Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het verslag
35 623 Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp
Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 13 januari 2021
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor
Binnenlandse Zaken waartoe de fracties van de VVD, het CDA, de SP, de ChristenUnie
en de SGP inbreng hebben geleverd. De verschillende vragen die zijn gesteld, worden
hierna beantwoord in de volgorde waarin de inbreng is geleverd.
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
1
2.
Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
2
3.
Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling
3
4.
Afwijkende herindelingsdatum
7
5.
Overige aspecten
8
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp. Graag willen deze leden de regering
daarover een vraag stellen. Allereerst constateren de leden van de VVD-fractie dat
het om een «lichte samenvoeging» gaat en deze herindeling op initiatief van de betrokken
gemeenten zelf tot stand is gekomen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot herindeling
van de gemeenten Amsterdam en Weesp.
De leden van de SP-fractie hebben het voornemen tot herindeling gelezen en hebben
daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben onder dankzegging kennisgenomen van voorliggend
voorstel. Genoemde leden zijn zich er van bewust dat een samenvoeging van gemeenten
niet enkel een bestuurlijke exercitie is, maar ook een grote impact heeft op de inwoners
van de betrokken gemeenten. Dat is in het geval van voorliggende herindeling niet
anders. De leden van de ChristenUnie-fractie spreken de hoop uit dat de herindeling
van gemeente Amsterdam en Weesp bijdraagt aan de bloei van de gemeenschap in deze
gemeenten en wensen bewoners en bestuurders daarbij veel succes.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel.
2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
De leden van de CDA-fractie constateren, dat het voorliggende wetsvoorstel gebaseerd
is op het herindelingsadvies van de betrokken gemeenten en de positieve zienswijze
daarop van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland van 30 juni 2020. In
de memorie van toelichting wordt bij herhaling verwezen naar het herindelingsadvies.
Daarom zijn deze leden van mening dat het niet juist is, dat het herindelingsadvies
met de bijbehorende documenten en de zienswijze van de provincie niet als bijlagen
zijn opgenomen bij de memorie van toelichting. Deze leden verzoeken de regering het
herindelingsadvies met de bijbehorende documenten en de zienswijze van de provincie
alsnog als bijlagen op te nemen bij de nota naar aanleiding van het verslag.
Het herindelingsadvies en de zienswijze van gedeputeerde staten zijn gericht aan de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en maken als zodanig geen onderdeel
uit van het wetsvoorstel. Sinds 2017 worden deze stukken niet meer met het betreffende
wetsvoorstel gezonden maar in aanvulling op de beschikbaarstelling via gemeenten en
provincies, op rijksoverheid.nl gepubliceerd. Op de eerste pagina van de memorie van
toelichting is in een voetnoot een link opgenomen naar de vindplaats van het herindelingsadvies.
Achtergrond van de nieuwe werkwijze is dat het meezenden van deze documenten in fysieke
vorm – die in de loop der jaren omvangrijker zijn geworden en mede door de bijlage
soms wel honderden pagina’s betreffen – in het wetgevingsproces leidt tot een papierproductie
die niet past in het streven van de rijksoverheid om papierverspilling tegen te gaan.
Omdat de leden van de CDA-fractie te kennen geven deze stukken toch graag te ontvangen,
stuur ik bij deze als bijlagen mee de documenten, zoals deze door de gemeenten en
provincie bij mij zijn aangeleverd
1.
Voorts vragen deze leden de stelling dat de gemeenten Amsterdam en Weesp zelf het
initiatief hebben genomen om tot een herindeling te komen, nader te onderbouwen, omdat
het bijna een eeuw geleden is dat enige gemeente vrijwillig met Amsterdam wilde fuseren,
voor het laatst in 1921. Het ging toen om Ransdorp, Buiksloot en Schellingwoude, die
zwaar getroffen waren door de watersnood van 1916.
Weesp heeft na een zorgvuldig door de gemeenteraad gestuurd proces vastgesteld dat
Weesp op termijn niet zelfstandig kan blijven bestaan. Daarbij heeft Weesp geconstateerd
dat een herindeling noodzakelijk was en daarna gezocht naar een partner die het beste
paste bij het kernwaardenprofiel van Weesp. Amsterdam heeft zich evenals de gemeente
Gooise Meren bereid verklaard om met Weesp samen te gaan. De gemeenteraad van Weesp
heeft na een onderlinge vergelijking van de potentiële herindelingspartners én een
volksraadpleging gekozen voor een herindeling met Amsterdam.
3. Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling
3.1. Draagvlak
De leden van de SP-fractie vragen of er nader kan worden ingegaan op de vraag waarom
er geen referendum in de deelnemende gemeenten is gehouden.
In tegenstelling tot wat deze leden inbrengen, is er in de gemeente Weesp wel degelijk
een referendum gehouden over de onderhavige herindeling. Dit referendum heeft op 21 maart
2018, tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen, plaatsgevonden. Aan de stemgerechtigde
inwoners van Weesp werd de vraag voorgelegd of zij een voorkeur hadden voor een herindeling
met de gemeente Gooise Meren of met de gemeente Amsterdam. Van de stemgerechtigden
bracht 61,98% een stem uit, waarbij 56,5% een voorkeur uitsprak voor de gemeente Amsterdam.
De raad van Weesp heeft hierop op 26 maart 2018 besloten over te gaan tot een herindeling
met de gemeente Amsterdam. Gezien het schaalverschil is er niet voor gekozen om voor
heel Amsterdam een referendum te houden maar zijn de aangrenzende gebieden nader geconsulteerd
(Driemond en ZuidOost). In Weesp en Amsterdam hebben tevens informatieavonden plaatsgevonden
en is er actief de ruimte geboden voor inspraak. In het logboek bij het herindelingsadvies
Weesp-Amsterdam zijn alle publieke activiteiten ter bevordering van het maatschappelijk
draagvlak opgenomen. Overigens is het op grond van het Beleidskader gemeentelijke
herindeling primair aan de betrokken gemeentebesturen om te bepalen hoe het maatschappelijk
draagvlak voor een herindeling wordt onderzocht. Voor de beoordeling van het maatschappelijk
draagvlak is niet vereist dat een referendum heeft plaatsgevonden. Het is steeds aan
de betrokken gemeentebesturen zelf om te bepalen op welke wijze zij tot oordeelsvorming
en besluitvorming overgaan daarmee rechtdoend aan de vertegenwoordigende functie die
de gemeenteraad uitoefent. Dat is een lokaal-autonoom proces. Op basis van onder andere
de gehouden inwonersbijeenkomsten, de volksraadpleging in Weesp en de ingediende zienswijzen,
zijn de gemeenten van oordeel dat het maatschappelijk draagvlak voor deze herindeling
ruim voldoende is.
3.2 Bestuurskracht
De regering stelt, lezen de leden van de CDA-fractie, dat Weesp op dit moment al kan
profiteren van de grotere bestuurskracht van Amsterdam, doordat Amsterdam en Weesp
al in 2019 een ambtelijke fusie zijn aangegaan. De leden van de CDA-fractie vragen
de regering deze stelling nader toe te lichten. Welke vruchten hebben de inwoners
van Weesp al mogen plukken van de ambtelijke fusie? Deze leden vragen de regering
in het bijzonder in te gaan op handhaving van bestemmingsplannen en procedures bij
omgevingsvergunningen.
Binnen de gemeentelijke organisatie van Amsterdam is, door haar grotere schaal, meer
kennis en menskracht voorhanden en meer gelegenheid tot specialisatie en het aantrekken
en vasthouden van specifieke kennis, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling.
Daarnaast heeft Amsterdam, als grotere gemeente, een uitgebreider netwerk bij andere
overheden, wat de onderlinge samenwerking vergemakkelijkt. De gemeente Weesp kan van
die voordelen ook profiteren bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van woningbouw in de
Bloemendalerpolder of de ontwikkeling van de stationsomgeving van Weesp.
De meer specialistische kennis en kunde komt ook van pas bij handhaving van bestemmingsplannen
en procedures bij omgevingsvergunningen; dit kunnen immers soms juridische complexe
kwesties zijn. Momenteel worden de achterstanden weggewerkt die in de afgelopen jaren
zijn ontstaan door het gebrek aan capaciteit en dit is voor bewoners merkbaar. Amsterdam
heeft flink geïnvesteerd, zowel in middelen als extra capaciteit, om de noodzakelijke
applicaties en processen voor de vergunningverlening up to date te krijgen en deze
achterstanden weg te werken.
De inwoners van Weesp ervaren ook sociaal gezien al de voordelen van de fusie met
Amsterdam met onder andere de invoering van de stadspas in 2019 als aanvulling op
de sociale voorzieningen
De leden van de SP-fractie vragen of er nader gereflecteerd kan worden op de vraag
hoe het kan dat er meer bestuurskracht bij de gemeenten nodig is. Waarom waren zij
eerder wel en nu niet meer in staat de taken voor hun inwoners uit te voeren? Welke
taken kunnen zij niet meer uitvoeren?
Met de voortdurend veranderende samenleving, veranderen ook de maatschappelijke opgaven
waar gemeenten zich voor gesteld zien. Onderdeel van die veranderingen zijn dat het
takenpakket waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn, substantieel is gegroeid. Gemeenten
willen in hun werkwijzen en organisatie meebewegen met veranderende omstandigheden;
soms achten zij een herindeling daarbij de beste oplossing voor hun inwoners. Het
aanwijzen van specifieke taken die gemeenten dan zonder herindeling niet meer zouden
kunnen uitvoeren, is niet eenvoudig. Doorgaans is de constatering namelijk dat voor
het geheel aan taken de gemeente onvoldoende bestuurskrachtig is. Wanneer er slechts
op een enkele taak versterking noodzakelijk is, kan dit vaak ook met samenwerking
worden opgevangen.
3.3. Interne samenhang en nabijheid van bestuur
Amsterdam en Weesp hebben overeenkomsten, maar ook verschillen, zo lezen de leden
van de VVD-fractie in de memorie van toelichting. Een verschil heeft betrekking op
de schaalgrootte. Behoud van de nabijheid van bestuur voor de inwoners van Weesp is
een punt van aandacht. Na de herindeling krijgt Weesp een gekozen volksvertegenwoordiging
in de vorm van een bestuurscommissie die de beschikking zal hebben over een eigen
budget. De leden van de VVD-fractie vragen hoe dat moet worden geduid. Wordt daarmee
een extra bestuurslaag gecreëerd? Wat betekent dat eigen budget? Hoe verhoudt dat
eigen budget zich tot het budgetrecht van de gemeenteraad van Amsterdam (incl. Weesp)?
Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Amsterdam en Weesp zijn voornemens om voor Weesp een bestuurscommissie in te stellen
op grond van artikel 83 van de Gemeentewet. Het betreft een vorm van binnengemeentelijke
decentralisatie die voor alle Nederlandse gemeenten openstaat. Het instellen van een
bestuurscommissie betekent niet dat een extra bestuurslaag in het leven wordt geroepen.
Bestuurscommissies oefenen taken uit die door het orgaan dat de bestuurscommissie
instelde aan de commissie zijn overgedragen.
Het stadsgebied Weesp krijgt een eigen plek binnen het bestuurlijk stelsel van Amsterdam
als verlengd lokaal bestuur van het college in samenhang met de stadsdeelbesturen
zoals Amsterdam deze kent. Het verschil met de bestuurscommissie voor Weesp is dat
het bestuur in de stadsdelen een door het college benoemd bestuur is en voor Weesp
het bestuur door haar bewoners wordt gekozen. Daarbij is het de bedoeling dat in de
toekomst de gemeenteraad van Amsterdam in de begroting ook een budget vrijmaakt dat
door de bestuurscommissie van Weesp kan worden ingezet voor specifiek Weesper vraagstukken.
Het budgetrecht van de raad van Amsterdam blijft daarmee onaangetast; hij besluit
immers nog steeds over de allocatie van alle middelen in de begroting van Amsterdam.
Voor specifiek dat deel van het budget dat aan de bestuurscommissie wordt toegewezen
kan de bestuurscommissie van Weesp besluiten tot een nadere verfijning in de allocatie.
De leden van de CDA-fractie vragen of het criterium «interne samenhang» serieus wordt
gewogen waar de regering schrijft: «Alhoewel Weesp en Amsterdam bijvoorbeeld beide
een waterrijke gemeente zijn en beide gemeenten worden geconfronteerd met een sterk
groeiende bevolking, zijn er ook verschillen te benoemen.»
De aangehaalde passage uit de memorie van toelichting geeft kort de strekking weer
van de betreffende paragraaf; in de navolgende alinea’s worden de overeenkomsten en
verschillen tussen Amsterdam en Weesp verder uiteengezet. De regering heeft beoogd
duidelijk te maken dat er vele overeenkomsten zijn tussen beide gemeenten en er ook
al veel wordt samengewerkt, waardoor de verwachting is dat de nieuwe gemeente een
sterke interne samenhang kent. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat er ook verschillen
zijn, waar de gemeenten onder meer op in willen spelen door het instellen van een
bestuurscommissie voor Weesp.
De regering geeft aan, dat specifiek voor Weesp is gezocht naar een eigen vorm waarmee
de nabijheid van bestuur voor de Weespers na de gemeentelijke herindeling behouden
blijft. Dit heeft ertoe geleid dat Weesp na de herindeling een gekozen volksvertegenwoordiging
zal krijgen in de vorm van een bestuurscommissie die de beschikking zal hebben over
een eigen budget. De leden van de CDA-fractie vragen, hoe de bijzondere positie van
Weesp binnen het bestuurlijk stelsel van Amsterdam duurzaam wordt vormgegeven. Deze
leden vragen, of de mogelijkheid bestaat dat Weesp alsnog wordt opgenomen in stadsdeel
Amsterdam Zuidoost.
Na de herindeling wordt Weesp een stadsgebied dat een eigen bestuurscommissie heeft.
Vooralsnog sluit Weesp niet aan bij een bestaande bestuurscommissie. De gemeente Amsterdam
ziet in het bestuurlijk arrangement dat voor Weesp is ontworpen, kansen om in de rest
van de gemeente ook de nabijheid van bestuur te vergroten. Amsterdam heeft ervoor
gekozen dit arrangement eerst enige tijd in Weesp in de praktijk te brengen en mogelijk
te vervolmaken, voordat het in de rest van de gemeente breder wordt toegepast. Daarmee
zijn er dus nadrukkelijk intenties om deze bijzondere positie voor Weesp te behouden.
Het is evenwel in theorie ook mogelijk dat de gemeenteraad van Amsterdam in de toekomst
ervoor kiest om Weesp (toch) aan de bestaande bestuurscommissie Amsterdam Zuidoost
toe te voegen; die bevoegdheid ligt immers bij de gemeenteraad van Amsterdam. Gelet
op het gevoerde herindelingsproces ligt dat evenwel niet voor de hand.
De leden van de SP-fractie vragen hoeveel invloed, in zetelaantal, de stemgerechtigde
kiezers in Weesp hebben op de gemeenteraad van Amsterdam.
De nieuwe gemeente zal ca. 890.000 inwoners tellen, waarvan 20.000 in de huidige gemeente
Weesp. Rekenkundig zouden de Weespers daarmee ongeveer 1/45e deel van de gemeente
uitmaken en de gemeenteraad van Amsterdam telt 45 leden. De regering acht het echter
een sterke simplificatie om te stellen dat daarmee de invloed van de Weespers kan
worden samengevat. Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie voor Weesp zal immers
ook directe contacten hebben met het college van B&W en ook goede contacten onderhouden
met de leden van de gemeenteraad. Nog los van bijvoorbeeld de inspraakmogelijkheden
zoals die voor iedere inwoner van Amsterdam gelden én de totstandkomingsgeschiedenis
van de voorgestelde herindeling.
Voorts vragen deze leden of er een nadere reflectie gegeven kan worden hoe gemeenteraadsleden
in de nieuwe gemeente hun werk moeten kunnen doen, met zoveel inwoners?
Vanuit het perspectief van de gemeente Amsterdam bezien, zal het gemiddeld aantal
inwoners per raadslid niet substantieel toenemen. Daarom verwacht de regering niet
dat er als gevolg van de herindeling grote problemen gaan ontstaan in de taakuitoefening
van de raadsleden. Het is evenwel een terechte vraag hoe in een groeiende gemeente
de nabijheid van bestuur wordt geborgd, en met name hoe de gemeenteraadsleden zich
vergewissen van de uitbreiding van het grondgebied en daarmee de te behartigen belangen
van de inwoners van de huidige gemeente Weesp. Zoals in het voorgaande betoogd, ziet
de gemeente Amsterdam in het bestuurlijk arrangement voor Weesp ook kansen om dit
te borgen en om in de rest van de gemeente de nabijheid van bestuur te versterken.
Verder vragen deze leden of Weesp een nieuw stadsdeel van Amsterdam gaat worden?
Vooralsnog zal Weesp de status van «stadsgebied» krijgen zonder dat het onder een
bestaand stadsdeel komt te vallen. Voor Weesp wordt ook een eigen bestuurscommissie
ingesteld; daarmee wordt het in praktische zin dus wel één van de delen van de gemeente
Amsterdam.
De leden van de SGP-fractie vragen welke waarborgen zijn of worden aangebracht om
ervoor te zorgen dat de voortgaande verstedelijking niet ten koste gaat van het openhouden
van het landschap. Kan de regering ook aangeven wat haar visie in dezen is?
Zoals ook in de memorie van toelichting benoemd, hechten zowel de gemeente Amsterdam
als de gemeente Weesp aan het behouden en versterken van het open rivierlandschap
rondom beide steden. Die wens is één van de onderwerpen die beide gemeenten bindt
en naar verwachting van de regering zal deze wens ook na de datum van herindeling
onveranderd blijven. De gemeenten werken voor deze ambitie ook samen met de provincie
en het Rijk; inzet van alle partijen is om de kwaliteiten van het open landschap te
behouden. Weesp heeft hier ook een kernwaarde over geformuleerd welke als uitgangspunt
voor de omgevingsvisie van Weesp en Amsterdam wordt genomen. Daarnaast is in de bestemmingsplannen
van Weesp het buitengebied expliciet bestemd.
3.4. Regionale samenhang
De leden van de SP-fractie vragen naar de gevolgen voor de positie van de gemeenten
Diemen en Duivendrecht, nu Amsterdam steeds groter wordt en deze gemeenten in de verdrukking
kunnen komen? Kan hier nader op worden gereflecteerd? De leden van de SGP-fractie
hebben in de toelichting een bespreking gemist van de nieuwe geografische omvang en
ligging van de gemeente Amsterdam in relatie tot de omliggende gemeenten. Deze leden
constateren onder meer dat de gemeente Diemen door de herindeling in sterkere mate
ingeklemd komt te liggen tussen de gebieden van de gemeente Amsterdam. Zij vragen
in hoeverre de regering dit wenselijk acht en welke inschattingen tijdens de voorbereidingen
gemaakt zijn of deze geografische ligging een eigen dynamiek kan krijgen in de toekomst.
Wat is bovendien het oordeel van de regering over de verdergaande zuidoostelijke uitbreiding
van het grondgebied van de gemeente Amsterdam?
De gemeenten Diemen en Ouder-Amstel (waar de kern Duivendrecht toe behoort) zijn naar
de mening van de regering twee zelfbewuste gemeenten die zich in diverse samenwerkingsverbanden
– ondanks het verschil in schaalgrootte – goed tot de gemeente Amsterdam weten te
verhouden. De toevoeging van Weesp aan Amsterdam zal naar verwachting weinig aan de
bestuurlijke verhoudingen veranderen.
In geografische zin is het inderdaad bijzonder te noemen dat met name Diemen na de
herindeling nog iets meer wordt omringd door delen van de gemeente Amsterdam. De regering
acht dit echter geen belemmering voor het realiseren van de verschillende maatschappelijke
opgaven in het gebied. Bovendien heeft de gemeente Diemen in de zoektocht van Weesp
naar een bestuurlijke partner, ook verschillende keren aangegeven graag zelfstandig
te willen blijven. De regering wil die keuze graag respecteren.
4. Afwijkende herindelingsdatum
De leden van de VVD-fractie lezen dat de datum van herindeling niet wordt vastgesteld
op 1 januari 2022, maar op 24 maart 2022. De herindelings-verkiezingen vinden dus
niet plaats in november 2021 maar in maart 2022, tegelijkertijd met de reguliere gemeenteraadsverkiezingen.
Dat betekent dat op 1 januari 2022 Amsterdam en Weesp nog twee afzonderlijke gemeenten
zijn. Maar voorgesteld wordt om in 2022 de financiële uitkeringen van het Rijk aan
Amsterdam en Weesp waaraan een verdeelmodel ten grondslag ligt met niet-optelbare
maatstaven, te berekenen als ware zij op 1 januari 2022 al één gemeente. Amsterdam
krijgt dan de financiële middelen met de verplichting om het deel van Weesp aan Weesp
uit te keren. Wat betekent dat voor de middelen die Weesp krijgt? Betekent dat een
financiële achteruitgang voor Weesp? Wat betekent deze regeling voor Amsterdam? De
leden van de VVD-fractie vragen de regering hierop in te gaan.
De regering heeft voor de voorgestelde verdeling gekozen omwille van de eenvoud en
vooral om andere gemeenten geen (financiële) nadelen te laten ondervinden van de afwijkende
herindelingsdatum voor Amsterdam en Weesp. Met de voorgestelde regeling krijgen Amsterdam
en Weesp gezamenlijk dezelfde middelen als zij zouden hebben gekregen als zij wel
op 1 januari 2022 zouden zijn samengevoegd. Omdat Weesp in de eerste drie maanden
van 2022 uiteraard wel uitgaven moet doen, is voorzien in een grofmazige verdeling
tussen Amsterdam en Weesp van de voor hen gezamenlijk te ontvangen middelen. Deze
verdeling is gebaseerd op het aantal dagen dat Weesp nog zelfstandig is en het aantal
inwoners van Weesp. Waarschijnlijk zal Weesp hier op papier een licht voordeel van
hebben, maar de regering heeft overwogen dat, aangezien zij vanaf 24 maart 2022 samen
verder gaan, eventuele overschotten of tekorten als gevolg van deze verdeling, toch
weer samenvloeien in één gemeente.
Amsterdam en Weesp maken over de onderlinge verdeling in de komende periode nadere
afspraken ten behoeve van de begroting 2022. Gesteld kan worden dat de financiële
positie van Weesp verbetert en er meer ruimte is voor investeringen (om onder andere
achterstanden weg te werken) waar in het verleden geen ruimte voor was. De extra middelen
die Amsterdam voor Weesp beschikbaar stelt, zal zij binnen de eigen begroting moeten
dekken.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat er sprake is geweest van een
zorgvuldig proces. Genoemde leden hebben begrip voor de keuze om de herindelingsverkiezingen
plaats te laten vinden op 18 maart 2022, tezamen met de landelijke gemeenteraadsverkiezingen.
Zij vragen de regering aan te geven of niet überhaupt te overwegen valt in meer gevallen
herindelingsverkiezingen gelijktijdig met landelijke gemeenteraadsverkiezingen te
laten plaatsvinden, gezien het positieve effect op de opkomst van de laatste. Dit
zou bijvoorbeeld kunnen bij herindelingen die plaatsvinden in het jaar waarin ook
de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden.
Om verschillende redenen (waaronder het voorkomen van gebroken boekjaren en de berekening
van uitkeringen aan gemeenten) is 1 januari de meest praktische datum om een herindeling
in te laten gaan. Daarbij heeft de regering ook een sterke voorkeur om een herindeling
vooraf te laten gaan door herindelingsverkiezingen. In de situatie van Amsterdam en
Weesp was een herindeling met ingang van 24 maart 2022 alleen mogelijk met de in het
wetsvoorstel opgenomen uitzonderingen rondom de uitkeringen aan de gemeenten en de
voorziening dat de indeling van wettelijke samenwerkingsverbanden al op 1 januari
wijzigt. De regering vond deze uitzonderingen en voorzieningen in deze situatie verdedigbaar,
maar zou het ook graag een uitzondering willen laten blijven.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de gemeenten bij het verplaatsen van de
verkiezingsdatum verwijzen naar het precedent van de gemeente Rotterdam. Deze leden
vragen in hoeverre het inwilligen van het verzoek die precedentwerking verder kan
versterken. Kan dit verhaal niet ook aangevoerd worden door kleinere gemeenten die
tot elkaar in ongeveer dezelfde verhouding staan? Is de regering van mening dat verdere
precedentwerking voorkomen dient te worden?
De regering heeft inderdaad naar het precedent van de gemeente Rotterdam verwezen
om aan te geven dat eenzelfde afweging eerder is gemaakt en dat de wetgever de afweging
in zichzelf een terechte afweging vond. De omvang van de deelnemende gemeenten (Rotterdam
en Amsterdam) en de relatie daarmee tot de gemeenteraadsverkiezingen speelden daarbij
een belangrijke rol. Daarmee ontstaat er wat de regering betreft, niet een automatisch
recht voor eventuele vergelijkbare gevallen in de toekomst. De regering stelt zich
op het standpunt dat elke situatie op haar eigen merites beoordeeld dient te worden,
waarbij herhaling voor de toekomst niet noodzakelijk is uitgesloten, maar gelet op
de bovenstaande argumenten ook niet wordt aangemoedigd.
5. Overige aspecten
Wettelijke samenwerkingsverbanden
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het kennelijk de bedoeling is dat het grondgebied
van Weesp onderdeel gaat uitmaken van de Vervoerregio Amsterdam. Daarover moeten separaat
nadere afspraken worden gemaakt. Wat is de stand van zaken daaromtrent nu? Wat moet
er nog gebeuren voor het toevoegen van Weesp aan de Vervoerregio Amsterdam? De leden
van de VVD-fractie vragen de regering hier op in te gaan.
De stand van zaken is dat er ambtelijk met de Vervoerregio Amsterdam, de provincie
Noord-Holland, de gemeenten en het Ministerie van IenW wordt gesproken over het aanpassen
van het kaartbeeld in Bijlage 2 van het Besluit Personenvervoer 2000. De ambitie is
om de formele wijzigingsprocedure van de betreffende algemene maatregel van bestuur
daarvoor op korte termijn te starten. Daarnaast wordt met dezelfde partners gesproken
over de budgetverschuiving (Provinciefonds en BDU) die aansluit op de verschuiving
in verantwoordelijkheid.
De leden van de CDA-fractie vragen of de praktische, operationele en financiële consequenties
van de ontvlechting van samenwerkingsverbanden inmiddels zijn geïnventariseerd. De
wijziging van de gemeentelijke indeling heeft gevolgen voor de wettelijke indeling
van de veiligheidsregio’s, en daarmee tevens voor de indeling van de gemeentelijke
gezondheidsdiensten (GGD) en de omgevingsdiensten: Weesp treedt uit de regio Gooi
en Vechtstreek en treedt toe tot de regio Amsterdam-Amstelland. De leden van de CDA-fractie
ontvangen hierover graag nadere informatie.
Voor zover de regering bekend zijn de gemeenten en de betreffende regio’s en samenwerkingsverbanden
in goed overleg met elkaar om alle consequenties in beeld te brengen en daarvoor afspraken
te maken. Het proces en de afspraken verschilt per uittreding gelet op de specifieke
aard en omvang van de (gemeenschappelijke) taken. Waar nodig ben ik bereid om ambtelijk
ondersteuning te bieden, onder andere op basis van de ervaringen die zijn opgedaan
bij de vorming van de gemeente Vijfheerenlanden, waar dit ook aan de orde was.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.