Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 539 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake nertsenhouderijen: ruimingskosten en uitvoeringskosten stoppersregeling)
Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 26 oktober 2020
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 24 september 2020 voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit. Bij brief van 22 oktober 2020 zijn ze door de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Kuiken
De griffier van de commissie, Jansme
1
Kunt u in aanvulling op de waardetabel nertsen uit uw brief van 28 augustus 2020 (bijlage
bij Kamerstuk 28 286, nr. 1124) tevens een overzicht verschaffen van de internationale marktprijs voor nertsenbont
over de afgelopen tien jaar?
Antwoord
Ik kan u de KWIN cijfers (Kwantitatieve Informatie Veehouderij) van vanaf 2014 verstrekken:
jaar
KWIN prijs (euro/pels)
2014
30,00
2015
35,00
2016
23,65
2017
27,15
2018
20,65
2019
19,58
2
Kunt u een overzicht verschaffen van het aantal gehouden dieren in de nertsenhouderijen
in Nederland vóór de uitbraak van het coronavirus?
Antwoord
Voor de uitbraak van het coronavirus werden er 715.200 fokteven gehouden (CBS, 2020).
3
Kunt u in aanvulling op de waardetabel nertsen uit uw brief van 28 augustus 2020 tevens
een overzicht verschaffen van de internationale marktprijs voor nertsenbont over juli,
augustus en september 2020?
Antwoord
Deze cijfers worden op dit moment door Wageningen Economic Research (WEcR) bijgewerkt.
Zodra er een definitieve versie is van dit rapport van WEcR, zal ik dat met de Kamer
delen.
4
Vindt de taxatie van de waarde van uit te kopen nertsenhouderijen uitsluitend plaats
op basis van de waardetabellen zoals die zijn opgesteld door Wageningen Economic Research
of zijn hierover meer partijen geconsulteerd?
Antwoord
De taxatie vindt plaats door beëdigde taxateurs. De waardetabel wordt bij de taxaties
gebruikt als richtsnoer.
5
Herkent u de diverse signalen in de media die stellen dat de internationale marktprijs
voor bont als gevolg van de coronacrisis zou zijn gekelderd?
Antwoord
Als gevolg van de wereldwijde coronacrisis is het overgrote deel van de fysieke veilingen
niet doorgegaan, omdat er geen kopers kwamen opdagen. Daarom is gestart met internetveilen,
waarbij beperkte volumes worden verkocht. Op dit moment brengt WEcR de internationale
marktprijs in beeld, uw Kamer wordt daarover geïnformeerd.
6
Kunt u een overzicht geven van de winstmarges of de toegevoegde waarde die de pelsdiersector
over de afgelopen vijf jaar per dier heeft gemaakt en daarbij ieder productiejaar
apart specificeren?
Antwoord
In het Bedrijveninformatienet (BIN) van de WUR komen maar enkele pelsdierbedrijven
voor, waardoor er geen betrouwbare informatie beschikbaar is over de winstmarges of
de toegevoegde waarde in de pelsdiersector. De gemiddeld gerealiseerde pelsprijzen
in de laatste vijf jaar van de productieseizoenen 2014/15 tot en met 2018/19 waren
achtereenvolgens € 35,00; € 23,65; € 27,15; € 20,65 en € 19,58.
Het is gegeven de prijsontwikkeling in de pelsdierhouderij aannemelijk dat een deel
van de bedrijven met pelsdieren de productie gestaakt hebben omdat hun variabele kosten
hoger waren dan de opbrengsten. Dit betekent dat het verlies aan inkomen van de ondernemer
lager uitvalt door niet te produceren dan in de situatie van het voortzetten van de
productie. Dit geldt vooral in de periode 2016–2019.
7
Wat zijn de belemmeringen die u momenteel ziet om de ruimingscapaciteit voor besmette
nertsenhouderijen te vergroten teneinde preventieve ruimingen van pelsdierhouderijen
mogelijk te maken?
Antwoord
Het einde van de nertsensector wordt drie jaar vervroegd. Het houden van nertsen wordt
daarom op korte termijn verboden in Nederland. Het kabinet heeft niet gekozen voor
het preventief ruimen van nertsen voor het bestrijden van COVID-19 mede op basis van
het OMT-Z advies, dat aangaf dat preventief ruimen niet de meest effectieve wijze
is om reservoirvorming in de nertsenhouderij te stoppen.
8
Kan de beperkte ruimingscapaciteit risico’s met zich meebrengen voor de gezondheid
van mens en dier op het moment dat er tegelijkertijd met corona een nieuwe zoönose
zou optreden in Nederland?
Antwoord
De NVWA is in staat om kort na bevestiging van een besmetting een bedrijf te ruimen.
Afhankelijk van de grootte van het bedrijf neemt dat een tot twee dagen in beslag.
Er zijn tot nu toe geen problemen geconstateerd wat betreft de ruimingscapaciteit
voor besmette nertsenbedrijven.
Mocht zich een andere zoönose voordoen dan kan dat leiden tot problemen, maar de kans
daarop is gering. De NVWA is zich bewust van dit risico en zal opschalen indien dit
zich voordoet. Dat geldt eveneens voor Rendac. Rendac kan, op verzoek van het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), extra capaciteit inregelen ingeval
van grootschalige calamiteiten. Daarnaast zijn er alternatieve verwerkingsmogelijkheden
(waaronder bijvoorbeeld export); voor deze alternatieven moeten dan op dat moment
nadere afspraken worden gemaakt.
9
Heeft u bij de risicobeoordeling van besmette nertsenhouderijen omtrent gevaren voor
de volksgezondheid tevens meegewogen dat gedurende de coronaperiode meermaals uitgebroken
nertsen zijn gesignaleerd?
Antwoord
Het ontsnappen van nertsen komt relatief weinig voor. Nertsen zijn solitair levende
wezens en hebben dus weinig of geen contact met andere dieren of mensen. De kans dat
een ontsnapte nerts een mens besmet wordt daarom als verwaarloosbaar geschat.
10
Kunt u een overzicht geven van de kosten aan personele capaciteit die sinds het uitbreken
van corona onder nertsen zijn ingezet om verdere verspreiding te voorkomen?
Antwoord
Het is nog niet mogelijk de totale kosten te berekenen van het ruimen zelf (doden,
afvoeren en vernietigen van de nertsen) omdat nog niet alle leveranciers, die worden
ingezet bij de ruimingen, hun facturen hebben ingezonden en ook niet van de kosten
die gemaakt zijn voor de handhaving van de wettelijke preventieregels. Zodra het beeld
compleet is zal ik de Tweede Kamer hierover informeren.
11
Hoe wordt berekend welke nertsenfokker aanspraak mag maken op welke vergoeding en
wat de vergoeding precies bedraagt?
Antwoord
Als gevolg van de aangekondigde wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij zullen
pelsdierhouders hun productie drie jaar eerder moeten stoppen. Tegelijk met het wetsvoorstel
zal daarom een nadeelcompensatieregeling uitgewerkt worden met inachtneming van de
juridische kaders die daarvoor gelden. Momenteel werk ik deze compensatieregeling
nader uit en vervolgens zal ik uw Kamer daarover informeren.
12
Wordt bij de stoppersregeling uitgegaan van een prijs per pels naar aanleiding van
vergunde fokteven, van werkelijk aanwezige fokteven of van aanwezige gedekte fokteven
in 2020?
Antwoord
Dit punt zal ik betrekken bij de uitwerking van de nadeelcompensatieregeling. Zie
verder mijn antwoord op vraag 11.
13
Welke vergoeding krijgen bedrijven die nog wel een (milieu)vergunning hebben maar
dit jaar of al meerdere jaren geen dieren meer houden?
Antwoord
Dit punt zal ik betrekken bij de uitwerking van de nadeelcompensatieregeling. Zie
verder mijn antwoord op vraag 11.
14
Wordt onderscheid gemaakt tussen geruimde en niet-geruimde bedrijven bij het toekennen
van de stoppersregeling en wordt uitbetaalde compensatie wel of niet meegerekend?
Antwoord
Dit punt zal ik betrekken bij de uitwerking van de nadeelcompensatieregeling. Zie
verder mijn antwoord op vraag 11.
15
Mag de uitgekeerde stoppersregeling gebruikt worden om een vergelijkbaar bedrijf in
het buitenland op te zetten of over te nemen?
Antwoord
Pelsdierhouders zijn vrij in de besteding van de gelden die hen in de vorm van nadeelcompensatie
worden toegekend.
16
Mogen kooien, gaskarren et cetera verkocht worden (aan het buitenland) na het ontvangen
van de sloop- en ombouwregeling?
Antwoord
Indien een pelsdierhouder ervoor kiest om een deel van zijn inventaris te verkopen,
omdat hij op die manier meer waarde kan genereren, dan is dat toegestaan. Het deel
dat hij verkoopt komt dan uiteraard niet tevens voor vergoeding in aanmerking in het
kader van de subsidieregeling voor sloop en ombouw.
17
Wordt gekeken naar de financiële situatie van de verschillende nertsenfokkers bij
het bepalen van wie welke vergoeding ontvangt?
Antwoord
De financiële situatie van een individuele pelsdierhouder is niet bepalend is voor
de te ontvangen vergoeding. Zie verder mijn antwoord op vraag 11.
18
Wordt bij de uitkering van de stoppersregeling onderzocht en rekening gehouden met
de mogelijkheid dat nertsenfokkers het verbod op uitbreiding na 2013 hebben overtreden?
Antwoord
Bij het vaststellen van de nadeelcompensatie worden diverse relevante gegevens van
het pelsdierbedrijf, waaronder het uitbreidingsverbod, betrokken.
19
Welke oorzaak ziet u voor het feit dat nog steeds bedrijven besmet raken en geruimd
moeten worden, ondanks de strenge maatregelen?
Antwoord
Ook wetenschappers hebben nog steeds niet kunnen aantonen op welke manier SARS-CoV-2
tussen bedrijven spreidt ondanks de genomen maatregelen. Er worden verschillende mogelijkheden
onderzocht, bijvoorbeeld dat bedrijven al veel eerder besmet zouden zijn (in de periode
dat er minder maatregelen van kracht waren) en dat wilde dieren (vogels, zoogdieren)
een rol in de verspreiding zouden kunnen spelen. Het onderzoek loopt door en bij het
onderzoek worden alle mogelijke besmettingsroutes geanalyseerd.
20
Wanneer kan de Kamer de uitkomst van het onderzoek verwachten naar mogelijke opzet
bij coronabesmettingen in nertsenhouderijen?
Antwoord
Het onderzoek loopt nog. Het is nog niet duidelijk wanneer de uitkomsten gereed zijn.
21
Welke consequenties zijn er voor nertsenfokkers indien er sprake blijkt te zijn van
opzettelijke besmetting of het niet houden aan de regels?
Antwoord
De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren biedt grond om te korten op de tegemoetkoming,
als bewezen kan worden dat een houder zijn dieren bewust besmet heeft. Het is echter
erg lastig om dit te bewijzen. Als een nertsenhouder zich niet houdt aan de maatregelen
die opgelegd zijn in de bestrijding tegen SARS-CoV-2, zoals het niet houden aan de
bezoekersregeling of het hygiëneprotocol, dan kan een last onder dwangsom worden opgelegd.
Daarnaast kan strafrechtelijke worden opgetreden wanneer een houder zich niet aan
de regels houdt om insleep en verspreiding van SARS-CoV-2 te voorkomen, dan wel aangetoond
wordt dat er sprake is van een opzettelijke besmetting.
22
Waarom wordt deze regeling gefinancierd uit het Diergezondheidsfonds, terwijl nertsenfokkers
hier niet aan bijdragen?
Antwoord
In de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) wordt bepaald dat de eigenaar
een tegemoetkoming in de schade ontvangt uit het DGF (artikel 86 lid 1a) indien zieke
of verdachte dieren worden gedood (artikel 22, lid 1f) ter bestrijding van een besmettelijke
dierziekte (artikel 21 lid 1). Deze tegemoetkoming is niet gekoppeld aan eventuele
bijdrage van een sector aan het DGF. De achterliggende gedachte is dat een veehouder
zich niet gehinderd mag voelen om een verdenking van een dierziekte te melden en medewerking
verleent aan een eventueel noodzakelijke ruiming van zijn bedrijf. De tegemoetkoming
voor nertsenhouders wordt binnen het DGF gefinancierd vanuit de overheidsbijdrage
en dus niet vanuit de bijdrage vanuit andere sectoren. De stoppersregeling wordt niet
uit het DGF gefinancierd.
23
Heeft het feit dat de stallen drie jaar voor afgesproken einddatum (2024) moeten sluiten
gevolgen voor de vergoeding voor afschrijving en hoeveel waarde hebben deze stallen
nog met oog op het feit dat deze toch al moesten sluiten over drie jaar? Bent u van
mening dat deze stallen sowieso al waren afgeschreven? Zo ja, wat voor effect heeft
dit op de sloop- en ombouwregeling?
Antwoord
Ondernemers schrijven af op bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar meegaan, zoals
stallen en inventaris. Investeringen in de pelsdierhouderij kunnen nog een restwaarde
hebben op het moment dat het verbod ingaat. De vervroeging van het verbod kan dan
tot gevolg hebben dat versnelde afschrijving moet plaatsvinden, dit varieert per bedrijf.
Dit heeft geen effect op de sloop- en ombouwregeling omdat deze alleen een vergoeding
geeft voor de sloop-, respectievelijk ombouwkosten.
24
Wordt dezelfde berekening die is gebruikt voor de ruimingsvergoeding ook gebruikt
voor de stoppersregeling en zo ja, waarom gebruikt u niet de feitelijke marktwaarde
van 2020?
Antwoord
De berekening van de nadeelcompensatie werk ik momenteel uit en zal niet gelijk zijn
aan die van de ruimingsvergoeding. Bij de ruimingsvergoeding worden geruimde dieren
vergoed. Bij nadeelcompensatie betreft de compensatie het nadeel van pelsdierhouders
voor het drie jaar eerder stoppen met de productie. Zie verder mijn antwoord op vraag
11.
25
Wat is nu het totale bedrag dat is uitgetrokken voor de subsidiëring van sloop- en
ombouwkosten van de pelsdierhouderij?
Antwoord
Het totale bedrag dat is uitgetrokken voor de subsidiëring van sloop- een ombouwkosten
is € 32 miljoen. Dit bedrag is in de regeling niet verder verdeeld in de onderdelen
sloopsubsidie en ombouwsubsidie. In beginsel komen alle pelsdierhouderijlocaties in
aanmerking voor het onderdeel sloop dan wel ombouw, dan gaat het om circa 190 locaties
van circa 140 bedrijven. Op 110 bedrijven worden pelsdieren gehouden in 2020 (CBS,
2020). De huidige subsidieregeling kent een maximum subsidiebedrag van € 95.000 per
locatie of € 120.000 bij asbestverwijdering. Deze maximumbedragen worden bij de wijziging
van de sloop- en ombouwsubsidie vervangen door maximumnormbedragen gebaseerd op onder
meer de omvang van een locatie. De hoogte van de vergoeding op grond van de sloop-
en ombouwregeling wordt bepaald op basis van normbedragen per vierkante meter (stal),
per strekkende meter (omheining) en het maximumnormbedrag per locatie.
26
Kunt u een nadere specificering geven van het bedrag dat wordt uitgetrokken voor de
sloop- en ombouwregeling?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 25.
27
Hoeveel bedrijven met hoeveel locaties komen in aanmerking voor de sloop- en ombouwregeling?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 25.
28
Wat is het maximale bedrag dat per bedrijf beschikbaar is vanuit de sloop- en ombouwregeling?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 25.
29
Welke aspecten (bijvoorbeeld oppervlakte en aantal dieren of hokken) zijn van belang
bij het bepalen van de hoogte van een vergoeding op grond van de sloop- en ombouwregeling?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 25.
30
Onder welke begrotingspost is de reservering van 32 miljoen euro voor onder andere
sloop- en ombouwkosten in het kader van de Wet verbod pelsdierhouderij terug te vinden?
Antwoord
Deze reservering zit grotendeels (stand ultimo 2019: € 24,2 miljoen) in de interne
begrotingsreserve Landbouw. De overige gelden staan tezamen met de overige middelen
voor het flankerend beleid pelsdierhouderij op de begroting op artikel 21 Land- en
tuinbouw, onder subsidies Sociaaleconomische positie boeren: € 2 miljoen in 2021,
€ 4 miljoen in 2022 en € 4 miljoen in 2023 aflopend naar € 2 miljoen vanaf 2024.
31
Hoe verhoudt het saldo van 32,5 miljoen euro zich tot de reservering van 32 miljoen
euro voor sloop- en ombouwkosten?
Antwoord
De sloop- en ombouwkosten worden gefinancierd vanuit de begroting van LNV en niet
vanuit het DGF. Het saldo in het Diergezondheidsfonds ultimo 2019 van € 32,5 miljoen
heeft dan ook geen relatie met de reservering van 32 miljoen euro voor de sloop- en
ombouwregeling.
32
Welke uitvoeringskosten zijn voorzien in 2020 als de stoppersregeling per 2021 van
kracht wordt?
Antwoord
Bij 4e incidentele suppletoire begroting 2020 is een bedrag van € 5 miljoen vrijgemaakt
voor de kosten die uitvoeringsorganisatie RVO.nl naar verwachting dit jaar maakt in
de voorbereiding van de vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij.
33
Waarom staat er een groter bedrag in 2021 gereserveerd dan in 2020, ervan uitgaande
dat de nertsenhouders eind 2020 al gestopt moeten zijn?
Antwoord
In totaal is op de LNV-begroting € 10 miljoen gereserveerd voor uitvoeringskosten
van de stoppersregeling, waarvan € 5 miljoen in 2020. Op de aanvullende post bij Financiën
is voor de stoppersregeling in totaal € 140 miljoen gereserveerd in de periode 2021–2023.
De regeling kent een doorloop in 2021 en latere jaren doordat er in 2020 nog geen
wettelijke grondslag is voor de vervroegde beëindiging en de nadeelcompensatie.
34
Welke uitvoeringskosten zijn voorzien in 2022 en 2023 als alle nertsenhouderijen in
2021 zullen sluiten?
Antwoord
Naar verwachting zullen alle pelsdierhouderijen die in aanmerking komen voor nadeelcompensatie
een aanvraag indienen in 2021. Naar verwachting zal de uitvoering niet volledig kunnen
worden afgerond in 2021, daarom zijn in 2022 en 2023 nog bedragen voor uitvoeringskosten
voorzien. Tot de uitvoering behoort ook de eventuele afhandeling van beroep en bezwaar.
35
In hoeverre voorziet u nog verdere uitgaven van het Diergezondheidsfonds 2020 waarvoor
het resterende saldo van 32,5 miljoen euro nodig is?
Antwoord
Het saldo van het Diergezondheidsfonds bestaat deels uit de wettelijk vastgelegde
crisisreserves die voor de sectoren varken, schaap, geit en pluimvee zijn vastgelegd.
Verder bestaat het saldo uit werkkapitaal waaruit de lopende kosten voor preventie
en bewaking, voorzieningen en verdenkingen worden betaald. Voor het overige betreft
het EU-gelden die nog met de sectoren worden verrekend. Het saldo dat afkomstig was
van de rijksbijdrage en dat geen deel uitmaakte van het werkkapitaal, is aangewend
voor de tegemoetkoming in de schade aan nertsenhouders. Het ging om een eenmalig bedrag
van € 3 miljoen.
36
Hoeveel geld krijgt een individuele nertsenhouder gemiddeld met deze stoppersregeling?
Antwoord
Voor de stoppersregeling bedraagt het gereserveerde bedrag € 130 miljoen en zijn er
circa 140 in aanmerking komende nertsenhouders. De bedragen voor de nadeelcompensatie
worden individueel vastgesteld op basis van de nog uit te werken regeling. Zie voorts
het antwoord op vraag 11.
37
In hoeverre kunnen nertsenhouders naast de stoppersregeling ook gebruik maken van
de regelingen waar andere corona-gedupeerde ondernemers gebruik van kunnen maken,
zoals de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS), Tegemoetkoming
Vaste Lasten (TVL), of de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers
(Tozo)?
Antwoord
Er vloeien uit de stoppersregeling voor nertsenhouders geen beperkingen voort voor
deelname aan deze corona-gerelateerde regelingen.
38
Hoeveel geld krijgt een individuele nertsenhouder gemiddeld met deze stoppersregeling?
Antwoord
Met de stoppersregeling is een bedrag van € 130 miljoen gereserveerd voor nertsenhouders
en hier komen circa 140 nertsenhouders voor in aanmerking. De bedragen voor de nadeelcompensatie
worden individueel vastgesteld op basis van de nog uit te werken regeling. Het betreft
een regeling voor alle nertsenhouders en individueel nadeel dat gecompenseerd wordt.
Zie voorts het antwoord op vraag 11.
39
Op welke jaren zijn de compensatiebedragen gebaseerd en kan het zo zijn dat de compensatie
negatief is als die gebaseerd is op jaren waarin de nertsenfokkerij verliesgevend
was?
Antwoord
Dit punt betrek ik bij de uitwerking van de nadeelcompensatieregeling. Zie verder
mijn antwoord op vraag 11.
40
In hoeverre bestaat de nadeelcompensatie uit compensatie voor de inkomsten die nertsenhouders
mislopen door het vroegtijdig stoppen en krijgen ze dit bedrag ook nog als zij nieuw
werk hebben gevonden?
Antwoord
Dit punt betrek ik bij de uitwerking van de nadeelcompensatieregeling. Zie verder
mijn antwoord op vraag 11.
41
Hoe wordt het bedrag aan de nertsenhouders uitgekeerd, in één keer of in termijnen?
Antwoord
Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 11.
42
Hoe gaat u om met voor de coronacrisis al gestopte nertsenhouders die achteraf gezien
ook aanspraak hadden willen maken op de nadeelcompensatie?
Antwoord
Nertsenhouders die definitief zijn gestopt komen niet in aanmerking voor nadeelcompensatie,
zij zijn immers geen nertsenhouder meer. Dit is het geval bij pelsdierhouders die
gebruik hebben gemaakt van de sloop- en ombouwregeling.
43
Hoe kan het dat bijna de helft van de nertsenhouderijen nu besmet is met het coronavirus
ondanks uw voorzorgsmaatregelen?
Antwoord
Dat is een vraag waar de onderzoekers ook nog geen antwoord op hebben en ook ik dus
niet. Ook in Denemarken, waar inmiddels meer dan 90 uitbraken zijn gemeld, kan deze
vraag nog niet worden beantwoord. Het onderzoek dat ik heb ingezet loopt onverminderd
door. Alle mogelijke infectieroutes worden daar in meegenomen.
44
In hoeverre krijgen nertsenhouders van besmette nertsenhouderijen extra geld in vergelijking
met niet-besmette bedrijven?
Antwoord
Nertsenhouders van besmette nertsenbedrijven hebben reeds een vergoeding ontvangen
voor hun geruimde fokdieren. Dit zal worden betrokken bij de bepaling van de nadeelcompensatie.
45
Klopt het dat het bedrag van 38,6 miljoen euro bestaat uit de ruiming van besmette
nertsenhouderijen en dat het bedrag van 32 miljoen euro wordt gebruikt voor de sloop
en ombouw van de stallen waar deze dieren in gehouden werden?
Antwoord
Nee, dat klopt niet. De € 32 miljoen voor de sloop en ombouw van stallen is niet alleen
bedoeld voor de geruimde of te ruimen nertsenhouderijen, maar voor alle bedrijven
in de sector. Het genoemde bedrag van € 38,6 miljoen voor de ruiming van besmette
nertsenhouderijen is juist.
46
Ondervinden andere landbouwsectoren in het Diergezondheidsfonds mogelijk nadelen doordat
de ruimingen van nertsenhouderijen uit dit fonds betaald wordt?
Antwoord
Nee, de kosten voor het ruimen van nertsen wordt betaald uit de overheidsbijdrage
aan het Diergezondheidsfonds. De andere sectoren ondervinden hiervan geen nadelen.
47
Kunt u specificeren wanneer en bij welke begroting het bedrag rond de stoppersregeling
voor nertsenhouders wordt verwerkt (daarbij gaat het om de 130 miljoen euro nadeelcompensatie,
de 20 miljoen euro uitvoeringskosten en de 32 miljoen euro in het kader van de Wet
verbod pelsdierhouderij voor de sloop- en ombouwkosten)? Is een deel van het bedrag
dat is vrijgemaakt voor de stoppersregeling onderdeel van deze incidentele suppletoire
begroting? Zo ja, welk deel en waarom?
Antwoord
In voorliggende ISB is de eerste € 10 miljoen uitvoeringskosten verwerkt en toegevoegd
aan artikel 11 van de LNV-begroting. Het betreft een verhoging op het instrument «bijdrage
RVO» voor de jaren 2020 tot en met 2023 ad respectievelijk € 5 miljoen, € 3 miljoen,
€ 1 miljoen en € 1 miljoen.
Middels een suppletoire begroting volgend jaar wordt het bedrag voor de nadeelcompensatie
en de overige uitvoeringskosten toegevoegd aan de LNV-begroting. In afwachting van
nadere uitwerking staat hiervoor nu € 130 miljoen plus € 10 miljoen uitvoeringskosten
gereserveerd op de Aanvullende Post.
Voor de € 32 miljoen voor sloop- en ombouwkosten is het bestedingsritme nog niet duidelijk.
Om die reden zijn deze middelen grotendeels gereserveerd in de begrotingsreserve Landbouw,
zoals toegelicht in het antwoord op vraag 30. Op moment van overheveling naar de begroting
van LNV wordt dit aan uw Kamer voorgelegd in een (suppletoire) begrotingswet.
48
Kunt u een actuele stand van zaken geven over het bedrag dat nodig is voor de ruimingen
van besmette nertsenhouderijen? Hoe wordt dit gefinancierd en op welke manier wordt
rekening gehouden met een uitbreiding van het mogelijk te ruimen aantal nertsenbedrijven
en mogelijk het uitbreken van een andere dierziekte dit jaar?
Antwoord
Het aantal nertsenbedrijven dat is besmet met COVID-19 neemt nog steeds toe. Op 8 oktober
jl. bedroeg het een aantal van 64 besmette bedrijven. De kosten voor de ruimingen
worden betaald uit de rijksbijdrage aan het Diergezondheidsfond. Het totale geraamde
bedrag – inclusief operationele kosten – dat gemoeid was met de ruiming van de eerste
37 besmette bedrijven bedroeg € 38,6 miljoen. Over de kosten van aanvullende besmettingen
wordt u bij Najaarsnota nader geïnformeerd.
De uitbraak onder nertsen vormt geen bedreiging voor de financiering van mogelijke
andere dierziekten. De melkvee-, vleeskalver-, pluimvee-, varkens-, schapen- en geitensector
hebben allen een crisisreserve in of buiten het Diergezondheidsfonds om de kosten
van de bestrijding van een ziekte-uitbraak te kunnen betalen. Deze reserves zijn verbonden
aan de betreffende sector en worden niet aangesproken bij de bestrijding van een dierziekte
in een andere sector.
49
Hoeveel bedrijven komen in aanmerking voor deelname aan de stoppersregeling?
50
Welke bedrijven komen in aanmerking voor deelname aan de stoppersregeling? Zijn dit
alle bedrijven die op 1 april 2020 nog actief waren of zijn dit er meer?
51
Klopt het dat er op 1 april 2020 nog 110 nertsenbedrijven actief waren?
Antwoord 49 t/m 51
Er zijn in 2020 110 bedrijven waar dieren worden gehouden (CBS, 2020). Daarnaast zijn
er bedrijven die in 2020 geen dieren houden maar nog niet definitief zijn gestopt.
De wet waarmee de pelsdierhouderij vervroegd zal worden beëindigd heeft geen effect
op nertsenhouders die al definitief zijn gestopt. Zij zullen dus geen nadeel ondervinden
van de wet en zullen niet voor enige compensatie in aanmerking komen. Er zijn circa
140 bedrijven die nog niet definitief zijn gestopt.
52
Op hoeveel locaties werden er op 1 april 2020 nog nertsen gehouden en welk deel hiervan
heeft nu te maken gekregen met een besmetting?
Antwoord
Op 126 locaties en er zijn inmiddels 62 locaties besmet.
53
Klopt het dat de ruimingskosten volledig worden betaald van de bijdrage van de overheid
aan het Diergezondheidsfonds en niet van de bijdragen van de dierlijke sectoren?
Antwoord
Ja, dat klopt.
54
Wat wordt er bedoeld met «een geraamd aantal van 37 locaties» waarvoor 37 miljoen
euro is uitgetrokken voor de ruimingskosten? Worden hiermee de eerste 37 locaties
bedoeld die in de periode vanaf april 2020 zijn besmet?
Antwoord
Ja, dat was een geraamd bedrag voor de eerste 37 bedrijven.
55
Uit welke post worden de ruimingskosten betaald voor de overige 19 locaties die op
dit moment – 24 september 2020 – al zijn besmet?
Antwoord
In de GWWD is bepaald dat de tegemoetkoming aan de houder wordt betaald uit het Diergezondheidsfonds.
De kosten van het ruimen worden ook uit het DGF betaald. De dekking van al deze kosten
maken deel uit van de Najaarsnotabesluitvorming. Zie ook het antwoord op vraag 72.
56
Uit welke post worden de ruimingskosten betaald voor de locaties die in de komende
maand nog besmet kunnen raken?
Antwoord
Zie antwoord vraag 55.
57
Met hoeveel extra besmettingen wordt er rekening gehouden tot de pelsperiode in november?
Antwoord
Het is niet mogelijk een exacte inschatting te maken van het aantal nertsenbedrijven
dat tot de pelsperiode besmet wordt.
58
Wat zijn de totale ruimingskosten voor de 56 locaties die tot op dit moment een besmetting
hebben doorgemaakt?
Antwoord
Het totale taxatiebedrag van de op de bedrijven aanwezige nertsen bij de eerste 56
locaties is € 48.457.820. Het is nog niet mogelijk de totale kosten te berekenen van
het ruimen zelf (doden, afvoeren en vernietigen van de nertsen) omdat nog niet alle
leveranciers, die worden ingezet bij de ruimingen, hun facturen hebben ingezonden.
Zodra het beeld compleet is zal ik de Tweede Kamer hierover informeren.
59
Bij hoeveel bedrijven (dus niet locaties) zijn er besmettingen aangetroffen?
Antwoord
Op 6 oktober 2020 waren dat 41 bedrijven.
60
Waarom ontvangt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in zowel 2022 als
2023 nog 1 miljoen euro als eerste tranche uitvoeringskosten gelet op het feit dat
de nertsenhouderijen in 2021 allemaal moeten stoppen?
Antwoord
Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 34.
61
Op welk ander onderdeel van uw begroting worden de uitvoeringskosten voor de stoppersregeling
ter hoogte van tien miljoen euro gekort?
Antwoord
Er wordt niet gekort op andere onderdelen van de begroting. Dit bedrag zal worden
gedekt uit incidentele onderuitputting op de LNV-begroting.
62
Kunt u een nadere specificering geven van het bedrag dat wordt uitgetrokken voor de
stoppersregeling?
Antwoord
Voor de stoppersregeling is een bedrag gereserveerd van maximaal € 150 miljoen, waarvan
€ 20 miljoen voor uitvoeringskosten.
63
Wat is de maximale vergoeding waarop een nertsenbedrijf (met een of meer locaties)
aanspraak kan maken vanuit de stoppersregeling?
Antwoord
Er is geen maximale vergoeding waarop een nertsenbedrijf aanspraak kan maken. De hoogte
van de vergoeding wordt bepaald aan de hand van de in voorbereiding zijnde compensatieregeling.
Zie voorts het antwoord op vraag 11.
64
Kan een bedrijf dat in 2020 alle stallen leeg had staan aanspraak maken op de stoppersregeling?
Antwoord
De vervroeging van het houderijverbod is van toepassing op alle nertsenbedrijven,
zij kunnen een beroep doen op de nadeelcompensatieregeling. Daarbij zal rekening worden
gehouden met de eventuele leegstand van een bedrijf.
65
Wat wordt in de stoppersregeling de vergoeding per nerts (fokteef), op basis waarvan
wordt de prijs per nerts bepaald en van hoeveel «gemiste» pelzen/nertsen wordt uitgegaan?
66
Welke aspecten (bijvoorbeeld oppervlakte, aantal dieren en inkomsten van de afgelopen
jaren) zijn van belang bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding per bedrijf
vanuit de stoppersregeling?
Antwoord 65 en 66
De vast te stellen nadeelcompensatie vormt de hoogte van de vergoeding in de stoppersregeling.
Zie verder mijn antwoord op vraag 11.
67
Op basis van welke criteria, aannames en overwegingen bent u gekomen tot het totale
bedrag dat nu beschikbaar wordt gesteld voor de stoppersregeling?
Antwoord
Tegelijk met het wetsvoorstel werk ik een nadeelcompensatieregeling uit met inachtneming
van de juridische kaders die daarvoor gelden. De maximaal € 150 miljoen (inclusief
uitvoeringskosten) die het kabinet beschikbaar heeft gesteld is gebaseerd op mogelijk
voor compensatie in aanmerking komende inkomens- en vermogensschadeposten voor de
140 nog aanwezige ondernemingen, die nader worden uitgewerkt. Ik zal deze regeling
tezamen met het wetsvoorstel met spoed aan uw Kamer aanbieden.
68
Zijn bedrijven die in 2019 en/of 2020 alle stallen leeg hadden staan, maar nog wel
steeds beschikken over een (milieu)vergunning, meegeteld met de 110 bedrijven die
volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op 1 april 2020 nog actief waren?
Antwoord
Op 1 april 2019 en 2020 werden op respectievelijk 130 en 110 bedrijven pelsdieren
gehouden (CBS, 2020). Daarbij zijn bedrijven die in 2019 en/of 2020 alle stallen leeg
hadden staan, maar nog wel steeds beschikken over een (milieu)vergunning, niet meegeteld.
69
Wat waren bij het vaststellen van de hoogte van het bedrag voor de stoppersregeling
de aannames met betrekking tot de misgelopen inkomsten per nertsenfokkerij tot 31 december
2023 en kunt u de berekeningen sturen die hieraan ten grondslag liggen?
Antwoord
Zie mijn eerder gegeven antwoord op vraag 67.
70
Zal bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding vanuit de stoppersregeling voor
geruimde bedrijven rekening worden gehouden met de vergoeding die vanwege de ruiming
reeds is uitgekeerd en zo ja, op welke wijze?
Antwoord
Zie mijn eerder gegeven antwoord op vraag 24.
71
Waarom kiest u ervoor slechts 0,2 miljoen euro van het huidige saldo van het Diergezondheidsfonds
in te zetten voor de kosten van de ruimingen?
Antwoord
Ik heb ervoor gekozen om in totaal voor € 3 miljoen in te teren op het LNV-aandeel
in het saldo van het Diergezondheidsfonds. Een groter beslag op het saldo van het
Diergezondheidsfonds achtte ik niet verantwoord gelet op de betalingsverplichtingen
van het fonds.
72
Dragen andere landbouwsectoren via het Diergezondheidsfonds of anderszins mee aan
de ruimingskosten van nertsenhouderijen?
Antwoord
Nee, de uitgaven voor de nertsen worden volledig betaald uit de overheidsbijdrage
aan het Diergezondheidsfonds.
73
Hoe is de onderverdeling van het Diergezondheidsfondssaldo tussen overheid en bedrijfsleven
en hoe is deze indien die is uitgesplitst per sector?
Antwoord
Het saldo van het Diergezondheidsfonds is opgebouwd uit middelen die zijn verkregen
vanuit de drie geldstromen overheid, sector en EU. De onderverdeling tussen overheid
en sector was ultimo 2019: 56 procent overheid en 44 procent sector. In het jaarverslag
2020 bericht ik uw Kamer nader over de uitsplitsing per sector.
74
Welke gevolgen heeft de ophoging van het Diergezondheidsfonds met 35,6 miljoen euro
voor de begroting van uw ministerie?
Antwoord
De ophoging van het Diergezondheidsfonds betekent een incidentele verhoging van het
budget van het ministerie in 2020 op artikel 11 Een weerbaar, veerkrachtig en veilig agro-, voedsel- en visserijsysteem, Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken.
75
Waarom is ervoor gekozen de verhoging van het opdrachtenbudget op 3 miljoen euro na
voor rekening te brengen van uw begroting en kunt u onderbouwen hoe het besluit tot
aanvulling en onderverdeling van die 3 miljoen euro tot stand is gekomen?
Antwoord
Het saldo van het Diergezondheidsfonds bestaat deels uit de wettelijk vastgelegde
crisisreserves die voor de sectoren varken, schaap, geit en pluimvee zijn vastgelegd.
Verder bestaat het saldo uit werkkapitaal waaruit de lopende kosten voor preventie
en bewaking, voorzieningen en verdenkingen worden betaald. Voor het overige betreft
het EU-gelden die nog met de sectoren worden verrekend. Hierdoor was het niet mogelijk
om – op € 3 miljoen na – de middelen uit het saldo in te zetten voor het dekken van
de ruimingskosten en is er voor gekozen om de middelen vanaf de LNV-begroting over
te hevelen. Deze middelen waren overigens eerst generaal aan de LNV-begroting toegevoegd,
waardoor er op de LNV-begroting geen specifieke ombuigingen noodzakelijk waren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, griffier
Bijlagen
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Krol | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.