Nota van wijziging : Nota van wijziging
35 610 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het opnemen van regels voor ouderparticipatiecrèches
Nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 13 januari 2021
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel H, wordt in het voorgestelde artikel 1.60b, eerste lid, eerste
volzin, «2 jaar» vervangen door: «1 jaar en 3 maanden».
Toelichting
In het voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het opnemen
van regels voor ouderparticipatiecrèches was een aanloopperiode van twee jaar opgenomen.
In die periode moet een nieuwe ouderparticipatiecrèche (opc) aantonen kwaliteit en
continuïteit te kunnen waarborgen en hebben de ouders geen recht op kinderopvangtoeslag.
De twee jaar is afgeleid van de huidige handelwijze van de toezichthouder. Na de start
van een kindercentrum wordt drie maanden na registratie een onderzoek uitgevoerd.
De praktijk leert dat een nieuw kindercentrum dan nog niet op volle toeren draait.
In het daaropvolgende kalenderjaar wordt het vervolgonderzoek gedaan. Op dat moment
kan verwacht worden dat een nieuw kindercentrum op volle kracht draait en kan de toezichthouder
zich een reëel beeld vormen van de opvanglocatie. Het onderzoek biedt tevens handvatten
voor toekomstige onderzoeken en de te controleren inspectieonderdelen voor die locatie.
Met deze huidige handelwijze is daar een periode van om en nabij de twee jaar gemoeid.
Bezien is of voor ouders die hun kind onderbrengen bij nieuwe opc’s eerder recht op
kinderopvangtoeslag kan ontstaan, door verkorting van de aanloopperiode. Daarbij is
van belang dat verkorting niet ten koste zou gaan van de geboden opvangkwaliteit en
de oordeelsvorming daarop. De uitkomst is dat een aanloopperiode van een jaar en drie
maanden minimaal nodig is om een reëel beeld te krijgen van de praktijk van een startende
opc, mede op basis van het onderzoek na registratie en het vervolgonderzoek die de
toezichthouder in deze periode uitvoert. Dit zal aanpassing in de planning van de
toezichthouder vergen, omdat het een kortere periode behelst dan in de huidige toezichtpraktijk,
maar is wel haalbaar. Dit betekent dat na het onderzoek na registratie, de nieuwe
opc een jaar heeft om te laten zien dat het kwalitatief goede en bestendige opvang
kan bieden. Het vervolgonderzoek na registratie vindt namelijk plaats in het daaropvolgend
kalenderjaar.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ‘t Wout
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.