaal even zwaar meetellen in het bepalen
van de Wgp-maximumprijzen?
Vervolgens vragen de leden van de GroenLinks-fractie f of de Minister zicht heeft
op het effect van deze herijking op de beschikbaarheid van medicijnen? Weet de Minister
of er fabrikanten zijn die aangegeven hebben geen geneesmiddelen te willen leveren
aan Nederland als gevolg van de herijking? Zo ja, om welke geneesmiddelen gaat het
en zijn er passende alternatieven voorhanden op de Nederlandse markt? Kan de Minister
toelichten wat het cumulatieve effect is van deze herijking en van de modernisering
van het geneesmiddelenvergoedingssysteem? Heeft dit cumulatieve effect naar verwachting
invloed op de beschikbaarheid van geneesmiddelen in Nederland? Zijn er als gevolg
van deze herijking patiënten in Nederland die niet langer hun vertrouwde medicijn
kunnen nemen en zullen moeten overgaan op een alternatief? Zo ja, om hoeveel patiënten
gaat het? Wat gaat de Minister doen om deze mensen te informeren? Heeft de Minister
zicht op de eventuele extra kosten voor patiënten? Zo ja, wat gaat de Minister doen
om de extra kosten voor patiënten te minimaliseren? Hoe kan de Minister garanderen
dat patiënten die om medische redenen niet kunnen wisselen niet om financiële redenen
gedwongen worden om van medicijn te wisselen?
Met betrekking tot de kosten hebben de leden van de fractie van GroenLinks ook nog
enkele vragen. Hoeveel verwacht de Minister te besparen door het maken van nieuwe
maximumafspraken? Hoe worden de besparingen verdeeld? Komen deze ten goede aan de
verzekeraars? Zo ja, hoe kan de Minister garanderen dat dit effect heeft op de hoogte
van de premie? Daarnaast vragen de leden van de GroenLinks-fractie of deze besparingen
ook deels kunnen worden ingezet om de eigen bijdrage van patiënten voor medicijnen
te verlagen. Deze leden vragen of dat mogelijk is en wat daar de voor- en nadelen
van zijn. Als we de besparingen gebruiken om de maximale eigen bijdrage voor medicijnen
te verlagen, hoe ver kan de maximale eigen bijdrage dan worden verlaagd?
De leden van de fractie van GroenLinks vragen verder nog wat de effecten zijn van
deze prijsbijstelling op de ambitie om ijzeren voorraden aan te leggen. Als het minder
aantrekkelijk wordt om medicijnen aan Nederland te verkopen, is er dan nog wel voldoende
aanbod om de ijzeren voorraad aan te leggen?
Ten slotte hebben de leden van de fractie van GroenLinks nog een vraag over de verhouding
tussen dit beleid en andere doelstellingen, zoals het stellen van duurzaamheidseisen
aan de productie van medicijnen. Op het moment dat Nederland minder bereid is te betalen
voor medicijnen is het denkbaar dat we sterker afhankelijk worden van goedkope producenten.
Kunnen dan nog wel effectief duurzaamheidseisen worden gesteld? Is de Minister voornemens
om eventuele afhankelijkheid van producenten buiten de EU als gevolg van deze herijking
tegen te gaan? Zo ja, hoe is de Minister voornemens dit te doen?
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie zijn nooit voorstander geweest van het uitstellen van het
invoeren van de wijziging van de Wgp, hetgeen in de praktijk neer is gekomen op een
cadeau aan farmaceuten die de kans aangrepen te dreigen om hun middelen niet langer
in Nederland aan te bieden als de wijziging zou worden doorgevoerd. De samenleving
is hierdoor miljoenen misgelopen. Medicijntekorten zijn uitgebleven. Genoemde leden
vragen of dat komt dankzij of ondanks het uitstel van de wetswijziging. Voorts vragen
deze leden of de Minister het uitstel van de wetswijziging in retrospectief een goed
idee vindt. Voor welke medicijnen vreesde de Minister dat er een tekort aan zou ontstaan?
Voor welke medicijnen die specifiek van belang zijn voor coronapatiënten geldt dit?
Valt het te rechtvaardigen, gezien het feit dat specialité-geneesmiddelen in Nederland
ruim boven het Europees gemiddelde lagen en vooral voor medicijnen «aan de onderkant
van de markt» gevreesd werd, dat voor fabrikanten van deze middelen het uitstel van
de wetswijziging ook gold?
De leden van de SP-fractie vragen hoeveel geld aan besparingen is misgelopen vanwege
het uitstel van de wetswijziging en de mitigerende maatregelen die daarop volgden.
Hoeveel procent prijsdaling had kunnen worden bewerkstelligd als deze niet door middel
van mitigerende maatregelen was gemaximeerd op 10 procent? Hoeveel van de originele
ingeboekte besparing van de wetswijziging wordt behaald, nu het piepsysteem nog wel
van kracht blijft?
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie of de maatregelen enig soelaas hebben geboden
voor patiënten en apothekers die steeds meer met geneesmiddelentekorten te maken krijgen.
Welke geschiktere manieren ziet de Minister om geneesmiddelentekorten en medicijnwisselingen
tegen te gaan?
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.