Nota van wijziging : Tweede nota van wijziging
35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)
Nr. 52
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 13 oktober 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het voorgestelde artikel 58a, eerste lid, wordt «beveiligingsorganisatie: een
beveiligingsorganisatie waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in de Wet particuliere
beveiligingsorganisaties en recherchebureaus» vervangen door «beveiligingsmedewerker:
een persoon belast met beveiligingswerkzaamheden als bedoeld in artikel 7, eerste,
tweede en derde lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
alsmede een persoon in dienst van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 5, vijfde
lid, van die wet».
2. In het voorgestelde artikel 58d, derde lid, wordt «artikel 7 van de Wet veiligheidsregio's»
vervangen door «de artikelen 5 en 7 van de Wet veiligheidsregio's».
3. In het voorgestelde artikel 58f, derde lid, onder b, wordt na «toezichthouder,»
ingevoegd «beveiligingsmedewerker,» en komt «, een beveiligingsorganisatie» te vervallen.
B
Na het voorgestelde artikel 58c wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 58ca Vangnet BES
Indien zich in het openbare lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba een omstandigheid
voordoet waarin een krachtens dit hoofdstuk vast te stellen ministeriële regeling
niet zodanig tijdig tot stand kan komen als ter bestrijding van de epidemie noodzakelijk
is, kan Onze Minister ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, de gezaghebber opdragen
toepassing te geven aan de hem in artikel 179 van de Wet openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba toegekende bevoegdheid om algemeen verbindende voorschriften
vast te stellen ter bestrijding van de epidemie. Binnen twee weken na de vaststelling
van die opdracht wordt een ministeriële regeling vastgesteld tot regeling van de in
die voorschriften genoemde onderwerpen. Onze Minister zendt de regeling binnen twee
dagen na vaststelling aan beide Kamers van de Staten-Generaal.
C
In artikel VIIB wordt na «epidemie» ingevoegd «van covid-19».
D
In artikel VIIC wordt «en die wet in werking treedt» vervangen door «en die wet in
werking is getreden of treedt».
E
Artikel VIID komt te luiden:
ARTIKEL VIID SAMENLOOP WETSVOORSTEL 35337 (ALCOHOLWET)
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 13 november 2019 ingediende voorstel van
wet tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord
en evaluatie van de wet (35 337) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel EE, van die wet eerder in werking
is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel I,
onderdeel A, artikel 58j, eerste lid, onder e, van deze wet «Drank- en Horecawet»
telkens vervangen door «Alcoholwet».
2. Indien het in het eerste lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven
en artikel I, onderdeel EE, van die wet op hetzelfde tijdstip in werking treedt als
of later in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt met ingang
van het tijdstip van inwerkingtreding in artikel 58j, eerste lid, onder e, van de
Wet publieke gezondheid «Drank- en Horecawet» telkens vervangen door «Alcoholwet».
Toelichting
Deze nota van wijziging strekt ertoe:
– indien nodig, de optie van een opdracht tot een noodverordening open te houden voor
Caribisch Nederland (onderdeel B);
– ook toepassing van artikel 5 van de Wet veiligheidsregio’s aan de voorzitter van de
veiligheidsregio te laten (onderdeel A, onder 2);
– de uitzondering op de veiligeafstandsnorm ook te laten gelden voor personen in dienst
van een bestuursorgaan, indien zij in de uitoefening van hun functie beveiligingswerkzaamheden
verrichten (onderdeel A, onder 1 en 3);
– enkele strikt wetstechnische verbeteringen door te voeren in de artikelen VIIB, VIIC
en VIID (onderdelen C tot en met E).
Deze wijzigingen worden hieronder onderwerpsgewijs toegelicht.
Opdracht tot noodverordening Caribisch Nederland (onderdeel B)
Ter bestrijding van het virus worden er in zowel Caribisch Nederland als in Europees
Nederland verschillende maatregelen getroffen. De aanpak in Caribisch Nederland vergt,
vanwege de kleinschalige eilandsetting, een andere aanpak dan die in Europees Nederland.
Gezien de kleinschalige eilandsetting, het gebrek aan uitwijkmogelijkheden en de beperkte
uitwijkopties voor curatieve zorg, kan het nodig zijn om op zeer korte termijn maatregelen
te treffen. Dit verschil komt onder meer tot uiting in de aparte advisering door het
Outbreak Management Team voor Caribisch Nederland. Gelet op dit bijzondere karakter
van de bestrijding van het virus aldaar, is het wenselijk dat het mogelijk is om indien
nodig met een noodverordening te werken. De eilandsraden van Bonaire en Saba hebben
hun steun betuigd voor behoud van het vangnet voor Caribisch Nederland. Zoals blijkt
uit de brief van de regeringscommissaris en plaatsvervangend regeringscommissaris
van Sint Eustatius van 6 oktober 2020 onderschrijven ook zij en alle drie de lijsttrekkers
bij de aanstaande eilandsraadsverkiezingen op Sint Eustatius het behoud van het vangnet.
Artikel 132a van de Grondwet geeft ook uitdrukkelijk de mogelijkheid om voor de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba andere specifieke maatregelen te treffen
met het oog op de bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen zich wezenlijk
onderscheiden van het Europese deel van Nederland. Binnen twee weken na de opdracht
tot het vaststellen van een noodverordening, moet een ministeriële regeling worden
vastgesteld tot regeling van de in de noodverordening genoemde onderwerpen. Het voorgestelde
artikel 58ca strekt hiertoe.
Artikel 5 van de Wet veiligheidsregio’s (onderdeel A)
Bij de (eerste) nota van wijziging is aan artikel 58d een derde lid toegevoegd, waarbij
in afwijking van artikel 39, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) niet
de voorzitter van de veiligheidsregio, maar de burgemeester bevoegd werd om toepassing
te geven aan de in dat derde lid genoemde artikelen, waaronder artikel 5 Wvr. Dat
zou er evenwel toe leiden dat op grond van artikel 5 Wvr de burgemeester het opperbevel
heeft, dat onder meer ziet op de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio
(GHOR), terwijl op grond van artikel 6, vierde lid, van de Wet publieke gezondheid
de voorzitter van de veiligheidsregio zorgdraagt voor de bestrijding van de epidemie.
Dat draagt niet bij aan de met de nota van wijziging beoogde duidelijkheid. Daarom
wordt nu geregeld dat naast artikel 7 ook artikel 5 Wvr wordt uitgezonderd in artikel
58d, derde lid. De voorzitter van de veiligheidsregio kan ook aan dat artikel dus
toepassing blijven geven. Artikel 58d, derde lid, betekent dat voor zover de burgemeester
op grond van de dit wetsvoorstel bevoegd wordt, hij daartoe ook het gezag heeft over
de politie en de Koninklijke marechaussee; dat het opperbevel van artikel 5 Wvr nu
bij de voorzitter van de veiligheidsregio blijft, brengt daarin geen verandering.
Beveiligingsmedewerkers (onderdeel A, onder 1 en 3)
Bij de (eerste) nota van wijziging zijn medewerkers van particuliere beveiligingsorganisaties
uitgezonderd van de veiligeafstandsnorm, voor zover zij hun taak niet op gepaste wijze
kunnen uitoefenen met inachtneming van de veilige afstand. Deze wijziging strekt ertoe
de uitzondering in dat geval ook te laten gelden voor personen in dienst van een bestuursorgaan,
indien zij in de uitoefening van hun functie beveiligingswerkzaamheden verrichten.
Te denken valt aan beveiligers die in dienst zijn van gemeentebesturen en aan de Rijks
Beveiligings Organisatie.
Technische verbeteringen artikelen VIIB, VIIC en VIID (onderdelen C tot en met E)
Aangezien de wijzigingswet geen definitiebepaling bevat, moet in artikel VIIB «epidemie»
nader worden gespecificeerd als «epidemie van covid-19», zoals ook is gedaan in artikel
VIIA.
De wijziging in artikel VIIC herstelt een wetstechnische omissie in een samenloopbepaling.
Ook de wijzigingen van artikel VIID herstellen enkele onvolkomenheden in een samenloopbepaling.
Bij de vormgeving ervan was een deel van een passage weggevallen en stonden enkele
onjuiste verwijzingen. Dit wordt met deze wijziging hersteld.
Deze nota van wijziging wordt mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangeboden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.