Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake zorgnorm SAR-helikopters en SAR-verbeterprogramma (Kamerstuk 30490-34)
2021D00742 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over haar brief inzake de zorgnorm voor SAR-helikopters en het SAR-verbeterprogramma
(Kamerstuk 30 490, nr. 34).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
2
VVD-fractie
2
D66-fractie
3
GroenLinks-fractie
5
SP-fractie
5
ChristenUnie-fractie
5
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de beleidsevaluatie
over de zorgnorm voor «Search and Rescue» (SAR)-helikopters en de brief van de Minister
hierover. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de agenda
rondom dit overleg. Deze leden hebben nog enkele vragen die zij hierover willen voorleggen
aan de Minister.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief en het onderzoek
en hebben hier slechts enkele opmerkingen bij.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over
de Zorgnorm SAR-helikopters en SAR-verbeterprogramma en hebben daarbij nog enkele
vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsevaluatie
SAR-helikopter zorgnorm. Deze leden hebben hierover een aantal vragen
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de zorgnorm in het verleden tot stand is gekomen.
Is het logisch en wenselijk om een zorgnorm te hanteren waarbij zestien mensen gelijktijdig
gered moeten kunnen worden, als het merendeel van de operaties één à twee mensen betreft?
Kan de Minister aangeven hoe de locaties van stationering van SAR-helikopters een
rol spelen om tijdig te kunnen vertrekken en de route naar de operatie zo kort mogelijk
te houden? Zijn er voldoende locaties om vanuit te opereren? Welke locaties zijn dit?
Is het noodzakelijk dat er nog meer locaties bij komen? Zijn extra locaties overwogen?
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van de SAR en inzet van de Kustwacht
om mensenlevens te redden. Deze leden vragen in welke mate de 5 minuten sneller relevant
is, zoals in drie andere landen lukt. Deze leden zien dat het effect beperkt is, maar
vragen inzicht in de afweging waarom er in Nederland ook niet sneller geacteerd zou
kunnen worden. Deze leden steunen de aanpassing van notice-tijd vanaf melding tot
vertrek en de nieuwe definitie. Kunnen deze wijzigingen direct ingaan? Zo nee, wanneer
gaan deze dan in?
De leden van de VVD-fractie vragen welke mogelijkheden er zijn om redundantie te creëren
door de inzet van een tweede helikopter die ook stand-by is. Past dat binnen de budgettaire
kaders? Welke mogelijkheden zijn er om de samenwerking met onze buurlanden te versterken
waarbij de beschikbaarheid kan verbeteren? Welke beperkingen in het vliegverkeer kennen
de SAR-helikopters? Deelt de Minister de mening dat deze niet gehinderd mogen worden
door eisen aan beperking van bijvoorbeeld geluidsoverlast, of restricties in het aantal
vliegbewegingen dat uitgevoerd kan worden vanaf bepaalde standplaatsen? Hoe wordt
de continuïteit geborgd? Welke eisen worden gesteld aan de vliegeniers en de onderlinge
communicatie, zodat misverstanden voorkomen kunnen worden? Wat kan gedaan worden om
een mission report altijd volledig te krijgen, zodat alle prestaties zichtbaar worden?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie willen allereerst opmerken dat zij verheugd zijn dat de
problematiek rondom de SAR-dienstverlening voortvarend door de Minister is en wordt
opgepakt en dat zij hiervan actief op de hoogte worden gesteld. Deze leden vinden
het van groot belang dat de SAR-diensten goed functioneren en dat de veiligheid en
het welzijn van de SAR-dienstverleners goed geborgd zijn, omdat zij op hun beurt weer
enorm bijdragen aan de veiligheid op zee. Deze leden hebben daarom met enorm veel
interesse kennisgenomen van de voortgang rondom het SAR-verbeterprogramma en het Antea-onderzoek
over de zorgnorm.
De leden van de D66-fractie zijn met betrekking tot de voortgang van het SAR-verbeterprogramma
en het Antea-onderzoek echter nog benieuwd naar een aantal zaken. Deze leden lazen
bijvoorbeeld dat om twijfels rondom goed werkgeverschap weg te nemen een proactievere
houding is gevraagd van Noordzee Helikopters Nederland (NHN) ten aanzien van het welzijn
van de werknemers. Er wordt gesteld dat Rijkswaterstaat hierop heeft toegezien en
heeft geconcludeerd dat dit ook het geval is. Deze leden ontvangen graag meer informatie
op welke basis deze conclusie is getrokken. Kunnen hier concrete voorbeelden van worden
gegeven?
De leden van de D66-fractie lazen verder dat ter navolging van de aanbeveling om de
operatie op beide vliegstations, Den Helder en Pistoolhaven, gelijk te trekken, maatregelen
zijn getroffen om de operationele processen te harmoniseren en waar nodig aan te passen. Deze leden lazen echter
op pagina 13 van het Antea-onderzoek dat inzetten op medische evacuaties vrijwel alleen
vanaf Den Helder wordt gedaan, omdat daar een verpleegkundige gestationeerd is om
mee te vliegen. Deze leden zijn er naar aanleiding van het ADSE-onderzoek van op de
hoogte dat de keuze is gemaakt om alleen een EHBO+-gecertificeerde duiker aanwezig
te laten zijn op Pistoolhaven, maar vragen toch of de consequentie van deze keuze,
namelijk dat hierdoor geen ongeplande medische zorg gegeven kan worden bij een reddingoperatie
vanuit de Pistoolhaven, niet afdoet aan de kwaliteit van de SAR-dienstverlening. Met
slechts 20 minuten notice-tijd, lijkt het deze leden lastig te bepalen of een verpleegkundige
bij een ongeval nodig is. Kan worden toegelicht of dit in de praktijk altijd mogelijk
blijkt? Zo nee, wat zijn hiervan de gevolgen? Heeft de huidige beleidskeuze ertoe
geleid dat op dit moment op 35% van de SAR-missies geen verpleegkundige aan boord
is? Zo ja, hoe problematisch is dit en kan er nu wel worden gezegd dat de operatie
op beide stations wel voldoende is geharmoniseerd? Ook vernemen deze leden graag op
welke andere manieren de operationele processen zijn geharmoniseerd.
De leden van de D66-fractie hebben een ander zorgpunt dat betrekking heeft op de Noordzee
Helikopters Vlaanderen (NHV) Safety Management Manual (SMM). Deze leden lezen dat
zodra aanvullende specifieke wetgeving van kracht is, de SMM zal worden aangepast.
Uit de Kamerbrief van 12 oktober 2020 (Kamerstuk 30 490, nr. 35) maakten deze leden op dat voor een opt-in is gekozen met betrekking tot de luchtwaardigheid,
brevetten en de vliegoperaties ten behoeve van de Kustwacht en dat spoedig door de
Minister in overleg zal worden getreden met European Union Aviation Safety Agency
(EASA) om te bezien hoe de benodigde ontheffingen opgesteld kunnen worden en op welk
moment de opt-in het best in werking kan treden. Deze leden vernemen graag of dit
overleg inmiddels heeft plaatsgevonden en of inmiddels duidelijkheid bestaat over
wanneer de aanvullende regelgeving van kracht zal zijn, en of dit gevolgen zal hebben
voor de SMM.
De leden van de D6-fractie maken zich ook nog zorgen over de werk- en rusttijden (WRR)
van de SAR-dienstverleners. Zij lezen in de voortgangsrapportage dat, gelet op de
specifieke operaties van de SAR-helikopter, een ontheffing op de geldende wet- en
regelgeving wordt voorzien. Alhoewel deze leden begrijpen dat het 24 uurskarakter
van de SAR-dienstverlening uniek is in zijn karakter, vinden zij het onverstandig
als dit zou moeten leiden tot oververmoeidheid bij degenen die deze dienstverlening
juist moeten verrichten. Dit vooral ook gezien de vliegveiligheid. Deze leden vernemen
daarom graag hoe de aanvullende voorschriften volgens de Minister zouden moeten verzekeren
dat de veiligheid, het welzijn en de rechten van SAR-dienstverleners en daarmee de
vliegveiligheid, niet in het geding komen met de eventueel voorziene ontheffing. Ook
zijn deze leden benieuwd: betekent de voorziene ontheffing dat de SAR op dit moment
wel onder het reguliere Arbeidstijdenbesluit vervoer opereert? Zo ja, waarom is ontheffing
nu opeens nodig? Voldoet de praktijk van de SAR-dienstverlening op dit moment niet
of onvoldoende aan de wet- en regelgeving met betrekking tot de WRR? Zo ja, betekent
dit dat op dit moment sprake is van een gedoogsituatie en wat betekent dit voor de
aansprakelijkheid van de SAR-medewerkers?
De leden van de D66-fractie lazen nog dat ten aanzien van de korte vluchtvoorbereiding
van 20 minuten en de risico’s die dat met zich meebrengt, aanvullende maatregelen
zijn genomen om de vliegveiligheid te bevorderen. Om welke maatregelen gaat het hier
precies en kan worden toegelicht op welke manier deze de risico’s van een korte vluchtvoorbereiding
mitigeren? Zorgen deze maatregelen er wel voldoende voor dat er ook een adequate pre-flight-briefing
wordt gegeven, waarvan het ADSE-onderzoek destijds zei dat deze in praktijk bijna
niet worden gegeven? En is bijvoorbeeld een vorm van een Fatigue Risk Management-systeem
overwogen als maatregel? Zo nee, waarom niet? Deze leden lezen in het Antea-onderzoek
dat Nederland uniek is in zijn korte notice-tijd in de nacht en dat in het buitenland
onder andere door de vermoeidheid van bemanning de keuze is gemaakt om tot een langere
notice-tijd te komen. In Nederland is ervoor gekozen dit niet te doen, omdat dit een
teruggang zou betekenen in de geleverde prestaties van de SAR-helikopters. Klopt het
dat deze teruggang alleen zou gaan over de tijd die het kost voor een SAR-helikopter
om ter plekke te zijn op de plaats waar dit nodig is, en dit niet gaat over de kwaliteit
van de geleverde diensten? Gezien de risicovolle werkomstandigheden van de SAR-dienstverlening
vragen deze leden namelijk of een langere notice-tijd niet juist bijdraagt aan de
kwaliteit van de dienstverlening. Kan hierop gereflecteerd worden?
Ten slotte zijn deze leden nog benieuwd naar de status van een van de ADSE-aanbevelingen
om «een aanzienlijk meer SMART-PvE» op te stellen, met eisen zoals «flight in icing»
en «night vision». Hoe zijn deze eisen binnen het huidige contract verduidelijkt?
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn tevreden dat het onderzoek uitwijst dat aan
de normen wordt voldaan. De vergelijking met dezelfde diensten in onze buurlanden
bevestigt dat we het goed doen, al kan het natuurlijk altijd beter. Deze leden zien
dat de aanbevelingen van het onderzoek zijn opgepakt en grotendeels al zijn geïmplementeerd.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de bijlage van de brief een groot aantal
actiepunten die betrekking hebben op goed werkgeverschap. Die zijn niet terug te vinden
in het Antea-rapport, maar hier was kennelijk wel noodzaak toe. Kan de Minister dit
toelichten? Verder zijn deze leden benieuwd of de vergelijking met de andere landen
verschillen heeft laten zien die terug te voeren zijn op het feit dat de SAR in Nederland
is geprivatiseerd aan een offshore servicebedrijf, terwijl het elders militaire kustwacht-
of politietaken zijn. SAR-missies zijn onderdeel van de openbare veiligheid en daarmee
een publieke taak. Is dit onderdeel van het functioneren en de voor- en nadelen ook
geëvalueerd?
SP-fractie
De leden van de SP-fractie is opgevallen dat de Nederlandse SAR-operatie met name
in de nacht bijzonder hoog scoort met een notice-tijd van 20 minuten. Alleen Denemarken
komt in het vergelijkend onderzoek nog enigszins in de buurt met 30 minuten. Deze
leden vragen de Minister toe te lichten waarom ervoor wordt gekozen om in de nacht
in vergelijking zo’n korte notice-tijd te hanteren? Blijkt uit onderzoek dat in andere
landen een langere tijd van invloed is op de SAR-kwaliteit? Wat heeft deze tijd voor
gevolgen voor de roosters en werktijden en daarmee voor de vliegveiligheid van de
Nederlandse SAR-operatie? Vermoeidheid en vliegen gaan immers niet goed samen.
De leden van de SP-fractie vragen zich af, in lijn met de eerdere vragen over de werkomstandigheden,
hoe de ontheffing van de werk- en rusttijden eruit gaat zien. Klopt het dat er op
dit moment nog geen ontheffing is, en dat de medewerkers van de SAR-operatie moeten
werken in strijd met de Arbeidstijdenwet? Zo ja, hoe lang doen zij dit al en welke
gevolgen heeft dat voor de veiligheid en kwaliteit van de SAR-operatie?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister voorsorteert op een ontheffing van
de geldende werk- en rusttijden. Kan zij toelichten waarom dat de oplossingsrichting
is die er gekozen wordt? Zijn er ook andere opties onderzocht? Zo ja, welke? En wat
is de reden dat daarmee niet verder is gegaan?
ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij te lezen dat de NHN succesvol een praktijkproef
heeft uitgevoerd, waarbij 16 personen gelijktijdig zijn gered. De SAR-diensten zijn
van levensbelang voor de bemanningen en passagiers van bijvoorbeeld vissersschepen,
vliegtuigen en boorplatforms in geval van nood. De SAR-helikopter is in veel gevallen
een laatste redmiddel. In het voorgaande schriftelijk overleg vroegen deze leden of
de proef onder realistische omstandigheden kon plaatsvinden, bijvoorbeeld in het donker,
op open zee. Graag horen deze leden van de Minister onder welke omstandigheden de
proef heeft plaatsgevonden.
Notice-tijd
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de beleidsevaluatie dat de gestelde
notice-tijd van 20 minuten in 2019 driemaal (in 2% van de gevallen) is overschreden.
Redenen voor deze overschrijding waren slecht weer en het tanken van extra brandstof,
vanwege een vlucht die direct op een vorige inzet volgde. Aan de hand van beschikbare
data is gekeken of een snellere notice-tijd haalbaar is. Wat zou de operator gepresteerd
hebben wanneer voor de notice-tijd niet een norm van 20 minuten, maar van 15 minuten
was aangehouden? Daarna volgt alleen een korte uiteenzetting hoeveel vluchten er niet
aan de notice-tijd van 15 minuten zouden voldoen en dat dit een hoger percentage is
dan bij een notice-tijd van 20 minuten. Dit lijkt deze leden een open deur, wanneer
de eisen worden verhoogd neemt het aantal geslaagde vluchten bij de nieuwe norm af.
Dit zegt echter nog niks over de prestaties bij een scherpere norm; wanneer NS bij
3% van haar treinritten vertraging mag oplopen, wordt er minder vaak aan de norm voldaan
dan wanneer 20% van de ritten te laat mogen komen. Deze leden zijn benieuwd of een
scherpere notice-tijd, bijvoorbeeld 15 minuten, de prestaties van de SAR-missies zou
versnellen en verbeteren, gezien vier van de vijf geïnterviewde SAR-diensten deze
richtlijn ook hanteren. Ook wordt in vier van de vijf onderzochte landen de notice-tijd
gedefinieerd als: «alarm tot airborne» in tegenstelling tot de Nederlandse definitie
«alarm tot rotorstart». Deze leden zijn benieuwd hoeveel tijd er tussen de rotorstart
en de daadwerkelijke start van de vlucht zit. Is de Minister bereid om de aanbeveling
van Antea, namelijk om de notice-tijd te definiëren als de tijd vanaf melding tot
vertrek (airborne) over te nemen?
Zorgnorm
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de evaluatie van Antea dat medische
assistentie sneller dan nu ter plaatse kan zijn. Dit kan onder meer door interpretatieverschillen
over de norm: gaat deze uit van één verpleegkundige per helikopter of één binnen de
gehele norm (16 personen, ofwel twee helikopters). Deze leden vragen de Minister dan
ook om de aanbeveling van Antea om in de eerst aankomende helikopter een ambulanceverpleegkundige
mee te nemen en wanneer er twee helikopters nodig zijn, ook twee ambulanceverpleegkundigen
mee te nemen, als eis op te nemen in de lopende aanbesteding.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.