Brief regering : Voortgang Flexibilisering Asielketen
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2685
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
Zoals toegezegd aan uw Kamer1 informeer ik u hierbij opnieuw over de voortgang van de maatregelen die in het Programma
Flexibilisering Asielketen zijn ontwikkeld. In dit Programma werkten alle organisaties
in de asielketen samen aan de opgave uit het regeerakkoord om te komen tot een flexibeler
en effectiever asielsysteem, dat beter kan inspelen op fluctuaties in de asielinstroom
en bijdraagt aan een effectieve terugkeer van vertrekplichtige vreemdelingen en aan
integratie van vergunninghouders2.
Het Programma Flexibilisering Asielketen is als zodanig per augustus 2020 beëindigd3, waarbij de implementatie van de verscheidene maatregelen is overgegaan naar de betrokken
spelers in de asielketen. Op die manier is van een programmatische aanpak overgegaan
naar een duurzame inbedding van flexibilisering in de asielketen. Op 15 november 2019
en 16 juni 2020 informeerde ik u over de onderdelen die reeds zijn geïmplementeerd4. De overige maatregelen zullen door de organisaties in de asielketen worden geïmplementeerd
of doorontwikkeld. In deze brief is beschreven welke maatregelen dit betreft, hoe
het vervolgtraject eruit ziet, en wanneer een volgend (tussen)resultaat te verwachten
is. Met dit vervolg zet ik onverminderd in op het realiseren van de hiervoor genoemde
opgave, vanzelfsprekend met inachtneming van een verantwoorde belasting van de organisaties.
1. Een flexibel en effectief asielproces
Vernieuwd Identificatie- en Registratieproces (I&R-proces) en doelgroepgerichte benadering
De onderdelen van het vernieuwde I&R-proces (voorportaal, frontoffice en regietafel)
zijn ontwikkeld en getest en worden in fasen geïmplementeerd. In de eerste fase worden
de regietafels gestart, gericht op de eerste aanmeldingen. Aan de regietafels kan
op basis van alle beschikbare informatie (nationaliteit, landenbeleid en contra-indicaties)
een eerste inschatting worden gemaakt van de kansrijkheid van de asielaanvraag. Hiermee
wordt de richting bepaald voor het vervolgtraject. De regietafels zijn operationeel
in Budel en Ter Apel. Naar verwachting starten in deze fase ook de andere onderdelen
van het vernieuwde I&R-proces. De eerste fase loopt tot het voorjaar van 2021.
In de tweede fase starten er stapsgewijs behandelteams die uitvoering gaan geven aan
de beslissingen van de regietafel. Dit gebeurt op basis van het reeds ontwikkelde
afwegingskader voor kansrijkheid en verwerking daarvan in de (keten)informatiesystemen.
De tweede fase loopt tot het voorjaar van 2022. De derde fase heeft vervolgens tot
doel dat de uitvoering verder wordt opgeschaald, en loopt tot eind 2022.
Het vernieuwde I&R-proces leidt ertoe dat er sneller een duidelijker beeld van de
asielzoeker ontstaat en resulteert in kwalitatief betere dossiers bij de start van
het asielproces. Op basis hiervan kunnen betere besluiten worden genomen over het
vervolgtraject en ontstaat meer grip op het proces.
Terugkeerspoor
In de laatste voortgangsbrief over het Programma5 berichtte ik u over de start van de pilot «terugkeerspoor», en schetste ik hoe een
dergelijk intensieve ketenaanpak past binnen het totaal van maatregelen om het aantoonbaar
vertrek van afgewezen asielzoekers te bevorderen: zaken die deel uitmaken van de pilot
worden nauwgezet beoordeeld op kansen om versnelling in het terugkeerproces aan te
brengen en het vertrek te effectueren met behulp van het eerder verkregen terugname-akkoord
of reisdocument. Zoals in genoemde brief vermeld, streefde ik ernaar uw Kamer nog
dit jaar over de resultaten van de pilot te informeren. Na de start in januari 2020
is de pilot in maart 2020 echter opgeschort als gevolg van COVID-19. Inmiddels is
de pilot weer opgestart, waarbij vanzelfsprekend nog steeds rekening moet worden gehouden
met de COVID-maatregelen. Gelet op vorenstaande is het nog niet mogelijk resultaten
aan uw Kamer te rapporteren. Ik streef ernaar u in het tweede kwartaal van 2021 te
informeren.
2. Een gezamenlijke simulatieomgeving
Om in de asielketen gezamenlijk te kunnen sturen op de doorstroom van zaken en tijdig
te kunnen bijsturen bij knelpunten, wordt een simulatiemodel ontwikkeld.6 Met dit model wordt het mogelijk om, op basis van onder andere historische gegevens,
voorspellingen te doen over de ketenbrede effecten van bijvoorbeeld fluctuaties in
de instroom of voorgenomen beleidskeuzes.7 De asielketen is daardoor in staat om op tactisch en strategisch niveau beter te
anticiperen op ontwikkelingen in het proces.
In mijn laatste brief aan uw Kamer sprak ik de verwachting uit dat een eerste versie
van het simulatiemodel vanaf het derde kwartaal van dit jaar gebruikt zou kunnen worden.
Inmiddels doen de organisaties in de asielketen de eerste ervaringen op. Deze gebruikservaringen
worden benut om het instrument verder door te ontwikkelen en te versterken. Naar verwachting
loopt deze fase tot het najaar van 2021, waarna wordt ingezet op structurele inbeheername.
3. Gemeenschappelijke Vreemdelingenlocaties (GVL’s)
Na de eerste aanmelding verblijven alle asielzoekers tijdelijk op een GVL. Hier gaan
de ketenpartners onder één dak samenwerken in een doelgroepgericht asielproces, dat
bepaalt welk vervolgtraject na de aanvraag nodig is. Naast de locatie Ter Apel die
al als GVL functioneert, vindt momenteel GVL-ontwikkeling plaats op de locaties Budel
en Gilze.
Voor Budel geldt dat de ketenpartners al op de locatie werken en dat de samenwerking
steeds meer gestalte krijgt, mede doordat de implementatie van de hiervoor beschreven
regietafel als onderdeel van het vernieuwde I&R-proces is gestart. Voor de herontwikkeling
van het terrein tot een GVL is het lokaal bestuurlijk besluitvormingsproces ten behoeve
van het bestemmingsplan in gang gezet. Afhankelijk van de uitkomst daarvan kan een
besluit over de benodigde investering voor deze herontwikkeling worden genomen. Tegelijkertijd
wordt gewerkt aan een integrale businesscase die nog voor de jaarwisseling wordt afgerond.
Eerder dit jaar heb ik besloten om ook de locatie Gilze te ontwikkelen tot een GVL
(zonder aanmeldstraat). De huidige renovatie van de locatie wordt uitgebreid om gezamenlijke
en langjarige huisvesting van de ketenpartners mogelijk te maken. Met het oog daarop
wordt het bestaande programma van eisen met bijbehorende ruimtestaat geactualiseerd.
Tegelijkertijd worden samenwerkingsafspraken tussen de verschillende ketenpartners
voorbereid. Deze maken deel uit van de op te stellen businesscase die de basis vormt
voor het vereiste investeringsvoorstel. Besluitvorming over dit voorstel wordt in
de eerste helft van 2021 voorzien. Bij een positief besluit wordt de locatie definitief
ontwikkeld tot een GVL. Dit traject loopt naar verwachting tot 2024.
Zoals ik uw Kamer eerder berichtte8, zijn er minimaal vier GVL’s nodig. De zoektocht naar extra locaties voor GVL-vorming
gaat om die reden onverminderd door, waarbij met het oog op de spreiding van de huidige
GVL-locaties behoefte is aan een locatie in het midden of westen van het land. Tegelijkertijd
werken ketenpartners aan aanvullende maatregelen om ook op de bestaande locaties de
samenwerking te verbeteren en het aantal verhuisbewegingen voor asielzoekers te verminderen.
4. Flexibele opvangcapaciteit
Gemeenten, provincies en Rijk zetten stappen om de flexibiliteit van de opvang te
versterken. Door flexibele opvangvormen te introduceren kunnen naast asielzoekers
ook andere doelgroepen tijdelijk in opvanglocaties worden gehuisvest. Dit kan eraan
bijdragen dat bij fluctuaties in de bezetting minder snel een tekort aan opvangcapaciteit
of juist leegstand ontstaat. Om flexibele opvang te kunnen ontwikkelen, moeten allereerst
voldoende opvangplekken worden gerealiseerd, hetgeen momenteel de focus van gemeenten
en COA heeft. Hierbij verkennen zij tevens de mogelijkheden voor flexibele opvang,
bij zowel bestaande als nieuwe locaties. Daarnaast is, mede op basis van verschillende
pilots met flexibele opvangvormen9, een leidraad ontwikkeld voor gemeenten. Deze is breed beschikbaar gesteld via VNG
en COA. De ontwikkeling van flexibele opvang vindt plaats binnen de beschikbare budgettaire
kaders.
Het ontwikkelen van flexibele opvangvormen is onderdeel van de afspraken die gemeenten,
provincies en Rijk hebben gemaakt in het kader van de Uitvoeringsagenda Flexibilisering
Asielketen. In mijn laatste brief over het Programma heb ik een toelichting gegeven
op de Uitvoeringsagenda, die tot doel heeft om op middellange termijn tot een landelijke
opvangportefeuille te komen met verschillende typen opvanglocaties (GVL’s, satellietlocaties
en regionale opvanglocaties), die flexibel kunnen meebewegen met fluctuaties in de
asielinstroom en waar intensief gewerkt kan worden aan terugkeer of integratie.
5. Samen werken aan de stap naar integratie of terugkeer
In het kader van de Uitvoeringsagenda werken gemeenten, provincies en Rijk samen aan
de inrichting van de hiervoor genoemde typen locaties met het doel bij te dragen aan
integratie dan wel terugkeer. Op regionale opvanglocaties kunnen primair vergunninghouders
en asielzoekers met een kansrijke aanvraag worden opgevangen in of nabij de gemeente
van huisvesting. Dit sluit aan op de nieuwe Wet Inburgering en de rol van gemeenten
in het inburgeringsstelsel, en draagt bij aan een doorgaande lijn van opvang naar
integratie. Op dit moment wordt aan de provinciale regietafels door gemeenten en COA
gezamenlijk verkend op welke concrete locaties, gespreid door het land, een regionale
opvangfunctie kan worden ingericht, zodat elke gemeente aan een locatie in haar regio
kan worden gekoppeld. Daarnaast onderzoekt COA hoe de plaatsing van asielzoekers met
een kansrijke aanvraag op deze locaties kan worden verzorgd. Tot slot zal door COA
in samenwerking met het Ministerie van SZW worden bezien welk gelimiteerd aanbod aan
taallessen, cursussen en trainingen voor deze groep kan worden ontwikkeld ter voorbereiding
op inburgering en integratie10. Hierbij wordt voortgebouwd op het reeds bestaande aanbod.
De satellietlocaties die daarnaast worden ingericht, fungeren met name als flexibele
capaciteit voor de GVL’s. Asielzoekers met een aanvraag waarvan de kansrijkheid nog
niet is in te schatten of laag is, zullen zo veel mogelijk op de GVL’s en de satellietlocaties
verblijven. Dit betreft een diverse groep met vele nationaliteiten. Waar het gaat
om afgewezen asielzoekers, starten op deze locaties zo snel mogelijk de handelingen
gericht op vertrek.
De afgelopen maanden is aan de provinciale regietafels gestart met het opstellen van
plannen in het kader van de Uitvoeringsagenda; gemeenten en COA geven met deze plannen
gezamenlijk vorm aan de opvangcapaciteit, de inrichting van de typen locaties en de
flexibilisering van de opvang. Hierbij wordt rekening gehouden met een landelijke
spreiding. De plannen moeten leiden tot een landelijk beeld van de toekomstige flexibele
opvangportefeuille, en worden naar verwachting begin 2021 afgerond.
Tot besluit
Zoals aangegeven is de bestaande programmastructuur beëindigd en zetten de organisaties
in de asielketen de maatregelen voort. Eerder11 schetste ik hoe alle onderdelen van het Programma in samenhang bijdragen aan een
flexibeler en effectiever asielsysteem. Ook bij het vervolg is het van belang deze
integraliteit te waarborgen. De organisaties in de asielketen blijven bij de verdere
stappen dan ook nauw samenwerken en de voortgang en samenhang binnen het totale pakket
van maatregelen bewaken.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Indieners
-
Indiener
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid