Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over evaluatie sociaal-emotionele ondersteuning in aardbevingsgemeenten (Kamerstuk 33529-833)
2020D53382 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties voorgelegd over de kabinetsbrieven Wetsvoorstel «Wat na nul»
– wetswijzigingen in verband met de definitieve sluiting van het Groningenveld (Kamerstuk
33 529, nr. 831), Antwoorden op vragen van de commissie Justitie en Veiligheid inzake vaststelling
van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar
2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 87) en Evaluatie sociaal-emotionele ondersteuning in aardbevingsgemeenten (Kamerstuk
33 529, nr. 833).
De voorzitter van de commissie, Renkema
De adjunct-griffier van de commissie, Witzke
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Ministers
14
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor het oorspronkelijke
notaoverleg Mijnbouw/Groningen en hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen.
Waardedaling
De leden van de VVD-fractie constateren dat over de waardedalingsregeling al meermalen
is gesproken. Met name over de groep Groningers die eerder met de Nederlandse Aardolie
Maatschappij (NAM) een deal heeft gesloten waarvan ook waardedaling onderdeel was
en die expliciet geen beroep kan doen op de nieuwe, generieke regeling van het Instituut
Mijnbouwschade Groningen (IMG), omdat er sprake was van finale kwijting. Ook niet
als deze veel gunstiger zou uit kunnen vallen voor hen. In het laatste overleg over
Groningen heeft de Minister, onder meer op verzoek van deze leden, toegezegd naar
een aantal casussen te kijken om te bepalen of mensen «recht is gedaan». De hele situatie
zit deze leden toch wel als een graat in de keel, want het is wel slecht uitlegbaar,
ook al begrijpen deze leden dat er allemaal juridische haken en ogen aan kunnen zitten.
Deze leden hebben naar aanleiding van de discussie in het vorige overleg nog weer
een fors aantal extra casussen ontvangen.
De leden van de VVD-fractie waarderen het dat de Minister bereid is naar de casussen
te kijken en vinden het goed dat er een extern onderzoek wordt gedaan om naar de problematiek
te kijken. Deze leden willen graag weten wat precies de opdracht voor het onderzoek
is en wie het externe onderzoek gaat uitvoeren. Deze leden lezen daarbij dat het hier
om een steekproef zal gaan. Kan de Minister toelichten waarom er is gekozen voor een
steekproef bestaande uit de doorgeleide signalen en uit de overige aanvragen van bewoners?
Geeft de steekproef voldoende zekerheid dat de problematiek voldoende in kaart wordt
gebracht? In hoeverre kan het onderzoek ook nog versneld worden? In hoeverre is een
analyse van de juridische aspecten ook onderdeel van deze opdracht? Zo nee, hoe wordt
dit dan bekeken? Deze leden willen voorts weten of de Minister kan bevestigen dat
het gaat om het bekijken van de casuïstiek en dat mensen die nu niet iets hebben aangeleverd
straks niet buiten de boot vallen, mocht er iets geregeld worden.
De leden van de VVD-fractie hebben de brief van de Onafhankelijke Raadsman gelezen
over de vergoeding waardedalingsregeling IMG voor deelnemers van de oude NAM-waardedalingsregeling.
Deze leden willen graag een reactie op deze brief van de kant van de Minister. Klopt
het dat het in totaal gaat om ongeveer 7.000 gevallen? Deze leden begrijpen dat het
Groninger Gasberaad ook een aantal vragen heeft gesteld aan de Ministeries van Economische
Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Nationaal Coördinator
Groningen (NCG) en IMG over de waardedalingsregeling. Kan de Kamer een afschrift van
de beantwoording ontvangen? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie willen ook weten wat de stand van zaken en voortgang is
van de waardedalingsregeling voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en de agrariërs.
Die wachten al veel te lang op duidelijkheid, zo menen deze leden. Er is gezegd dat
daar eind 2020 duidelijkheid over zou moeten zijn vanuit IMG. Deze leden vinden dit
de uiterste deadline en het zou dus niet over de jaargrens heen zou moeten schuiven.
Het is nu bijna eind 2020! Wanneer kunnen mkb’ers en agrariërs duidelijkheid krijgen?
Wanneer verschijnt de regeling?
Agrarische ondernemers
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over agrarische ondernemers in het gebied.
Hoeveel geld komt er beschikbaar voor de agrarische ondernemers van de 50 miljoen
euro die is opgenomen in de regiodeal? Deze leden zijn ook benieuwd naar de stand
van zaken van de uitvoering van het akkoord op hoofdlijnen van 18 maart 2020 van de
agrarische tafel. Hoe is dat akkoord omgezet in concrete acties en een effectief programma
voor deze sector?
De leden van de VVD-fractie merken op dat zij op 26 oktober 2020 schriftelijke vragen
hebben gesteld over lekkende mestkelders1. Deze leden vinden dat een zorgelijke situatie. Ook daar moet duidelijkheid over
komen. Het kan niet zo zijn dat er alleen maar gekeken wordt naar de gevolgschade
en dat die dan met duizend euro wordt afgedaan, want daar kun je een mestkelder niet
van herstellen. Deze leden hebben gevraagd om de schriftelijke vragen voor het vorige
debat te beantwoorden, dat is niet gebeurd. Waarom duurt de beantwoording van deze
schriftelijke vragen zo lang? Kunnen de schriftelijke vragen van deze leden op zo
kort mogelijke termijn worden beantwoord? Kan de Minister de agrarische ondernemers
duidelijkheid over die situatie geven?
Sociaal-emotionele ondersteuning
De leden van de VVD-fractie vinden dat de evaluatie van de GGD van de sociaal-emotionele
gevolgen van de aardbevingen en alles wat daarmee samenhangt, duidelijk aangeeft dat
ondersteuning zeker nodig is. Kan de Minister aangeven waar nog lacunes zitten, waar
nog behoefte aan is en wat het beste heeft gewerkt? In de bestuurlijke afspraken aardbevingsgebied
Groningen van 6 november 20202 zijn aanvullende middelen vrijgemaakt voor sociaal-emotionele ondersteuning. De Kamer
wordt hierover in het eerste kwartaal van 2021 geïnformeerd. Is dat ook te versnellen?
Kan daarvoor een meer concreet moment worden aangegeven? In hoeverre is er ook aandacht
voor preventie? Zo ja, hoe en op welke manier?
Overig
De leden van de VVD-fractie hebben in eerdere overleggen gevraagd naar de stroomlijning
van een aantal processen om de versterking gemakkelijker op gang te brengen en te
versnellen. Dat gaat om vergunningsprocedures, om ruimtelijke ordening, maar ook om
de Natuurbeschermingswet. Daar is een soort principeafspraak over gemaakt in de regiodeal,
maar eerder gaven deze leden aan deze afspraken nogal vaag te vinden. In het wetgevingsoverleg
op 12 november 2020 is toegezegd dat de Kamer in het eerste kwartaal van 2021 en zo
mogelijk voor 1 februari nader wordt geïnformeerd over de afspraken met betrokken
partijen over de stroomlijning van vergunningen, in het bijzonder vergunningen in
het kader van de Natuurbeschermingswet. Kan de Minister al iets zeggen over de voortgang
op dat punt?
De leden van de VVD-fractie willen verder weten wat de stand van zaken is van de situatie
in Woltersum, in het bijzonder over de 4-op-een-rij. Hierover zou redelijk snel duidelijkheid
kunnen zijn of komen. Wat is er tot nu toe gebeurd? Wat is er in de afgelopen paar
maanden gebeurd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken voor
het schriftelijk overleg Mijnbouw/Groningen en hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat het de afgelopen maanden bij debatten over
de versterkingsoperatie vaak ging over duidelijkheid en snelheid. Er zijn bestuurlijke
afspraken gemaakt, deze leden horen graag van de Minister hoever het daarmee staat.
Krijgen de dertienduizend mensen nog dit jaar de beloofde brief? Deze leden merken
verder op dat volgens onderzoek van onderzoekscollectief Gronings Perspectief blijkt
dat de samenhang in dorpen en buurten met name onder druk staat door de versterkingsoperatie.
De onduidelijkheid over de versterkingsopgave veroorzaakt stressklachten. Dit onderstreept
voor deze leden nogmaals het belang van duidelijkheid en snelheid in de versterkingsoperatie.
Deze leden vragen de Minister daarom om hen eens mee te nemen in wat er het afgelopen
half jaar is gebeurd qua versnelling van het versterkingsproces. Hoeveel woningen
zijn er de afgelopen zes maanden daadwerkelijk versterkt? Is er daarbij een versnelling
te zien ten opzichte van de zes maanden daarvoor? En wat zijn de verwachtingen voor
het komende jaar?
De leden van de CDA-fractie lezen in antwoorden van de Minister op hoe het bewijsvermoeden
in de praktijk moet worden toegepast en wanneer het vermoeden als voldoende weerlegd
kan worden beschouwd dat dit, mede op basis van de toepasselijke jurisprudentie, de
praktijk en wetenschappelijke inzichten door het IMG moet worden bepaald. Het IMG
kan daarbij gebruik maken van onafhankelijke deskundigen. Deze leden wijzen erop dat
ook voor het gebied rondom de gasopslag Norg het wettelijk bewijsvermoeden (omgekeerde
bewijslast) geldt. In de zomer hoorden deze leden signalen van inwoners uit dit gebied
dat er bij hen zorgen leven over de afhandeling door het IMG waaruit volgens hen willekeur
bleek. Aan de rand van het Groningenveld en bij de gasopslag bij Norg waren steeds
meer afwijzingen van schadeclaims. In september is vervolgens de afhandeling van zo'n
1250 schademeldingen tijdelijk stilgelegd, zodat het IMG een en ander kon onderzoeken.
Deze leden zijn benieuwd wat dat onderzoek (tot nu toe) heeft opgeleverd. Kan de Minister
daarop ingaan? Zijn er al resultaten van het onderzoek bekend? Wat zijn deze? Wanneer
zal de afhandeling van schademeldingen in dit gebied worden hervat?
De leden van de CDA-fractie constateren dat in de bestuurlijke afspraken Groningen
135 miljoen euro beschikbaar is voor de woningcorporaties voor woningverbetering en
dat daarvan 750 euro per huishouden rechtstreeks naar de huurders gaat. Deze leden
horen echter dat voor huurders die voor 1 november 2020 zijn verhuisd naar een wisselwoning
én die daar nu nog wonen de compensatieregeling huurders niet goed uit lijkt te vallen.
De betreffende woningcorporatie biedt deze huurders uit Middelstum een hogere vergoeding
aan, maar sluit hen in dat geval wel uit van de aanvullende pakketten voor wandafwerking
en stoffering. Deze leden willen de Minister graag vragen wat zij nog voor deze bewoners
zou kunnen betekenen. Welke mogelijkheden ziet zij om hen tegemoet te komen in deze
situatie? Dit duurt al zo lang voor hen en deze leden vinden de handelwijze van de
woningbouwcorporatie echt onverteerbaar. Waarom doen ze dit zo?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister in zijn brief over wetswijzigingen
in verband met de definitieve sluiting van het Groningenveld schrijft dat deze wijzigingen
uitsluitend betrekking op het aanpassen van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met
het einde van de inzet van het Groningenveld en niet op de publiekrechtelijke afhandeling
van schade en versterken. Dat lijkt deze leden duidelijk. Maar de Minister schrijft
ook dat «mogelijke consequenties van de wijzigingen voor de Tijdelijke wet Groningen
(wet versterking) vroegtijdig worden gesignaleerd en opgepakt». Kan hij verduidelijken
wat hiermee wordt bedoeld? Op welke mogelijke consequenties doelt de Minister hier?
Waar moeten deze leden daarbij aan denken? Wat zal er gebeuren met mogelijke consequenties
die worden gesignaleerd? Hoe worden die opgepakt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven behorende
bij het schriftelijk overleg Mijnbouw/Groningen van 17 december 2020. Deze leden willen
de Ministers hier nog enkele vragen over stellen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over het
wetsvoorstel «Wat na nul» en zijn verheugd dat het einde van de gaswinning in het
Groningenveld jaren eerder dan verwacht in zicht is. Deze leden benadrukken het belang
van een zorgvuldige afronding van de winning uit het Groningenveld en een goed plan
voor de periode na sluiting. De Minister geeft aan dat alternatieven voor het Groningenveld
als reservemiddel worden onderzocht. Zoals meerdere malen aangegeven zouden deze leden
graag zien dat het Groningenveld niet meer als reservemiddel nodig is. Deze leden
vragen de Minister welke alternatieven dit zijn en wanneer hij verwacht om hier duidelijkheid
over te geven aan de Kamer. In welke situaties is een reservemiddel nodig? Hoe vaak
komen deze situaties voor? Wat zijn de gevolgen voor de leveringszekerheid als er
geen reservemiddel beschikbaar zou zijn? Zouden deze gevolgen ook gemitigeerd kunnen
worden met een tijdelijke aanpassing van de vraag naar energie en wat zijn hier de
mogelijkheden voor?
De leden van de D66-fractie willen nogmaals benadrukken dat de veiligheid en de bijbehorende
verplichtingen voor herstel en versterking centraal moeten staan in zowel fase 1 als
fase 2 van het geschetste wetsvoorstel «Wat na nul». Deze leden vragen de Minister
wat de verwachting is van het aardbevingsrisico in fase 1 en fase 2. Kunnen er door
de mijnbouwactiviteiten ook op lange termijn nog aardbevingen plaatsvinden, nadat
fase 2 is afgerond? Waar kunnen bewoners tijdens en na fase 1 en 2 terecht voor herstel
en versterking? De voorgenoemde leden zien uit naar de verdere uitwerking van het
wetsvoorstel en vragen de Minister om de Kamer regelmatig te informeren over de voortgang.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de evaluatie sociaal-emotionele
ondersteuning in aardbevingsgebieden en de besteding van de 5,4 miljoen euro voor
dit doel aan gemeenten beschikbaar gestelde budget. Deze leden vinden het zorgwekkend
dat alhoewel er een licht stijging te zien is in het vertrouwen in instanties, het
vertrouwen in de overheid laag blijft. Ook vinden deze leden het ernstig dat op gebied
van meervoudige schade weinig vooruitgang wordt gezien en specifiek naast de aardbevingen
de versterkingsoperatie wordt genoemd als grote stressfactor. Deze leden zien daarom
ook het belang van de extra middelen. Deze leden benadrukken wel het belang van de
effectiviteit van de inzet van deze middelen moet worden gemonitord zodat er waar
nodig bijgestuurd kan worden zodat Groningers echt sociaal-emotioneel ondersteund
worden. In de brief van de Minister verwijst zij dat op «30 juni jl. heeft Groningen
Perspectief een laatste rapport uitgebracht». Betekent «laatste rapport» dat er geen
evaluaties meer gedaan gaan worden? Zo ja, waarom niet? Zo nee, wanneer wordt de volgende
evaluatie uitgevoerd?
De leden van de D66-fractie hebben reeds vragen gesteld over de waardeverminderingsregeling
tijdens het wetgevingsoverleg over de wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen
of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) op 15 december 2020. De
nieuwe waardedalingsregeling heeft geleid tot een gevoel van onrecht bij een groep
burgers die eerder akkoord zijn gegaan met een bod van de NAM. Deze leden willen hier
nogmaals benadrukken dat deze mensen recht moet worden gedaan en dat zij uitkijken
naar de resultaten van het onafhankelijke onderzoek in maart 2021. In lijn met de
in het wetgevingsoverleg ingediende motie-Sienot c.s.3 benadrukken deze leden dat er kort nadat de resultaten van het onderzoek behandeld
zijn in de Kamer, de (voormalig) bewoners die gebruik hebben gemaakt van de regeling
van de NAM snel duidelijkheid gegeven moet worden over eventuele vervolgstappen.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister naar de status en tijdlijn van een
drietal zaken gerelateerd aan mijnbouw onder de Waddenzee: ten eerste het advies over
mijnbouw met de hand op de kraan, ten tweede een, door het Koninklijk Nederlandse
Meteorologisch Instituut (KNMI) mede-opgesteld, scenario voor zeespiegelstijging om
«gebruiksruimte» voor mijnbouw onder de Waddenzee te kunnen vaststellen en tot slot
de herziening van de vergunningsverlening voor mijnbouw onder de Waddenzee.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over de toezeggingen van de Minister
over de gedupeerden die bij de verkoop van hun huis een waardedalingsregeling zijn
aangegaan met de NAM en gaan ervan uit dat degenen die onterecht een lagere compensatie
hebben gekregen op korte termijn een hogere compensatie zullen ontvangen. Deze leden
dringen aan op een snelle en rechtvaardige oplossing van dit probleem en zullen ook
diverse moties rondom dit probleem die deze week zijn ingediend steunen.
De leden van de GroenLinks-fractie zien graag een uitgebreide reactie van de Minister
op het recente onderzoek van dr. Katherine Stroebe en prof. dr. Tom Postmes van de
Rijksuniversiteit Groningen over de professionals die betrokken zijn bij de versterkingsoperatie.4 Uit dit onderzoek blijkt dat de complexiteit van de versterkingsoperatie, maar ook
slechte communicatie, afstemming en overzicht de professionals in een lastig pakket
brengen, waar uiteindelijk de bewoners van het aardbevingsgebied de dupe van zijn.
Kan de Minister reageren op dit onderzoek en in gesprek gaan met de onderzoekers over
mogelijke oplossingen?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de injectieputten in Rossum.
In de eerdere beantwoording over dit onderwerp wordt gemeld dat de uitgevoerde putmetingen
«geen aanleiding tot ongerustheid geven».5 Op dit moment is NAM bezig met de opbouw van een boortoren op de locatie Tramweg
om een binnenbuis te repareren. Hoe ziet het putintegriteitsysteem van NAM-injectieputten
eruit en hoe houdt Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) hier toezicht op? Wat is de
aanleiding om één injectieput op deze locatie te vervangen? Waarom niet allebei de
injectieputten op deze locatie? Is de Minister bereid om, wanneer de oude injectieputonderdelen
aan de oppervlakte zijn gebracht, deze onafhankelijk te laten onderzoeken en het cementomhulsel
dat om de put zit, nauwkeurig te laten inspecteren door SodM? Is de Minister van mening
dat tijdens dit onderzoek geen putonderdelen in de put mogen worden gebracht? Zo nee,
waarom niet? Worden de andere injectieputten in Rossum (Bentertsteeg en de Schipweg)
ook gerepareerd? Zo ja, wanneer?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich ook zorgen over de horizontale leidingen
op en naar de NAM-locaties. Op de NAM-locatie Tramweg is bijvoorbeeld ruim een jaar
gewerkt om de horizontale leidingen te vervangen vanwege een, niet onder controle
gekregen, corrosie. Wat was de wanddikte van die leidingen alvorens zij werden vervangen?
Hoeveel wanddikte is er over op de andere injectielocaties in Rossum? Wat is de toestand
van de transportleiding tussen Schoonebeek en Twente? Is die leiding in de afgelopen
jaren al een keer onderworpen aan een onderzoek? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst?
De NAM zou bezig gaan met het schoonmaken van het olie-afval dat in plaats zou moeten
komen van het injecteren van dit afval. Wat is de stand van zaken hierin en hoe verhouden
de financiële inspanningen van NAM voor het injecteren zich tot de schoonmaakexperimenten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van het omzetten
van een mondeling debat in een schriftelijk overleg. Het is voor deze leden onbestaanbaar
dat de verzwaring van maatregelen betreffende corona wordt aangegrepen om een debat
dat direct veranderingen zou kunnen betekenen voor gedupeerden in Groningen, niet
door te laten gaan.
De leden van de SP-fractie zijn tevens ontstemd over het feit dat er voor tienduizenden
Groningers nog steeds geen oplossing is. Of mensen nu geen of te weinig rechtvaardige
compensatie van de waardedaling krijgen, ze al jaren vechten voor herstel van hun
kapotgemaakte huis, ze in een onveilig huis wonen, ze ziek gemaakt zijn door de manier
waarop de overheid met hen om is gegaan, exact honderd maanden na de beving bij Huizinge
is de ellende voor velen groot, zo menen deze leden.
De leden van de SP-fractie willen de verschillende onderdelen van de situatie in Groningen
benoemen en daar vragen over stellen. Deze leden beginnen met de schadeafhandeling.
Die loopt, zo concluderen deze leden op basis van vele contacten in het gebied, nog
steeds niet goed voor veel gedupeerden. De eenvoudige schades worden snel en vlot
afgehandeld, maar juist de complexe situaties blijven maar voortduren. Het hoofd van
de schadeafdeling van het IMG zei op 10 december 20206 dat een grootschalige renovatie van het gebied noodzakelijk is. Hij zei zelfs dat
veel schade die nu wordt vergoed eigenlijk zinloos is om te herstellen als niet ook
de onderliggende problematiek van de fundering wordt mee genomen. Hij riep het kabinet
op tot het inrichten van een Deltaplan om Groningen uit het moeras te trekken. De
overheid moet ervoor zorgen dat de funderingsproblematiek wordt aangepakt, zo meent
hij. Wat is de reactie van de Minister op deze uitlating van de baas van het IMG?
Welke maatregelen gaat de Minister treffen om schade aan funderingen te herstellen
om nieuwe schades verder zoveel mogelijk te voorkomen? Hoe staat het met de uitvoering
van de motie-Beckerman over eventuele aanvullende middelen om funderingsproblemen
op te lossen?7 Hebben IMG en NCG de ruimte om aanvullende middelen in te zetten om de fundering
aan te pakken? Wordt door het IMG bijgehouden hoeveel schades betrekking hebben op
funderingsproblematiek? Zo nee, gaat dit gebeuren? Zo ja, wat wordt er mee gedaan?
Ook vragen deze leden wanneer de schadeafhandeling aan de randen van het gebied wordt
hervat. Op maandag 31 augustus 2020 werden 1.250 schadeafhandelingen stilgelegd aan
de «randen bevingsgebied» in afwachting van het advies van TNO en de Technische Universiteit
Delft. Is dit advies er inmiddels? Zo ja, hoe luidt dat advies? Hoe en wanneer worden
gedupeerden hierover geïnformeerd?
De leden van de SP-fractie zien door de waardedalingsregeling nieuwe ongelijkheid
en nieuw onrecht ontstaan. Er zijn gedupeerden die nu geen waardedaling vergoed krijgen.
Zo kunnen gedupeerden met een zwaar beschadigd huis worden uitgesloten door de gekozen
systematiek, of mensen ontvangen te weinig door diezelfde systematiek. Maar ook de
mensen die hun huis «onder water» verkochten en het aanbod van de NAM accepteerden
bij gebrek aan een andere mogelijkheid worden nu uitgesloten voor deze waardedalingsregeling.
Er zijn ook gedupeerden die zijn uitgesloten voor de waardedaling omdat ze in een
sloop/nieuwbouw traject zitten. Dan zijn er nog een aantal mensen die behoren tot
de groep van 88 bewoners die wel waardedaling hebben ontvangen, in bijvoorbeeld Ten
Post, maar anderen krijgen niets terwijl deze mensen naast elkaar wonen. Wat is de
reactie van de Minister op deze ongelijkheid tussen mensen? Hoe denkt de Minister
hier een positieve wending aan te kunnen geven? Deze leden begrijpen niet zo goed
waarom de Minister wil onderzoeken of mensen inderdaad onvoldoende gecompenseerd zijn.
Zijn de vele verhalen niet een soort onderzoek op zich? Welke waarde hecht de Minister
aan deze verhalen? Is inmiddels bekend wie dat onderzoek gaat uitvoeren? Zo nee, wanneer
is dat wel bekend? Kan de onderzoeksopzet en opdracht naar de Kamer worden gestuurd?
Worden de resultaten ook gedeeld met de Kamer? Zo ja, wanneer? Wat gaat het onderzoek
kosten? Deze leden willen nadrukkelijk verzoeken al deze stukken openbaar te maken.
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat er met een onderzoek weer veel tijd
verloren gaat. Voor veel van deze mensen komt dit bovenop de strijd voor schadeafhandeling
en/of versterking waar ze al langdurig mee te maken hebben. Waarom besluit de Minister
niet om het probleem in één keer op te lossen, zoals de Onafhankelijk Raadsman adviseert?
Al vaak vroegen deze leden aandacht voor de positie van huurders. Na meerdere aangenomen
moties komt er eindelijk een betere regeling voor hen. Helaas hebben deze leden geconstateerd
dat er toch weer een groep tussen wal en schip dreigt te vallen wanneer het om de
waardedalingsregeling gaat. Het gaat daarbij om de groep huurders die al voor 1 november
2020 is verhuisd naar de wisselwoning. Juist de groep uit Middelstum die zo hard heeft
gestreden voor de betere regeling voor huurders valt nu zelf buiten de boot. Hoe gaat
de Minister regelen dat deze groep alsnog gecompenseerd gaat worden?
De leden van de SP-fractie concluderen wat betreft de versterkingsoperatie dat, na
het fiasco van de uitvoering in 2019, 2020 weer een verloren jaar voor velen lijkt
te zijn. In verschillende buurten en dorpen heeft de huidige manier van versterkingsaanpak
meer kwaad dan goed gedaan. Gedupeerden zijn het vertrouwen kwijt, velen hebben gezondheidsproblemen,
er zijn verschillende conflicten tussen mensen, maar een veilig huis hebben velen
nog niet. Deze leden zijn ronduit verontwaardigd over de onwil van de Minister om
een crisisaanpak te organiseren. Deze leden willen specifiek aandacht vragen voor
de mensen in Woltersum. Bijvoorbeeld de zogenaamde 4-op-een-rij. In september 2020
vroegen deze leden al aandacht voor deze groep, omdat al in september 2019 de Minister
beloofde deze mensen te ondersteunen met hun eigen initiatief. Deze belofte werd niet
nagekomen. Afgelopen september deed de Minister weer een belofte. Er zou zo snel mogelijk
duidelijkheid komen. De afspraak van 4-op-een-rij met de NCG werd door NCG afgezegd
en die moet nog steeds opnieuw gemaakt worden. Wat gaat de Minister doen voor deze
groep mensen, voor wie nu dus al weer vier maanden niets is gedaan? Staat deze groep
nog op het netvlies van de Minister? Waarom worden deze mensen nu genegeerd? Waarom
worden afspraken niet nagekomen? Wat is er in die tijd gebeurd voor hen? Welke daden
in plaats van woorden gaat de Minister voor deze vier verrichten? En voor de andere
groepen? Op welke datum heeft welke groep uit het Bestuursakkoord duidelijkheid? Wat
is de staat van de interventieteams waarover in september door en met de Kamer over
werd gesproken? Gaan die er komen? Wie stelt die teams dan samen?
De leden van de SP-fractie zijn geschrokken van de resultaten van het rapport van
Gronings Perspectief over het verloop van de versterkingsoperatie door de ogen van
professionals met een coördinerende of uitvoerende rol.8 Zo lezen deze leden dat de professionals het versterkingsproces complex noemen en
dat de veranderingen in de inrichting van het proces volgens hen nog extra complicerend
en vertragend werkt. Daardoor neemt onrecht en ongelijkheid toe. Gronings Perspectief
heeft grote zorgen over de communicatie binnen het dossier, het ontbreekt aan overzicht
of afstemming in het proces. Ook geven de professionals aan dat door de steeds veranderende
spelregels buurtconflicten ontstaan. Professionals zelf vinden hun positie moeilijk.
Ze kunnen de veranderingen die tot ongelijkheid leiden niet meer uitleggen aan bewoners.
Deze leden hebben hierover enkele vragen. Hoe kan het dat bij de NCG financiële garanties
ontbreken? Wat vindt de Minister ervan dat de experts, de vele partijen en bureaucratie
tot stroperige processen leiden? Hoe bestaat het dat professionals het beleid niet
uitlegbaar vinden? Wat vindt de Minister daarvan? Hoe gaat de Minister de knelpunten
in de begeleiding van bewoners oplossen? Bewoners hebben bijvoorbeeld met verschillende
begeleiders te maken. Het is goed dat er inmiddels meer aandacht is voor de psychosociale
kant van bewoners, maar de invulling zou anders moeten. Hoe gaat de Minister laagdrempelige
zorg inrichten? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat nog meer buurtconflicten worden
voorkomen? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat aanwezige buurtconflicten worden
aangepakt? Wie gaat de Minister daar verantwoordelijk voor maken?
Hoe gaat de Minister de problemen in de communicatie verbeteren? Hoe gaat de Minister
ervoor zorgen dat iedereen met «een eigen stukje» bezig is? Dat iedereen met «een
eigen stukje» onderling communiceert? Dat er eenduidig naar bewoners wordt gecommuniceerd?
De leden van de SP-fractie hebben vernomen dat uit de jaarlijkse peiling van Vereniging
Eigen Huis (VEH) blijkt, dat het vertrouwen onder de huiseigenaren nog steeds ongekend
laag is. 28% staat ronduit negatief tegenover het Bestuursakkoord en 60% van de eigenaren
staat er afwachtend tegenover. Slechts 12% is positief gestemd. Gaat de Minister de
oproep van VEH uitvoeren en bewoners zo snel mogelijk informeren over de gevolgen
van het Bestuursakkoord? Wordt er professionele hulp geregeld voor bewoners wanneer
ze voor complexe keuzes staan? Wordt volledige garantie gegeven als blijkt dat bewoners
tekort worden gedaan door het akkoord? Deze leden vragen waarom deze mensen, zes weken
na de presentatie van dat akkoord, nog steeds geen concrete informatie hebben. Hoe
wordt de volgorde bepaald voor het versturen van specifieke informatie op adresniveau?
Waarop is die volgorde gebaseerd? Wat is de stand van zaken betreffende het Bestuursakkoord?
Wie werkt aan de uitwerking? Wanneer is dat gereed? Wie is er uiteindelijk verantwoordelijk
voor de uitvoering van dit Bestuursakkoord? Wie hakt uiteindelijk de knopen door?
De leden van de SP-fractie willen van deze mogelijkheid ook gebruik maken om te vragen
naar verduidelijking van de cijfers uit de beantwoording van de vragen over najaarsnota.
Klopt het dat er voor 1127 versterkte en 234 nieuwbouwwoningen in totaal ruim 1,2
miljard euro (920 miljoen euro tot en met 2018 en 297 miljoen euro in 2020) is uitgegeven?
Zo ja, is de Minister het dan eens met deze leden dat de kosten per woning dan neerkomen
op bijna 900.000 euro per woning? De gemiddelde herbouwwaarde van een woning is circa
340.000 euro. Betekent dit dat de overheadkosten per versterkte of nieuwgebouwde woning
meer dan een half miljoen zijn? Worden die kosten ook door de NAM betaald?
De leden van de SP-fractie willen tot slot met klem vragen of, honderd maanden na
Huizinge, de Minister in 2021 goede voornemens ook eindelijk gaat uitvoeren. Deze
leden wensen dat een crisisaanpak tijdens de behandeling van het wetsvoorstel wijziging
van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie
Groningen9 wordt aangenomen, zodat de Minister een beetje kan herstellen wat zij in de afgelopen
periode kapot heeft gemaakt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsbrieven en hebben
hier enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister in wil gaan op de 27 vragen van
het Groninger Gasberaad over de waardedalingsregeling. Waarom kiest de Minister ervoor
extern advies in te winnen, het is toch zo klaar als een klontje dat mensen die schikten
met de NAM het verschil met de waardedalingsregeling gecompenseerd behoren te krijgen?
Waarom volgt de Minister het advies van de Onafhankelijk Raadsman niet op?
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe lang de wachttijd na melding nu is. Klopt
het dat bewoners nog steeds brieven krijgen dat pas na vijftien maanden iemand komt
kijken? Waarom is dit nog steeds niet op orde? Wie is aanspreekbaar op het Bestuursakkoord?
Wanneer krijgen mensen individueel nou eindelijk eens duidelijkheid over hun huis?
Deze leden vragen tevens waarom de situatie aan de Kollerijweg in Woltersum nog steeds
niet is opgelost, terwijl de Minister toezegde dat dit snel zou gebeuren. Waarom worden
mensen zo lang aan het lijntje gehouden? Ook vragen deze leden hoe het kan dat er
nog altijd discussie is over funderingen en mestkelders. Waarom wordt niet onverkort
gekozen die schades altijd en volledig te vergoeden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Ministers
en hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen de Minister allereerst wijzen op het onderzoeksrapport
«Professionals over de versterkingsoperatie: verloop en impact op bewoners en gemeenschappen».10 Hierin wordt zeer kritisch gesproken over de rol van de overheid in het verloop van
de versterkingsoperatie en wordt pijnlijk duidelijk wat de impact is op bewoners en
gemeenschappen. De grote belasting maakt inwoners -en moe en geeft professionals een
gevoel van machteloosheid. Buurtconflicten worden aangewakkerd en er is sprake van
falende communicatie en financiële onzekerheid. Deze leden verwachten zo spoedig mogelijk
een reactie van de Minister op dit rapport waarin puntsgewijs de genoemde knelpunten
aan de orde komen, welke lessen de Minister hieruit trekt en wat de Minister voornemens
is daaraan te gaan doen. Wanneer kunnen deze leden deze reactie tegemoetzien?
De leden van de ChristenUnie-fractie nemen met interesse kennis van de brief over
het wetsvoorstel «wat na nul» in verband met de definitieve sluiting van het Groningerveld.
Deze leden zijn blij met de wettelijke stop op gaswinning uit het Groningerveld die
hiermee gerealiseerd gaat worden. Deze leden vragen welke stappen in de wetsbehandeling
de huidige Minister nog zou kunnen nemen voor maart 2021 en of versnelling mogelijk
is. Verder vragen deze leden welke alternatieven voor de opvang van de reservefunctie
van het Groningerveld op dit moment worden overwogen. Heeft de opvang van de reservefunctie
ook een afbouwpad? Kan deze worden versneld of aangevuld door de verdere introductie
van duurzame alternatieven voor gaswinning? De Minister spreekt over het komen tot
een nieuwe risicoanalyse, welke rol gaat deze nieuwe risicoanalyse spelen bij de versterkingsoperatie?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben een peiling ontvangen van VEH, waaruit
blijkt dat de grootste groep van de bewoners in het aardbevingsgebied erg afwachtend
staat tegenover het Bestuursakkoord van ruim 1,5 miljard euro. Ze verkeren in grote
onzekerheid over wat dit voor hun situatie concreet gaat betekenen: «In welke categorie
val ik? Krijg ik een versterkingsbudget en welke vrijheden of restricties zijn daar
dan aan verbonden? Hoe moet ik dit allemaal gaan aanpakken? Wordt mijn huis niet fundamenteel
versterkt of mag ik daar alsnog voor kiezen? Of is dit uiteindelijk toch niets anders
dan een ordinaire afkoopsom?» Deze leden vragen daarom aan de Minister om zo snel
mogelijk duidelijkheid te geven aan bewoners over de concrete gevolgen van het Bestuursakkoord
voor hun persoonlijke situatie, liefst gekoppeld aan een termijn. Ook vragen deze
leden de Minister ondersteuning te regelen bij de complexe keuzes die gemaakt moeten
worden door bewoners.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister
over zandsuppleties.11 De Minister geeft aan dat extra zandsuppleties nodig zijn als gevolg van gaswinning
op de Waddenzee en dat elke suppletie ecologisch beoordeeld wordt. Ook geeft de Minister
aan dat er soms apart een vergunning wordt aangevraagd voor suppletie, als niet aan
de eisen van het Natura 2000-beheerplan wordt voldaan. Deze leden zien liever dat
de oorzaak van de noodzaak tot zandsuppletie wordt weggenomen, namelijk de gaswinning
zelf, evenals overige mijnbouwactiviteiten. Wat deze leden betreft kan in ieder geval
geen sprake zijn van nieuwe winningen. Hoe beoordeelt de Minister het verzoek van
de provincie Fryslân in reactie op de Waddenagenda 2050 om de mijnbouwactiviteiten
in het Waddengebied eerder te beëindigen? Is de Minister bereid om scenario’s daarvoor
in kaart te brengen? Wordt bij de besluiten tot de hoeveelheid gaswinning op de Waddenzee
ook rekening gehouden met de noodzaak tot extra zandsuppletie en wordt de ecologische
impact daarvan meegewogen? Hoeveel van deze aparte vergunningen die niet kunnen voldoen
aan de Natura 2000-beheerplannen worden er aangevraagd en op welke locaties hebben
deze aanvragen betrekking?
De leden van de ChristenUnie-fractie herinneren de Minister eraan dat een aantal zaken
betreffende mijnbouw voorafgaand aan de verkiezingen naar de Kamer zullen worden verzonden:
advies over mijnbouw met de hand aan de kraan, een, mede door het KNMI opgesteld,
scenario voor zeespiegelstijging om «gebruiksruimte» voor mijnbouw onder de Waddenzee
te kunnen vaststellen en een in een eerder debat door de Minister aangekondigde herziening
van de vergunningverlening voor mijnbouw onder de Waddenzee. Worden deze documenten
inderdaad op korte termijn naar de Kamer gezonden?
De leden van de ChristenUnie-fractie danken de Minister voor de schriftelijke antwoorden
op de vragen gesteld tijdens de recente vaststelling van de begrotingsstaten van het
Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze leden vragen wat de verschillen in compensatie
in praktijk zijn van mensen die acht jaar geleden schade hebben geleden en gemeld.
De Minister geeft aan dat deze mensen hun schadeafhandeling nog bij de NAM moeten
doen. In hoeverre hebben deze mensen een beroep kunnen doen op het bewijsvermoeden?
Hoeveel bewoners zijn er die het gevoel hebben dat hun schade nog niet helemaal is
gecompenseerd? Wat kan de Minister betekenen voor deze mensen? Wat gebeurt er in het
geval van dusdanig trage afhandeling dat er schades verergerd zijn? Deze leden vragen
in het kader van het omkeren van het bewijsvermoeden wat de Minister precies bedoelt
met de volgende zin: «Dat betekent dat ook wanneer het bewijsvermoeden van toepassing
is nog steeds bezien moet worden of de schade niet toch een andere oorzaak heeft dan
bodembeweging door mijnbouw.» Betekent dit dat in elke casus alsnog wordt gekeken
wat de oorzaak is van de geleden schade? Deze leden achten het logisch dat allereerst
wordt gekeken of de schade redelijkerwijs zou kunnen zijn veroorzaakt door de aanleg
of exploitatie van het Groninger gasveld en zo ja, dat daar dan ook vanuit wordt gegaan.
Deze leden willen dat bewoners, wanneer het bewijsvermoeden van toepassing is, niet
verder belast worden met een twistgesprek over welke andere mogelijke oorzaken er
voor de schade zou kunnen zijn. Deze leden vragen wie de bewijslast draagt in deze
gevallen en of hierdoor in de praktijk niet alsnog een gedeelte van de bewijslast
bij de bewoner ligt. Deze leden vragen tevens waarom er bij schademeldingen waar het
bewijsvermoeden van toepassing is, niet direct gekozen wordt voor compensatie.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de evaluatie
van de sociaal-emotionele ondersteuning in het aardbevingsgebied. Deze leden zien
de verbetering van de geestelijke zorg in het aardbevingsgebied als zeer dringend
en noodzakelijk. De inrichting van een bestuurlijke tafel sociaal en gezondheid zien
de leden als een stap in de goede richting. Deze leden vragen wie de deelnemers zijn
aan deze tafel en hoe breed er gekeken wordt. Is hier ook plek voor bijvoorbeeld kerken
en instanties als schuldhulpverlening en voedselbank, welke een belangrijke signaalfunctie
hebben als het gaat om kwetsbare mensen in de samenleving? Deze leden lezen dat verschillende
gemeenten verschillende aanpakken kennen als het gaat om de ondersteuning van geestelijke
hulpverlening. Wordt ook tussen gemeenten ervaringen uitgewisseld en worden succesvolle
aanpakken overgenomen? Zo ja, hoe is dit georganiseerd? Daarnaast lezen deze leden
dat de middelen met name worden ingezet ter aanvulling van de zorginfrastructuur en
uitbreiding van kennis van iedere maatschappelijk betrokkene die daar behoefte aan
heeft. Deze leden vragen in hoeverre er ook wordt gekeken naar de ondersteuning van
de zorgprofessional zelf en de bestaande zorginfrastructuur. Is geïnventariseerd waar
zij behoefte aan hebben? Hoe wordt voorkomen dat een vraag naar geestelijke ondersteuning
onnodig gemedicaliseerd wordt?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben een afschrift ontvangen van de brief van
de Onafhankelijk Raadsman aan de Minister d.d. 15 december 2020 over de waardedalingsregeling.
Hierin komen woorden als «onrecht» en «ongelijkheid» aan de orde. Dit zijn dezelfde
woorden als in het hierboven genoemde onderzoeksrapport «Professionals over de versterkingsoperatie:
verloop en impact op bewoners en gemeenschappen». Ook hier wordt gesteld dat «onrecht»
en «ongelijkheid» toenemen. Deze leden vinden deze gang van zaken onaanvaardbaar naar
bewoners. De overheid is juist geroepen om recht te doen, om mensen zoveel mogelijk
gelijk te behandelen en om breuklijnen te herstellen. Deze leden zien dan ook graag
een afschrift van het antwoord aan de Onafhankelijk Raadsman tegemoet, waarin wordt
aangegeven op welke wijze de breuklijnen die zijn ontstaan door aangepaste regels
voor de waardeverminderingsregeling hersteld worden.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben tot slot enkele vragen over de opsporingsvergunningen
koolwaterstoffen van Vermilion. Deze leden hebben vernomen dat op de website van het
Nederlands Olie- en Gasportaal (NLOG) de status van de opsporingsvergunning koolwaterstoffen
Utrecht van «verlengd» is gewijzigd in «verlopen», waarbij de opsporingsvergunning
koolwaterstoffen Utrecht de status «verlopen» heeft gekregen en de opsporingsvergunning
koolwaterstoffen Utrecht niet meer op de kaart met aangevraagde en verleende opsporingsvergunningen
koolwaterstoffen wordt weergegeven. Betekent deze informatie dat de Minister een besluit
heeft genomen om de opsporingsvergunning koolwaterstoffen Utrecht niet te verlengen?
Kan de Minister bevestigen dat Vermilion voor het eventueel uitvoeren van opsporingsactiviteiten
in deze regio een nieuwe opsporingsvergunning koolwaterstoffen zal moeten aanvragen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie maken zich grote zorgen over de aanpak van schades en
versterking in de agrarische sector in Groningen. Schadeafhandeling is volgens deze
leden nog teveel gebaseerd op cosmetisch herstel en er wordt nog onvoldoende recht
gedaan aan het feit dat een kapotte mestkelder betekent dat de hele stal onverkoopbaar
en dus «total loss» is.
De leden van de SGP-fractie constateren dat het probleem van de bodemdaling ook speelt.
Dit is niet gelijkmatig en veroorzaakt daarom schade. Deze leden horen graag wat de
stand van zaken is met betrekking tot de gerichte aanpak van de bevings- en bodemdalingsproblemen
in de agrarische sector. Hoe staat het met het agroteam met experts en consulenten
en met het agroloket? Wat is de financiële opgave en hoe wordt dit opgepakt?
II Antwoord / Reactie van de Ministers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.T. Renkema, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
E.M. Witzke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.