Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
35 658 Regels ter uitvoering van de EU-verordening betreffende het programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en de EU-verordening betreffende het programma Europees Solidariteitskorps (Uitvoeringswet Erasmusprogramma en Europees Solidariteitskorps)
Nr. 4
ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 4 november 2020 en het nader rapport d.d. 30 november 2020, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 15 oktober 2020, no. 2020002112, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij de Afdeling advisering van
de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende regels
ter uitvoering van de EU-verordening betreffende het programma voor onderwijs, opleiding,
jeugd en sport en de EU-verordening betreffende het programma Europees Solidariteitskorps
(uitvoeringswet Erasmusprogramma en Europees Solidariteitskorps), met memorie van
toelichting.
Het wetsvoorstel bevat regels voor de uitvoering van het Erasmusprogramma en het programma
Europees Solidariteitskorps bij de start van een nieuwe periode (2021–2027) van deze
programma’s. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de Erasmusverordening2 en de Verordening Europees Solidariteitskorps3. Het voorstel regelt de aanwijzing van de nationale autoriteiten, namelijk de Minister
van OCW voor een deel van het Erasmusprogramma en de Minister van VWS voor het andere
deel van het Erasmusprogramma en het programma Europees Solidariteitskorps.4 Het voorstel bevat daarnaast een wettelijke grondslag voor de aanwijzing van de nationale
agentschappen die belast zijn met het beheer van de uitvoering van deze programma’s.5
De Afdeling advisering van de Raad van State merkt op dat uit de toelichting duidelijk
zou moeten blijken dat het wenselijk is om alsnog een wettelijke grondslag te creëren
voor het aanwijzen van de nationale agentschappen, nu deze al geruime tijd belast
zijn met de betreffende taken. In verband daarmee is een aanvulling op de toelichting
wenselijk.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 15 oktober 2020, nr. 2020002112,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 4 november 2020, nr. No. W05.20.0371/I, bied ik U hierbij aan.
1. Aanleiding wetsvoorstel
De Afdeling onderschrijft de noodzaak om in de nationale wetgeving regels te stellen
voor de uitvoering van het Erasmusprogramma en het programma Europees Solidariteitskorps.
De programma’s lopen al geruime tijd, onder beheer van de nationale agentschappen
bij Nuffic en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Uit de toelichting zou moeten blijken
dat het nodig is om alsnog een wettelijke grondslag te creëren voor aanwijzing van
deze organisaties. Daarbij zou tevens moeten worden toegelicht waarom gekozen wordt
voor het instellen van privaatrechtelijke zelfstandige bestuursorganen.6
De Afdeling adviseert met inachtneming van het voorgaande de aanleiding voor het wetsvoorstel
nader toe te lichten.
2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling onderschrijft de noodzaak om in de nationale wetgeving regels te stellen
voor de uitvoering van het Erasmusprogramma en het programma Europees Solidariteitskorps.
De Afdeling adviseert in de toelichting toe te lichten dat het nodig is om alsnog
een wettelijke grondslag te creëren voor het aanwijzen van de nationale agentschappen
en daarbij tevens toe te lichten waarom gekozen wordt voor het instellen van privaatrechtelijke
zelfstandige bestuursorganen. Naar aanleiding van deze opmerkingen van de Afdeling
is de toelichting op deze punten aangevuld.
De redactionele opmerking van de Afdeling bij het voorgestelde artikel 3, zesde lid,
is overgenomen.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het
voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.
De vice-president van de Raad van State,
Th. C. de Graaf
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verzoeken het hierbij
gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no. W05.20.0371/I
– In voorgesteld artikel 3, zesde lid, ook bepalen dat artikel 19, derde lid, van de
Kaderwet zbo’s niet van toepassing is.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.