Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 597 Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn (EU) 2019/789 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie- en radioprogramma’s en tot wijziging van Richtlijn 93/83/EEG van de Raad (Implementatiewet richtlijn online omroepdiensten)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL VII
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen lezen of horen lezen saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Auteurswet en de Wet
op de naburige rechten te wijzigen in verband met de implementatie van de Richtlijn
(EU) 2019/789 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling
van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die
van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte
van televisie- en radioprogramma’s en tot wijziging van Richtlijn 93/83/EEG van de
Raad (PbEU 2019, L 130);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van 5° door een
puntkomma, toegevoegd:
6°. de doorgifte van een werk via de kabel of langs andere weg.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
8. Onder de doorgifte van een werk via de kabel wordt verstaan de gelijktijdige, ongewijzigde
en integrale doorgifte, door middel van een kabel- of microgolfsysteem, aan het publiek,
van een oorspronkelijke uitzending, al dan niet via de ether, ook per satelliet, van
een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk die voor ontvangst door het
publiek bestemd is, ongeacht de wijze waarop degene die de doorgifte verzorgt de programmadragende
signalen van de omroeporganisatie ten behoeve van de doorgifte verkrijgt.
9. Onder de doorgifte van een werk langs andere weg wordt verstaan de gelijktijdige,
ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel, bedoeld
in het achtste lid, van een oorspronkelijke uitzending, al dan niet via de ether,
ook per satelliet, met uitzondering van een online uitzending, van een in een radio-
of televisieprogramma opgenomen werk, die voor het publiek bestemd is, ongeacht de
wijze waarop degene die de doorgifte verzorgt de programmadragende signalen van de
omroeporganisatie ten behoeve van de doorgifte verkrijgt. Indien een internettoegangsdienst
als bedoeld in Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van
25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang
en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten
met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare
mobiele communicatienetwerken binnen de Unie (PbEU 2015, L 310) de doorgifte verzorgt,
is alleen sprake van de doorgifte van een werk langs andere weg als het een beveiligde
doorgifte betreft die geschiedt aan daartoe geautoriseerde gebruikers.
B
In «§4 Het openbaar maken» wordt na artikel 12b een nieuw artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 12c
Wanneer een omroeporganisatie de programmadragende signalen rechtstreeks aanlevert
bij degene die de uitzending van een werk via de kabel of langs andere weg verzorgt
zonder dat de omroeporganisatie de signalen zelf gelijktijdig uitzendt, is er sprake
van een enkele openbaarmaking van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen
werk waarvoor de omroeporganisatie en degene die de programmadragende signalen uitzendt
ieder voor zijn eigen bijdrage aan die openbaarmaking verantwoordelijk is.
C
Artikel 26a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het recht om toestemming te verlenen voor de doorgifte van een werk via de kabel
of langs andere weg kan uitsluitend worden uitgeoefend door een collectieve beheersorganisatie
als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht en geschillenbeslechting
collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.
2. In het tweede lid wordt «rechtspersonen» telkens vervangen door «collectieve beheersorganisaties»
en wordt «rechtspersoon» vervangen door «collectieve beheersorganisatie».
3. In het derde lid wordt «rechtspersoon» vervangen door «collectieve beheersorganisatie»
en wordt «uitzending» vervangen door «doorgifte».
4. Het vierde lid komt te luiden:
4. Dit artikel is niet van toepassing op de doorgifte van een werk via de kabel of langs
andere weg, indien die rechten door een omroeporganisatie worden uitgeoefend met betrekking
tot haar eigen uitzendingen, ongeacht of het om de eigen rechten van die organisatie
gaat, dan wel om rechten die haar door andere auteursrechthebbenden zijn overgedragen.
D
In de artikelen 26b en 26c wordt «de gelijktijdige, ongewijzigde en onverkorte uitzending»
telkens vervangen door «de doorgifte».
E
Artikel 45d wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Onverminderd het in artikel 26a bepaalde is eenieder die het filmwerk openbaar maakt
als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder 6°, aan de makers van het filmwerk die
deze rechten aan de producent hebben overgedragen, een proportionele billijke vergoeding
verschuldigd. Bij een openbaarmaking als bedoeld in artikel 12c is enkel degene die
het filmwerk uitzendt aan de makers van het filmwerk die deze rechten aan de producent
hebben overgedragen, een proportionele billijke vergoeding verschuldigd. Eenieder
die het filmwerk op andere wijze dan vorenbedoeld mededeelt aan het publiek, met uitzondering
van de beschikbaarstelling van het filmwerk op zodanige wijze dat het filmwerk voor
de leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk
is, is aan de hoofdregisseur en de scenarioschrijver van het filmwerk die deze rechten
aan de producent heeft overgedragen, een proportionele billijke vergoeding verschuldigd.
Van het recht op een proportionele billijke vergoeding kan geen afstand worden gedaan.
2. De eerste volzin van het derde lid komt te luiden:
Het recht op de vergoeding, bedoeld in het tweede lid, wordt uitgeoefend door een
collectieve beheersorganisatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht
en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.
3. In het vierde lid wordt «rechtspersonen» vervangen door «collectieve beheersorganisaties».
F
Na artikel 47b wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 47c
1. Iedere openbaarmaking van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst in:
a. radioprogramma’s;
b. televisieprogramma’s die:
i. nieuws- en actualiteitenprogramma’s betreffen; of
ii. volledig door de omroeporganisatie, bedoeld in artikel 1.1. van de Mediawet, gefinancierd
zijn;
door middel van een ondersteunende onlinedienst die door of onder controle en verantwoordelijkheid
van de omroeporganisatie wordt uitgevoerd, alsmede de reproductie die noodzakelijk
is voor het aanbieden van deze dienst of voor de toegang tot of het gebruik van deze
dienst, wordt geacht enkel plaats te vinden in Nederland, indien de omroeporganisatie
hier haar hoofdvestiging heeft. Het vorenstaande is niet van toepassing op televisie-uitzendingen
van sportevenementen en de daarin vervatte werken van letterkunde, wetenschap of kunst.
2. Bij het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde vergoeding voor een in het
eerste lid bedoelde openbaarmaking van een werk wordt rekening gehouden met alle aspecten
van de ondersteunende onlinedienst, zoals kenmerken van die dienst, waaronder de duur
van de online beschikbaarheid van de programma's, het luisteraars- of kijkerspubliek
en de aangeboden taalversies. Het vorenstaande staat er niet aan de in de weg dat
de vergoeding wordt gebaseerd op de inkomsten van de omroeporganisatie.
3. Het in het eerste lid bedoelde vermoeden doet geen afbreuk aan de contractuele vrijheid
van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of zijn rechtverkrijgenden,
en omroeporganisaties om, in overeenstemming met het Unierecht, de exploitatie van
het auteursrecht te beperken.
4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een ondersteunende onlinedienst verstaan
het online aanbieden van radio- of televisieprogramma’s gelijktijdig met of voor een
bepaalde periode na de uitzending ervan door de omroeporganisatie, alsmede van materiaal
dat een ondersteuning vormt van die uitzending.
ARTIKEL II
De Wet op de naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel h komt te luiden:
h. doorgeven via de kabel: de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, door
middel van een kabel- of microgolfsysteem, aan het publiek, van een oorspronkelijke
uitzending, al dan niet via de ether, ook per satelliet, van in een radio of televisieprogramma
opgenomen op grond van deze wet beschermd materiaal, die voor ontvangst door het publiek
bestemd is, ongeacht de wijze waarop degene die de doorgifte via de kabel verzorgt
de programmadragende signalen van de omroeporganisatie ten behoeve van de doorgifte
verkrijgt;
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma worden
twee onderdelen toegevoegd, luidende:
p. doorgeven langs andere weg:
de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte anders dan het doorgeven via
de kabel, bedoeld in onderdeel h, aan het publiek, van een oorspronkelijke uitzending,
al dan niet via de ether, ook per satelliet, met uitzondering van een online uitzending,
van in een radio- of televisieprogramma opgenomen op grond van deze wet beschermd
materiaal, die voor het publiek bestemd is, ongeacht de wijze waarop degene die de
doorgifte verzorgt de programmadragende signalen van de omroeporganisatie ten behoeve
van de doorgifte verkrijgt; de tweede volzin van artikel 12, negende lid, van de Auteurswet
is van overeenkomstige toepassing;
q. ondersteunende onlinedienst:
het online aanbieden van radio- of televisieprogramma’s gelijktijdig met of voor een
bepaalde periode na de uitzending ervan door een omroeporganisatie, alsmede van materiaal
dat een ondersteuning vormt van die uitzending.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt het woord «heruitzenden» vervangen door «doorgeven
via de kabel of langs andere weg».
2. Het negende lid komt te luiden:
9. Als afzonderlijke openbaarmaking wordt niet beschouwd de gelijktijdige uitzending
van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen uitvoering of opname van een
uitvoering of reproductie daarvan door hetzelfde organisme dat dat programma oorspronkelijk
uitzendt.
C
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
1. In het eerste lid wordt na de zinsnede «zijn de artikelen 45a tot en met 45g van
voornoemde wet van overeenkomstige toepassing» toegevoegd « met uitzondering van artikel
45d, tweede lid, derde volzin».
2. In het tweede lid, wordt de zinsnede «artikel 45d, tweede lid tot en met het zesde
lid van de Auteurswet» vervangen door «ook artikel 45d, tweede lid, derde volzin,
van de Auteurswet».
D
In artikel 6, eerste lid, onderdeel c, wordt het woord «heruitzenden» vervangen door
«doorgeven via de kabel of langs andere weg».
E
In artikel 7, eerste lid, wordt het woord «heruitgezonden of op een andere wijze openbaar
gemaakt» vervangen door «doorgegeven via de kabel of langs andere weg, dan wel op
een andere wijze openbaar gemaakt».
F
Artikel 8, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. het doorgeven van programma’s via de kabel of langs andere weg;
G
Artikel 14a komt te luiden:
Artikel 14a
Op het recht toestemming te verlenen voor het doorgeven van op grond van deze wet
beschermd materiaal via de kabel of langs andere weg, zijn de artikelen 26a tot en
met 26c van de Auteurswet van overeenkomstige toepassing.
H
Artikel 14b komt te luiden:
Artikel 14b
Wanneer een omroeporganisatie de programmadragende signalen rechtstreeks aanlevert
bij degene die de uitzending van op grond van deze wet beschermd materiaal via de
kabel of langs andere weg verzorgt zonder dat de omroeporganisatie de signalen zelf
gelijktijdig uitzendt, is er sprake van een enkele mededeling aan het publiek van
in een radio- of televisieprogramma opgenomen op grond van deze wet beschermd materiaal
waarvoor de omroeporganisatie en degene die de programmadragende signalen uitzendt
ieder voor zijn eigen bijdrage aan die mededeling aan het publiek verantwoordelijk
is.
I
De artikelen 14c en 14d vervallen.
J
Na artikel 32a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 32b
1. Iedere mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling voor het publiek van op
grond van deze wet beschermd materiaal in:
a. radioprogramma’s;
b. televisieprogramma’s die:
i. nieuws- en actualiteitenprogramma’s betreffen; of
ii. volledig door de omroeporganisatie, bedoeld in artikel 1.1. van de Mediawet, gefinancierd
zijn;
door middel van een ondersteunende onlinedienst die onder toezicht en verantwoordelijkheid
van de omroeporganisatie wordt uitgevoerd, alsmede de reproductie die noodzakelijk
is voor het aanbieden van deze dienst of voor de toegang tot of het gebruik van deze
dienst, wordt geacht enkel plaats te vinden in Nederland, indien de omroeporganisatie
hier haar hoofdvestiging heeft. Het vorenstaande is niet van toepassing op televisie-uitzendingen
van sportevenementen en de daarin vervatte op grond van deze wet beschermd materiaal.
2. Artikel 47c, tweede lid en derde lid, van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III
Artikel I, onderdeel B, en artikel II, onderdeel H, zijn vanaf 7 juni 2025 van toepassing
op toestemming die is verkregen voor een door artikel 12c van de Auteurswet bestreken
openbaarmaking van een werk en een door artikel 14b van de Wet op de naburige rechten
bestreken mededeling aan het publiek van op grond van de naburige rechten beschermde
prestaties, indien die toestemming op 7 juni 2021 van kracht is en na 7 juni 2025
verstrijkt.
ARTIKEL IV
Artikel I, onderdeel F, en artikel II, onderdeel J, zijn vanaf 7 juni 2023 van toepassing
op overeenkomsten waarbij toestemming is verleend voor de openbaarmaking van een werk
en mededeling aan het publiek en beschikbaarstelling voor het publiek van op grond
van de Wet op de naburige rechten beschermd materiaal door middel van een ondersteunde
onlinedienst, alsmede de reproductie die noodzakelijk is voor het aanbieden van deze
dienst of voor de toegang tot of het gebruik van deze dienst, die op 7 juni 2021 van
kracht zijn en waarvan de looptijd na 7 juni 2023 verstrijkt.
ARTIKEL V
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 mei 2020 ingediende voorstel van wet houdende
wijziging van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten, de Databankenwet en de
Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en
naburige rechten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/790 van het
Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige
rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van de Richtlijnen 96/9/EG
en 2001/29/EG (Implementatiewet richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte
markt) (Kamerstukken 35 454), tot wet is of wordt verheven en
1. artikel I, onderdeel R, van die wet:
a. eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel F, van deze wet, wordt in artikel
I, onderdeel F, van deze wet «Na artikel 47b wordt een artikel ingevoegd» vervangen
door «Na artikel 47c wordt een artikel ingevoegd» en «Artikel 47c» door «Artikel 47d»
en wordt in artikel II, onderdeel J, van deze wet «Artikel 47c’vervangen door «Artikel
47d»;
b. op dezelfde datum in werking treedt als, onderscheidenlijk later in werking treedt
dan artikel I, onderdeel F, van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel R, van die
wet «Na artikel 47b wordt een artikel ingevoegd» vervangen door «Na artikel 47c wordt
een artikel ingevoegd» en «Artikel 47c» door «Artikel 47d en wordt in de artikel II,
onderdeel G, en artikel III, onderdeel B, van die wet «47c» vervangen door «47d».
2. artikel II, onderdeel A, van die wet:
a. eerder in werking treedt dan artikel II, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel
II, onderdeel A, van deze wet «aan het slot van onderdeel o» vervangen door «aan het
slot van onderdeel t», «p. doorgeven langs andere weg» door «u. doorgeven langs andere
weg» en «q. ondersteunende onlinedienst» door «v. ondersteunende onlinedienst»;
b. op dezelfde datum in werking treedt als, onderscheidenlijk later in werking treedt
dan artikel II, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel II, onderdeel A, van die
wet «onderdeel o» vervangen door «onderdeel q», «p. perspublicatie» door «r. perspublicatie»,
«q. aanbieder van een onlinedienst voor het delen van inhoud» door «s. aanbieder van
een onlinedienst voor het delen van inhoud», «r. onderzoeksorganisatie» door «t. onderzoeksorganisatie»,
«s. tekst- en datamining» door «u. tekst- en datamining» en «t. instelling voor cultureel
erfgoed» door «v. instelling voor cultureel erfgoed».
3. artikel II, onderdeel C, van die wet eerder in werking treedt dan, onderscheidenlijk
op hetzelfde tijdstip in werking treedt als artikel II, onderdeel C, van deze wet,
wordt in artikel II, onderdeel C, van deze wet de zinsnede «zijn de artikelen 45a
tot en met 45g van voornoemde wet van overeenkomstige toepassing» vervangen door «zijn
de artikelen 45a tot en met 45ga van voornoemde wet van overeenkomstige toepassing».
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL VII
Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet richtlijn online omroepdiensten.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.