Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 614 Wijziging van de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen in verband met de toepassing van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de financiële instellingen onder beheer bij de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Wet stichting administratiekantoor
beheer financiële instellingen te wijzigen in verband met de toepassing van de onderzoeksbevoegdheden
van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de financiële instellingen onder beheer
bij de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 8 van de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen
komt te luiden:
Artikel 8
1. Voor de toepassing van artikel 7.24, aanhef en onderdeel e, en artikel 7.35 van de
Comptabiliteitswet 2016 worden de door de stichting administratiekantoor gehouden
aandelen gelijkgesteld met door de Staat gehouden aandelen.
2. Onverminderd haar bevoegdheid tot het verrichten van eigen onderzoek ingevolge artikel 7.35
van de Comptabiliteitswet 2016, maakt de Algemene Rekenkamer zoveel mogelijk gebruik
van de bij de stichting administratiekantoor beschikbare informatie ten aanzien van
de naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
waarvan de stichting administratiekantoor direct vijf procent of meer, of indirect
meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt.
3. Bij de uitoefening van haar bevoegdheid waarborgt de Algemene Rekenkamer de vertrouwelijkheid
van de informatie als bedoeld in artikel 7, eerste tot en met vierde lid, van Verordening
(EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende
marktmisbruik en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement
en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU
2014 L 173). Bij openbaarmaking van deze informatie stelt de Algemene Rekenkamer de
uitgevende instelling in de gelegenheid te voldoen aan artikel 17 van die verordening.
4. De Algemene Rekenkamer licht Onze Minister in over haar bevindingen en het onderzoek
dat zij verricht.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.